De vissers in Alaska zien toekomst somber tegemoet 'Ik reken maar niet uit wat ik per uur verdien' En wie heeft 'éél Werk voor Na de olieramp met de Exxon Valdez '/M tempo-team uitzendbireau PAGINA 2 ZATERDAG 1 /PRIL 1989 Reportage Tankers zijn nog steeds bezig de resterende olie uit de Exxon Valdez te pompen. De bergingswerkaamheden ko men echter door onbekende oorzaak langzaam op gang, met als gevolg dat de enorme olievlek zia steeds verder uitbreidt en daarmee de milieuramp nog erger maakt dan die al is. (foto ap> De stad Valdez begon driejaar ge leden met het heffen van een belas ting in alleen dat gedeelte van de stad dat eigendom is van Alyeska. De bedoeling was van dat geld ap paratuur te kopen die zou kunnen worden ingezet bij een grote olieramp. Maar Alyeska ging bij de staat Alaska in beroep, en won. De appa ratuur die de ramp met de Exxon Valdez had kunnen voorkomen, kon niet worden gekocht. Gemeen teraadslid Lynn Chrystal in een plaatselijke krant: "Exxon was de maatschappij die het hardst tegen de belasting heeft gevochten". Decor Dat was het decor, waartegen de ramp van vorige week vrijdag moet worden afgezet. De oliemaatschap pijen wilden niet al te veel geld uit geven aan rampenplannen, en ze werden ook niet al te stevig onder druk gezet om dat toch te doen. Toen het dus vorige week vrijdag met de Exxon Valdez echt grondig misging, bleek pas goed dat de tes ten met sinaasappelen toch geen adequate voorbereiding op een ramp van dergelijke catastrofale af metingen waren geweest. Vrijdag, zaterdag en zondag, de eerste dagen nadat de tanker tegen de grond was gelopen en dus de cru ciale dagen, gebeurde er vrijwel niets. Er werd weinig gedaan om de stroom olie tegen te houden, weinig om de al vrijgekomen olie op te rui- De reden daarvoor: onvoldoende mankracht en apparatuur kon snel worden ingezet. Maar zondag be loofde Frank Iarossi, president van Exxon Shipping, ijlings de naar Valdez afgereisde verslaggevers dat de volgende dag krachtig zou wor den ingegrepen. Dat optimisme werd door de na tuur zelf afgestraft. Maandag storm de het in zuid-Alaska. Exxon moest alle plannen laten varen, en Iarossi moest een dag later voor het eerst toegeven dat de olieramp onhan teerbaar was geworden. De opblaasbare vangnetten die Exxon in het weekeinde rond de Exxon Valdez had gelegd en die de olie hadden moeten tegenhouden, waren door de storm losgeslagen. Als je nu boven de baai vliegt, zie je hier en daar stukken van de vang netten aangespoeld op stranden lig gen, als draadjes oranje wol. Tegelijk was de olie op drift ge raakt, en diep in de Prins William Baai terechtgekomen. Zo stond het er maandagavond voor. Zo staat het er nu eigenlijk nog voor. De olie kan door de verspreiding in de baai niet meer worden weggebrand, zoals aanvankelijk het plan was. Chemi caliën waarmee de olie wordt opge lost, zijn om dezelfde reden ook geen goed idee meer. Wat nu nog kan worden gedaan, is de ergste rommel van het waterop pervlak scheppen. Tekenend daar bij is, dat de vissers van de Prins William Baai het voortouw hebben genomen, en met harken en schep pen de miljoenen liters olie te lijf zijn gegaan. Voor de rest is het af wachten tot de olie ergens aan spoelt. Dan kan op .die stranden worden schoongemaakt, letterlijk strand na strand, kei na kei, worden schoongemaakt. In en rond de Prins William Baai is een enorme verscheidenheid aan dieren te vinden. Het is een kraam kamer voor onder meer zalmen en haringen. Zeeleeuwen en zeehon den zijn er bij duizenden te vinden. De baai is een van de weinige plaat sen in Noord-Amerika waar de speelse zee-otter te zien is. Toeris ten reizen speciaal naar het gebied om te zien hoe zee-otters, pp hun rug in het water dobberend, op hun gemak zojuist gevangen vis veror beren. Walvissen zijn in het water van de baai te zien, en tal van vogels erbo ven. Wat betekent het voor die uit gebreide fauna dat door 'menselijk falen' (de woorden van Exxon) de Exxon Valdez tegen de grond liep? De beelden zijn de afgelopen da gen genoegzaam op de tv te zien ge weest. De aangespoelde vogels met hun warrige, aan elkaar geplakte ve ren, de zeeleeuwen die op een door zwarte olieplakken omgeven rots waren gevlucht. Biologen maken zich in het bijzonder zorgen om de zee-otter. Die beschikt, anders dan zeehonden en zeeleeuwen, niet over een dikke vetlaag. Als het vel van de zee-otter eenmaal door olie is ver ontreinigd, dan is er geen natuurlij ke bescherming tegen de waterkou mee. en sterft het dier. Het is verder de vraag wat er met de voedselketen in e baai gebeurt. Een deel van de oli lost namelijk op in water, en zal z<in micro-orga nismen terechtfcomn. Bioloog Pe ter McRoy» van de lniversiteit van Alaska in Fairbanks "Bij die oplos bare delen van de oh zitten schade lijke stoffen. Het is u de vraag waar in de voedselketen n in welke hoe veelheden die stdfen terechtko- Bezorgd welke vorm" Het is dit soort vragen dat de inwoiers van een vis sersdorpje alsTattlek zo bezorgd maakt. In het g-otee dorp Cordova, een klein halfuirtji met de Twinot- ter verderop, if die >ezorgdheid niet minder groot. Ooi dat dorp leeft van de vis. Het is een aider soort bevolking dan die van Tatitlik. Het gaat niet om Aleoeten, naarom blanke Ame rikanen. Verasseid zijn de lange haren en oor-ingei bij veel vissers, verrassend hi vedvuldige gebruik van termen as 'onze planeet'. Maar dit zin g«en overgebleven wereldvreerrie hippies. De inwo ners van Codova hebben hun vis serij groot ogezet veel commercië ler dan die \in Tatitlek. Ze zijn bij voorbeeld ret eigïn zalmkwekerij en begonne. Juist in de komende weken hadcn ze Triljoenen een-ja rige zalmerwillei vrijlaten, maar nu gaat datiiet d«or. De afgelopen dagen hebbn de vissers van Cordo va hard gekerkt om hun kwekerij en met vagnetten af te schermen tegen de alm aanwezige olie. "Ik wee niet wanneer we die zalmen kunen loslaten", zegt de 29-jarige Sotty Reed in de bar van motel-restarant The Reluctanl Fisherman "We kunnen ze in de kwekerijeibijvoeren met vis. Dat is duur, maazo blijven ze tenminste voorlopig i leven". "Maar dt is niet het ergst. Wat ik het ergst vnd, is wat er vanochtend gebeurde.Toen kwam mijn zoon naar me te, en die zei: "Papa, bete kent de oferamp dat ik niet met je ga vissen,oals jij met jouw vader?" Hij zwijgten kijkt naar het glas bier voor hem Dan zegt hij: "God, dat doet pas jjn". TATITLEK - Generaties lang hebben de mannen en vrou- rijst en meel te kopen die ze nodig hadden. De rest van hun wen van Tatitlek zo geleefd. In het seizoen, van aprü tot, leeftocht kwam van de stranden, uit de zee en uit de bossen, met een beetje geluk, september, visten ze. Haring, heilbot, Mosselen en andere eetbare schelpdieren waren er altijd in zalm, de Prins William Baai heeft er altijd vol mee gezeten, overvloed. Vissen kon je ook 's winters vangen, en anders Het ene jaar was wel eens minder goed dan het andere, waren er altijd nog zeehonden en zeeleeuwen. Er waren maar er werd toch altijd wel genoeg gevangen om de olie, eenden, en er werden wel eens herten geschoten. Voor de 97 mensen die nu in Tatit lek wonen, vrijwel allemaal horend tot de Aleoeten en daarmee tot de oorspronkelijke inwoners van Alas ka, was dat tot het vorige weekeinde ook de manier van leven waarmee ze de volgende eeuw dachten te ha len. Maar nu niet meer. Doris Komp- hoff, woordvoerster van het dorp: "Na de ramp weten we het niet. Zul len we weer kunnen vissen? Zijn de schelpen nog goed of zijn ze mis schien vergiftigd? Overleven de zeehonden het? De zalm? Dat is on ze grote angst: dat we niet meer kunnen leven zoals altijd". Tatitlek ligt maar enkele tiental len kilometers verwijderd van de oorzaak van de ramp. Een paar mi nuten in de Twinotter - vliegen is, naast varen, de enige manier om in het dorp te komen, want er leidt geen weg naar toe - en onder je doemt de roestbruine Exxon Valdez op. Chocoladebruin Pal naast die tanker ligt een tweede tanker, de Baton Rouge. Al dagen lang wordt olie uit de vastgelopen Exxon Valdez naar de andere, net iets kleinere boot overgepompt. Tientallen miljoenen liters zijn zo al van schip gewisseld. Die olie zal de baai niet meer kun nen vervuilen. Maar ook zo is het al erg genoeg. De baai overvliegend zie je overal de chocoladebruine slierten ruwe olie in het water, als de tentakels van een reuze-octopus. Soms, als de zon erop schijnt, is er een kleurige weerschijn. Daar is niets moois aan, want dit water is dood. Laag vliegend, kun je op de grijze stranden zwarte plekken zien. Rond sommige van de vele honderden ei landjes in de Prins William Baai is zelfs een hele zwarte ring ontstaan. Biologen en chemici die er zijn ge weest, zeggen dat het om de vaste, niet in water oplosbare bestandde len van de olie gaat, om teer- en as- falt-achtige substanties. Het zijn dikke, kleverige zwarte plakken die alles verstikken waarmee ze in aan raking komen. Die plakken, zegt Doris Komp- hoff, zijn een symbool. "We zijn bang dat met ons ook zoiets ge beurt. Dat we ook verstikken. Nie mand weet wat ons boven het hoofd hangt. Niemand weet, of we net als altijd van de natuur zullen kunnen blijven leven". Doolhof Van een paar honderd meter hoogte is de ramp van de Exxon Valdez be ter te begrijpen. De Prins William Baai blijkt dan een doolhof van ei landen en waterwegen te zijn. Bo venin de baai ligt het stadje Valdez. Dat stadje is het eindpunt van de pijpleiding waaruit elke dag weer miljoenen liters ruwe olie stromen, olie die afkomstig is van Amerika's rijke olievelden in het barre hoge noorden van Alaska. De Exxon Valdez was vorige week maar een van de vele tankers die in Valdez aan de kraan ging. Met de ruimen vol, werd de koers naar wat ze in Alaska The Lower 48', de rest van de VS op het Noordameri kaans vasteland dus, ingezet. Nu komt in de Prins William Baai, vlak naast Valdez, de Columbia gletsjer uit. Als je recht voor het uiteinde van de gletsjer zou staan, zou je een witte muur van ijs zien, waarvan zo nu en dan een stuk afbrokkelt en in het heldere water plompt. Vanaf het uiteinde van de gletsjer drijft dan ook een stroom van ijsber gen langzaam de baai in. De meeste zijn niet erg groot, maar sommige hebben een doorsnee van toch wel enkele tientallen meters. Gregory T. Cousins, die laag in rang was, maar niettemin vorige week vrijdag de Exxon Valdez be stuurde, omdat zijn kapitein dron ken was, moet van zo'n ijsberg zijn geschrokken. Hij gooide het roer om, in een poging een botsing te vermijden. Dat bracht hem buiten de regulie re doorvaari-route. Dat bracht hem in een koers die recht op een ondiep rif liep. De logboeken van de Exxon Valdez laten zien, dat Cousins nog uit alle macht heeft geprobeerd weer terug te keren naar de vaar geul. Maar een tanker is nu eenmaal geen fiets. Snel het stuur omgooien kan niet. En dus liep de Exxon Valdez tegen de grond. Acht van de 13 tanks scheurden daarbij open. Veertig miljoen liter ruwe olie spoot gretig naar buiten, de ongerepte baai in. Gevecht Het is destijds nog een heel gevecht geweest om de pijplijn naar Valdez te krijgen. De vissers in de buurt van Valdez en milieu- organisaties wilden dat de olie uit het noorden via Canada naar de staten in het zui den zou worden gebracht en voer den daarvoor hevig actie. Zij waarschuwden dat de prins William Baai gevaarlijk was, dat er ijsbergen dreven, ondiepten waren, en dat het er geweldig kon spoken. "We voorspelden een ramp", aldus Michael McCloskey, een van de ac tievoerders van destijds, "en dat is nu precies zo gebeurd als wij zei den." De Senaat, die uiteindelijk de knoop moest doorhakken, besliste in 1973 met 50 tegen 49 stemmen dat de pijplijn toch naar Valdez zou lo pen. Ze volgden daarin de bestuur ders van Alaska. Banen, banen, ba nen, daar ging het die bestuurders om. En die kwamen. Tegelijk kwamen er ook de eerste zorgen. Want weliswaar hadden de oliemaatschappijen plechtig be loofd dat zich nooit een olieramp van enige betekenis zou kunnen voordoen, maar toch ging er zo nu en dan iets mis. In 1977 al, slechts enkele maanden nadat de pijplijn officieel in gebruik was gesteld, lek te 2000 liter olie uit de tanker Gla cier Bay in de haven van Valdez. Toen al bleek, dat er geen effectief rampenplan was. Er was een tekort aan mankracht, en een tekort aan uitrusting. Sindsdien is er meer olie in de Prins William Baai gelekt. Het mi nisterie van milieuzorg in Alaska weet van 400 incidenten. In de meeste gevallen ging het om kleine hoeveelheden olie, veelal maar en kele tientallen liters. Maar al die in cidenten bij elkaar zijn de afgelopen jaren toch voldoende geweest om het ministerie en bijvoorbeeld ook de kustwacht nerveus te maken. Vissers repareren een fuik om krabben te vangen. Volgens traditie van gen zij die in de buurt waar nu de tanker Exxon Valdez aan de grond liep. De vissers zijn nu genoodzaakt naar zuidelijkere viswateren te trekken om daar op zoek te gaan naar nog niet door de olie bedreigde krab. (foto afp) laties in Valdez beheert en i de grote oliemaatschappijen sa menwerken, gevraagd of alle plan nen wel klopten. Sinaasappelen Keer op keer kwamen er bemoedi gende antwoorden. Er werden tes ten gedaan. Dan werden grote hoe veelheden sinaasappelen in het wa ter gegooid, en dan werd gekeken höe Alyeska die vruchten - die dus olie moesten voorstellen - opruim de. Dat liep meestal wel aardig, maar er bleef ook reden voor zorg. Alyes ka leek, naarmate de jaren vorder den, minder geld en mankracht aan rampenvoorkoming te besteden. Begin dit jaar, toen de tanker Cove Leader in de haven van Valdez 8000 liter ruwe olie verloor, bleken ram penplannen niét in staat te zijn om te voorkomen dat de olie diep in de baai terechtkwam. FLEVOLAND - Het gaat slecht met de akkerbouw. Minister Braks voert een Eu ropees prijsbeleid en daar door dalen de prijzen van graan en suiker aanzienlijk. Voor de akkerbouwers is de maat vol. Ze hebben al een keer de trekkers uit de schuur gehaald om naar Den Haag te gaan. Een boer in Flevoland opent zijn boe ken. "Ik ben bezig mijn eigen bedrijf op te eten. Investeren kan eigenlijk niet meer. En hoe lang gaat dat du ren? Wie geeft me zekerheid dat het over een paar jaar beter gaat? Dat hebben we Braks nog niet eens ge vraagd. De minister moet nu alleen pas op de plaats maken en ons ak kerbouwers enige tijd geven. Dat is alles wat we vragen voor de nabije toekomst". door Hans Melkert Rudi Maerman (39) heeft zorgen, zoals al zijn collega's in de akker bouw. "Ik hoor dat sommige var- kensboeren in Brabant, die het niet meer zien zitten, zelfmoord plegen. Er stappen ook al boeren uit de ak kerbouw om een baan te zoeken. Van zelfmoordgevallen heb ik nog niet gehoord, maar ik weet wel, dat het een aantal collega's financieel tot zo zit". Zijn hand zweeft tot bo ven zijn hoofd. "In de Flevopolder zitten we nog goed in vergelijking met collega's in andere delen van het land, zoals in de kop van Groningen. Wij pachten hier in het nieuwe land van de rijks dienst voor de domeinen en dat scheelt een stuk met kopen. Er zijn hier misschien wat minder bedrij ven met gouden daken dan elders". "Bij een groot aantal boerenbe drijven heeft de bank het voor het zeggen. De inkomsten uit suiker bieten en granen hebben al lang te voren een bestemming. Wat blijft er dan over van het vrije ondernemer schap?". Investeringen Een gesprek met de boeken op tafel. Het is moeilijk een akkerbouwer te vinden die dat wil. Kritiek leveren op de regering, daar zijn ze allemaal voor te vinden. Voor een demon stratie halen ze de trekker uit de schuur. Maar met financiële onder bouwing uitleggen dat het echt niet meer kan, dat is een andere zaak. Rudi Maerman zegt 'ja' tegen het verzoek, maar wil aan de andere kant ook niet zijn hele boekhouding in de krant. Hij bladert in het accountantsrap port over 1987-1988 en laat uitgaven en inkomsten de revue passeren. Uitgaven voor de teelt van gewas sen 51.000 gulden, de pacht van on roerend goed 31.000 gulden, overige kosten onder meer die van finan ciering 15.000 gulden, bijna een ton bij elkaar dus. De inkomsten aan gewassen komt op 146.000 gul den en met wat kleine bedragen er bij komt het totaal net boven de an derhalve ton. Van het verschil moet nog van alles worden gedaan. Daar van moet bijvoorbeeld het gezin le ven. Maerman heeft een vrouw en drie schoolgaande kinderen. Maar van dat geld moet ook wor den geïnvesteerd in nieuwe machi nes. "In 1982, toen ik het bedrijf van mijn vader had overgenomen, moest er een nieuwe trekker ko men. Die kostte 35 mille. Dat kon ik toen uitgeven. Nu heb ik een nieu we zaaimachine nodig. Die kost 'maar' 10.000 gulden, maar daar krijg ik slapeloze nachten van. Je hebt het geld eigenlijk ook voor an dere dingen nodig". Geen nieuwe machine? "Ja, ik kan in deze magere jaren de loon werker laten komen. Dat kost ook geld, maar niet^o'n bedrag ineens. Maar ik hoop op betere jaren. Als dan je apparatuur is verouderd, ben je nergens. Dan ben je blij met goe de apparatuur, zoals ik nu nog altijd blij ben met die trekker uit 1982". Geen vakantie Maerman weet niet of de grote ak kerbouwers het slechter hebben dan de kleine. Zelf schaart hij zich met zijn bedrijf van 22 hectare on der de kleine. "De grote zitten finan cieel wellicht wat steviger in het za del. Bij ons drukt het direct op het Boer in Flevoland legt de boeken op tafel "■v';.'. ..V Bedrijvigheid op een akkerbouwbedrijf. gezin. Mijn vrouw werkt mee, de kinderen ook. Je bent afhankelijk van de hulp van vrienden. Dat is noodzaak". Het gezin is al een paar jaar niet op vakantie geweest. "Ikzelf vind dat niet zo erg, maar mijn vrouw en kinderen denken daar anders over. Maar het kan gewoon niet, zeker niet nu we droogbloemen telen, een produkt, dat net in de vakantietij d moet worden geplukt". Hij heeft droogbloemen in zijn bouwplan opgenomen om de in komsten te vergroten. "Ik kan niet meer dan een halve hectare zetten, maar het produkt is bij wijze van spreken op het moment van zaaien al verkocht. Het hoeft alleen maar op te komen. Het meerendeel gaat naar Amerika. Ik ben er blij mee, want het is moeilijk bijzondere ge- i te vinden, die je op een ren dabele kwyt kunt". Bijprodukten Hij kijkt naar collega's, die in de groenteteelt zijn gegaan. "Met kool en spruiten beconcurreer je de tuin bouw. Dat is natuurlijk niet goed. Want zelf verwijten wij het de melk veehouders dat ze op ons terrein werken. Maar groenten draaien ze op de veiling door als er te veel komt en dan heb je weer niks. Vlas komt er nu in deze polder in. Dat heb je jaren niet gezien, maar nu En met de aardappels en de uien hebben we onszelf een beetje de das omgedaan door jarenlang bp kwan titeit te telen en niet op kwaliteit. Door de beste kwaliteit uit te voe ren, hebben we nog een stuk van de exportmarkt van aardappels gehou den, maar met de uien is dat huilen. En de binnenlandse consument moppert soms terecht op de kwali teit van de aardappels. Door de gro te hoeveelheid is de kwaliteit er wei eens bij ingeschoten en juist dat produkt komt op de binnenlandse markt. Verbetering van de kwaliteit is pure noodzaak om de markt te houden of terug te winnen". De aardappel is voor Maermans bedrijf heel belangrijk, zoals voor zoveel akkerbouwers. "In die bran che werken we nog met vaste con tracten, zodat je zekerheid hebt. Van de aardappels betaal je je vaste lasten. Maar er worden ook al con tracten zonder bodemprijs vastge steld. Weg zekerheid". Lachertje Durft in deze tijd één akkerbouwer zijn bedrijf uit te breiden. "Ik durf wel, maar kan het niet. Kier verder op houdt er iemand mee op. Hij kan er niet langer tegenop en stopt, nu de schuldenlast nog is te Hij zoekt een baan en zijn staat in eé winkel. Ik ben best ge- ïnteressedd in die vrijkomende grond. Di zou ik kunnen pachten. Maar hebs rijksbeleid dat ik dan eerst de gbouwen moet kopen. En dus tweénhalve ton investeren. Dat belei zit ons ook dvars als we iets andrs willen. Als ik hier bij- voobeelc een kippensshuur zou willen buwen, moet ikserst de be- drijfsgebuwen kopen. Dat noemt de regeing privatiserei. We kun nen gee kant meer uit'. Het rilieu kost ook geld. Zoals veel cobga's is hij het net de maat regeleneens. "Spuite» tegen on kruid, toeger een vasfe gewoonte, doen w alleen nog alshet nodig is. Spuitei tegen ziekten moet om je produk goed te houd<n. Er zullen best ardere middelen lomen, maar ook darvoor moet deregering ons en de vetenschap enig tijd geven". Rud Maerman zou e ondanks al les nie mee willen stopen. „Vroe ger h© ik als loonweker gewerkt. Ik heinner me nog d rust van de baan net vaste urenen vaste in- komsen. Maar ik berboer gewor den ut hobby. Ik wil iet anders. Ik heb e nog altijd heel eel plezier in. Ik heb er alles voor ver en reken nooil uit wat ik peiuur verdien. Maai bedrijfseconorrsch gezien is akkerbouwer zijn eei lachertje". proberen de akkerbouwers het Veel andere bijprodukten zijn er niet, omdat de prijzen van de mees te (peulvruchten bijvoorbeeld) ge koppeld zijn aan die van graan. En daar zit de kneep. De graanprijzen zijn de laatste jaren naar beneden gegaan, sinds 1984 met twintig pro cent. "Mijn vader kreeg in 1968, toen hij hier begon, meer voor het graan en de kosten waren dik twin tig jaar geleden natuurlijk bedui dend minder". Een akkerbouwer met op het bouwplan alleen graan, aardappels en suikerbieten redt het volgens Maerman niet meer. "Behalve met het graan gaat het met de bieten ook al jaren moeilijk. Tempo-Team zit non-stop bovenop het aanbod van werk. Daarom kunt u meest meteen aan de slag. En als dat niet lukt, gaan wij onmiddellijk in de slag om een bf voor u te vinden! P.S. Zoekt u trouwens werk? Elders in deze krant vindt u onze personeelsacèrtentie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 2