OEKEN Terreurbestrijding: een staat in de staat De gewone opvoeding als geestelijke verminking Kindermoord uit barre noodzaak Een handjevol citaten INFORMATIEF VRIJDAG 31 MAART 1989 De democratische controle op de bestrijding van terrorisme stelt in ons land weinig voor. De Tweede Kamer wordt om veiligheidsrede nen bijna nooit geïnformeerd en neemt zelf nauwelijks initiatieven om geïnformeerd te worden. De op richting van landelijke terreurbe- strijdingteams, bijzondere bij standseenheden en arrestatieteams is gebeurd zonder medeweten van het parlement. Datzelfde geldt voor de uitbreiding van de Centrale Re cherche Informatiedienst (CRI) en voor de steeds nauwere samenwer king tussen politie, Binnenlandse Veiligheidsdienst en andere inlich tingendiensten. Aldus de Amsterdamse politico loog Peter Klerks in zijn boek 'Ter reurbestrijding in Nederland, 1970- 1988'. Hij heeft onderzocht hoe de overheid heeft gereageerd op terro ristische aanslagen die in de afgelo pen twintig jaar in ons land hebben plaatsgevonden. Klerks begint zijn boek in 1970, toen Nederland voor het eerst werd geconfronteerd met een terroristi sche daad van Zuidmolukse jonge ren. Die schoten een politieman dood en gijzelden een groep men sen in de woning van de Indonesi sche ambassadeur in Wassenaar. In derhaast werd allerlei politieperso neel van de straat gehaald voor on dersteuning, maar er was onvol doende verbindingsapparatuur om contact te houden met de onder steunende eenheden. De telefoon centrale op het hoofdbureau was meteen overbelast. De Molukse be zetters waren met karabijnen, hand granaten en machinepistolen beter uitgerust dan de politie, die zelf nauwelijks gewend was met kara bijnen om te gaan. De overheid handelde gevoelsma tig. Van een beleid, gericht op een goede afloop van de gijzeling, was geen sprake. Niemand wist of on- Gehuld in dekens verlaten kinderen na een gijzeling door Molukkers hun school in Bovensmilde. Een bestorming maakte een einde aan deze terreur actie, die gelijktijdig met de beruchte treinkaping in Bellen plaatsvond. (foto ANP) derhandelen mogelijk was of dat ge- toen alleen nog maar neer op het be weid moest worden gebruikt. Er eindigen van gijzelingen, zoals de geen organisatie en bovendien treinkapingen bij Beilen het onduidelijk bij Punt, de bezettingen van het Indo- antwoordelijkheden en bevoegdhe- nesisch consulaat, de school in Bo den lagen. Premier De Jong voerde vensmilde en het provinciehuis in op goed geluk de onderhandelingen Assen, en de gijzeling in de Franse en nam beslissingen. Dat de gijze- ambassade en Scheveningse gevan- ling wonderwel goed afliep (de be- genis. zetters gaven zich na enkele uren over, nadat een gesprek met het ka- Maar toen aan het einde van de ja- binet was toegezegd), was vooral te ren zeventig gijzelingen tot het ver danken aan de onervarenheid van leden behoorden, moest de aanpak de tegenpartij. drastisch worden gewijzigd. De Sindsdien is er veel veranderd. Er aard van de terreur veranderde. Er ontstonden overlegstructuren, werden moordaanslagen op diplo- richtlijnen en speciale geweldseen- maten gepleegd,er ontstonden heden werden geformeerd. Crisis- schietpartijen tussen RAF-leden en teams, scherpschutters en onder- politie, ontvoeringen, bomaansla- handelingsspecialisten werden op- gen en brandstichtingen. Voor on geleid. Terreurbestrijding kwam derhandelingsspecialisten en scherpschutters was geen rol meer weggelegd. Terreurbestrijding komt dan vooral neer op inlichtingenwerk en beveiliging. Politie, BVD en inlich tingendiensten gaan meer en meer samenwerken. De Bijzondere Za ken Centrale van de CRI wordt sterk uitgebreid; er worden arresta tieteams, plaatselijke inlichtingen diensten (PID's), criminele inlich tingendiensten (CID's), observatie teams en andere bijzondere eenhe den opgericht. De meeste besluiten worden buiten het parlement om genomen. Het belang van de staats veiligheid vereist dat. Klerks maakt zich grote zorgen over die geringe parlementaire con trole. Het beleid lijkt steeds meer te worden bepaald door de uitvoer ders, de politie en de inlichtingen diensten. De controlerende functie van de kamercommissie voor de in lichtingen- en veiligheidsdiensten is volgens Klerks niet effectief. De leden van die commissie - de fractie voorzitters van de vier grote partij en - zijn de drukst bezette parlemen tariërs, die nauwelijks tijd en aan dacht aan dit werk kunnen beste den en daardoor niet genoeg des kundig zijn. Bovendien hebben zij een zwijgplicht. De commissie komt volgens de auteur maar drie tot vier keer per jaar bijeen. Hij meent dat tachtig procent van de activiteiten van de inlichtingendiensten niet ter ore van de commissie komt, omdat de minister niet verplicht is om regel matig overzichten te geven en zich voortdurend kan beroepen op een zwijgplicht op grond van de staats veiligheid. Bovendien vindt Klerks het verkeerd dat kleine partijen, waarvan een kritische houding te verwachten is, geen zitting in de commissie hebben. Echte controle is alleen mogelijk, als een inlichtingendienst betrok ken raakt bij een rechtzaak, bijvoor beeld als de daders van een terreur actie worden gepakt. En dan blijkt soms, zoals in het geval van Rara, dat die diensten zich niet aan de wet hebben gehouden. De enige Rara- verdachte tegen wie voldoende be wijs was verzameld, moest uitein delijk worden vrijgelaten omdat de politie dat bewijs onrechtmatig ver kregen had. Overigens is ook bij een rechtzaak niet altijd sprake van ech te controle, omdat de inlichtingen diensten - zoals de Hoge Raad heeft vastgesteld - ook hier een beroep op hun zwijgplicht kunnen doen. Niettemin concludeert Klerks dat het overdreven is om te stellen dat Nederland op weg is naar een poli tiestaat, ook al meent hij dat het po- litie-apparaat is verhard. „Met name de onafhankelijke rechtspraak is daarvoor een essentiële waarborg". Wel vindt hij dat er elementen zijn, die bedreigend zijn voor de recht staat, zoals de uitbreiding van de politiebevoegdheden, nieuwe wet geving zoals de legitimatieplicht en de internationale politiesamenwer king. Klerks pleit voor initiatieven, zoals die in Duitsland genomen'zijn. Daar bestaat al enige tijd de organi satie 'Bürger beobachten die Poli zei', bestaande uit burgers, juristen en journalisten die veranderingen bij de politie kritisch proberen te volgen. Ook is men aanwezig bij grootschalig politie-optreden om machtsmisbruik en nodeloos ge weld te voorkomen. Een belangrijk verschil met de klachtenbureaus in ons land is, dat men niet wacht op klachten van burgers maar zelf de situaties opzoekt die aanleiding tot klachten kunnen geven. JOS HEYMANS (Peter Klerks 'Terreurbestrijding in Nederland, 1970-1988'. Uitgeverij Ra vijn, Amsterdam). Op 25 juni 1822 werd een 31-jarige Brabantse, Maria Dijkers, beschul digd van kindermoord. Ze zou twee van haar pasgeboren kinderen heb ben gedood. De zaak werd hoog op genomen, want de zogenaamde Procureur-Crimineel eiste toepas sing van artikel 302 uit het toenmali ge Wetboek van Strafrecht: execu tie door middel van wurging. Na een proces van een half jaar achtte men tweevoudige kindermoord be wezen en toepassing van het wets artikel op haar plaats. Op 16 januari 1823 werd het vonnis ten uitvoer ge bracht. Midden op de markt in Den Bosch werd Maria Dijkers, in het bijzijn van ruim duizend mensen, i de executie van een vrouw door wurging. Het overkwam n 1823, nadat ze uit wanhoop haar kinderen had gedood. op het schavot aan de paal gewurgd. Kindermoord kwam in de eerste helft van de 19de eeuw in Noord- Brabant vaker voor. En hoewel het zeker geen verschijnsel is dat zich tot die tijd of tot deze regio beperk te, is het opmerkelijk dat het zich juist toen en daar vaker voor deed. Verschillende factoren speelden daarbij een rol. Zeer slechte econo mische omstandigheden en toene mende armoede hadden gevolgen voor de huwelijksleeftijd: men trouwde op latere leeftijd, omdat er eerst bestaanszekerheid gevonden moest worden. Dat betekende ech ter niet dat er minder gevreën werd, zeker niet in Noord-Brabant waar als gevolg van de Belgische revolu tie het garnizoen soldaten aanzien lijk werd uitgebreid. Wet Het aantal buitenechtelijke geboor ten nam daardoor sterk toe. Vrou wen die dat overkwam, zeker dege nen uit de lagere sociale klassen, za gen zich geplaatst voor een bijna uitzichtloze situatie. Na 1811 had den ze bovendien geen wettelijke mogelijkheden meer de vader te dwingen tot enige vorm van bij stand. In dat jaar werden namelijk de vijf Franse wetboeken in Neder land ingevoerd. Daarmee werd on der meer de zogenaamde trouwbe lofte afgeschaft. Was een vrouw in verwachting van een man die be loofd had haar te trouwen, maar die deze belofte niet nakwam, dan was het voor 1811 in de meeste streken gebruikelijk dat zij hem via de rech ter kon dwingen tot een huwelijk of in elk geval een schadevergoeding. Na 1811 stond de ongehuwde zwangere vrouw er alleen voor: Ze had de 'keus' tussen nog meer ar moede of het doden van het kind met het risico van de doodstraf. Zoals blijkt uit het geval van Maria Dijkers. Ze was niet de enige die daartoe uit wanhoop besloot, zo laat Maria Grever zien in het openings artikel 'Niet in haar kraam te pas' in de bundel 'Bij ons moeder en ons Jet', een serie artikelen over het le ven van Brabantse vrouwen in de 19de en 20ste eeuw. Grevers verhaal laat meteen zien waarom het zo noodzakelijk is aan dacht te besteden aan de positie van vrouwen in het verleden: het werpt licht op tot dusver vrijwel onbe kend gebleven zaken en het laat zien dat de effecten van bepaalde historische gebeurtenissen en pro cessen zeer verschillend kunnen zijn voor mannen en vrouwen. Zo wordt de invoering van de Franse wetgeving hier algemeen als een po sitieve gebeurtenis beschouwd, om dat daardoor eenheid in bestuur en rechtspraak kwam. Voor vrouwen betekende het echter óók het ver lies van een aantal rechten. Gelukkig wordt inmiddels v/el in brede kring ingezien dat het beeld van het verleden op zijn minst sterk eenzijdig is, als daarin geen aan dacht wordt besteed aan vrouwen. Vrouwengeschiedenis heeft zo langzamerhand een vaste plaats verworven, wat onder meer blijkt uit het feit dat het onderwerp deel uitmaakt van het schriftelijk eind- Bono Vox: zwijgend middelpunt van U2. Geschiedenis en Staatsin richting voor alle middelbare scho len in 1990 en 1991. De bundel 'Bij ons moeder en ons Jet' is voor middelbare scholieren - maar niet alleen voor hen - een pri ma kennismaking met de geschie denis van vrouwen. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt, zonder al te zeer in het anecdotische te vervallen, een indruk gegeven van het leven van Brabantse boerin nen, nonnen, kostschoolmeisjes, vroedvrouwen en journalistes. NICOLE LUCAS (Maria Grever en Annetniek van der Veen (red), Bij ons moeder en ons Jet. Brabantse vrouwen in de 19de en 20ste eeuw. Uitgeverij De Walburg Pers.) Paul Hewson, beter bekend als zan ger Bono Vox van de Ierse pop groep U2, gelooft in de kracht van popmuziek als onderdeel van een positieve protestbeweging. Hij weet niet veel van politiek, zegt hij, maar zingt wel over de oorlog in Noord- Ierland, de situatie in El Salvador en Ronald Reagan. Dave Thompson portretteert de op 10 mei 1960 gebo ren Ierse zanger in een bundeling van korte uitspraken en gedeelten van interviews uit de periode juni 1980-december 1987. De citaten zijn onderverdeeld in vijf hoofdstuk ken: de groep, de elpees, de concer ten, de eerste stappen en het credo. U2 is de meest succesvolle groep die Ierland ooit heeft voortbracht. Bono, The Edge (gitaar), Adam Clayton (bas) en Larry Mullen (drums) zijn sinds het begin van de jaren tachtig bijna voortdurend het middelpunt van de belangstelling geweest. Hun pompeuze, energieke en emotionele rockmuziek ken merkt zich door een aan fanatisme grenzende gedrevenheid. Van het viertal is de 28-jarige Bono degene die het meest naar voren treedt. Een bezield zanger, die zichzelf ziet als het hart van de groep. 'Bono - autobiografisch' is geen levensbeschrijving. Hoewel heel openhartig over sommige onder werpen, praat Bono liever niet over zijn jeugd in Ierland, zijn geloof en zijn politieke standpunten. Jam mer, want de sociale bewogenheid die de groep zo vaak ten toon spreidt, rechtvaardigt meer achter grondinformatie. Hetzelfde geldt voor het geloof. Drie van de vier U2-leden (Adam uitgezonderd) staan te boek als overtuigde christenen. Een zo op het eerste gezicht niet erg gebruike lijke combinatie met rock 'n roll, maar voor Bono geen probleem. Al is ook dit een onderwerp dat hij om zeilt: „Mijn eigen leven wordt ge sterkt door iets wat ik voel en ik heb niet het gevoel dat het zin heeft om over iets te praten dat toch al in je le ven zou moeten zijn. Daar hoef je niet over te preken". De ontbrekende achtergrondin formatie (slechts een blaadje alge mene inleidende tekst) maakt dat 'Bono - autobiografisch' niets meer is dan slechts een handvol citaten. ERNA STRAATSMA Non-fiction 'Vijftig verhalen' van J.M.A. Bies heuvel. Uitgeverij Meulenhoff f49,50. 'Oost west, Holland best'. Verza meling columns van Astrid Roemer die zij vorig jaar uitsprak voor Ra dio West. Uitgeverij Conserve, f27,50. 'Het spoor van de jakhals'. Novel le van Astrid Roemer waarin een persoon 'met een opvallend etnisch uiterlijk' het middelpunt van een aantal, steeds grotere, conflicten wordt. Uitgeverij Conserve f10,00, na 31 maart f22,50. 'De drie vrouwen in het heilige Woud' van Augusta de Wit. Verha len over het Indonesië van rond de eeuwwisseling, met inleiding en korte levensbeschrijving van de schrijfster door Tessel Pollman. Uitgeverij Conserve f 19,90. 'Verdwenen' van Mary McGarry Morris. Debuutroman van de Ame- Nieuwe Uitgaven rikaanse schrijfster ^vaarin de drie hoofdpersonen door het toeval sa mengedreven 'verdwijnen' en zich een aantal jaren in leven houden met de verkoop van gestolen goede ren, trekkend van vlooienmarkt naar vlooienmarkt. Uitgeverij Bert Bakker f34,90. 'Tafelronde. Gruwelen rond de dis' door.Finn Carling. Gastheer Ro bert Turner daagt zijn gast uit deel te nemen aan een culinaire Odyssee door de Griekse keuken. Uitgeverij Het Spectrum f 19,90. 'De erfenis' door Hanne Marie Svendsen. Vijf personen ontvangen een anonieme uitnodiging om er gens in een vuurtoren een erfenis in ontvangst te nemen. Uitgeverij Het Spectrum f 19,90. 'Utz', 'De onderkoning van Oui- dah' en 'De zwarte heuvel'. Her drukken van drie boeken van Bruce Chatwin. Uitgeverij Bert Bakker resp. f 17,90, f 19,90 en f24,90. Thrillers 'De zeven Russen' door Topoi To poi. 'Hoe het werkelijk toegaat in de Sovjetunie'. Uitgeverij De Boekerij f29,50. 'De doorzeefde piano' van Tho mas McGuane. Een uiterst Ameri kaanse roman over een jongen die zijn wilde haren nog moet kwijtra ken. Uitgeverij Meulenhoff f34,90. Diversen 'Michelin gids Frankrijk 1989'. Met een herdruk van de Michelin-gids van 1900. Poëzie 'Reis naar Raron' van Maria de Groot. Gedichten in het voetspoor van Rilke. Uitgeverij De Prom f19,50. Het probleem met de ideeën van de Duitse psychologe Alice Miller is misschien wel dat ze zo verdraaid logisch klinken. Zowel in 'Zelfken nis in ballingschap' als in 'De geme den sleutel', haar twee meest recen te boeken, brengt ze haar theorie zo helder en aansprekend voor het voetlicht dat je er als lezer bijna on gemerkt in mee gaat. Het centrale thema in alle boeken van Miller is dat de moeilijkheden waarmee we als volwassenen kam pen, voortkomen uit de trauma's die we uit onze kindertijd hebben overgehouden. Die trauma's zijn ontstaan door de eindeloze reeksen ge- en verboden waarmee we on der het mom van liefde en genegen heid zijn volgestopt, en door de nor men en waarden waarin de sponta niteit en onbevangenheid van onze kinderziel is gesmoord. Natuurlijk maakten liefde en genegenheid, de essentiële voorwaarden voor het opgroeien tot een volwaardig mens, bij de meesten van ons ook wel deel uit van het opvoedingspakket, maar in veel te kleine mate. En zoals dat gaat met onverwerkte trauma's: die blijven in steeds wisselende vor men opduiken in ons leven. Waarom doen we er dan niets mee? Eigenlijk is dat heel eenvou dig, zegt Miller: als we één ding heb ben meegekregen, dan is het wel het gebod 'eert uw vader en uw moe der'. We kunnen onze woede en frustratie over onze opvoeding dus niét afreageren op de schuldigen, op de mensen die ons hebben opge voed. Bovendien druist het een beetje in tegen ons rechtvaardig heidsgevoel: onze ouders hebben ons ook alleen maar opgevoed op de manier waarop zij door hiin ouders zijn opgevoed, en waarvan ze dach ten dat het zo hoorde. Het zou niet eerlijk zijn om ze iets te verwijten waaraan ze eigenlijk geen schuld hebben. Maar dat maakt de frustraties eer der groter dan minder. Wat gebeurt er dan? Kijk maar om je heen, zegt Miller, de cultuur staat bol van po gingen om die onlustgevoelens kwijt te raken. Soms op een 'nette' manier - zoals carrièrejacht -, soms op een maatschappelijk onaccepta bele manier - zoals vandalisme. Onmensen als Hitler en Stalin gin gen nog een paar stappen verder met het projecteren van hun liefde loze opvoeding. Gezin Maar we botvieren onze frustraties vooral, aldus Miller, in de veilige be slotenheid van het gezin: door onze kinderen op dezelfde bestraffende manier op te voeden als waarop we zelf zijn opgevoed. Waarbij je 'op voeden' hier moet vervangen door 'verpesten'. Dat is vooral een onbe wust proces. Bovendien is er nie mand die ons op de vingers tikt: al leen als het écht de spuigaten uit loopt (incest, lichamelijke mishan deling, ernstige verwaarlozing) grijpt de Kinderbescherming in. En zover komt het meestal niet. Na ons reageren onze kinderen hun trauma's weer af op hun kinderen, net zoals onze grootouders dat ooit deden op onze ouders. Zo is de cir kel rond. De weg naar de betere wereld is daarmee echter nog niet afgesloten: als de ouders zich tijdig bewust worden van hun jeugdtrauma's en die terugspelen naar de plaats waar ze thuis horen (de ouders), kan de cirkel worden doorbroken. Bevrijd van hun trauma's kunnen ze dan hun kinderen opvoeden in een sfeer van liefde, geborgenheid en vrij heid in plaats van benepenheid en frustratie. Pervers Deze samenvatting geeft al aan dat Alice Miller bepaald geen blad voor de mond neemt. Zo schrijft ze in 'Zelfkennis in ballingschap': "On telbare kinderen bevinden zich in levensgevaar bij hun ouders Ze kunnen alleen geholpen worden Guernica, het beroemdste schilderij dat Pablo Picasso ooit heeft gemaakt. Is het alleen een protest tegen het 1 stad, of ook de uitbeelding van de aardbeving in Malaga die Picasso als peuter meemaakte met een nieuwe wetgeving, die het tot nu toe als volkomen normaal er varen gedrag van ouders ondubbel- zinning als misdrijf definieert. Wie het slechte, doortrapte, gemene, perverse en leugenachtige niet on dubbelzinnig veroordelen mag. zal geen oriëntatiepunt vinden en blijft uitgeleverd aan de dwang om blin delings te herhalen wat men zelf heeft ervaren". Het klinkt allemaal nogal ex treem, en dat is ook de kern van de vele kritiek die ze op haar vorige boeken (onder meer 'Het drama van het begaafde kind') heeft gekregen. Niemand ontkent de invloed van de kindertijd op het leven als volwas sene. Al in de Griekse mythologie worden opvoeding en socialisatie cynisch beschreven in het verhaal van Procrustes. Die dwong zijn gas ten/slachtoffers te gaan liggen in zijn bed (symbool voor de maat schappij). Waren ze te klein, dan leg de hij ze op de pijnbank en rekte ze op. Waren ze te groot, dan hakte hij zonder meer benen, armen of hoofd eraf. Als ze maar in het Procrustes bed pasten. Wat Miller in essentie zegt. is dat iedere ouder (mannen én Het probleem bij Miller is dat het bewijsmateriaal nogal karig is. Dat kan ook moeilijk anders, want de mensen die het zouden moeten le veren (psychotherapeuten, filoso fen, pedagogen, noem maar op) zijn evenals ieder ander het slachtoffer van hun opvoeding en zitten met onverwerkte trauma's die niet naar boven kunnen/mogen komen. Slechts enkelen is het gegeven het kindertrauma te zien en te verwer ken. maar het ziin hier vol pens Mil. i-bombardement op deze Spaanse Ier de uitzonderingen die de regel bevestigen. Zo worden de kritiek en het gebrek aan bijval een bevesti ging van haar gelijk. Zonder de inte griteit van Miller in twijfel te willen trekken: dat is wel erg onweten schappelijk. Wellicht in een poging om haar kritici wat tegemoet te komen, ont leedt Miller in 'De gemeden sleutel' de jeugd van onder meer de filosoof Friedrich Nietzsche, de schilder Pa- blo Picasso, de socialiste/schilderes Kathe Kolwitz en de komiek Buster Keaton. Van het werk van Nietz sche, zo zal iedere lezer grif toege ven, spatten de (jeugd)frustraties af. Millers analyse van Nietzsche's bril jante, maar met een intense woede geschreven kritiek op de christelij ke cultuur biedt in elk geval een nieuwe, waardevolle invalshoek op zijn werk. Guernica Datzelfde geldt voor de overige drie beschouwingen. Of Picasso's Guer nica niet alleen een uiting is van zijn afschuw over het nazi-bombarde ment op deze Spaanse stad, maar óók van het trauma dat hij heeft overgehouden aan een aardbeving in Malaga die hij als 3-jarige heeft meegemaakt, is een vraag die door diens overlijden nooit beantwoord zal worden. Helemaal onwaar schijnlijk is het in elk geval niet. Het werk van Kolwitz en de humor van Keaton krijgen bij Miller ook een nieuw, bijna huiveringwekkend as pect. Maar, en daar komt het manco van het boek om de hoek kijken, het levert Miller geen munitie tegen haar kritici op. Bij alle acht mensen - Hitler, Stalin, Dostojevski en aartsvader Abraham komen en pas sant ook nog even aan bod - gaat het namelijk niet om doorsnee men sen met een doorsnee jeugd en/of een doorsnee intellect. Ze bewijst er mee dat jeugdtrauma's op verschil lende manieren kunnen doorwer ken in de volwassenheid. Maar dat hebben haar kritici ook nooit ont kend. De essentie van haar stelling is nu juist dat ook een 'gewone' op voeding enorme trauma's teweeg brengt die zich op latere leeftijd op een destructieve manier uiten. En dat bewijst ze in 'De gemeden sleu tel' niet. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat Miller geen gelijk heeft. Vooralsnog blijft haar theorie ech ter een onbewezen stelling. SJAAK SMAKMAN f24,90. Dc gemeden sleutel, uitgeverij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 9