OEKEN
Terreurbestrijding: een staat in de staat
De gewone opvoeding als geestelijke verminking
Kindermoord uit barre noodzaak
Een handjevol citaten
INFORMATIEF
VRIJDAG 31 MAART 1989
De democratische controle op de
bestrijding van terrorisme stelt in
ons land weinig voor. De Tweede
Kamer wordt om veiligheidsrede
nen bijna nooit geïnformeerd en
neemt zelf nauwelijks initiatieven
om geïnformeerd te worden. De op
richting van landelijke terreurbe-
strijdingteams, bijzondere bij
standseenheden en arrestatieteams
is gebeurd zonder medeweten van
het parlement. Datzelfde geldt voor
de uitbreiding van de Centrale Re
cherche Informatiedienst (CRI) en
voor de steeds nauwere samenwer
king tussen politie, Binnenlandse
Veiligheidsdienst en andere inlich
tingendiensten.
Aldus de Amsterdamse politico
loog Peter Klerks in zijn boek 'Ter
reurbestrijding in Nederland, 1970-
1988'. Hij heeft onderzocht hoe de
overheid heeft gereageerd op terro
ristische aanslagen die in de afgelo
pen twintig jaar in ons land hebben
plaatsgevonden.
Klerks begint zijn boek in 1970,
toen Nederland voor het eerst werd
geconfronteerd met een terroristi
sche daad van Zuidmolukse jonge
ren. Die schoten een politieman
dood en gijzelden een groep men
sen in de woning van de Indonesi
sche ambassadeur in Wassenaar. In
derhaast werd allerlei politieperso
neel van de straat gehaald voor on
dersteuning, maar er was onvol
doende verbindingsapparatuur om
contact te houden met de onder
steunende eenheden. De telefoon
centrale op het hoofdbureau was
meteen overbelast. De Molukse be
zetters waren met karabijnen, hand
granaten en machinepistolen beter
uitgerust dan de politie, die zelf
nauwelijks gewend was met kara
bijnen om te gaan.
De overheid handelde gevoelsma
tig. Van een beleid, gericht op een
goede afloop van de gijzeling, was
geen sprake. Niemand wist of on-
Gehuld in dekens verlaten kinderen na een gijzeling door Molukkers hun
school in Bovensmilde. Een bestorming maakte een einde aan deze terreur
actie, die gelijktijdig met de beruchte treinkaping in Bellen plaatsvond.
(foto ANP)
derhandelen mogelijk was of dat ge- toen alleen nog maar neer op het be
weid moest worden gebruikt. Er eindigen van gijzelingen, zoals de
geen organisatie en bovendien treinkapingen bij Beilen
het onduidelijk bij
Punt, de bezettingen van het Indo-
antwoordelijkheden en bevoegdhe- nesisch consulaat, de school in Bo
den lagen. Premier De Jong voerde vensmilde en het provinciehuis in
op goed geluk de onderhandelingen Assen, en de gijzeling in de Franse
en nam beslissingen. Dat de gijze- ambassade en Scheveningse gevan-
ling wonderwel goed afliep (de be- genis.
zetters gaven zich na enkele uren
over, nadat een gesprek met het ka- Maar toen aan het einde van de ja-
binet was toegezegd), was vooral te ren zeventig gijzelingen tot het ver
danken aan de onervarenheid van leden behoorden, moest de aanpak
de tegenpartij. drastisch worden gewijzigd. De
Sindsdien is er veel veranderd. Er aard van de terreur veranderde. Er
ontstonden overlegstructuren, werden moordaanslagen op diplo-
richtlijnen en speciale geweldseen- maten gepleegd,er ontstonden
heden werden geformeerd. Crisis- schietpartijen tussen RAF-leden en
teams, scherpschutters en onder- politie, ontvoeringen, bomaansla-
handelingsspecialisten werden op- gen en brandstichtingen. Voor on
geleid. Terreurbestrijding kwam derhandelingsspecialisten en
scherpschutters was geen rol meer
weggelegd.
Terreurbestrijding komt dan
vooral neer op inlichtingenwerk en
beveiliging. Politie, BVD en inlich
tingendiensten gaan meer en meer
samenwerken. De Bijzondere Za
ken Centrale van de CRI wordt
sterk uitgebreid; er worden arresta
tieteams, plaatselijke inlichtingen
diensten (PID's), criminele inlich
tingendiensten (CID's), observatie
teams en andere bijzondere eenhe
den opgericht. De meeste besluiten
worden buiten het parlement om
genomen. Het belang van de staats
veiligheid vereist dat.
Klerks maakt zich grote zorgen
over die geringe parlementaire con
trole. Het beleid lijkt steeds meer te
worden bepaald door de uitvoer
ders, de politie en de inlichtingen
diensten. De controlerende functie
van de kamercommissie voor de in
lichtingen- en veiligheidsdiensten
is volgens Klerks niet effectief. De
leden van die commissie - de fractie
voorzitters van de vier grote partij
en - zijn de drukst bezette parlemen
tariërs, die nauwelijks tijd en aan
dacht aan dit werk kunnen beste
den en daardoor niet genoeg des
kundig zijn. Bovendien hebben zij
een zwijgplicht.
De commissie komt volgens de
auteur maar drie tot vier keer per
jaar bijeen. Hij meent dat tachtig
procent van de activiteiten van de
inlichtingendiensten niet ter ore
van de commissie komt, omdat de
minister niet verplicht is om regel
matig overzichten te geven en zich
voortdurend kan beroepen op een
zwijgplicht op grond van de staats
veiligheid. Bovendien vindt Klerks
het verkeerd dat kleine partijen,
waarvan een kritische houding te
verwachten is, geen zitting in de
commissie hebben.
Echte controle is alleen mogelijk,
als een inlichtingendienst betrok
ken raakt bij een rechtzaak, bijvoor
beeld als de daders van een terreur
actie worden gepakt. En dan blijkt
soms, zoals in het geval van Rara,
dat die diensten zich niet aan de wet
hebben gehouden. De enige Rara-
verdachte tegen wie voldoende be
wijs was verzameld, moest uitein
delijk worden vrijgelaten omdat de
politie dat bewijs onrechtmatig ver
kregen had. Overigens is ook bij een
rechtzaak niet altijd sprake van ech
te controle, omdat de inlichtingen
diensten - zoals de Hoge Raad heeft
vastgesteld - ook hier een beroep op
hun zwijgplicht kunnen doen.
Niettemin concludeert Klerks dat
het overdreven is om te stellen dat
Nederland op weg is naar een poli
tiestaat, ook al meent hij dat het po-
litie-apparaat is verhard. „Met name
de onafhankelijke rechtspraak is
daarvoor een essentiële waarborg".
Wel vindt hij dat er elementen zijn,
die bedreigend zijn voor de recht
staat, zoals de uitbreiding van de
politiebevoegdheden, nieuwe wet
geving zoals de legitimatieplicht en
de internationale politiesamenwer
king.
Klerks pleit voor initiatieven,
zoals die in Duitsland genomen'zijn.
Daar bestaat al enige tijd de organi
satie 'Bürger beobachten die Poli
zei', bestaande uit burgers, juristen
en journalisten die veranderingen
bij de politie kritisch proberen te
volgen. Ook is men aanwezig bij
grootschalig politie-optreden om
machtsmisbruik en nodeloos ge
weld te voorkomen. Een belangrijk
verschil met de klachtenbureaus in
ons land is, dat men niet wacht op
klachten van burgers maar zelf de
situaties opzoekt die aanleiding tot
klachten kunnen geven.
JOS HEYMANS
(Peter Klerks 'Terreurbestrijding in
Nederland, 1970-1988'. Uitgeverij Ra
vijn, Amsterdam).
Op 25 juni 1822 werd een 31-jarige
Brabantse, Maria Dijkers, beschul
digd van kindermoord. Ze zou twee
van haar pasgeboren kinderen heb
ben gedood. De zaak werd hoog op
genomen, want de zogenaamde
Procureur-Crimineel eiste toepas
sing van artikel 302 uit het toenmali
ge Wetboek van Strafrecht: execu
tie door middel van wurging. Na
een proces van een half jaar achtte
men tweevoudige kindermoord be
wezen en toepassing van het wets
artikel op haar plaats. Op 16 januari
1823 werd het vonnis ten uitvoer ge
bracht. Midden op de markt in Den
Bosch werd Maria Dijkers, in het
bijzijn van ruim duizend mensen,
i de executie van een vrouw door wurging. Het overkwam
n 1823, nadat ze uit wanhoop haar kinderen had gedood.
op het schavot aan de paal gewurgd.
Kindermoord kwam in de eerste
helft van de 19de eeuw in Noord-
Brabant vaker voor. En hoewel het
zeker geen verschijnsel is dat zich
tot die tijd of tot deze regio beperk
te, is het opmerkelijk dat het zich
juist toen en daar vaker voor deed.
Verschillende factoren speelden
daarbij een rol. Zeer slechte econo
mische omstandigheden en toene
mende armoede hadden gevolgen
voor de huwelijksleeftijd: men
trouwde op latere leeftijd, omdat er
eerst bestaanszekerheid gevonden
moest worden. Dat betekende ech
ter niet dat er minder gevreën werd,
zeker niet in Noord-Brabant waar
als gevolg van de Belgische revolu
tie het garnizoen soldaten aanzien
lijk werd uitgebreid.
Wet
Het aantal buitenechtelijke geboor
ten nam daardoor sterk toe. Vrou
wen die dat overkwam, zeker dege
nen uit de lagere sociale klassen, za
gen zich geplaatst voor een bijna
uitzichtloze situatie. Na 1811 had
den ze bovendien geen wettelijke
mogelijkheden meer de vader te
dwingen tot enige vorm van bij
stand. In dat jaar werden namelijk
de vijf Franse wetboeken in Neder
land ingevoerd. Daarmee werd on
der meer de zogenaamde trouwbe
lofte afgeschaft. Was een vrouw in
verwachting van een man die be
loofd had haar te trouwen, maar die
deze belofte niet nakwam, dan was
het voor 1811 in de meeste streken
gebruikelijk dat zij hem via de rech
ter kon dwingen tot een huwelijk of
in elk geval een schadevergoeding.
Na 1811 stond de ongehuwde
zwangere vrouw er alleen voor: Ze
had de 'keus' tussen nog meer ar
moede of het doden van het kind
met het risico van de doodstraf.
Zoals blijkt uit het geval van Maria
Dijkers. Ze was niet de enige die
daartoe uit wanhoop besloot, zo laat
Maria Grever zien in het openings
artikel 'Niet in haar kraam te pas' in
de bundel 'Bij ons moeder en ons
Jet', een serie artikelen over het le
ven van Brabantse vrouwen in de
19de en 20ste eeuw.
Grevers verhaal laat meteen zien
waarom het zo noodzakelijk is aan
dacht te besteden aan de positie van
vrouwen in het verleden: het werpt
licht op tot dusver vrijwel onbe
kend gebleven zaken en het laat
zien dat de effecten van bepaalde
historische gebeurtenissen en pro
cessen zeer verschillend kunnen
zijn voor mannen en vrouwen. Zo
wordt de invoering van de Franse
wetgeving hier algemeen als een po
sitieve gebeurtenis beschouwd, om
dat daardoor eenheid in bestuur en
rechtspraak kwam. Voor vrouwen
betekende het echter óók het ver
lies van een aantal rechten.
Gelukkig wordt inmiddels v/el in
brede kring ingezien dat het beeld
van het verleden op zijn minst sterk
eenzijdig is, als daarin geen aan
dacht wordt besteed aan vrouwen.
Vrouwengeschiedenis heeft zo
langzamerhand een vaste plaats
verworven, wat onder meer blijkt
uit het feit dat het onderwerp deel
uitmaakt van het schriftelijk eind-
Bono Vox: zwijgend middelpunt van U2.
Geschiedenis en Staatsin
richting voor alle middelbare scho
len in 1990 en 1991.
De bundel 'Bij ons moeder en ons
Jet' is voor middelbare scholieren -
maar niet alleen voor hen - een pri
ma kennismaking met de geschie
denis van vrouwen. Aan de hand
van concrete voorbeelden wordt,
zonder al te zeer in het anecdotische
te vervallen, een indruk gegeven
van het leven van Brabantse boerin
nen, nonnen, kostschoolmeisjes,
vroedvrouwen en journalistes.
NICOLE LUCAS
(Maria Grever en Annetniek van der
Veen (red), Bij ons moeder en ons Jet.
Brabantse vrouwen in de 19de en 20ste
eeuw. Uitgeverij De Walburg Pers.)
Paul Hewson, beter bekend als zan
ger Bono Vox van de Ierse pop
groep U2, gelooft in de kracht van
popmuziek als onderdeel van een
positieve protestbeweging. Hij weet
niet veel van politiek, zegt hij, maar
zingt wel over de oorlog in Noord-
Ierland, de situatie in El Salvador
en Ronald Reagan. Dave Thompson
portretteert de op 10 mei 1960 gebo
ren Ierse zanger in een bundeling
van korte uitspraken en gedeelten
van interviews uit de periode juni
1980-december 1987. De citaten zijn
onderverdeeld in vijf hoofdstuk
ken: de groep, de elpees, de concer
ten, de eerste stappen en het credo.
U2 is de meest succesvolle groep
die Ierland ooit heeft voortbracht.
Bono, The Edge (gitaar), Adam
Clayton (bas) en Larry Mullen
(drums) zijn sinds het begin van de
jaren tachtig bijna voortdurend het
middelpunt van de belangstelling
geweest. Hun pompeuze, energieke
en emotionele rockmuziek ken
merkt zich door een aan fanatisme
grenzende gedrevenheid. Van het
viertal is de 28-jarige Bono degene
die het meest naar voren treedt. Een
bezield zanger, die zichzelf ziet als
het hart van de groep.
'Bono - autobiografisch' is geen
levensbeschrijving. Hoewel heel
openhartig over sommige onder
werpen, praat Bono liever niet over
zijn jeugd in Ierland, zijn geloof en
zijn politieke standpunten. Jam
mer, want de sociale bewogenheid
die de groep zo vaak ten toon
spreidt, rechtvaardigt meer achter
grondinformatie.
Hetzelfde geldt voor het geloof.
Drie van de vier U2-leden (Adam
uitgezonderd) staan te boek als
overtuigde christenen. Een zo op
het eerste gezicht niet erg gebruike
lijke combinatie met rock 'n roll,
maar voor Bono geen probleem. Al
is ook dit een onderwerp dat hij om
zeilt: „Mijn eigen leven wordt ge
sterkt door iets wat ik voel en ik heb
niet het gevoel dat het zin heeft om
over iets te praten dat toch al in je le
ven zou moeten zijn. Daar hoef je
niet over te preken".
De ontbrekende achtergrondin
formatie (slechts een blaadje alge
mene inleidende tekst) maakt dat
'Bono - autobiografisch' niets meer
is dan slechts een handvol citaten.
ERNA STRAATSMA
Non-fiction
'Vijftig verhalen' van J.M.A. Bies
heuvel. Uitgeverij Meulenhoff
f49,50.
'Oost west, Holland best'. Verza
meling columns van Astrid Roemer
die zij vorig jaar uitsprak voor Ra
dio West. Uitgeverij Conserve,
f27,50.
'Het spoor van de jakhals'. Novel
le van Astrid Roemer waarin een
persoon 'met een opvallend etnisch
uiterlijk' het middelpunt van een
aantal, steeds grotere, conflicten
wordt. Uitgeverij Conserve f10,00,
na 31 maart f22,50.
'De drie vrouwen in het heilige
Woud' van Augusta de Wit. Verha
len over het Indonesië van rond de
eeuwwisseling, met inleiding en
korte levensbeschrijving van de
schrijfster door Tessel Pollman.
Uitgeverij Conserve f 19,90.
'Verdwenen' van Mary McGarry
Morris. Debuutroman van de Ame-
Nieuwe Uitgaven
rikaanse schrijfster ^vaarin de drie
hoofdpersonen door het toeval sa
mengedreven 'verdwijnen' en zich
een aantal jaren in leven houden
met de verkoop van gestolen goede
ren, trekkend van vlooienmarkt
naar vlooienmarkt. Uitgeverij Bert
Bakker f34,90.
'Tafelronde. Gruwelen rond de
dis' door.Finn Carling. Gastheer Ro
bert Turner daagt zijn gast uit deel
te nemen aan een culinaire Odyssee
door de Griekse keuken. Uitgeverij
Het Spectrum f 19,90.
'De erfenis' door Hanne Marie
Svendsen. Vijf personen ontvangen
een anonieme uitnodiging om er
gens in een vuurtoren een erfenis in
ontvangst te nemen. Uitgeverij Het
Spectrum f 19,90.
'Utz', 'De onderkoning van Oui-
dah' en 'De zwarte heuvel'. Her
drukken van drie boeken van Bruce
Chatwin. Uitgeverij Bert Bakker
resp. f 17,90, f 19,90 en f24,90.
Thrillers
'De zeven Russen' door Topoi To
poi. 'Hoe het werkelijk toegaat in de
Sovjetunie'. Uitgeverij De Boekerij
f29,50.
'De doorzeefde piano' van Tho
mas McGuane. Een uiterst Ameri
kaanse roman over een jongen die
zijn wilde haren nog moet kwijtra
ken. Uitgeverij Meulenhoff f34,90.
Diversen
'Michelin gids Frankrijk 1989'. Met
een herdruk van de Michelin-gids
van 1900.
Poëzie
'Reis naar Raron' van Maria de
Groot. Gedichten in het voetspoor
van Rilke. Uitgeverij De Prom
f19,50.
Het probleem met de ideeën van de
Duitse psychologe Alice Miller is
misschien wel dat ze zo verdraaid
logisch klinken. Zowel in 'Zelfken
nis in ballingschap' als in 'De geme
den sleutel', haar twee meest recen
te boeken, brengt ze haar theorie zo
helder en aansprekend voor het
voetlicht dat je er als lezer bijna on
gemerkt in mee gaat.
Het centrale thema in alle boeken
van Miller is dat de moeilijkheden
waarmee we als volwassenen kam
pen, voortkomen uit de trauma's
die we uit onze kindertijd hebben
overgehouden. Die trauma's zijn
ontstaan door de eindeloze reeksen
ge- en verboden waarmee we on
der het mom van liefde en genegen
heid zijn volgestopt, en door de nor
men en waarden waarin de sponta
niteit en onbevangenheid van onze
kinderziel is gesmoord. Natuurlijk
maakten liefde en genegenheid, de
essentiële voorwaarden voor het
opgroeien tot een volwaardig mens,
bij de meesten van ons ook wel deel
uit van het opvoedingspakket, maar
in veel te kleine mate. En zoals dat
gaat met onverwerkte trauma's: die
blijven in steeds wisselende vor
men opduiken in ons leven.
Waarom doen we er dan niets
mee? Eigenlijk is dat heel eenvou
dig, zegt Miller: als we één ding heb
ben meegekregen, dan is het wel het
gebod 'eert uw vader en uw moe
der'. We kunnen onze woede en
frustratie over onze opvoeding dus
niét afreageren op de schuldigen,
op de mensen die ons hebben opge
voed. Bovendien druist het een
beetje in tegen ons rechtvaardig
heidsgevoel: onze ouders hebben
ons ook alleen maar opgevoed op de
manier waarop zij door hiin ouders
zijn opgevoed, en waarvan ze dach
ten dat het zo hoorde. Het zou niet
eerlijk zijn om ze iets te verwijten
waaraan ze eigenlijk geen schuld
hebben.
Maar dat maakt de frustraties eer
der groter dan minder. Wat gebeurt
er dan? Kijk maar om je heen, zegt
Miller, de cultuur staat bol van po
gingen om die onlustgevoelens
kwijt te raken. Soms op een 'nette'
manier - zoals carrièrejacht -, soms
op een maatschappelijk onaccepta
bele manier - zoals vandalisme.
Onmensen als Hitler en Stalin gin
gen nog een paar stappen verder
met het projecteren van hun liefde
loze opvoeding.
Gezin
Maar we botvieren onze frustraties
vooral, aldus Miller, in de veilige be
slotenheid van het gezin: door onze
kinderen op dezelfde bestraffende
manier op te voeden als waarop we
zelf zijn opgevoed. Waarbij je 'op
voeden' hier moet vervangen door
'verpesten'. Dat is vooral een onbe
wust proces. Bovendien is er nie
mand die ons op de vingers tikt: al
leen als het écht de spuigaten uit
loopt (incest, lichamelijke mishan
deling, ernstige verwaarlozing)
grijpt de Kinderbescherming in. En
zover komt het meestal niet. Na ons
reageren onze kinderen hun
trauma's weer af op hun kinderen,
net zoals onze grootouders dat ooit
deden op onze ouders. Zo is de cir
kel rond.
De weg naar de betere wereld is
daarmee echter nog niet afgesloten:
als de ouders zich tijdig bewust
worden van hun jeugdtrauma's en
die terugspelen naar de plaats waar
ze thuis horen (de ouders), kan de
cirkel worden doorbroken. Bevrijd
van hun trauma's kunnen ze dan
hun kinderen opvoeden in een sfeer
van liefde, geborgenheid en vrij
heid in plaats van benepenheid en
frustratie.
Pervers
Deze samenvatting geeft al aan dat
Alice Miller bepaald geen blad voor
de mond neemt. Zo schrijft ze in
'Zelfkennis in ballingschap': "On
telbare kinderen bevinden zich in
levensgevaar bij hun ouders Ze
kunnen alleen geholpen worden
Guernica, het beroemdste schilderij dat Pablo Picasso ooit heeft gemaakt. Is het alleen een protest tegen het 1
stad, of ook de uitbeelding van de aardbeving in Malaga die Picasso als peuter meemaakte
met een nieuwe wetgeving, die het
tot nu toe als volkomen normaal er
varen gedrag van ouders ondubbel-
zinning als misdrijf definieert. Wie
het slechte, doortrapte, gemene,
perverse en leugenachtige niet on
dubbelzinnig veroordelen mag. zal
geen oriëntatiepunt vinden en blijft
uitgeleverd aan de dwang om blin
delings te herhalen wat men zelf
heeft ervaren".
Het klinkt allemaal nogal ex
treem, en dat is ook de kern van de
vele kritiek die ze op haar vorige
boeken (onder meer 'Het drama van
het begaafde kind') heeft gekregen.
Niemand ontkent de invloed van de
kindertijd op het leven als volwas
sene. Al in de Griekse mythologie
worden opvoeding en socialisatie
cynisch beschreven in het verhaal
van Procrustes. Die dwong zijn gas
ten/slachtoffers te gaan liggen in
zijn bed (symbool voor de maat
schappij). Waren ze te klein, dan leg
de hij ze op de pijnbank en rekte ze
op. Waren ze te groot, dan hakte hij
zonder meer benen, armen of hoofd
eraf. Als ze maar in het Procrustes
bed pasten. Wat Miller in essentie
zegt. is dat iedere ouder (mannen én
Het probleem bij Miller is dat het
bewijsmateriaal nogal karig is. Dat
kan ook moeilijk anders, want de
mensen die het zouden moeten le
veren (psychotherapeuten, filoso
fen, pedagogen, noem maar op) zijn
evenals ieder ander het slachtoffer
van hun opvoeding en zitten met
onverwerkte trauma's die niet naar
boven kunnen/mogen komen.
Slechts enkelen is het gegeven het
kindertrauma te zien en te verwer
ken. maar het ziin hier vol pens Mil.
i-bombardement op deze Spaanse
Ier de uitzonderingen die de regel
bevestigen. Zo worden de kritiek en
het gebrek aan bijval een bevesti
ging van haar gelijk. Zonder de inte
griteit van Miller in twijfel te willen
trekken: dat is wel erg onweten
schappelijk.
Wellicht in een poging om haar
kritici wat tegemoet te komen, ont
leedt Miller in 'De gemeden sleutel'
de jeugd van onder meer de filosoof
Friedrich Nietzsche, de schilder Pa-
blo Picasso, de socialiste/schilderes
Kathe Kolwitz en de komiek Buster
Keaton. Van het werk van Nietz
sche, zo zal iedere lezer grif toege
ven, spatten de (jeugd)frustraties af.
Millers analyse van Nietzsche's bril
jante, maar met een intense woede
geschreven kritiek op de christelij
ke cultuur biedt in elk geval een
nieuwe, waardevolle invalshoek op
zijn werk.
Guernica
Datzelfde geldt voor de overige drie
beschouwingen. Of Picasso's Guer
nica niet alleen een uiting is van zijn
afschuw over het nazi-bombarde
ment op deze Spaanse stad, maar
óók van het trauma dat hij heeft
overgehouden aan een aardbeving
in Malaga die hij als 3-jarige heeft
meegemaakt, is een vraag die door
diens overlijden nooit beantwoord
zal worden. Helemaal onwaar
schijnlijk is het in elk geval niet. Het
werk van Kolwitz en de humor van
Keaton krijgen bij Miller ook een
nieuw, bijna huiveringwekkend as
pect.
Maar, en daar komt het manco
van het boek om de hoek kijken, het
levert Miller geen munitie tegen
haar kritici op. Bij alle acht mensen
- Hitler, Stalin, Dostojevski en
aartsvader Abraham komen en pas
sant ook nog even aan bod - gaat
het namelijk niet om doorsnee men
sen met een doorsnee jeugd en/of
een doorsnee intellect. Ze bewijst er
mee dat jeugdtrauma's op verschil
lende manieren kunnen doorwer
ken in de volwassenheid. Maar dat
hebben haar kritici ook nooit ont
kend. De essentie van haar stelling
is nu juist dat ook een 'gewone' op
voeding enorme trauma's teweeg
brengt die zich op latere leeftijd op
een destructieve manier uiten. En
dat bewijst ze in 'De gemeden sleu
tel' niet. Daarmee is natuurlijk niet
gezegd dat Miller geen gelijk heeft.
Vooralsnog blijft haar theorie ech
ter een onbewezen stelling.
SJAAK SMAKMAN
f24,90. Dc gemeden sleutel, uitgeverij