[JU Klaas Compaan en liet wonder wan de CD Vormgeving gaat meer en meer doorslaggevende rol spelen n. Huishoudelijke apparaten en milieu Neutralisatietank VRIJDAG 24 MAART 1989 PAGINA 25 Weinig nieuwe ontwikkelingen op terrein huishoudelijke apparaten "Revolutie op het gebied van de huishoudelijke apparaten? Ik verwacht er de komende jaar geen". Giovanni Mario Rossignolo president van Zanussi was niet naar de jaarlijkse vakbeurs Domotechnica in Keulen gekomen om een somber beeld te schetsen, maar kon er toch niet onderuit. De concurrentiestrijd met de andere witgoed- en kleinere huishoudelijke apparatenmakers wordt steeds meer gevoerd door marketing- strategen en minder door de uitvinders en de ingenieurs. Marketing-strategen met in hun kielzog de ontwerpers. Niet de techniek, maar het ontwerp, daar zullen in de toekomst de grootste verschillen liggen. De Domotechnica in Keulen is ieder jaar weer de belangrijkste internationale beurs voor de ontwikkelingen op het gebied van huishoudelijke apparatuur. Trends worden op deze beurs gezet, primeurs getoond en toekomstmodellen gepresenteerd. Dit jaar was het een vrij saaie beurs. Het belangrijkste nieuws, de koelkasten met een isolerend schuim dat de helft minder schadelijke stoffen bevat, (maar wel 3-5 procent meer stroom verbruikt) werd door enkele fabrikanten als primeur gebracht. Maar dat was dan geen innovatie van die fabrikanten, maar van de leverancier van dat isolerende schuim, die aan vrijwel alle koelkastenfabrikanten levert Blijven we nog even bij Zanussi. Mario Vichi, general manager huishoudelijke apparatuur: "Belangwekkende nieuwe ontwikkelingen doen zich niet meer voor. We zijn in een fase gekomen dat we ons kunnen concentreren op tal van kleine verbeteringen op allerlei terrein. Dat geldt niet alleen voor Zanussi, maar voor alle fabrikanten". Een blik op de beurs geeft hem gelijk. Sterker, ook bij door Huub Klompenhouwer De Café Gourmet van Philips die tijdens de Utrechtse voorjaarsbeurs de Noviteitenprijs in de wacht sleepte. Philips, AEG, en Miele bijvoorbeeld, onderschrijft men het betoog van Vichi. Koelkasten Een greep uit de reeks kleine ontwikkelingen: Bij koelkasten werkt men aan een betere beheersing van de temperatuur. Het nu al enkele jaren door Philips gepropageerde No Frost-sytsteem, dat in Amerika de normaalste zaak van de wereld is, maar hier nog niet echt goed aanslaat, is nu ook door de andere grote firma's overgenomen. Koelkasten met een O-graden zone en zelfs een bak een keldertemperatuur gegarandeerd wordt, zijn de publiekstrekkers. Wasmachines Bij wasmachines is de trend naar meer efficiency. Iedere fabrikant heeft zijn eigen systeem en allemaal noemen ze het een wereldrevolutie. Maar waar het om gaat is dat er gewoon effektiever gewassen kan worden. Minder stroomverbruik, minder waterverbruik en minder wasmiddel. Dat laatste scheelt dus aan fosfaten en kan een bijdrage genoemd worden aan de zorg voor het millieu. Bij wasmachines, maar ook bij vaatwassers en zelfs de haardrogers is ook het terugbrengen van de geluidshinder een belangrijk gegeven. Magnetrons Op het gebied van de magnetron is er de opkomst van de steeds zwaardere magnetrons, maar met 750 watt nuttig vermogen lijkt de grens bereikt. Meer vermogen is voor huishoudelijk gebruik vrij zinloos. De enkelwandige Spacecube van Philips scoort erg hoog vanwege de enorme ruimte en de handigheid in gebruik. Tegelijk komen er steeds meer combi apparaten op de markt. De magnetron die ook als hete luchtoven en grill gebruikt kan worden, of met meerdere functies tegelijk. Allemaal ontwikkelingen, die al eerder in gang gezet waren. Keukenmachines Op het gebied van de foodprocessors, ook wel keukenmachines genoemd, blijken er steeds meer mogelijkheden te komen met een en hetzelfde apparaat. Goed nieuws voor de fervente Magimix-fans. De nieuwe Magimix lijkt niet meer op het vijftien jaar oude vertrouwde model, maar heeft nu een kleine bak die in de grote bak past en geschikt is om in hetzelfde apparaat ook de kleinere klusjes uit te voeren. Anti-aanbaklagen van pannen worden steeds krasbestendiger, scheerapparaten steeds handzamer en er is al een stofzuiger met een sprekende stem, een mannelijk klinkende computerstem, die bijvoorbeeld waarschuwt voor een volle stofzak. Maar of dat de oplossing voor de onder eenzaamheid gebukt gaande groene weduwen is, is nog maar de vraag. Mario Vichi signaleert ook dat automatiseren in de fabricage leidt tot een sneller antwoord op vragen uit de markt. De techniek is geen struikelblok meer voor maatwerk. De komst van steeds meer kleine huishoudens moet resulteren in by voorbeeld compacte vaatwassers en wasmachines, die dan ook nog de kritiek van de vormgeving kunnen doorstaan. Vormgeving Vormgeving. Philips, Maar ook Zanussi en de andere fabrikanten zijn er steeds meer van overtuigd dat daar de kracht en het onderscheid moet komen te liggen. De tijd dat de naam Philips alleen al genoeg was als garantie voor kwaliteit is goeddeels voorbij. De garantie van Tefal gaat nu ook al verder dan de winkeldeur. Vormgeving en maatwerk zullen de markt goeddeels bepalen. Een fraai voorbeeld is een koffieautomaat van Philips, in Groningen ontwikkeld, die afwijkt van de zakelijke trend en dan ook Café Gourmet heet. Een kruising tussen een expresso en een normale koffie. Er is, zeker op het gebied van de huishoudelijke apparatuur- de markt van de keukenmachines en magnetrons uitgezonderd- een zeker verzadigingspunt bereikt. Dat betekent dat een goed deel van de consumenten al een wasmachine, haardroger, scheerapparaat of mixer heeft. Er is dan geen sprake meer van een groeimarkt. Wat dan overblijft is de nieuwe generatie huishoudens en de vervangingsmarkt. De vervangingsmarkt hoeft niet meer overtuigd te worden van het nut van een bepaald aparaat. Juist dan en vooral omdat er in technische prestaties steeds minder verschillen optreden, gaat die vormgeving en het maatwerk een belangrijk onderdeel van de keuze worden. Uitvinder van de compact disk zou hij zichzelf niet durven noemen. Teveel eer. Maar dat hij het basisidee heeft aangedragen voor het schijfje dat de wereld inmiddels aan het veroveren is, kan hij moeilijk ontkennen. Klaas Compaan. Natuurkundige met emiritaat. Geboren in Zaandijk, woonachtig in Geldrop. Vanwaaruit hij nu ook zelf met enige verbazing de onstuitbare opmars van de compact disk aanschouwt. "De directie van Philips zag er in het begin weinig in. Ik denk dat die dachten dat het commercieel geen haalbare kaart zou zijn". Een verhaal van een idee waarin meer zat dan iemand voor mogelijk had gehouden. De stroom afvalwater waarin zich agressieve stoffen, zware metalen, chemicaliën, zuren, enz. bevinden, stelt de waterzuiveringsinstallaties voor ernstige problemen. In de VS is een systeem ontwikkeld dat dit probleem al 'bij de bron' voor een groot deel oplost. Dat is de T&C Neutralisatietank, die het afvalwater van chemische bedrijven, laboratoria, ziekenhuizen, enz. een 'voorwas' geeft voordat het in het rioleringstelsel terecht komt. De neutralisatietanks bevatten kalksteenbrokken met een afmeting tussen 2 en .7 cm die een hoog calciumarbonaatgehalte (meer dan 90 procent) hebben. Een groot gedeelte van de milieu onvriendelijke stoffen in het geloosde water wordt daardoor vastgehouden. Importeur voor Nederland is Steendam Sanitair in Zwolle, tel 038-215522. Het geloof was er. Uiteraard. Anders begin je d'r niet eens aan. Maar echt zeker van zijn zaak werd hij pas op die middag ergens in het jaar 1975. Klaas Compaan: "Het was zo mooi, zo schrikbarend mooi, dat ik zeker wist: dit wordt het! Ze hadden een stuk van Gustav Holst opgezet. 'Mars' uit de suite 'The Planets'. Daar zit zó'n lage orgeltoon in, dat je 'm op een normale plaat niet kunt horen. Maar die CD had er totaal geen moeite mee. Prachtig, werkelijk prachtig". Hij vindt het te ver gaan zichzelf tot uitvinder van de CD te kronen. Véél te ver zelfs. Want kom, hij had slechts het idee. Het idee en dat wil hij dan nog wel toegeven het idee, dat uiteindelijk de compact disc zou baren. Klaas Compaan: "Zoiets vind je niet in je eentje uit. Dat kan niet. Uitvindingen, belangrijke uitvindingen, worden tegenwoordig alleen nog maar in teamverband gedaan. Thomas Edison die in totale eenzaamheid een gloeilamp bedenkt... Tja, die tijd is toch echt voorbij". Klaas Compaan werd zesenzestig jaar geleden in Zaandijk geboren. Slim ventje. En principieel ook. Het liefst was hij weg- en waterbouw gaan studeren in Delft. Maar het was oorlog. En omdat hij om in aanmerking te komen voor een studiebeurs een handtekening moest zetten onder een pro-Duitse verklaring, vond hij het toch maar raadzamer naar een andere richting uit te kijken. Het werd wis- en natuurkunde. In Amsterdam. Kon hij thuis blijven wonen. Wat allicht goedkoper was. En omdat hij ook nog een klein beursje kreeg uit een fonds van Honig, die van die soepen- Hij trad in 1952 in dienst van Philips. Met als taak onderzoek te doen naar de diffusie in vaste stoffen. Nee, echt gericht op de praktijk was dat onderzoek niet. Maar zijn bevindingen heeft men later wel nodig gehad voor de transistor en voor de chip. Je doet nooit iets voor niets. De overstap naar 'Afdeling Educatie' greep plaats in 1964. Waar ze net bezig waren te onderzoeken hoe je op zo'n goedkoop en makkelijk mogelijke wijze bewegende beelden kon weergeven. Klaas Compaan: "Video stond toen nog in de kinderschoenen, maar het principe was bekend. Er zaten alleen een hoop nadelen aan, vonden wij. Je kon het beeld niet laten stilstaan, je kon alleen maar via spoelen een willekeurig punt opzoeken, de capaciteit was betrekkelijk gering... Ik bedoel, voor onderwijsdoeleinden was het niet echt geschikt. Er moest iets beters mogelijk zijn". Wanneer hij precies het licht zag, zou hij niet durven zeggen. Zoiets groeit. Maar hij moet er in 1968 mee voor de draad zijn gekomen. De idee van de beeldplaat was er toen trouwens al. Niet alleen bij Philips, maar ook in andere delen van de wereld. Grote ideeën heb je zelden alleen. Grote ideeën hangen in de lucht. Klaas Compaan: "Ik weet dat meneer Brousseau van Thompson CSF in Parijs ermee bezig was. En dat ze ook bij Teldec in Duitsland al een eind waren gevorderd. Maar dat is het moeilijke bij het uitwerken van ideeën: als je bij een tweesprong komt, moet je wel de goeie richting kiezen". Geconcentreerd licht Hetgeen monsieur Brousseau niet deed. En de Duitsers ook niet. Brousseau raakte het spoor bijster toen hij de plaat van dun folie wilde maken en de Duitsers waren ervan overtuigd dat slechts een naald de beste beelden uit een plaat zou Klaas Compaan over de CD: "Het klinkt misschien gek, maar ik vind het zelf ook een wonder". kunnen peuteren. Achteraf nogal verbijsterend, vindt drs. Klaas Compaan. Maar ja, achteraf praten is ook zo verdomde makkelijk. Compaan: "Misschien laat mijn herinnering me in de steek, maar volgens mij heb ik al vanaf het begin voor ogen gehad dat licht, geconcentreerd licht, de meest perfecte manier was om beelden en geluid van een plaat over te brengen op een scherm. In een naald zag ik niets. Te kwetsbaar. Ik ben er in 1968 over gaan praten en we zijn er vanaf 1970 serieus verder aan gaan werken. Hoewel de directie van Philips er heel weinig in zag. Ik denk dat die dachten, dat het commercieel geen haalbare kaart zou zijn". En toen kwam het tweede idee. Niet van Klaas Compaan ditmaal, maar van collega L. Boonstra. "Waarom moet er per sé beeld bij?", moet die in 1972 hebben geroepen. Compaan: "Ja, dat was wat. Daar had nog niemand aan gedacht. Maar dat kwam ook: niemand vond het nodig. Een plaat zonder beeld, dat was er al. Daar hoefde je verder niet aan te werken. Je gaat een auto toch ook niet twee keer uitvinden? Maar Boonstra zag om een of andere voor ons raadselachtige wijze toch mogelijkheden. En begon die te onderzoeken". Meewarige blikken Onder meewarige blikken van de rest van het natuurkundig laboratorium. Klaas Compaan: "Die van mij incluis, hoor. Ik zag er ook totaal de zin niet van in. Die LP's klonken toch zeker fantastisch? Zeker nadat we stereo hadden gekregen. Pas vanaf 1974 is de mentaliteit langzaam omgeslagen. Kregen we in de gaten dat het met die Boonstra misschien toch wel iets zou kunnen worden. Niet op korte termijn natuurlijk, want die beeldplaat was oneindig veel belangrijker, maar ach: er zou misschien best een klein marktje voor kunnen zijn". ALP's werden schijfjes toen nog genoemd: Audio Long Play's. De naam CD ontstond pas later. In 1978. Toen de huidige president- door Rob van den Dobbelsteen directeur Cor van der Klugt naar Japan vloog om daar eens met de Japanners van Sony te gaan praten over een schijfje dat meer toekomst leek te hebben dan iedereen ooit voor mogelijk had gehouden. Klaas Compaan afwerend: "Ik kan daar echt niet zoveel over vertellen. Ik ben natuurkundige, geen commerciële man. Maar ik denk dat die verwarring rondom die video systemen er mee van doen had. Er was toen een hevig gevecht gaande tussen VHS, Betamax en Video- 2000 van Philips. Daar wilde de baas geen herhaling van. Wat ik me heel goed kan voorstellen". Kristalhelder Klaas Compaan was intussen op een afdeling terecht gekomen die bezig was aan de vervolmaking van de mastering-apperatuur. Overtuigd van het komende succes. Want hij had tenslotte die waanzinnig lage orgeltoon gehoord. En nog wat later de zilveren toontjes van een triangel die kristalhelder boven het geklaag van een batterij hoorns waren blijven dartelen. "Het was zo volmaakt allemaal, dat ik op een gegeven moment dacht: 'Ja hoor's, nou wordt het echt te gek. Nu hoor ik zelfs de kleppen van een fluit". De introductie van het schijfje had plaats op de Firato van 1982. Vlak voordat Klaas Compaan in Brussel een lezing zou houden voor geluidsarchivarissen. Een gedenkwaardige lezing overigens. Want niet zodra-immers buitelden de eerste tonen uit de op elkaar gestapelde boxen of de zaal 'lag plat'. Compaan: "En dat waren toch allemaal vakmensen. Lui die op het gebied van geluid veel gewend waren. Maar echt hoor, ze er totaal van ondersteboven". De compactdisc. Fenomeen. Ook voor de inmiddels met emiritaat zijnde Klaas Compaan. Negen jaar nadat hij voor zijn idee met zes anderen de naar televisiepionier Eduard Rhein genoemde prijs voor uitvindingen op video-gebied kreeg, luistert hij nog altijd met enige verbazing naar de muziek die met een naalddun lichtstraaltje uit een klein draaiend schijfje wordt gezogen. Zuinigheid is een typisch Nederlandse eigenschap. Als er opgeroepen wordt zuinig te zijn met energie, doen we dat graag. Tenminste, zolang het niet al te veel ten koste van ons comfort gaat. De auto verruilen voor het openbaar vervoer, daar hebben sommigen nogal wat moeite mee. Maar energiezuinig met huishoudelijke apparaten omspringen, daar werken we graag aan mee. En de industrie helpt ook een handje, zeg maar een hand, want het belangrijkste verkoopargument voor nieuwe apparaten is tegenwoordig dat ze nog minder water, stroom of gas gebruiken dan de oudere exemplaren. door Thea Wameling Neem maar eens wasmachines. Tien tot vijftien jaar geleden had je voor een gezin van drie personen voor de was per week omstreeks 550 liter water nodig, 1000 gram wasmiddelen en 7,5 kWh aan stroom. Vandaag de dag kun je met zo'n 250 liter water toe, 670 gram Zelfbediening wasmiddel en 4,2 kWh stroom. Dit zijn globale gegevens die per merk iets kunnen verschillen, maar ze laten wel duidelijk de verbeteringen zien. Gebruikte een afwasmachine vijftien jaar geleden voor een normaal programma bij 65 graden nog ongeveer 70 liter water, 2,8 kWh stroom, 40 ml afwasmiddel en 80 gram zout, nu zijn er al machines die voor zo'n programma nog maar 20 liter nodig hebben, terwijl afwasmiddel en zout zijn teruggebracht tot 25 ml en 30 gram. De meeste energie gebruiken apparaten waarmee wordt opgewarmd of gekoeld. Om dit te verduidelijken hier een sprekend voorbeeld. Om met een elektrisch doorstroomtoestel (zeg maar: een geiser op stroom) 18 liter water in 1 minuut op 40 graden te brengen is 3000 keer zoveel energie nodig als een radio gedurende 1 minuut verbruikt. Dat wil dus zeggen dat 3000 radio's in 1 minuut evenveel aan stroom kosten als het warmwatertoestel. De radio zo min mogelijk inschakelen om energie te besparen heeft dus nauwelijks effect. We willen best energie sparen om onze portemonnee te sparen. Maar daarvoor alleen zouden we het niet moeten doen. Minder gebruiken is belangrijk om ons milieu leefbaar te houden. Het kan zelfs voorkomen dat sommige energiesparende apparaten of methoden het isoleren van je huis of aanbrengen van dubbele ramen bijvoorbeeld juist eerst geld kosten. Ze besparen wel meteen energie, maar de investering wordt pas op den duur terugverdiend. CFK-arme toestellen Wanneer we met z'n allen in huis minder elektriciteit gebruiken, dan zijn we milieuvriendelijk bezig. Want om die elektriciteit op te wekken is nog veel en veel meer energie nodig. En bij die opwekking ontstaat bovendien milieuvervuiling. We moeten niet alleen zuinig met energie omspringen omdat de natuurlijke hulpbronnen opraken, maar ook omdat we anders op den duur geen lucht meer krijgen. Of blootgesteld worden aan schadelijke stralen van de zon door de aantasting van de ozonlaag. Drijfgassen in spuitbussen zijn in dit verband bekende boosdoeners. Maar ook bij huishoudelijke apparaten kennen we de milieubeschadigers in de vorm van CFK's ofwel chloorfluorkoolwaterstoffen. Die zitten onder meer in het isolatieschuim dat voor koel- en vrieskasten wordt gebruikt. In Duitsland, waar veel van deze apparaten vandaan komen, hebben de fabrikanten de handen in elkaar geslagen en gezamenlijk 10 miljoen DM gestoken in het ontwikkelen van CFK-arme toestellen. Zo worden vele nieuwe koel/vrieskasten nu voorzien van een isolatieschuim dat slechts half Veel huisvrouwen slaan er maar een slag naar als ze een (af)wasmiddel gebruiken. Meestal te veel dus. Duizenden tonnen ongebruikte wasmiddelen komen jaarlijks in het milieu terecht. Kost kapitalen om het water weer te zuiveren. De elektronica helpt de huisvrouw tegenwoordig de hoeveelheid exact te doseren, zowel bij was- als afwasmachines. In het reservoir van de machine gaat het wasmiddel voor vele wasbeurten. Op het bedieningspaneel kan men de waterhardheid en de daarbij noodzakelijke hoeveelheid wasmiddel programmeren. De microcomputer in de machine doseert dan verder volgens het principe van de zelfbediening. Moeten we nu allemaal onze oude apparatuur weggooien en nieuwe kopen? Dat zou een beetje begrotelijk worden. We kunnen wel zo energiezuinig en milieuvriendelijk mogelijk met onze huishoudelijke apparaten omspringen, maar dat is een verhaal apart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 35