Glas in lood Vergeten' kunstvorm Grote-stads-ervaring Suver Nuver PODIUMBLIK DINSDAG 21 MAART 1989 KUNST PAGINA 21 Redactie Pieter C. Rosier LEIDEN Toneel en cabaret deze week in de Leidse theaters met op tredens van o.a. de Vlaamse 'dui zendpoot' Tom Lanoye en het Ne derlandse 'theaterdier' Adelheid Roosen. Adelheid Roosen Een nieuwe combinatie in de Ne derlandse theaterwereld: Marcel- Ie Meulemans en Adelheid Roosen. Marcelle Meulemans is regisseuse bij Theater Persona en Adelheid Roosen is vooral bekend op het ca baretpodium. Samen hebben ze een voorstelling gemaakt naar aanleiding van het boek 'Het uur van de ster' van Clarice Lispector. 'Van top tot teen te trillen' is de nieuwsgierigheid oproepende ti tel van de voorstelling, die woens dag- en donderdagavond in het LAK-theater is te zien. Met deze voorstelling gaat een wens van Adelheid Roosen om in haar leven elke keer opnieuw iets anders te doen weer eens in vervulling. En Marcelle Meulemans is voor een experiment altijd wel te vinden. De Braziliaanse schrijfster Cla rice Lispector (1925-1977) heeft meer dan eens verklaard dat dat schrijven een mysterie is. Wat ze voelt probeert ze door middel van geschreven taal te registreren. Haar verhalen hebben daarom vaak geen begin of einde; veelal gaat het om losse impressies. Lispectors personages zijn meestal vrouwen of meisjes, die le ven in een op het eerste gezicht perfect georganiseerde wereld, waarin ze overbodig zijn. Hun be hoefde aan vrijheid en onconven tioneel leven wordt onderdrukt. Door een incident dat de dagelijk se sleur doorbreekt, komen ze met een schok tot inzicht in de leegde van hun bestaan. Een citaat uit Lispectors boek: 'Omdat niemand haar verwende, laat staan zich met haar verloof de, zou ze zichzelf een verwennen. Dat deed ze door een nieuwe lip penstift te kopen terwijl ze er geen nodig had; dit keer geen rozerode zoals ze al had, maar een felrode. Op de wc op kantoor verfde ze haar hele mond rood, tot over de omtrek, zodat haar dunnen lip pen dat aantrekkelijke van die van Marilyn Monroe zouden krij gen. Toen het klaar was, bleef ze in de spiegel kijken naar de ge daante die haar op haar beurt ge schrokken aankeek. Want in plaats van lippenstift leek het of er stroperig bloed uit haar lippen opwelde omdat iemand haar mid den in haar gezicht had gestompt, haar de tanden uit de mond had geslagen, zodat ze hevig bloedde'. Suver Nuver Omdat er verder deze week in het LAK geen voorstellingen zijn en kort na Pasen Suver Nuver naar dit theater komt, vestigen we nu (foto pr) maar vast de aandacht op twee voorstellingen van deze Friese mimegroep medio volgende week. De groep, die in het vorige seizoen de Nederlandse Mimeprijs ont ving, brengt op 29 en 30 maart het programma 'Gleon'. De drie jonge Friezen laten hierin zien hoe zij zich - dit in tegenstelling tot hun vorige programma dat hun plat telandsachtergrond als uitgangs punt had - voelen als bewoners van de grote stad. De vorige keer trok de groep zich terug op Ame land om in een rustieke omgeving aaji haar produktie te werken. Ditmaal kozen de spelers een flat in de Bijlmermeer als werkruim te. Hoewel Suver Nuver in de eer ste plaats bewegingstheater brengt, spelen ook andere elemen ten een rol. Zo hebben de 'met zorg gekozen' teksten een belangrijke functie. Elders op de pagina meer over dit jonge Friese gezelschap. Tom Lanoye De Vlaamse 'duizendpoot' Tom Lanoye geeft vanavond, zoals al eerder aangekondigd, een voor stelling in de Leidse Schouwburg. Lanoye komt niet in de eerste plaats als schrijver met een sterk groeiende populariteit naar deze stad, maar als performer, zanger, acteur en cabaretier, kortom als theaterman. 'Barokke romantiek uit Belgie als antwoord op het so bere calvinisme uit Nederland', zo laat het Parool in een recensie we ten. 'Zijn presentatie getuigt van perfecte zelfbeheersing', zo is de mening van Trouw. 'De veelzijdi ge Lanoye kan met dit program ma maar in één vakje worden ge plaatst, het vakje Tom Lanoye', zo schrijft de Volkskrant. 'Een gedre ven show, waarin tekenfilms, poppenkast, Edith Piaf de schone letteren en het uitgaansleven een rol spelen', zo staat in de pro grammatoelichting te lezen. Brigitte Kaandorp in haar ca baretprogramma 'Kouwe druk- Brigitte Kaandorp De onderkoelde, wat sullige hu mor van Brigitte Kaandorp. Het publiek komt er op af als vliegen op de strooppot. Stond men vorig jaar in de rij voor de kassa van de Leidse Schouwburg om aan een kaartje te komen voor Kaandorps programma 'Kouwe drukte', nu neemt de cabaretière drie avon den achtereen - donderdag, vrij dag en zaterdag - bezit van het theater aan de Oude Vest. En weer hoeft Kaandorp niet bang te zijn voor gebrek aan belangstelling. Integendeel, haar gasten - het to neel is Kaandorps huiskamer, slaapkamer en keuken tegelijk - stromen opnieuw toe om vervol gens te worden getracteerd op dwaze verhalen en minstens even dwaze liedjes. Kindertheater Het (Antwerpse) toneelgezelschap Ivonne Lex verzorgt dinsdagmid dag 28 maart een kindervoorstel ling in de Leidse Schouwburg. Op het programma staat 'Alice in wonderland' naar het bekende verhaal van Lewis Caroll. Zang en dans. humor en spanning bege leiden kleine Alice bij haar reis door dromenland. Aanvang 14.30 Theatergroep Schrikkel staat op woensdagmiddag 29 maar in de Kapelzaal van K&O. De ac teurs Erik Siebel en Jaap Slag man komen er met de voorstélling 'Een varrassing voor buurman'. Het gaat om een combinatie van toneel, acrobatiek en mime. De voorstelling stond gedurende de kerst- en voorjaarsvakantie ook op het K&O-programma, maar was toen ruim van tevoren uitver kocht. Vandaar een herhaling in de paasvakantie. Aanvang 14.30 AMSTERDAM (GPD) - Hoe vergaat bet drie jonge Friezen in een metropool als Amster dam? Mimegroep Suver Nu ver, winnaar van de mime prijs 1988, heeft het contrast tussen het Friese platteland en de wereldse hoofdstad als uitgangspunt genomen voor haar voorstelling Gleon, uit te spreken als gleujen. De groep geeft op 29 en 30 maart voor stellingen in het LAK-theater. door Gerdie Snellers Om de grote-stads-ervaring in op tima forma te ervaren besloten Dette Glashouwer, Henk Zwart en Peer van den Berg een flat te huren in het meest grootstadse- deel van die grote stad: de Bijl mer. Twee en een halve maand bewoonde de groep een kale flat op de negende verdieping van Egodonk, om daar de naar ver wachting diverse buitenwereld te ontmoeten. Maar wat bleek: alle unieke mensen, samenlevings vormen en vreemde culturen die in de Bijlmer verblijven gingen, althans in dat bewuste flatge bouw, net zo op in de anonimiteit als de drie nieuwe bewoners zelf. Dette Glashouwer: „We had den toch verwacht dat we af en toe vreemde geluiden zouden ho ren of in elk geval vreemde lucht jes zouden ruiken, maar je hoort, ziet of ruikt daar helemaal niets. Ja, als je veel moeite doet kun je vanaf je balkon nog net wat wei landen waarnemen, maar daar mee hpudt het wel op." Misverstand De enige confrontatie met enkele flatbewoners was het gevolg van een misverstand. Want de spelers mochten de buren dan wel niet horen, andersom lag dat blijkbaar toch anders. Niet ingelicht over de verhuur aan een mimegroep, gaf de combinatie van vrouwen- gehuil, gesmijt met stoelen en an der kabaal de buren het vermoe den dat een sekte merkwaardige rituelen in de flat aan het uitvoe ren was. Een gedelegeerd groepje verontruste bewoners besloot polshoogte te gaan nemen en los te het misverstand op. Om de beperkte vrijheid van de omgeving nog voelbaarder te ma ken dan ze ad was koos de groep de hal van de flat tot centrale speelruimte. Peer van den Berg: „Voor onze vorige voorstelling hebben we onder meer in een ge vangeniscel gerepeteerd, maar deze ruimte voelde meer als een gevangenis dan de echte cel. Je voelt je opgesloten en weggestopt in zo'n flat. En doordat de verwar ming centraal geregeld is, was het er ook nog stervens benauwd." Aan het verblijf in de flat lag geen vaste dagindeling ten grond slag. De drie groepsleden gaven elkaar improvisatie-opdrachten, hielden interviewtjes met elkaar over onderwerpen als 'de inrich ting van de huiskamer van je ou ders', 'schaamte' of algemener 'je verleden', en speelden met bewe gingen en niet te vergeten de stoe len en tafels. Zo ontwikkelde zich langzaam een voorstelling met een vaste structuur. Het verschil met de eerste voor stelling van de groep die net als de groep zelf Suver Nuver heette is volgens Henk Zwart groot: „Toen waren we al bezig met de voorstelling voordat we aan de re petities begonnen. Nu zijn we meer blanco bij elkaar gaan zit ten. We zijn een stap verder dan Suver Nuver, wat niet wil zeggen dat het per se beter is." Peer van den Berg: „We merken dat we^ door die prijs hoge verwachtin-' gen scheppen en het is maar de vraag of we die helemaal kunnen waarmaken." Henk Zwart, Peer van den Berg en Dette Glashouwer vormen gedrieën de mimegroep Suver Nuver. (foto gpdi Glas in lood. Dat roept tweeërlei associaties op: beroemde kathe dralen aan de ene kant, woningen met een ietwat burgerlijk sfeer tje anderzijds. Glas in lood is echter heel wat meer dan dat alleen: het is in bepaalde perioden een van de meest gepraktiseerde vor men van toegepaste monumentale kunst geweest. Het is ook tot voor kort één van de minst bestudeerde kunstvormen geweest. Daarin is nu verandering gekomen: een groep studenten van de Leidse universiteit en de VU in Amsterdam heeft onder leiding van drs. Carine Hoogveld de geschiedenis van de glas in lood- kunst van 1817 tot 1968 onderzocht en beschreven in een monu mentale studie. In het kader daarvan wordt de komende maanden een vijftal tentoonstellingen gehouden, opgezet door de Rijksdienst Beel dende Kunst en de Rijksdienst voor Monumentenzorg. De eerste daarvan is op het ogenblik - onder de titel Licht en Lood - in Slot Zeist te zien; de Zeister stichting voor Kunst en Cultuur heeft meegewerkt aan de organisatie. De expositie is gewijd aan de op komst van de Nederlandse glas in lood-kunst na 1945. De volgende tentoonstellingen gaan over het ambacht van de glazenier (Ge meentemuseum Helmond), de herontdekking van de glasschil derkunst in de negentiende eenw (Commanderie van St. Jan, Nijmegen), glas-in-lood in het zuiden (Kempenland, Eindhoven) en gemeenschapskunst en symbolisme (Drents Museum, Assen). Onderwerp van boek en vijf tentoonstellingen ZEIST/LEIDEN De geschiedenis van de glasschilderkunst heeft een merkwaardig verloop gekend. De meest tot de verbeelding sprekende periode is die van de Middeleeuwen tot het einde van de zestiende eeuw. Een periode, waarvan het begin ge markeerd wordt door de zogeheten 'profetenramen' van de Dom van Augsburg, de oudste compleet be waard gebleven vensters daterend uit de elfde eeuw en de renaissan- ceramen in de St. Janskerk de Gouda, de fameuze 'Goudse Gla zen' van Dirck en Wouter Crabeth, daterend uit het einde van de zes tiende eeuw. door Hans Lutz In die periode is de techniek van het glasschilderen en het in lood vatten ontwikkeld. In wezen een eenvou dige techniek: uit stukjes gekleurd glas wordt de voorstelling opge bouwd, waarne de details met gri saille worden aangebracht. Deze grisaille is samengesteld uit potas, kalk, loodmenie, veldspaat, kwarts, boorzuur, borax, ijzer- of koperpoe der, arabische gom, vluchtige oliën, suiker of terpentijn, met water of wijnazijn verdund. Dit bijna alche mistisch mengsel wordt, nadat het op het gekleurde glas is aangebrand tot 620 graden verhit, waarbij het zich vastbrandt op het glas: ge brandschilderd glas. Die techniek werd in de loop van de jaren verbeterd en uitgebreid: vernieuwingen die de glazeniers een steeds grotere vrijheid gaven. Van een mozaiek van gekleurd glas, waarbij de loden strips de contou ren van de voorstelling moesten volgen ontwikkelde zich een glas schilderkunst die het karakter kreeg van een schilderij op glas. In de zeventiende eeuw ging de techniek van het 'schilderen met glas' vrijwel verloren. Enerzijds kwam dat door de ontdekking en toepassing van de emailleverven. Daarmee kon weliswaar het glas nu in complete vrijheid worden be schilderd, maar de kwaliteit'er van was inferieur: door het inbranden van de emailleverven ontstonden doffe, gesluierde kleuren, die bo vendien gaandeweg van het glas af vielen. Bovendien werden in de ze ventiende eeuwse godsdienstoorlo gen nagenoeg alle fabrieken van ge kleurd glas (vooral in Lotharingen en Bohemen gevestigd) verwoest, waardoor het meest essentiële ma teriaal voor het glas in lood ver dween. Maar belangrijker oorzaak was de verandering in de samenleving: de opkomst van het protestantisme en de daarmee gepaard gaande Beel denstorm. De rooms-katholieken verloren hun kerken - en daarmee verdween de voornaamste plaats waar gebrandschilderd glas werd toegepast - en het protestantisme, als religie van het woord, had geen enkele behoefte aan de versiering met beelden van de gebedsruimten. Uit tal van kerken werden de ge brandschilderde ramen weggesla gen. Bovendien veranderde het karak ter van de bouwkunst in het alge meen: het classisisme vergrootte de behoefte aan helder daglicht in de ruimte. Veel gekleurde beglazingen werden verwijderd. Het resultaat was voorspelbaar: door het uitblij ven van opdrachten ging de vak kennis verloren, door het gebrek aan belangstelling werden de nog bestaande 'glazen' verwaarloosd. Toen in 1790 tijdens een storm één van de glazen uit de Goudse kerk werd gerukt was er in heel Europa geen glazenier meer te vinden die de ramen kon herstellen. Opbloei In het begin van de negentiende eeuw begon een periode van op bloei. De hernieuwde belangstel ling voor de gothiek speelde daarin natuurlijk een belangrijke rol. Er werd in verschillende landen en on afhankelijk van elkaar geëxperi menteerd met technieken en procé- dé's om de 'geheimen' van de glas schilderkunst te achterhalen. In Ne derland waren het de Nijmeegse huis- en rijtuigschilder Pieter Pe ters en Jacobus baron van Rijc- kevorsel en zijn zoon jonkheer Jan, die het glasschilderen nieuw leven inbliezen. Ze ontwikkelden in ja renlange experimenten en in regel matig contact met buitenlandse ge lijkgestemden opnieuw de juiste technieken en ze legden zo de basis voor een herleving, die in Neder land sterk werd beïnvloed door de emancipatie van de katholieken in de tweede helft van de negentiende eeuw: vanaf het herstel van de Bis schoppelijke Hiërarchie in 1853 werd het kerkgebouw een trots symbool van religieuze vrijheid. Het is de periode van Alberdingk Thijm, de literator die de gotiek als christelijke stijl onder de aandacht bracht, en van zijn zwager, bouw meester Pierre Cuypers. Cuypers zette Nederland vol met neo-gothi- sche gebouwen, waarin de gebrand schilderde ramen een belangrijke plaats innamen. Er ontstonden twee 'scholen' in het katholieke kamp: die van Cuypers - die behalve de bouw ook de inrichting in eigen hand wilde houden en daartoe in Roermond een kunstwerkplaats op richtte die een grote rol speelde in de herleving van de monumentale kunst in Nederland. Cuypers orien- teerde zich op de dertiende en veer tiende eeuwse gothiek van het lie de France; hij achtte dit de meest zuivere vorm. Tegelijkertijd richtte de priester en kunstverzamelaar Ge. ard van Heukelum het St. Ber- nulphusgilde op. De kunstenaars in dit gilde lieten zich vooral inspire ren door de late gothiek van de vijf tiende en zestiende eeuw uit het Rijnland. Het Bernulphusgilde was actief in het aartsbisdom Utrecht. In de tweede helft van de negen tiende eeuw was Utrecht, samen met Roermond en Delft, het belang rijkste centrum van glasschilder kunst in Nederland. Van Heukelum vroeg de Keulse glasschilder Hein- rich Geuer zich in Utrecht te vesti gen om de kerken in het aartsbis dom te beglazen. Het atelier werd een succes: in de topjaren werkten er zo'n dertig mensen. De broers So- denkamp, Hein de Vos, Bart van der Leek hebben er een tijd lang ge werkt. Weliswaar kreeg het atelier in de loop van de jaren een minder gunstige naam, doordat veel van de kleuren van de ramen vielen (ver moedelijk brandde Geuer met te la ge temperaturen), maar Geuers ar tistieke invloed was er niet minder om. Zijn leerlingen begonnen eigen ateliers en ook glazeniers van elders achtten het Utrechtse klimaat goed genoeg om er zich te vestigen: Franz Löhrer, W. van der Wurff, Otto Men gelberg. Voedingsbodem De Utrechtse ateliers bleven lang hun kerkelijke origine trouw, maar ontwikkelden gaandeweg toch ook een 'profane' belangstelling, mede onder invloed van de contacten met de Stijl, de kunstbeweging die zoals bekend in Utrecht niet alleen een goede voedingsbodem vond, maar evenzepr een aantal excellente ver tegenwoordigers. De overschake ling op het 'wereldse' glas in lood werd mede gestimuleerd doordat de toepassing er van in de woning bouw in het begin van deze eeuw een hoogtepunt bereikte. In de stadsuitbreidingen van de grote ste den werd glas in lood veelvuldig toegepast; aanvankelijk vooral in woningen voor de beter gesitueer den, later op zeer grote, industriële schaal. Glas in lood was een teken van luxe en men vindt het in en trees, ontvangstruimten, trapbord- essen, tochtdeuren, schuifdeuren en bovenlichten. Glas in lood im mers gaf status en verhoogde de ge zelligheid en intimiteit van een ruimte. Maar ook nu weer bleek er sprake van een hausse: toen de cri sis van de jaren dertig tot economi sche zuinigheid dwong en de opvat tingen over de leefstijl steeds meer de nadruk legden op licht en lucht en ruimte viel het gebruik van glas in lood radicaal terug. Na de oorlog is er een nieuwe op bloei van de Nederlandse glas in lood-kunst. Dat werd mede moge lijk, doordat een nieuwe 'gemeen- schaps-golf de kunstwereld over spoelde. Zoals regelmatig eerder was geschied in de kunstgeschiede nis was er ook nu weer een sterke stroming, die een integratie van wo nen, werken en kunst bepleitte. Het vanzelfsprekende contact met kunstwerken leidde tot een sterke ontwikkeling van de in de omge ving toegepaste kunsten. Dat werd (financieel) mede mogelijk gemaakt door het ontstaan van de percenta ge-regelingen (waarbij de overheid een bepaald percentage van de tota le bouwsom van een gebouw be steedde aan de 'decoratie' er van). De glasschilderkunst was een van de terreinen waarop de nieuwe ge meenschapszin kon worden bevor derd. In deze na-oorlogse ontwikkeling heeft Heinrich Campendonk een bepalende rol gespeeld. H(j was in 1936 Richard Roland Holst opge volgd als hoogleraar monumentale en versierende schilderkunst aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Cam pendonk heeft veel ontwerpen voor glas in lood-toepassingen gemaakt. Ze kenmerkten zich door een bijna grafische toepassing van lood in lichte, koele tinten glas. Cam- pendonks opvatting, dat in de ge bonden kunsten subjectiviteit zo veel mogelijk vermeden moest wor den en dat deze vorm van kunst vooral dienstbaar moest zijn, heeft veel navolging gehad. Het heeft, zoals men kon vermoeden, ook ge leid tot veel glasschilderkunst die té dienstbaar, té decoratief en opper vlakkig was. Compositie, vormge ving en materiaalbeheersing waren voor Campendonk van veel grote betekenis dan de inhoud. Veel werk van zijn leerlingen neigen daardoor tot een overdadige versiering en een figuratief-decoratief karakter. De Nederlandse monumentale kunst van de jaren vijftig en zestig doet niet voor niets zo ouderwets aan. Van geheel ander karakter was de ontwikkeling in het zuiden van het land. Aan de Jan van Eyckacademie in Maastricht werden glazeniers op geleid in een stijl, waarin behalve op het decoratieve ook op het inhoude lijke grote nadruk werd gelegd. Het werk van de leerlingen van deze 'school' heeft daardoor een tydlozer karakter en is zeker ook nu nog minder gedateerd dan die uit de Campendonk-school. Wereldbeeld In het einde van deze vorm van mo numentale kunst werkten de maat schappelijke veranderingen van de late jaren zestig een bepalende rol. De overwegende figuratieve en symbolische beglazingen werden geassocieerd met het gezagsgetrou we, gesloten wereldbeeld van de ja ren vijftig. Een moralistische kunst, zoals die was toegepast in kerken, scholen en openbare gebouwen sloot niet meer aan bij de tijdgeest. Met kunst de gemeenschap raken werd in de ogen van veel kunste naars een utopie. Daar kwam by, dat de belangstelling (en dus het geld) van de overheid steeds meer werd gericht om 'omgevingskunst' en minder op decoratieve. Boven dien ontwikkelde zich een visie op de functie van de monumentale kunst die meer de nadruk legde op de autonome kracht er van en min der op de dienstbaarheid aan de ar chitectuur. Er ontstond een nieuwe generatie glas-kunstenaaïs, die zich in hun werk 'los van de wand' heb ben gemaakt en glas gebruiken als medium voor autonome sculpturen en panelen. Ook de kerkelijke opdrachten zijn aan het eind van de jaren zestig nagenoeg ten einde gekomen: een nieuwe opvatting over het geloof die de nadruk legt op soberheid en oecumene laat geen ruimte aan een grootschalige toepassing van de glas in lood-kunst in de kerkgebou wen. In 1968 worden verschillende verenigingen van monumentaal werkende kunstenaars opgeheven: de glaskunst is te zeer los komen te staan van de ontwikkelingen in de vrije (schilder)kunst. Anders dan bijvoorbeeld in Duitsland en Frank rijk, waar de glaskunst nog steeds bloeit als gebonden kunstvorm en veelvuldig in de architectuur wordt toegepast, lijkt deze vorm van glas kunst in Nederland opnieuw in een dal te zijn beland. Als vrije kunstvorm is er echter wel degelijk sprake van een op bloei. Maar die heeft alleen nog maar het materiaal gemeen met de traditionele glaskunst. Licht cn Lood, dc eerste van een se rie van vijf tentoonstellingen gewijd aan dc geschiedenis van de glas in loodkunst van 1817 tot 1968, is te zien in het hoofdgebouw van Slot Zeist; ge opend t/m 30 april, di t/m vr 10-17 uur. za en zo 14-17 uur (op Goede Vrijdag en eerste paasdag gesloten). Bij de ten toonstellingen verschijnt het bock 'Glas in Lood' onder hoofdredactie van Carine Hoogveld cn onder eindredac tie van Ellinoor Bcrgvelt en Frans van Burkom; prijs f 49,50 (paperback) en f 69,50 (gebonden). Uitgave SDU Uitge verij Den Haag. Mondriaan niet op lijst tot behoud kunstvoorwerpen DEN HAAG (ANP) - Op dit moment zijn er geen redenen aanwezig het schilderij Compositie uit 1932 van Mondriaan te plaatsen op de lijst van beschermde kunstvoorwerpen in het kader van de Wet tot behoud van het Cultuurbezit. Minister Brinkman (WVC) zegt dit in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid Niessen (PvdA). Niessen vroeg de bewindsman al les in het werk te stellen om te voor komen dat dit schilderij van Piet Mondriaan, dat in particulier bezit is, wordt verkocht naar het buiten land. Hij stelde dat er sprake is van een leemte omdat het doek ont breekt op de lijst en daardoor vrij wel zeker naar het buitenland ver dwijnt. De eigenaar van het doek, de Stichting Van Eesteren, Fluck en Van Lohuizen, wil Compositie ver kopen om aan geld te komen voor onder meer architectonisch onder zoek. Congo' en Hebriana' afgelast LEIDEN De voorstelling 'Con go', die het Belgische gezelschap 'De Tijd' morgenavond in de Leidse Schouwburg zou geven, gaat niet door. De voorstelling is wegens ge brek aan belangstelling afgelast. Ook de voorstelling van Lars No- rèns 'Hebriana' - een produktie van het Nationale Toneel - op 2 april in het theater aan de Oude Vest kan geen doorgang vinden. Podium- technische problemen zijn de oor zaak van deze afgelasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21