'Kind heeft vaak een
heel goed geheugen
m m »qbbb>_
ZATERDAG 18 MAART 1989
EXTRA
PAGINA 31
Verhoor na mishandeling of incest blijft moeilijk
Het horen van kinderen die mishandeld zijn of seksueel misbruikt, blijft een delicate
aangelegenheid. De hulpverleners zijn erover verdeeld. Een aantal van hen is bereid de
politie voortdurend bij te staan, omdat die niet capabel is heel jonge kinderen te horen.
Anderen voelen daar volstrekt niet voor, en willen de taken van politie en hulpverlening juist
gescheiden houden. Mr. Wilma Kloosterman, chef van de kinder- en zedenpolitie in Utrecht,
benadert de zaken pragmatisch: zolang er geen alternatief is moet de politie kinderen horen.
"Kinderen hebben vaak een heel goed geheugen. Als we de dader hebben, blijken
waarnemingen van het kind vaak opvallend juist te zijn geweest".
door Theo Haerkens
"Als ik terugdenk aan de eerste keer
dat ik een kind moest horen in ver
band met een zedenmisdrijf, denk ik
ook: nou nou". Mr. Wilma Klooster
man, chef van de kinder- en zeden
politie in Utrecht, heeft met vallen
en opstaan het nodige geleerd over
het horen van kinderen die mishan
deld zijn of seksueel misbruikt.
"In de opleiding wordt de politie daar
niet speciaal in getraind, terwijl dat wel
nodig is. Kinderen kunnen niet op de
zelfde manier benaderd worden als vol
wassenen, en kleine kinderen zeker
niet". De kennis van de politie schiet te--
kort en daar is ze zich van bewust. Bij tijd
en wijle roept de politie de hulp in van
psychologen en pedagogen, maar er
wordt gezocht naar een meer blijvende
oplossing.
Net als voor volwassenen is het voor
kinderen moeilijk te praten over hele na
re dingen die hen zijn overkomen. Dat
het verhaal tegen een vreemde van de po
litie verteld moet worden, maakt het niet
gemakkelijker. Kloosterman heeft in
middels ervaring opgedaan met tiental
len kinderen. Meestal neemt ze het kind
apart ("twee volwassenen geeft zo'n zwa
re overmacht") en begint een praatje
over koetjes en kalfjes. "Ben je vandaag
naar school geweest? Hoe was het daar?"
Op hun gemak
Het is belangrijk dat de kinderen op hun
gemak worden gesteld. Zonodig neemt
Kloosterman ze mee voor een wandelin
getje door het politiebureau. Ze laat dan
zien waar moeder zit te wachten. En als
het kind dat prettig vindt gaat ze er in
haar kamer gezellig mee op de grond zit
ten. Er is in de regel geen derde bij het ge
sprek aanwezig. Alleen als het op een an
dere manier niet gaat mag de moeder er
bij blijven.
Kinderen reageren heel verschillend
als mishandeling of misbruik, meestal
incest, ter sprake wordt gebracht. Er zijn
er die heel gemakkelijk vertellen wat er
gebeurd is, maar andere kinderen draai
en voortdurend om de hete brij heen. De
politievrouw herinnert zich een jongetje
dat in een auto was meegenomen. Dat
wilde hij wel vertellen, maar hij ging niet
in op wat er daarna gebeurde. Steevast
besloot hij met 'en toen was ik weer op
het grasveldje en toen ging ik weer naar
huis'. Mevrouw Kloosterman: "Kenne
lijk was het te benauwend om daarover
te praten of aan terug te denken".
Voordat de politie kan beginnen met
de opsporing van de dader bij zeden
delicten gaat het meestal om mannen
moet men zo nauwkeurig mogelijk op de
hoogte zijn van wat zich heeft afge
speeld. De moeilijkheid is de vraag zo in
te kleden dat het kind zich er niet van af
kan maken met een eenvoudig 'ja' of
'nee'. Als de vragen te veel suggesties in
houden bestaat het risico dat het kind op
een bepaald spoor wordt gezet. Later
wreekt zich dat, want als er een strafzaak
van komt neemt de rechter daar geen ge
noegen mee.
Als een kind goed meewerkt en een
duidelijk verhaal vertelt, is de zaak nog
niet opgelost. De politie moet er wel van
overtuigd zijn dat het verhaal juist is. Het
komt wel voor dat kinderen een voorge
kookt verhaal vertellen. Denk aan echt
scheidingen waarbij moeders op die ma
nier proberen de vader een hak te zetten.
"Het kind vertelt dan dat papa dat en dat
gedaan heeft, maar als je dan doorvraagt
is er geen verhaal. Daar prik je vaak snel
doorheen".
Eigen woorden
Andere kinderen zijn zo bang om te ver
tellen wat er gebeurd is dat ze proberen
die antwoorden te geven waarvan ze den
ken dat de ondervrager die wil horen. De
politie is er erg op gespitst te voorkomen
dat ze op die manier in de maling wordt
genomen. Kloosterman laat kinderen
graag in eigen woorden omschrijven wat
ze gezien en ervaren hebben: '...en toen
ging zijn piemel zweten...en toen stopte
hij dat slangetje erin'.
"Dat zijn dingen die kinderen niet
kunnen verzinnen", zegt ze. "Voor het
verloop van het gesprek met de politie is
het eigenlijk het beste als de ouders het
kind nog niet helemaal hebben 'doorge
zaagd'. "Natuurlijk willen ouders weten
wat er gebeurd is. Dat moet ook, want an
ders komen ze met allerlei kleinigheden
hier. Maar het is ook niet goed als het
plaatje al helemaal is ingevuld wanneer
het kind hier komt".
Niet altijd komen kinderen kort na het
zedenmisdrijf bij de politie terecht.
Soms gaat daar wel een week of twee
overheen. De angst voor straf of de angst
niet geloofd te worden kan ertoe leiden
dat het slachtoffertje de zaak niet bij de
ouders aankaart. En het komt ook wel
voor dat een kind denkt dat het de zaak
aan de orde heeft gesteld zonder dat dat
is opgemerkt. Bij incest zwijgen kinde
ren wel uit loyaliteit voor de dader. Uit
eindelijk komt het toch uit omdat kinde
ren plotseling gaan bedplassen of last
krijgen van nachtmerries.
Kloosterman heeft niet de indruk dat
het verstrijken van tijd het onderzoek
per se nadelig beïnvloedt. "Kinderen
hebben vaak een heel goed geheugen.
Als we de dader hebben, blijken waarne
mingen van het kind vaak opvallend
juist te zijn geweest".
Er is weinig reden om aan te nemen
dat politiemensen niet net zo goed als an
dere volwassenen kunnen omgaan met
kinderen. Maar er is wel behoefte aan
meer achtergrondkennis. Volwassenen
zijn niet altijd op de hoogte van wat een
kind kan of weet. En het is belangrijk dat
men zich daarvan bewust is. "Als een
kind zegt dat het in een rode auto is mee
genomen, vraag ik altijd of het in deze
kamer iets roods kan aanwijzen", illu
streert Kloosterman.
Signaal
De politie is zich bewust van haar beper
kingen, daarom wordt in een aantal ge
vallen een beroep gedaan op de hulpver
lening. Psychologen en pedagogen be
schikken over een uitgebreid scala van
technieken om erachter te komen of er
met kinderen iets aan de hand is. Boven
dien weten zij bij uitstek wat normaal is
of juist afwijkend voor een kind van drie,
van zes of van veertien.
"Een kind van vijf of zes jaar weet
doorgaans niet wat geslachtsgemeen
schap is, dat is hoogstens stoeien. Is het
kind wel op de hoogte, dan is dat een sig
naal dat er iets mis kan zijn", illustreert
dr. R. Bullens, directeur van het Ambu
lant Bureau Jeugd welzijnszorg in Lei
den.
Het probleem bij het inschakelen van
deze deskundigen is echter dat de taken
van politie en hulpverlening niet dezelf
de zijn. Moet de hulpverlener zich opspo
ringsvaardigheden eigen gaan maken?
Of is het beter dat de politie zich verdiept
in de psyche van het kind?
Hierover is de hulpverlening volstrekt
verdeeld. Bullens vindt dat hulpverle
ners de kinderen moeten horen. "Als een
verhoor niet correct wordt afgenomen
kan dat veel schade veroorzaken". Hij
bepleit een systeem met reizende ge
dragswetenschappers die in een bepaal
de regio kinderen horen. De politie moet
dan vanachter een doorzichtige spiegel
het gesprek volgen en proces verbaal op
maken. Zo is de kwaliteit van het onder
zoek gewaarborgd, het enige wat telt
voor de rechter.
Bullens vindt het geen bezwaar dat de
hulpverlener de verantwoordelijkheid
van de politie deelt. "Als het er om gaat
incest te stoppen moet er boven tafel ko
men wat er aan de hand is. Je verricht
een taak onder het toeziend oog van de
politie en die draagt de uiteindelijke ver
antwoordelijkheid".
Objectief
Kinderpsychiater en seksuoloog drs. F.
Bruinsma in Utrecht ziet niets in deze
opvatting. De politie moet objectief ge
gevens verzamelen, en dat is niet te com
bineren met het verlenen van hulp, is zijn
opvatting. Hij vergelijkt de hulpverlener
met een dokter die in een noodgeval een
bloedtransfusie toedient. Het is dan hele
maal niet nodig precies uit te zoeken wat
er aan de hand is, onmiddellijk ingrijpen
is geboden.
Bruinsma voelt er niet voor zich als
hulpverlener voor het karretje van de po
litie te laten spannen. "Wij hebben de
wijsheid niet in pacht en we zijn boven
dien niet deskundig als het gaat om be
wijsvoering. Dat is iets van de politie,
daar moeten wij niet in treden". Hij ziet
meer in een constructie waarbij politie
Mr. Wilma Kloosterman, chef van de kinder- en zedenpolitie in Utrecht:Vaak prikje er snel doorheen'
en hulpverlening samenwerken in een
panel, waarbij de taken zorgvuldig ge
scheiden blijven.
De kinderpsychiater is het ook niet
eens met de opvatting van Bullens dat
het opsporen van de dader altijd in het
belang is van het slachtoffertje. Onmid
dellijke hulp is veel belangrijker. Een
voorbeeld: "Als een kind geplaagd wordt
door nachtmerries moet de ouder accep
teren dat er spoken zijn in het kinderka
mertje en proberen of hij of zij ze weg
kan krijgen. Dat is voor het kind veel be
langrijker dan de simpele mededeling
dat er geen spoken bestaan".
Als ouders daarmee volstaan, blijft het
kind met zijn angst zitten en bovendien
met het gevoel dat niemand hem gelooft.
Voor de verwerking van een traumati
sche ervaring als mishandeling of seksu
eel misbruik, geldt in principe hetzelfde.
Daarom is het zo belangrijk een kind de
kans te geven uiting te geven aan zijn er
varingen. "Of het feitelijk allemaal juist
is, is van minder belang, maar voor het
politie-onderzoek ligt dat natuurlijk an
ders".
DINGEN VAN DE WEEK
DOPING
Het regeringsonder zoek in Toronto naar
het dopinggebruik van Canadese sport
lieden levert elke dag weer groot spekta
kel op. Tot dusver zwegen trainers en at
leten als het graf over het gebruik van al
lerlei middelen, maar voor die Canadese
commissie lopen lieden als Charlie Fran
cis, de trainer van de in Seoul betrapte
Ben Johnson, en een sprintster als Issa-
jenko ineens leeg als een gieter.
Hoogst merkwaardig. Ze hadden toch
gemakkelijk, in plaats van zichzelf zwart
te maken, in de gebruikelijke vaagheid
en weet-niet-verhalen kunnen vluchten?
Wat is daar aan de hand in Toronto? Een
verkeerd pilletje geslikt misschien?
Dank zij al die openhartigheid staan
we nu op voet van vertrouwelijkheid met
middelen als anavar,.stanozolol, diana-
bol, furazabol, diuretica en iets dat ken
nelijk zo verschrikkelijk is dat het alleen
met een lettercombinatie kan worden
aangeduid: HGH. Het is een indrukwek
kende kroniek van wat je allemaal aan
vuiligheid in je sport?)lijf kunt stoppen.
Kijk naar Johnson wat er dan met je kan
gebeuren. Ooit was hij een mooie, slanke
atleet. Wat in Seoul uit de startblokken
kwam, was een door de pharmacie gete
kend gedrocht.
In een eenzijdige Canadese actie tegen
het dopinggebruik zag Francis deson
danks niets. Hij trok daarbij een verge
lijking met de ontwapeningsgesprekken.
"Als je zelf al tot ontwapening overgaat,
verlies je je onderhandelingspositie". In
dat licht ziet hij sportprestaties dus: in
termen van oorlog.
Eigenlijk zou elk behoorlijk sportland
een dopingonderzoek moeten doen zoals
nu in Canada wordt gehouden. Maar na
de onthullingen daar kijkt men ongetwij
feld wel mooi uit. Te veel commerciële be
langen (het is een miljardenzaak gewor
den) zouden erdoor worden geschaad.
Het kijkje in de spelonken van de top
sport dat Toronto ons biedt, is al erg ge
noeg.
Wat in Canada aan het licht komt, zal
als een geïsoleerde Canadese zaak wor
den beschouwd. Dat is de veiligste ge
dragslijn. Als het om huichelarij gaat,
kan niets en niemand de internationale
sportbonzen naar de kroon steken.
Doping blijft nauw met de topsport
verbonden. Dat staat vast. Voor de lieden
die in dit wereldje de koorden van de
geldbuidel in handen hebben, zal de eni
ge les van Toronto zijn dat er nog heviger
moet worden gezocht naar middelen die
niet in plasjes zijn terug te vinden.
Misschien wordt Johnson over twintig
jaar gewoon gerehabiliteerd, omdat men
dan lacht om de middeltjes die hij tot zich
nam, zoals we nu over zoiets kinderach
tigs als efedrine lachen. In het jaar 2010
of daaromtrent stoppen atleten eenvou
dig een raket in hun bast, waarmee ze bij
wers, ja. En inderdaad ook lieden die
zijn uitgerust met koopmansgeest. Krui
deniers, predikdnten, onderwijzers en
ramptoeristen, ze zijn uit voorraad lever
baar. Zoals ook de bemoeials die anderen
met een belerend vingertje vertellen wat
goed is en wat niet, zonder daar eigenlijk
zelf weet van te hebben.
Een nieuwe groep dringt zich nu meer
en meer naar de voorgrond, die van de
verontruste bellers. Er hoeft maar iets te
gebeuren dat het regelmatige levensritme
even uit de maat laat gaan of het num
mer van de plaatselijke politie wordt in
getoetst. Of ze draaien de cijfers die hen
in verbinding stelt met de NOS of de om
roepvereniging van hun keuze.
Niet zo lang geleden ging ergens in
Overijssel een paar kilo vuurwerk af.
Prompt werd de politie plat gebeld met
de vraag of de Derde Wereldoorlog soms
was uitgebroken. Deze week was het weer
zo ver. Opnieuw werd veelvuldig contact
gezocht met de meldkamer van de plaat
selijke politie; de opbellers zeiden veront
rust het licht te hebben gezien. In het
Noorden. Of dat te maken had met een
kernproef, een vliegende schotel of een ge
lanceerd kopje. Maar nee, het was het
noorderlicht maar. Een zucht van ver
lichting ging door Moeder Natuurs eigen
babbelbox. En de PTT telde intussen te
vreden het aantal tikken.
GERARD VAN PUTTEN
verstand, maar z'n politieke aanhang
kwijt. En wanbestuur is het belangrijkste
kenmerk van alle apartheids-bestuur
ders, De Klerk incluis.
De voornaamste vraag is of de zwarte
meerderheid op dit moment enig baat
heeft bij de verwarring in het blanke
kamp. Juist nu een belangrijke advies
commissie van de regering tot het inzicht
is gekomen dat ook de zwarten recht heb
ben op kiesrecht, en juist nu de Neder
duits hervormde kerk eindelijk heeft be
grepen dat ze jarenlang ten onrechte het
verderfelijke apartheidssysteem heeft
verdedigd, lijkt een machtsstrijd aan de
Zuidafrxkaanse top alleen maar vertra
gend te werken op het weggummen van
de zwart-wit tegenstellingen in het land.
Botha, De Klerk en hoe al die andere
verknipte apartheidsdenkers en -doeners
ook mogen heten, het blijft toch een stelle
tje lieden op wie de term nitwits wel heel
nadrukkelijk van toepassing is.
BERT PAAUW
STADHUIS
NITWITS
Ben Johnson. Wat in Seoul uit de startblokken kwam, was
pharmacie getekend gedrocht.
goede afstelling net niet exploderen. En
die tevens voor een plasje zorgt zo zuiver
als een bruidskleed.
Voor de oude Grieken was sport een
middel om te komen tot het ideaal van
een gezond lichaam en een gezonde geest.
Wie goed luistert, hoort nu van de Olym
pus hol gelach komen.
- RUUD PAAUW
NOORDERLICHT
Een waarschuwing vooraf. Wie gewend
is te zoeken naar nuances moet het onder
staande vooral niet lezen. In het leven
van alledag liggen al meer dan genoeg
ergernissen opgesloten en het strekt be
paald niet tot aanbeveling de gemoede
ren nog meer te verhitten door iets dat ge
rust kan worden overgeslagen. Zo, nu we
als beperkte groep van ongezouten me
ningverkondigers fijn onder elkaar zijn,
kunnen de dingen eindelijk weer eens bij
(foto AP)
de naam worden genoemd. Trouw aan
het devies: Ons vooroordeel is ons oordeel.
De wijzen komen uit het Oosten, ook al
zou je dat op grond van recente voorval
len niet altijd zeggen. En ach, dat het Zui
den weinig meer heeft te biedUn dan veel
zonuren, door warmbloedigheid opgefok
te standjes en een aantal bananenrepu
blieken, ook dat hebben we nooit onder
stoelen of banken gestoken.
En het Noorden? Saai en koud is het
daar, al wordt het dan veelvuldig besche
nen door het noorderlicht. Maar wat het
Westen nu eigenlijk heeft te bieden behal
ve een schijnwereld waarin de een de sta
tus van de ander najaagt in een nooit af
latende competitie, verzin het maar.
Neem de Verenigde Staten, waarvan de
samenleving het midden houdt tussen die
van een openluchttheateren een niet
overkapt krankzinnigengesticht.
En hoe zit het met Nederland, wat komt
daar eigenlijk vandaan? Bruggenbou-
De Grote Krokodil. Die bijnaam verwierf
de Zuidafrxkaanse president Pieter Wil
lem Botha zich de afgelopen tien jaar
vanwege de rigoureuze manier waarop
hij zijn politieke tegenstanders verslond.
Autoritair en zonder mededogen werd ie
dereen die hem in de politieke arena voor
de voeten liep uitgeschakeld. Maar het
ziet er nu naar uit dat de 73-jarige 'alles-
eter' zelf als hapklare brok fungeert voor
een ongeduldige meute politici die hem
rauw lust.
Wie had dat pakweg vier maanden ge
leden kunnen denken. De positie van Bo
tha leek toen nog onaantastbaar. Maar
aan de Zuidafrikaanse top kun je je ken
nelijk geen ziekte veroorloven. En al hele
maal geen lichte beroerte, zoals Botha en
kele maanden geleden overkwam. De 52-
jarige Frederik de Klerk heeft in de tus
sentijd geprobeerd de zetel te beklimmen
waarop Botha formeel nog tot maart vol
gend jaar mag blijven zitten.
Alleen wanbestuur of verlies van gees
telijke vermogens kunnen hem volgens
wettelijke normen daar vanaf doen tui
melen. Over die boeg hoeft De Klerk het
overigens niet te gooien. Botha is niet z'n
Het was in het jaar 2020. Ik klopte aan bij
het Haagse stadhuis om mijn rijbewijs te
laten verlengen. Maar het gebouw bleek
in gebruik als tehuis voor asociale over
heidsdienaars, mensen met onaangepast
gedrag, verstotenen uit de Schilderswijk.
De portier stelde zich voor als Duives-
teijn, in dienst van het Algemeen Burger
lijk Pensioenfonds.
Hij bleek de enige te zijn die de huur
niet kon betalen en nog moest werken
voor zijn geld: failliet gegaan als ontwik
kelaar van dubieuze projecten. De overi
ge bejaarden in het pand baadden zich
in weelde: allemaal voormalige ambte
naren met een ABP-pensioen, slapend
rijk geworden door het gespeculeer van
hun vroegere baas, de gemeente Den
Haag (en ene wethouder Duivesteijn in
het bijzonder).
Ik liep naar het oude stadhuis. Er werd
les gegeven aan ouderen die hun kennis
wilden opfrissen. In de banken zat maar
één leerling, die zich voorstelde als Van
Otterloo. Hij was al bijna 30 jaar bezig
met het schrijven van 320 miljoen strafre
gels: Ik had moeten aftreden, maar vond
mijn carrière belangrijker.
(Wat voorafging: in 1989 besloot de ge
meente Den Haag op voorstel van wet
houder Duivesteijn tot de bouw van een
nieuw stadhuis, ontworpen door een
Amerikaanse architect-van-naam, Ri
chard Meier. Het mocht niet meer kosten
dan 320 miljoen gulden, maar de eindaf
rekening in 2000 liet voor 200 miljoen
overschrijdingen zien. De wethouder van
financiën, Van Otterloo, had dat voor
speld, maar sloeg zijn eigen waarschu
wingen in de wind omdat hij het pluche
niet wilde verlaten. Beide wethouders
noemden zich socialist).
WIM FORTUIN