De Derde Wereld van Amerika
Voor tienduizenden vluchtelingen in de 'colonias' nauwelijks toekomst
ZATERDAG 18 MAART 1989
EXTRA
PAGINA 29
Sinds jaar en dag zijn Mexicanen de
3000 kilometer lange grens met de
Verenigde Staten overgestoken, op
zoek naar een beter bestaan. Vele
honderdduizenden konden de
magnetische aantrekkingskracht van
het rijke Amerika niet weerstaan en
trokken noordwaarts. Maar nieuw is
dat naast die stroom Mexicanen een
tweede stroom van Midden-
Amerikanen is ontstaan. Ze
verblijven in z.g. colonias, armoedige
nederzettingen die in de loop der
jaren rond steden als Brownsville en
El Paso zijn ontstaan. De colonias
zijn de Derde Wereld van Amerika.
Ze leiden er een bestaan dat je in
Latijns-Amerika of Azië verwacht,
maar niet in de VS.
door Henk Dam
Victor Mendizabal (25) had tot vlak
voor de laatste Kerst een mooie
vrouw, twee zonen en een eigen be
drijfje, een winkel in veevoer in
Guatemala City, de hoofdstad van
Guatemala.
Victor zit nu als politieke vluchteling in
het overvolle Rode-Kruiskamp in
Brownsville, een stadje in de uiterste
zuidpunt van Texas. Z'n zonen zijn bij fa
milie in Guatemala, z'n winkel is opge
doekt, en z'n vrouw Rosa is weg. Hij
heeft dat te danken aan het feit dat een
van zijn klanten in Guatemala City een
hoge militair was. Die militair had een
grote boerderij buiten de stad, en Mendi
zabal bracht er geregeld zijn veevoer
naartoe.
Maar de streek zat vol guerrilleros, en
op een kwade dag in december kwam
Victor hen op het uitgestrekte terrein
van de boerderij tegen. Ze waren bezig
koeien te slachten, want ze hadden hon
ger. De guerrilleros vroegen aan Victpr
of hij voor de militair werkte. Hij vertel
de van zijn winkel. Ze vroegen hem waar
hij vandaan kwam. Toen hij zei dat hij in
de bergen geboren was, zeiden ze:
"Waarom ga je niet met ons mee? Zo ie
mand als jij kunnen we goed gebruiken".
Maar hij wilde niet, en verzon- een
smoes. Over z'n vrouw, z'n kinderen, en
dat hij tijd nodig had. Victor bofte, want
de guerrilleros lieten hem gaan. Maar de
toevallige ontmoeting had grote gevol
gen. Want op de een of andere manier
raakte het in de buurt bekend dat Victor
met de guerrilleros had gepraat. Dat ver
anderde alles. Angst was sindsdien de
vaste metgezel van Victor en Rosa.
De guerrilleros zouden kunnen den
ken dat hij een verklikker was, en hem
daarvoor kunnen straffen. En als de mili
tairen ervan hoorden, zouden ze hem
kunnen oppakken en verhoren. En ie
dereen wist wat dat betekende. In paniek
besloten Victor en Rosa te vluchten. Dat
was vooral op aandringen van de zus van
Rosa, die in de Verenigde Staten, in Los
Angeles, woonde. Ze zei: "Kom toch ook.
Het is heel makkelijk. Ik zorg wel voor
jullie".
Zoeken
Rosa ging het eerst, op 22 december. Ze
volgde de beproefde route. Met hulp van
een coyote, een mensensmokkelaar, ging
ze met de bus van Guatemala City dwars
door Mexico naar de grens bij Browns
ville. Daar stak ze de ondiepe Rio Grande
over, en eenmaal in het beloofde land zei
ze aan la migra, de douane, dat ze een po
litieke vluchteling was. Daarom mocht
ze in ieder geval voorlopig blijven, totdat
de rechter zich over haar zaak zou bui
gen.
In Guatemala City rondde Victor in
tussen zijn zaken af. Haast elke dag hoor
de hij wel van zijn vrouw. Ze stuurde
briefjes, en soms belde ze op. Zegt: "Tot
17 januari was dat. Toen hoorde ik niets
meer van haar".
De doodongeruste Victor besloot haar
een paar dagen later te gaan zoeken. De
kinderen werden bij familieleden onder
gebracht, en hij stapte op de bus richting
Amerika, net zoals zijn vrouw dat een
maandje eerder had gedaan. In Browns
ville zocht hij alle kampen af, praatte met
iedereen die hij maar tegenkwam, ging
naar de politie, naar de douane. Hij
plaatste zelfs in de Brownsville Herald
een advertentie met de vraag: "Wie weet
waar Rosa Julieta Vasquez de Mendiza
bal is?". Maar hij hoorde niets.
Dagelijks terugkerend tafereel: immigranten steken de Rio Grande over.
Nu zit Victor in het Rode-Kruiskamp,
te wachten. De Amerikaanse vrijwilli
gers daar prijzen hem omdat hij nooit te
beroerd is een handje uit te steken. Ver
legen zegt hij: "Ik heb altijd gewerkt".
En als hij maar werkt, dan hoeft hij niet
steeds aan zijn vrouw te denken.
"Nee", zegt hij met gebogen hoofd, "ik
weet niet of ze nog leeft. Haar zus in Los
Angeles heeft ook niets van haar ge
hoord, niemand heeft iets gehoord. Dus
ik blijf maar hier. Op 24 april hoor ik of ik
politiek asiel krijg. Ik hoop dat ik hier
mag blijven, want dan kan ik m'n zonen
laten komen. Terug kan ik niet meer".
Littekens
Het verhaal van Victor en Rosa is er maar
een van de duizenden die je kunt horen
als je in de vluchtelingenkampen van
Brownsville gaat praten. Want alle Gua-
temalteken, Hondurezen, Salvadoria-
nen, Mexicanen en Nicaraguanen heb
ben hun eigen reden gehad om uit hun
vaderland te vertrekken en de moeilijke
en gevaarlijke reis naar het noorden te
ondernemen.
In veruit de meeste gevallen is die re
den economisch. Dan hebben ze ge
hoord dat er in Amerika werk is, dat er 20
keer zo veel wordt betaald als in hun ei
gen land, en dat ook als je illegaal bent
de werkgevers voor je in de rij staan.
Sommigen hebben andere redenen.
Rosa Hernandez Flores ging met haar 11-
jarige dochter Lidia weg uit Honduras
toen haar man, van wie ze lang geschei
den had geleefd, haar zei dat ze weer bij
hem moest komen wonen. "Dat wilde ik
niet. Want mijn man vermoordt mensen.
Ik weet niet in wiens opdracht, of het
voor de militairen is of voor een politieke
partij, maar hij vermoordt steeds men
sen. Ik was bang dat Lidia en ik ook ver
moord zouden worden als we niet bij
hem zouden gaan wonen".
En de 38-jarige Rolando uit San Juan
Tepezontles, El Salvador, heeft ook een
reden. "Zie je dit", zegt hij, wijzend op de
littekens op zijn wang, voorhoofd en
been. "Dat is van kogels". Hij wijst ver
volgens op zijn arm en z'n zij: "Dat is van
messteken. Ik werkte voor de S-2, de mi
litaire geheime dienst. Ik had er genoeg
van en daarom ben ik weggegaan. Ons
hele land wordt vernietigd. Het is econo
misch kapot. Het is politiek kapot.
Overal zijn doodseskaders. Er zijn bom
men in de hoofdstad, in taxi's, in fabrie
ken. Het is het land van la muerte, de
dood".
Nieuw
Sinds jaar en dag zijn Mexicanen de 3000
kilometer lange grens met de Verenigde
Staten overgestoken, op zoek naar een
beter bestaan. Vele honderdduizenden
konden de magnetische aantrekkings
kracht van het rijke Amerika niet weer
staan en trokken noordwaarts. Maar
nieuw is dat naast die stroom Mexicanen
een tweede stroom van Midden-Ameri
kanen is ontstaan. Anders dan bij de
Mexicanen, die op tal van punten de
grens oversteken, komen de Midden-
Amerikanen bijna allemaal via Browns
ville het land binnen. Dat komt omdat
dat stadje het dichtst bij hun vaderland
ligt.
Cijfers van de Amerikaanse immigra
tiedienst, de Immigration and Naturali
zation Service (INS), laten zien hoe de
stroom is gegroeid sinds de lente van vo
rig jaar. Dat kon aardig worden bijgehou
den omdat vrijwel alle Middenameri-
kaanse immigranten zich bij de autoritei
ten aanmelden.
Allemaal zeiden ze politieke vluchte
lingen te zijn. Dat verzekerde hen van
een verblijf van ten minste enkele maan
den in de VS. Want politieke vluchtelin
gen mogen hun zaak voor de rechter
brengen, hebben beroepsmogelijkheden
en andere rechten die allemaal tijdwinst
opleveren.
Juni vorig jaar meldden zich op deze
manier 1900 politieke vluchtelingen uit
Middenamerikaanse landen. In augustus
waren dat er 2800, in september 5500, in
november 7700 en in de periode tussen 9
januari en 21 februari van dit jaar meer
dan 13.000.
Eind vorig jaar zag de INS de situatie
volledig uit de hand lopen. Op basis van
berichten van Amerikaanse diplomaten
schatte de INS dat, als er niets gebeurde,
in 1989 meer dan 100.000 Midden-Ameri
kanen als politieke vluchtelingen naar
Brownsville zouden komen.
Er moest snel gehandeld worden, en
daarom werd op 15 december een nieu
we regeling van kracht. Tot die datum
konden de immigranten namelijk poli
tiek asiel in Brownsville aanvragen, en
vervolgens, in afwachting van hun
rechtszaak, gaan waarheen ze wilden. De
meesten trokken naar familieleden of
vrienden in Miami en Los Angeles, meld
den zich daar bij de autoriteiten aan als
vluchteling, en doken onder als het er
niet goed voor hen begon uit te zien. Dat
gaf dan niets, want als illegaal kun je het
heel lang in Amerika uithouden.
Uitspraak
Dat veranderde dus op 15 december.
De immigranten mochten toen niet meer
uit de omgeving van Brownsville ver
trekken, maar moesten daar blijven
wachten op de uitspraak in hun asiel
zaak. De maatregel had het gewenste ef
fect, en zorgde voor een kleinere stroom.
Maar niet zo klein dat er niet acuut pro
blemen ontstonden. Want tussen 15 de
cember en 9 januari meldden zich 1700
vluchtelingen aan. Die moesten dus alle
maal in Brownsville blijven, en daar was
het armoedige, 90.000 inwoners tellende
stadje niet op berekend.
Gemeentesecretaris Steve Fitzgi fa-
bons: "Ze sliepen in de straten hier, en in
een motel dat op het punt stond te wor
den afgebroken. Er was daar niets, geen
stromend water, geen riolering, niets,
dus dat was een gevaar voor de volksge
zondheid. Toen het motel vol was, was er
helemaal geen uitweg meer. Op dat mo
ment opende een roomskatholieke non,
zuster Juliana, een terrein van de kerk
voor hen. Er werden daar tenten opgezet,
en dus zaten er hele families in tenten.
Het was absoluut onhoudbaar aan het
worden".
Maar deed de federale regering dan
niets? Het probleem was tenslotte ver
oorzaakt door een federale dienst, de
INS. Fitzgibbons: "Precies. Maar de fe
derale regering reageerde op z'n minst
erg langzaam. Begin januari was het hier
zo ernstig geworden dat het Rode Kruis
besloot te gaan helpen, en pas toen ging
het beter".
Ademhalen
De irritatie over het gebrek aan optreden
van de regering werd zo groot dat de bur
gemeester van de aanpalende gemeente
Harlingen begin januari het kantoor van
de INS domweg sloot. Dat trok de aan
dacht, en met de gewenste resultaten. Op
9 januari werd de INS-maatregel terug
gedraaid, en konden politieke vluchte
lingen dus weer, na aanmelding, gaan
waarheen ze wilden. De druk was daar
mee enigszins van de ketel. Brownsville
en Harlingen konden weer een beetje
ademhalen.
Maar de INS niet, want onmiddellijk
zwol de stroom Midden-Amerikanen
weer aan. Zoals gezegd: tussen 9 januari
en 21 februari waren het er meer dan
13.000, van wie 4700 uit Nicaragua, 3800
uit El Salvador, 3400 uit Honduras en
1600 uit Guatemala.
Maar toen, op 21 februari, werd weer
nieuw beleid van kracht. In de eerste
plaats werd het aantal agenten verdub
beld dat bij Brownsville de grens be
waakt (en die grens bestaat uit de makke
lijk over te steken Rio Grande). Boven
dien werden alle immigranten die zich
aanmeldden direct in kampen gestopt en
werd de procedure waarmee over hun
asiel-aanvraag werd beslist, drastisch
versneld. Nu wordt, als het even kan,
binnen een week een bindende beslis
sing genomen. Wie wordt afgewezen
wordt op het vliegtuig gezet.
Dat nieuwe beleid had twee gevolgen.
Virginia Kice, woordvoerster van de
INS: "In de eerste plaats nam het aantal
asiel-aanvragen drastisch af. We krijgen
nu nog maar 20 tot 25 aanvragen per dag,
en dat waren er dus meer dan 300".
Het tweede gevolg was dat de mensen
die zich aanmeldden vast kwamen te zit
ten. Gezinnen belandden en belanden
in het Rode-Kruiskamp dat gevestigd
is in een gebouwencomplex waar ooit
het ministerie van landbouw geïmpor
teerde groenten, fruit en vee op onge
dierte en ziekten onderzocht.
Gevangenis
Het is een kamp dat z'n bijna 900 inwo
ners relatief veel vrijheid biedt. Ze mo
gen erin en eruit, en binnen is er een keu
ken, er wordt een kliniek gebouwd en er
zijn slaapplaatsen. Heel wat grimmiger is
het in het kamp voor degenen die in hun
eentje de reis naar Amerika onderna
men. Zij zitten in het Port Isabel Deten
tie Centrum, een 150 hectare groot stuk
land van de INS, met in het midden een
gevangenis.
Die gevangenis bestaat uit gebouwen
en tenten (die als slaapplaatsen dienen)
en is omgeven door een hoog hek met
prikkeldraad. Om het hek patrouilleren
een kleine 100 veiligheidsmensen die
van een particuliere bewakingsfirma zijn
gehuurd. Binnen bevinden zich ruim
2000 vluchtelingen, die allemaal gekleed
gaan in oranje overalls en blauwe tennis
schoenen. Ze doden er de tijd met spor
ten tot hun in bijna alle gevallen zekere
deportatie. De stemming is slecht, en er
wordt nogal wat gevochten. Journalisten
mogen niet meer naar binnen, uit angst
voor een opstand.
De roomskatholieke bisschoppen
noemden het kamp onlangs in een ver
klaring "het grootste concentratiekamp
op Amerikaans grondgebied sinds de ge
vangenneming van Japanse Amerika
nen tijdens de Tweede Wereldoorlog,
een zwarte bladzij in onze geschiedenis".
De INS is in ieder geval tevreden. Woord
voerster Virginia Kice: "Het feit dat zich
nog maar zo weinig vluchtelingen aan
melden betekent dat ons beleid werkt".
Dr. Tony Zavaleta, een medisch antro
poloog uit Brownsville, gespecialiseerd
in het vraagstuk van de immigranten:
"Wat de INS zegt is echt ongelooflijk
stom. Natuurlijk maakt dit aan de immi
gratie geen eind. Wat er nu gebeurt is dat
de immigranten zich niet meer aanmel
den maar meteen ondergronds gaan. En
als ze merken dat ze hier niet meer de ri
vier over komen omdat er zo goed be
waakt wordt, dan gaan ze naar El Paso, of
naar Californië. De stroom gaat gewoon
door, alleen meer onopgemerkt".
Ringen
Het probleem, aldus Zavaleta, kan alleen
in de Middenamerikaanse landen en
Mexico zelf worden opgelost. "Zolang
daar de economische en politieke om
standigheden zijn zoals ze zijn en de
Amerikaanse regering draagt daarvoor
op z'n minst voor een deel de verant
woordelijkheid zullen de immigranten
blijven komen".
Zolang ook zullen de 'colonias' blijven
groeien, de ringen van armoedige neder
zettingen, die in de loop der jaren rond
steden als Brownsville en El Paso zijn
ontstaan. Die colonias zijn de Derde We
reld van Amerika. Ze bestaan uit eenvou
dige huisjes, veelal zonder stromend wa
ter of riolering en in sommige gevallen
zelfs zonder elektriciteit. Hier komen
veel immigranten terecht. Ze leiden er
een bestaan dat je in Latijns-Amerika of
Azië verwacht, maar niet in de VS.
Dysenterie, tbc en hepatitis zijn in de
colonias normaal. Zapaleta, die er een ge
neeskundige dienst leidt: "Ik krijg dok
ters uit het hele land op bezoek omdat ze
in de colonias ziekten kunnen bestude
ren die elders in het land niet voorko-
Zolang het probleem van de immi
granten voortduurt zullen verder in de
Brownsville Herald wel advertenties te
zien zijn zoals die van Victor Mendizabal,
die elke dag weer hoopt misschien toch
nog iets van zijn Rosa te horen. Je vindt
ze in de rubriek 'Persoonlijk', naast ad
vertenties waarin mensen uit de betere
gedeelten van het land (Washington,
New York) vragen om pasgeboren adop
tiekinderen. "U mag op onze kosten bel
len. Alle uitgaven worden vergoed. Wij
zullen een liefdevol huis geven en een ze
kere toekomst".
Het is allemaal misschien wel goed be
doeld, maar dat maakt het niet minder
vreselijk. Het is mikken op de wanhoop
van de immigranten. Wat de "jonge, ge
lukkig getrouwde" echtparen uit de ad
vertenties hopen, is dat sommige immi
granten zo diep in de ellende zitten dat ze
hun eigen baby's van de hand willen
doen.
-"■? Mammam
Rosa Hernandez Flores met haar 11 jaar oude dochter Lidia. Ze vluchtte uit Honduras uit angst voor haar man. Een Middenamerikaanse familie wacht in het Rode Kruiscentrum in Brownsville op betere tijden.