In de hel van de psychotische depressie
OEKEN
Nederland een eeuw lang
in de ban van Bourgondië
Japans onverwerkte oorlog
De eigenaardigheden
van een kauwend volk
INFORMATIEF
ZATERDAG 4 MAART 1989
Ooit maakten de Nederlanden deel
uit van een groot Europees rijk, dat
van de Bourgondische dynastie. In
de veertiende en vijftiende eeuw
drongen de hertogen van Bourgon
dië - door uithuwelijking van zo
nen, afkoping, uitgekiende diplo
matie, politieke pressie en zelfs
oorlogen - door tot de staten van de
Nederlanden. Zelfs poogden de
hertogen een koningstitel voor het
nieuwe staatsverband te krijgen,
hetgeen overigens mislukte.
Over de opkomst en verval van
het Bourgondische rijk schreven
Wim Blockmans en Walter Preve-
nier een goed leesbaar en boeiend
boek. getiteld In de ban van Bour
gondië. Zij zijn hoogleraren mid
deleeuwse geschiedenis aan de
universiteiten van respectievelijk
Leiden en Gent.
De Nederlandse politiek heeft
nooit uitgeblonken in uiterlijk
spektakel, maar dat zal zeker niet
aan de regeerwijze van de hertogen
van Bourgondië hebben gelegen.
Er bestond een hofcultuur die zich
kenmerkte door uiterlijke pracht
en volgens de schrijvers zelfs be
wuste verspilling.
Strategie
Het begon allemaal met Filips de
Stoute, die vanaf 1369 serieuze po
gingen in het werk stelde om ande
re hertogdommen in zijn macht te
krijgen. In dat jaar trouwde hij met
de Vlaamse erfprinses Margarete
van Male, een daad die moet wor
den gezien in het licht van een ko
ninklijke strategie. Filips de Stoute
kreeg hierdoor uitzicht op het rijke
vorstendom Vlaanderen, met flore
rende steden zoals Brugge en Gent.
Zijn zoon Jan zonder Vrees zette
in 1405 de politiek die gericht was
op uitbreiding van de Bourgondi
sche invloed voort. Ook hij deed
vrolijk mee aan het gebruik van
uithuwelijking. Jan zonder Vrees
liet zijn zoon Filips in 1409 trouwen
met de dochter van de Franse ko
ning Karei VI. Na de dood van zijn
vrouw trad hij in het huwelijk met
Bonne, de gravin van Nevers, en
toen ook zij overleed, besloot hij te
trouwen met Isabelle, dochter van
de Portugese koning.
Het huwelijk werd in 1430 in
Sluis voltrokken, waarna een week
lang werd gefeest in Brugge met
stunts en culinaire buitensporighe-
Filips de Goede
den, zoals de met een schaap gevul
de huwelijkstaart. Wijnspuwende
leeuwen en een fanfare met 70
trompetters luidden een nieuw po
litiek tijdperk in.
Eenheidsstaat
Filips de Goede, zoals hij was gaan
heten, streefde naar een centralisti
sche eenheidsstaat, die econo
misch onafhankelijk was. Hij stap
te van een oorlogs- naar een vredes
economie; neutraliteitspolitiek en
pacificatie waren woorden die bij
hem hoog in het vaandel stonden.
Liever dan met militair vertoon,
zoals zijn vader en later zijn zoon
dat deden, bewoog Filips zich met
diplomatie en charme langs het
pad van geleidelijkheid.
Toch kreeg hij het aan de stok
met steden als Brugge en Gent, die
zorgden voor een aanzienlijke wel
vaart in het Bourgondische rijk - de
lage landen werden niet voor niets
de 'landen van belofte' genoemd.
In-Gent braken maar liefst vier op
roeren uit, die met de grote moeite
konden worden bedwongen.
Echt een eenheid is Bourgondië
nooit geworden. In de kust- en ri-
viergebieden ontstond in de loop
der eeuwen een mentaliteit die was
gericht op rationele afweging van
doelen en middelen. Dit stond in
schril contrast met de Bourgondi
sche hofcultuur, waarbij werd ge
tracht indruk te maken op het volk.
Of het nu huwelijken, begrafenis
sen, diplomatieke reizen of ont
vangsten aan het hof betrof, steeds
stond de uiterste zorg voor een the
atrale vormgeving voorop.
De bevolking kon zich vergapen
aan prachtige gewaden, dure juwe
len en de statige houding van een
fraai uitgedost gevolg. Hoogtepun
ten in deze cultuur waren de ban
ketten afgewisseld met spelen en
dansen. De hertogen gaven op
drachten aan kunstenaars of had
den hen zelfs in vaste dienst. Bij de
bevolking lokte dit navolging uit
en dus reikte de culturele bloei in
die jaren verder dan het hof.
Bureaucratie
In 1467 volgde Karei de Stoute zijn
vader Filips op en hij kreeg te ma
ken met aanzienlijk minder gunsti
ge omstandigheden. De buitenspo
rige centralisatie en de wildgroei
van het staatsapparaat - bureaucra
tie is zeker geen modern verschijn
sel - deden het Bourgondische rijk
aan macht inboeten. Oorlogen en
binnenlandse tegenwind deden de
rest.
Karei de Stoute overleed in 1477
op het slachtveld bij Nancy en
werd opgevolgd door dochter Mar-
gareta van Bourgondië. Die trouw
de met Maximiliaan van Oosten
rijk, wat het einde betekende van
de Bourgondische dynastie. Vanaf
dat moment komen de lage landen
in handen van de Habsburgse dy
nastie. De ban van Bourgondië is
dan gebroken.
MEINDERT VAN DER KAAIJ
Wim Blockmans en Walter Preve-
nier: In de ban van Bourgondië; uitge
verij Fibula, f 19.90.
Een reis door Noordjemen liep in
het verleden voor veel westerlin
gen op een teleurstelling uit. De
'ontdekkingsreizigers' stuitten op
een muur van onbegrip tussen
Oost en West; de verschillen tussen
de islamitische en christelijke cul
tuur bleken te groot.
Herbert Paulzen liet zich echter
niet afschrikken en als enigszins
'geoefende' Jemenganger - hij
maakte al in de jaren '50 reizen naar
dit deel van het Midden-Oosten -
trok hij in 1982 opnieuw de stoute
schoenen aan en bezocht enkele
keren naar het land van de qat-kau-
wers.
Paulzen constateerde dat hij als
westerling vrij en onbedreigd door
het noorden van dit traditierijke
land kon trekken en ruimschoots
de gelegenheid kreeg om met Je
men ieten en buitenlanders in con
tact te komen.
Land van de qat-kauwers - op
reis door Noordjemen, het boek dat
Paulzen naar aanleiding van zijn
laatste reis schreef, is beslist geen
lectuur voor degene die alle ins en
outs over het land wil weten. De
schrijver doet slechts verslag van
zijn tocht door Noordjemen, van
het landschap, de mensen en hun
gewoonten.
Qat-tijd
Zoals de siësta in de zuidelijke lan
den van Europa traditie is, wordt
het straatbeeld van Noordjemen 's
middags beheerst door een dage
lijks terugkerend ritueel; qat-tijd.
De lichtstimulerende blaadjes van
de qatstruik leggen het openbare
leven in Noordjemen stil.
"In de wangzakken zitten prop
pen ter grootte van een tennisbal.
Vaak sijpelt er een groene straal uit
een mondhoek. Sommigen nippen
af en toe wat water, anderen roken
een sigaret. De stad is vrijwel uitge
storven. De straten zijn leeg. De en
kele taxi die voorbij zoeft, bevat
een weinig alert ogende chauffeur
met hamsterwang", aldus Paulzen.
Volgens Paulzen worden er tij
dens de qat-sessies plannen ge
smeed, conflicten opgelost, politie
ke problemen uit de wereld gehol
pen. Paulzen probeert het zelf ook
Rustende Jemenieten, zo te
en constateert dat de blaadjes van
de heesterachtige struik op hem to
taal geen uitwerking hebben. Be
halve de stimulerende elementen
blijken de qat-blaadjes tevens vita
mine C te bevatten. Hem is verteld
dat het effect van het middel gelijk
is aan dat van de coca in Zuidame-
rika: een lichte roes, die de eetlust
(honger) verdrijft.
Paulzen dist meer details op over
het land tussen de Rode Zee en de
Golf van Aden. Op zijn tocht komt
hij langs het kustplaatsje Mocha.
Dit dorpje heeft in de handelsge
schiedenis van Jemen een belang
rijke rol gespeeld. De legende gaat
terug naar het jaar 1430 toen de vro
me sjeik Ali Schaduli Ibn Omar
naar het toen onbeduidende plaats
je kwam.
De man hield nogal van koffie.
zonder qat om op te kauwen.
die de arabieren enkele decennia
daarvoor aan de andere kant van de
Rode Zee, in Etiopië, hadden ont
dekt. Toen de sjeik enkele Indiase
zeelui het stimulerende zwarte
brouwsel aanbood, raakten zij zo
enthousiast dat zij bij elke haven
die vervolgens werd aangedaan
over de koffie in Mocha spraken.
En zo werd mokka synoniem voor
koffie.
De eens zo welvarende stad toon
de bij de komst van Paulzen echter
de aanblik van vergane glorie. Rui
nes, puinhopen, een half vervallen
moskee, vieze eethuisjes en donke
re hokjes vol smokkelwaar. Tegen
woordig leeft Noordjemen van de
olie. In juli 1984 ontdekte Hunt Oil
Company een olie- en gasveld in
het woestijnbekken van Marib. Dat
gaf de aanzet tot een enorme indus
trie, waar zelfs buitenlandse werk
nemers voor moesten worden aan
getrokken.
Waar Paulzen op zijn laatste reis
naar Noordjemen zeker in wilde
slagen, was een ontmoeting met de
Jemenitische vrouw. Een vrouw
op straat aanspreken in Noordje
men is echter taboe. Als een man
nelijke gast thuis bij Jemenieten
komt, verdwijnen de vrouwen
meestal naar de andere kamers.
Hij kwam er achter dat de hele
Jemenitische vrouwenwereld in
een waas van vooroordelen is ge
huld. Volgens sommige antropolo
gen zouden zij worden onderdrukt,
misbruikt, dom en rechteloos wor
den gehouden. Paulzen komt tot
de conclusie dat de vrouwen in
Noordjemen zelf die onderdruk
king, als daar sprake van is, in elk
geval niet als zodanig beleven. Wel
trouwen de meeste vrouwen in
Noordjemen met een door de fami
lie uitgezochte partner. Maar vol
gens een onderzoek strandt zo'n
dertig procent van de huwelijken.
Het tweede huwelijk is meestal een
'liefdeshuwelijk'.
In tegenstelling tot wat men zou
verwachten, blijkt een scheiding
geen schande te zijn. "Als je geen
goede man hebt, kun je beter weg
gaan, zo redeneren vrouwen", al
dus Paulzen. Op de specifieke
vrouwen tafrita's (theeparty's) pra
ten de vrouwen over de meest in
tieme onderwerpen en helpen ze
elkaar bij het leggen van contact
met 'de man van hun dromen'. De
vrouwen zijn, volgens Paulzen,
zeer vindingrijk in dit soort gehei
me ontmoetingen.
Paulzen beperkt zich in zijn boek
niet tot de typische sfeertekenin
gen van Noordjemen, maar ook
gaat in op de economie, de sjeiks,
de gevluchte joden, huwelijken
tussen Jemenieten en buitenland
se vrouwen en de politiek. Kortom,
een informatief boek over een reis
door Noordjemen en soms ook
door de tijd.
MARJOLIJN IN T HOUT
Herbert Paulzen: Land van de qat-
kauwers, op reis door Noordjemen.
Uitgeverij Het Spectrum, f 29,90
Nieuwe uitgaven
Literatuur
Violette Leduc. Ze keert daarin terug in
Parijs vlak na de bevrijding én komt in
contact met onder meer Simone dé Be-
Jean-Paul Sartre. Uitgeverij
verhalen waarin Mischa de Vreede v
telt over haar verblijf in een jappen
kamp en de onafhankelijkheidsstrijd in
beiderspers, 19,90
Een paar. Roman van Emmanuele
Bernheim over het paar Helene en Loïc,
waarin de schrijfster de ups en downs
van hun relatie beschrijft. Uitgeverij De
Arbeiderspers, 24,90
De eerste vrouw is het derde boek van
de Turkse schrijver Nedim Gürsel. Een
16-jarige jongen ontmoet in de stad Is-
tanbuel zijn'eerste vrouw, een prostitu
ee. Uitgeverij Meulenhoff. 29,50
Hanegeschrei. Een Leeuw, een
meeuw en een eeuw bekvechten op het
strand over poezie. Alle drie gaan ze ho
peloos ten onder in dit boek van Char
lotte Mutsaers. Uitgeverij Meulenhoff,
19,90
Chaos. James Gleick, wetenschapsjour
nalist van de New York Times, be
schrijft de nieuwste wetenschap, die
van de chaos. Orde is maat schijnbaar.
onder het oppervlak daarvan blijkt dat
minimale veranderingen op lange ter
mijn voor enorme verschuivingen kun
nen zorgen. Uitgeverij Contact, 45,00
Politiek memo '89. Jaarlijks overzicht
van zo ongeveer alles wat er aan feiten
en cijfers te melden valt in politiek op
zicht. Uitgeverij Kluwer, 17,50
Zaken zijn zaken. Het verslag in
boekvorm van de twee Nieuwe Revu-
verslaggevers Ruigrok en Storms over
hun belevenissen als 'zakenlui'. Veel
kelde de hypothese dat de aarde niet e
plaats is waar allerlei organismen op le
ven, maar dat ze zelf een organisme is.
Uitgeverij Bruna, 25,00
Zelfkennis in ballingschap. Schrijf
ster Alice Miller van onder meer 'Het
drama van het begaafde kind' stelt dat
veel problemen van volwassenen voort
komen uit het ontkennen van de
trauma's die ze als kind hebben opgelo-
pén. Ze probeert een alternatief voor
psychoanalyse en aanverwante thera-
piën te ontwikkelen. Uitgeverij Het We
reldvenster, 24,90
Onzekerheid in vrijheid. Abraham
Joshua Heschel bespreekt het probleem
dat de mens in de hedendaagse maat
schappij steeds meer ontmenselijkt
wordt. De weg naar een zinvol bestaan
ligt volgens hem onder meer in de gods
dienst. Uitgeverij De Haan, 29,90
Keizer Hirohito. Over hem spreken is altijd taboe geweest in Japan
Stel: Helmuth Kohl plaatst vraag
tekens bij de agressieve rol van
Duitsland en Hitier tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Het Ich ha-
be es nicht gewusst in zijn meest
wrange vorm. Wat zou de reactie in
Nederland zijn? Een van woede en
verbijstering, zonder twijfel.
Toch was het precies wat de Ja
panse premier Noburu Takeshita
vorige week deed, vraagtekens
plaatsen bij de rol van de agressor,
in zijn geval het Japan van keizer
Hirohito. De reactie kwam van de
Aziatische buurlanden en loog er
niet om. China sprak van "grove
misleiding"; in de Zuidkoreaanse
hoofdstad Seoul verbrandden be
togers Japanse vlaggen. Ook in Ja
pan zelf oogstte Takeshita kritiek,
vooral van socialistische zijde en
van de burgemeester van Nagasa
ki, de stad die door de Amerikanen
op een atoombom werd getrac-
teerd omdat Hirohito destijds wei
gerde zich over te geven.
Er kan geen twijfel zijn over de
agressieve rol van Japan, dat in de
jaren '40-'45 zeker zo meedogen
loos huishield op het oostelijk half
rond als de Duitsers dat deden op
het westelijk. Filmbeelden van sol
daten die massa's Chinezen uit
moorden in de stad Nanking laten
er geen misverstand over bestaan.
Nederland herbergt trouwens nog
reeksen oud-Indiëgangers die kun
nen getuigen van Japanse gruwel
daden.
Er is nog een overeenkomst tus
sen Duitsland en Japan. Achtten
onze oosterburen het arische ras
van superieure kwaliteit, de Japan
ners voelden zich destijds ook al
verheven boven alle andere volke
ren op aarde. Volgens de shinto-
cultus, de staatsgodsdienst die na
de oorlog door de Amerikanen
werd verboden, stamt de Japanner
af van god.
De tenno (keizer) geldt als een
rechtstreekse afstammeling van
zonnegodin Amaterasu Omikami,
de hoogste godheid in het shintoïs-
me. En daar houdt de Japans-Duit
se vergelijking op. Tegenover de
volkomen helderheid rond de rol
van de platvloerse Hitier, staat de
mystiek die de onaantastbare Hiro
hito altijd heeft omgeven. Waarbij
de grootste vraag is gebleven: was
de keizer nu een marionet in han
den van de generaals of gaf hij juist
heel concreet leiding aan de mili
taire operaties?
De vraag is zo langzamerhand
wel definitief beantwoord, in voor
de keizer ongunstige zin. Toch is
het, zeker voor een westerling,
moeilijk een helder beeld te krij
gen van het hoe en waarom. De kei
zer heeft dan na de oorlog wel ge
dwongen afstand moeten doen van
zijn goddelijke status, hij bleef tot
zijn dood een symbool en daarom
een taboe. Over de rol van de tenno
wordt niet gediscussieerd in Ja
pan.
Wie toch antwoorden zoekt en
bovendien iets wil begrijpen van
wat er achter die ondoorgronde
lijkheid schuilgaat, zal zich moeten
verdiepen in de Japanse cultuur.
De Westduitse journalist Peter
Crome, als kind opgegroeid in Ja
pan, getroostte zich die moeite. Ge
dreven door nieuwsgierigheid
schreef hij de biografie over Hiro
hito, keizer tussen hemel en aarde.
Het is een persoonlijk verslag ge
worden, dat veel feiten bevat maar
vooral inhoud krijgt door de in
drukken van de auteur, die uitein
delijk toch zelf het antwoord op
zijn vragen moet vinden. Want die
worden in Japan niet echt gegeven.
Waarom heeft Hirohito nooit
hoeven boeten voor zijn aandeel in
de Japanse oorlogsmisdaden? Veel
papieren (bewijs)materiaal is vlak
voor de capitulatie vernietigd. En
de keizer zelf hulde zich zijn na
oorlogse leven lang in nevelen. Hjj
trok zich terug achter een zorgvul
dig geweven chrysantengordijh
(de chrysant is een keizerlijk sym
bool), dat moet suggereren dat de
tenno een vriendelijke oude heer
was die vroeger door militairen
werd gemanipuleerd tijdens een
oorlog die hij niet zou hebben ge
wild,
Aan de hand van officiële docü-
menten en brieven maakt Cromyp
niettemin duidelijk dat de keizer
de verantwoording voor de oorlog
persoonlijk op zich nam ten over
staan van de Amerikaanse generaal
MacArthur, maar daar steeds meer
op terug kwam naarmate de jaren
verstreken. Dertig jaar na de oorlog
verschool hij zich achter de grond
wet, die hem zou hebben belet dé
oorlog te voorkomen op grond van
een al door het Japanse parlement
genomen besluit.
Hirohito zou zeker zijn veroot
deeld voor de wandaden die uit zijn
naam werden gepleegd, als de
Amerikaanse president Truman en
MacArthur dat niet hadden voor
komen. Zij oordeelden het wijzer
de verslagen Japanner niet verder
te vernederen en de keizer slechts
zijn goddelijke status te ontnemen.
En daarmee werd hij het symbool
van Japans onverwerkte oorlogs
verleden.
WIM FORTUYN
f 34.90.
"Half vier heb ik het horen slaan.
Het zal nu toch wel eens vier uur
zijn? Het is zeven over half vier. Ik
moet weg, ik wil verdwijnen, ik wil
dit niet voelen, er niet zijn, ik wil te
rug tot voor ik er was. Waarom is
mijn vader, na eerst zijn vrouw en
dan zijn dochtertje aan vliegende
tering te hebben verloren, mijn
moeder tegengekomen? Heb ik er
om gevraagd te worden geboren?
Als kind riep ik het al vaak uit in
wanhoopsbuien: 'Ik wou dat ik
nooit geboren was'. Ik zit in de val
en ik kan er niet uit. Ik wil vluch
ten, maar ik kan nergens heen. Ik
had in deze ellende niet hoeven te
raken, wanneer ik me op tijd had
bekeerd en naar Gods geboden zou
hebben geluisterd.
Dan doet de paniek alle stoppen
doorslaan. Ik stuif naar buiten, de
kamer uit, krijsend: 'God, God'. Dit
is niet uit te houden. Ik schreeuw
tegen de verpleger: 'Zie je niet dat
dit de hel is?'. Ik brul het uit: 'Ben
ik werkelijk zo slecht? Staat dit in
verhouding tot wat ik misdeed?
Kun je zo slecht zijn dat dit de straf
moet wezen? Was ik dan zo wreed?'
De diepste put waarin ik val, is
de gedachte dat zelfs God me niet
kan helpen, want Hij kan niets on
gedaan maken en de hemellicha
men, bewogen door de tijd, zijn
Hem verre de baas. Ik ben een
woord dat moet worden uitge
gumd, een vers dat nooit had moe
ten worden gezongen".
Zo beschrijft de Amsterdamse
emeritus-hoogleraar psychiatrie
P.C. Kuiper een dramatische mo
mentopname uit de driejaar die hij
in 'de wurggreep doorbracht van
zijn ijzingwekkende ziekte: psy
chotische depressie. 'Ver heen', het
boek dat hij over zijn ervaringen
schreef op aandringen van zijn ge
neesheer. psychiater Nolen, is een
monumentaal werkstuk gewor
den. Moedig, aangrijpend en in
drukwekkend zijn woorden die er
voor de volle honderd procent op
van toepassing zijn.
Moedig, want wie wil er voor de
televisie (bij Adriaan van Dis) en op
schrift openlijk voor uit komen dat
hij, zoals Kuiper zegt, echt knetter
gek is geweest? Indrukwekkend,
omdat het boek duidelijker dan
welk leerboek ook maakt wat de
pressie eigenlijk voor een duivelse
ziekte, zoals Kuiper het zelf noemt,
is. Aangrijpend, omdat het zo per
soonlijk is geschreven dat de lezer
zich soms haast identificeert met
Kuiper.
Dementie
Het is 1983 als Kuiper, opgegroeid
in een streng gereformeerd milieu
waarin hel en verdoemenis met de
paplepel zijn ingegoten, plotseling
wordt geconfronteerd met zijn vor
derende leeftijd. Met de illusie van
de eeuwige jeugd heeft hij de diep
gewortelde angsten voor de onver
mijdelijke hel eronder weten te
houden.
Maar zijn pensionering op 65-ja-
rige leeftijd in plaats van de 70 jaar
waarop hij had gerekend, een vi
rusinfectie die hem een half jaar
lang dagelijks barstende hoofdpij
nen en koorts bezorgt, en het over
lijden van een goede vriend aan de
mentie - waaraan ook Kuipers
moeder is overleden- maken hem
bewust van zijn ouderdom.
Omdat hij niet kan werken, ver
toeft hij met zijn vrouw veel in him
vakantiehuisje, onderbroken door
Een van de schilderijen die Kuiper schilderde tijdens zijn psychotische
periode.
een trektocht met een camper door
de Alpen. Daar gaat het bergaf
waarts. De hoofdpijn en de koorts
maken hem lusteloos en langza
merhand verliest het leven alle
kleur:
"Vang je je dagelijks leven aan,
dan gebeurt er altijd wel iets dat je
stimuleert. Tijdens de wandeling
met de honden zie je een merk
waardig plantje waar je meer van
wilt weten, of je ziet een bekend ge
was dat er anders uitziet dan an
ders en je wilt weten wat daarvan
de oorzaak is. Je gaat aan de gang
en eenmaal aan de gang houdt de
gang je op gang, in een versnelde
beweging. Uit was het daarmee. Ik
zocht niets meer op, mijn hoofd
was niet goed. Wat zou ik kennis
verzamelen nu de aftakeling was
begonnen, de neergang zich vol
trok? Mijn hersenen moesten
maar eens onderzocht worden. Ei
genlijk wist ik al wat het resultaat
zou zijn: waar zenuwstelsel zich be
hoorde te bevinden, zou men lucht
aantreffen en resten van vervallen
cellen".
Hoewel de artsen hem verzekeren
van het tegendeel, raakt Kuiper er
van overtuigd dat hij aan dementie
lijdt. Het beeld van de naderende
eeuwige verdoemenis doet hem in
een zware depressie belanden. Hij
merkt dat hij een gevaar wordt
voor zijn dochter Kathleen.
Broodmes
"Laat ik haar toch kanker, de
mentie en het meemaken van mijn
eigen afbraak besparen, dacht ik.
Een broodmes met een gekartelde
rand doet, goed geplaatst, in een
minuut waar een kankergezwel
maanden voor nodig heeft". Hij
wordt niet meer alleen met haar ge
laten, en besluit korte tijd later zich
te laten opnemen.
In eerste instantie wordt hij op
genomen in de Valeriuskliniek in
Amsterdam, maar daar verergert
de situatie alleen maar. Hij raakt er
van overtuigd dat hij al dood is, en
dat hij nu in de hel is beland: "De
nevels trokken geheel en al op. Het
gewone leven blijkt de hel reeds te
zjjn. Ik was overtuigd: de vrouw
om me heen is niet mijn vrouw
Noortje. En het meisje dat komt
eten, is zeker Kathleen niet. Dit is
de hel. O zeker, in de hel zijn dui
vels en er worden onverdraaglijk
hete vuren gestookt. God zorgt dat
je niet sterft zodat je de pijn blijft
voelen. Je wilt dood, maar je kunt
niet dood. God wordt evenzeer ver
heerlijkt door het kermen van de
goddelozen in de hel als door de
lofzang der rechtvaardigen, zo had
ik een dominee in mijn jeugd horen
zeggen. En zo is het. Het gewone le
ven wordt je voorgehouden om je
te laten zien hoe je in alle opzichten
bent tekortgeschoten, hoe je hebt
geparasiteerd op je medemensen,
hen hebt misbruikt om dienstbaar
te zijn aan je ijdelheid Ik was
aan gene zijde. En het werd me nu
ook duidelijk hoe dat zat met de
doodsoorzaak en hoe het gegaan
was op de begrafenis. Ik was ge
storven, maar God onttrok dat ge
beuren aan mijn bewustzijn, zodat
ik niet wist hoe ik de grens had
overschreden. Onwetend van dat
feit bevind je je in een hel die tot in
details gelijk is aan de wereld waar
in je leefde om je zo te laten zien 'en
voelen dat je er niets van hebt ge
maakt".
Bodem
Kuiper gaat terug naar huis, omdat
de psychiater niet meer weet wat
hij kan doen. De depressie blijft en
de eerste symptomen van onher
stelbare bewegingsstoornissen,
een bijwerking van de vele angst-
werende medicijnen die hij slikt,
dienen zich aan. Anderhalf jaar na
zijn ontslag, op zijn verjaardag,
krijgt hij een enorme angstaanval.
Hij besluit zich opnieuw te laten
nemen, deze keer in het Haagse
psychiatrisch ziekenhuis Bloe-
mendaal. De behandelende psychi
ater Nolen besluit tot toedienen
van een middel dat Kuiper in zijn
alom gebruikte leerboeken altijd
ten sterk ste heeft afgeraden om
dat het bij gebruik van sommige
voedingswaren soms dodelijke
vaatkrampen veroorzaakt.
Om het te kunnen slikken moet
hij eerst af van de angstwerende
medicijnen, hetgeen zijn angsten
eerst versterkt. Dan bereikt hij de
bodem van de put: 's nachts tracht
hij een verpleger te wurgen in de
veronderstelling dat deze een ver
momde duivel is.
Maar het medicijn werkt. Lang
zaam krabbelt Kuiper omhoog. Als
hij een tube verf gaat kopen om te
schilderen, een oude hobby, merkt
hij dat hij daar plezier in heeft. Op
zijn trouwdag gaat hij met zijn
vrouw uit eten: "Het bleek dat ik na
jaren weer iets fijn kon vinden. We
keken elkaar aan en ik dacht: mis
schien hebben we nog enige tijd sa-
Muziektherapie en schilderen,
een oude hobby, doen de rest. Vier
maanden na de opname in Bloe-
mendaal kan hij naar huis. Het is
dan januari 1986 en eindelijk kan
Kuiper, zoals hij zegt, beginnen
met het verwerken van het feit dat
hij in een waanwereld heeft ge
leefd.
Twee jaar heeft hij over zijn boek
gedaan. Een boek dat iedereen die
direct of indirect met depressie te
maken heeft gehad, zou moeten le
zen. Het is sober, ingetogen en gru
welijk, maar het kweekt ook begrip
en geeft aan dat er een weg terug is.
Kuiper zelf zei er over: „De grote
vraag is uiteraard: heeft het zin om
zoveel over je ziekte en over jezelf
te vertellen. Ik heb het doorgezet,
vooral om te laten zien: je kunt in
de gruwelijkste ellende zitten en er
toch uitkomen. Als alleen dat al
óverkomt, als mijn ervaring men
sen lucht kan geven in hun eigen
ziekte, dan is het zinnig".
SJAAK SMAKMAN