Grenzeloos vermaak op de korte golf
De evolutie van de Philishave
'Met de energie voor een fietslamp kun je praten met Hawaii'
Apparaat maakte in 50 jaar stormachtige ontwikkeling door
ZATERDAG 4 MAART 1989
EXTRA
PAGINA 31
Zendamateurs kennen geen
grenzen. De hele wereld treedt
binnen in hun hobbykamer. Er is keus
genoeg overigens, met een paar
miljoen collega's kan in beginsel
verbinding worden gemaakt. Nieuw
Zeeland op antenne, gevolgd door
een op korte geluidsgolven deinende
stem uit een of andere negorij in de
Afrikaanse jungle; de aardbol over in
een half uur heeft voor de
zendamateur iets magisch en tegelijk
iets doodgewoons. "Met de energie
die nodig is om een fietslampje te
laten branden is verbinding te maken
met Hawaii".
door Gerard van Putten
De wereld is klein voor zendama
teurs. Op een oppervlakte van een
paar vierkante meters leggen ze ver
bindingen over tienduizenden kilo
meters. De eeuwige verbazing over
de intrede in een volstrekt andere
cultuur met behulp van een zender
tje van een paar Watt.
Jos Disselhorst, bestuurslid van de Leid-
se afdeling van de Veron (Vereniging
voor Experimenteel Radio Onderzoek in
Nederland) is een aparte in het toch al op
zichzelf staande wereldje. Een compleet
zenderpark heeft hij in huis. De door
hemzelf vervaardigde Weather Satellite
Receiver staat 24 uur on line met de
weersatelliet Meteosat. Vrijwel de com
plete inventaris van z'n hobbykamer is
het resultaat van uren nijvere zelfwerk
zaamheid.
"Ik ben nu vijftien jaar bezig, maar het
blijft verbazingwekkend dat je niet eens
over een sterke zender hoeft te beschik
ken om verre afstanden te overbruggen.
Met een zendertje van 5 Watt, de energie
die nodig is voor een fietslampje, is het
onder gunstige omstandigheden moge
lijk verbinding te maken met Hawaii".
"Hoe onwezenlijk het ook klinkt: een
radio-amateur die een 20 Watt-zender in
huis heeft kan zonder mankeren prachti
ge verbindingen maken met iemand er
gens in Australië. Dat is mogelijk omdat
de bandbreedte heel erg klein is. Onge
schikt om muziek op over te brengei\van
het ene deel van de wereld naar het ande
re, maar voor spraakoverdracht uiterma
te goed te gebruiken. Mijn verste contact
is Melbourne geweest".
Verward
Maar al te vaak zijn en worden zendama
teurs verward met 27 Mc-ers en radiopi
raten. Op hun ziel getrapt voelen ze zich
dan, geen infamer belediging is welhaast
denkbaar. Houders van bakkies tokkelen
er lustig op los. Weliswaar in het bezit
van een vergunning praten ze zonder al
te veel kennis van zaken zin en vooral on
zin aan elkaar. En piraten hebben zich
wederrechtelijk een golflengte toegeëi
gend.
Zowel bij de VRZA, de vereniging
voor radiozendamateurs, als bij de Veron
is het ze wel eens vreemd te moede ge
worden. Buitenstaanders telkens weer te
moeten uitleggen dat zendamateurs hun
stem strikt legaal de ether in zenden na
daartoe een opleiding te hebben gevolgd
en vervolgens een examen te hebben af
gelegd, de bij benadering 12.000 Neder
landse zendgemachtigden werden er de
afgelopen jaren wel eens gestoord van.
"Bij de PTT is een aantal machtigin-
gen'in omloop", weet Disselhorst. "Twee
keer per jaar is het mogelijk examen af te
leggen in verschillende categorieën. In
de eerste plaats is er een soort opstap-
machtiging. Daarna kan de machtiging
voor gevorderden worden gehaald, met
aanvullend het examen telegrafie. Dat is
de hoogste machtiging die de PTT aan
zendamateurs afgeeft. Wie die op zak
heeft, mag op alle banden werken. Een
machtiging komt de>amateur op een tien
tje of zes per jaar te staan. Voor zestig
gulden per jaar kun je dus de hele wereld
bij elkaar kletsen. Al is het uitdrukkelijk
niet de bedoeling om de ether te misbrui
ken voor het houden van koffiepraatjes.
Een contact is in de regel niets anders
dan een uitwisseling van roepletters en
van technische gegevens. Je geeft elkaar
een rapport over de sterkte van ont
vangst en bevestigt het contact later
schriftelijk".
Satellieten
Er zijn amateurs die zich hebben be
kwaamd in de telegrafie, de morse-sei
ners. Anderen hebben zich toegelegd op
communicatie per telex, per facs, of op
de aloude manier in spraak. In de ruimte
hangen twee satellieten, speciaal ten ge
rieve van de zendamateurs. De twee Os
cars (Orbiton Satelite Carrying Amateur
Radio) maken beeldoverdracht over gro
te afstand mogelijk.
De SS-tv oftewel de Slow Scan-tv
biedt weliswaar niet de beeldkwaliteit
die de doorsnee tv-kijker voor z'n kijk
geld eist, wel kan een zendamateur in de
omgeving van Sydney een goede indruk
krijgen van wat zijn collega in Wijnjeterp
aan apparatuur heeft staan. "De beeldop-
bouw bij SS-tv duurt 8 seconden, bij de
normale tv l/20ste seconde. Het beeld
van SS-tv is op het eerste gezicht stil
staand beeld, het wijzigt zich in werke
lijkheid heel langzaam. Van de amateur
die met een satelliet werkt wordt wel ver
wacht dat die de stichting Amsat een do
natie verstrekt".
De zendamateur moet zich houden aan
de machtigingsvoorwaarden, aan de
spelregels van het radioverkeer. Overtre
ding ervan komt hem of haar te staan op
een gele, of erger, een rode kaart. De Ra
dio Controle Dienst van de PTT in Ne-
derhorst den Berg behoudt zich het recht
voor een zendmachtiging in te trekken
zodra een amateur, wordt betrapt op
ethervervuiling. Elkaar opzettelijk hin
deren is een vorm van wangedrag, zoals
het ook niet hoort in phone te zitten op
een band die is gereserveerd voor tele
grafisten. Wie een QSO wil maken, zoals
dat om de geheimtaal van de zendama
teur wordt aangeduid, dus een gesprek
Leidenaar Jos Disselhorst in zijn zolderkamer vol elektronisch vernuft: "Ik ben nu vijftien jaar bezig, maar het blijft verbazingwekkend dat je niet eens
over een sterke zender hoeft te beschikken om verre afstanden te overbruggen". ttoto Holvast)
wil aanknopen met een andere collega,
heeft genoeg banden tot z'n beschikking
om aan z'n trekken te komen.
Geen stoorzenders
Onder de zendamateurs schijnen overi
gens weinig notoire stoorzenders te zit
ten. Ten eerste niet omdat de apparatuur
moet voldoen aan de strenge normen van
de PTT en daarop ook steekproefsgewijs
wordt getest. Onderling hinderen de
zendamateurs elkaar ook niet, rode kaar
ten worden althans zelden of nooit uitge
deeld en dat bevreemdt Jos Disselhorst
geenszins. "Er wordt wel vaak gezegd
dat er van de PTT weinig mag en een he
leboel dingen moeten, maar het tegen
deel is waar. Dat er niet mag worden ge
vloekt op de band lijkt mij logisch, zoals
het ook voor de hand ligt dat onze konin
gin niet mag worden gekrenkt. Maar
voor de rest wordt de houder van een
zendmachtiging niet gehinderd bij het
uitoefenen van z'n hobby".
Tenzij er natuurlijk wordt ingebroken
op de band, en meer in het bijzonder op
de 2 meter-band. Disselhorst vindt het
geen reclame voor het radio-amateuris-
me, maar hij is eerlijk genoeg om op te
merken dat ethergeuzen een golflengte
op de 2 meter-band willen jatten. "Het
zijn de mensen die een zender hebben
gestolen of die in elk geval illegaal heb
ben bemachtigd. Ze storen, maar
meestal lopen dergelijke lieden tegen de
lamp doordat ze zich niet bedienen van
een roepnaam of doordat ze een valse ge
bruiken. Zodra er een vreemde stem
wordt gehoord zal geen zendamateur
aarzelen de Radio Controle Dienst te at
tenderen op de indringer, al wordt er
vanuit het monitorstation in Nederhorst
den Berg al scherp toegezien op piraten
die zich begeven op de korte golf'.
Ongeacht of de amateur aan de andere
kant stamt uit de Volksrepubliek China,
uit Sudan of uit Paraguay, de voertaal
van het zendamateurisme is doorgaans
Engels. Alleen Fransen en Italianen wil
len zich wat dat betreft nogal begrensd
opstellen. "De meeste Fransozen en Itali
anen spreken nu eenmaal nauwelijks
een woord over de grens en wat dat be
treft onderscheiden de radio-amateurs
zich vrijwel niet van hun landgenoten".
Compliment
Als eerste Nederlander légde de Leide
naar Jesse ooit een transatlantisch con
tact. Clandestien deed hij dat, Jesse heeft
zich dan ook voor de rechter moeten ver
antwoorden. Hem werd geen straf opge
legd. Omdat Jesse er in was geslaagd een
lijntje over de oceaan te leggen gaf de
rechter hem integendeel een compli
ment.
In navolging van Jesse laat Jos Dissel
horst bij tijd en wijle z'n stem ook over de
wereld klinken. Niet dat hij een echte
landjager is, zoals sommige van z'n colle
ga's, maar af en toe mag Disselhorst on
der de codenaam PA3AICJ graag in pho
ne zitten. Dan geeft hij over de band een
algemene oproep en laat de Leidenaar de
stemmen uit de wereld op zich afkomen.
Een speciale oproep kan ook: CQ/DX
duidt er op dat de zendamateur een ver
binding over lange afstand wenst.
Er wordt ook doelgericht naar een land
gewerkt; de code CQ/EA only wil bij
voorbeeld zeggen dat uitsluitend reac
ties uit Spanje welkom zijn. Wie die ere
code overtreedt wordt fijntjes terechtge
wezen. PA3A/CJ ook, nadat hij die avond
de microfoon ter hand had genomen na
een oproep van een Oostenrijker be
stemd voor over the Pacific. PA3A/CJ
wordt beleefd te verstaan gegeven dat
Holland, voorzover hem als Oostenrijker
bekend, niet over the Pacific ligt.
De achterste twee letters van de code
naam die een zendamateur voert, duiden
op diens land van herkomst. De zoge
naamde prefixe-kaart die iedere zichzelf
respecterende radio-amateur aan de
muur van zijn werkkamer heeft hangen,
is de gids. "Je kunt niet alle codeletters
direct thuis brengen. Zendamateurs zit
ten immers overal, vandaar datje in som
mige gevallen eerst de kaart moet raad
plegen om een station te kunnen locali-
Ethergek
De een meer, de ander minder, zijn zend
amateurs allemaal ethergek. De maniak
kan z'n behoefte aan frequente c
nicatie met.de buitenwereld zelfs 2
doordrijven dat binnenshuis de c
nicatie volledig verstomt. Met alle nare
gevolgen vandien. Jos Disselhorst heeft
zichzelf opgelegd niet langer te werken
dan tien uur 's avonds. Hij wil het thuis
wel gezellig houden, vandaar.
Maar er zijn van die liefhebbers die
hun vrije tijd vrijwel uitsluitend stand by
hun zenders doorbrengen, er bij wijze
van spreken naast slapen in hun streven
zo min mogelijk te missen van wat er el
ders uit de wereld wordt geroepen. Ze la
ten hun privéleven als het ware over
spoelen door geluid- en beeldgolven.
Avond aan avond zoeken die de banden
af, geen frequentie is voor hen veilig.
Het type ontdekkingsreiziger bestaat
ook. Diens wijsvinger gaat over de hele
wereldkaart, op zoek naar een of ander
onaanzienlijk eilandje dat ergens in een
oceaan ligt verstopt. De hele wereld wil
een dergelijke zendamateur 'veroveren'.
Menige zendgemachtigde krijgt er een
kick van verbinding te maken met een
vergeten uithoek van de wereld. Vooral
de beter bemiddelden onder de Ameri
kaanse zendamateurs maken er een
sport van met zo veel mogelijk landen en
buitenplaatsen in contact te treden.
In hun drang landen te verzamelen
gaan ze soms heel ver. Desnoods zijn ze
bereid een expeditie op touw te zetten
naar het gebied, als daar geen zendama
teur is. Dan richten ze een zender op die
een week in de lucht wordt gehouden.
"Een kostbare geschiedenis natuurlijk,
als dat alles uit eigen zak moet worden
betaald. Maar voor de heren speelt geld
geen enkele rol. Het enige dat voor hen
telt is die verbinding met dat eiland. En
dat alleen om er achteraf prat op te kun
nen gaan met dat eilandje in de Pacific te
hebben gesproken.
Gewild
Er zijn zendamateurs die onder collega's
heel gewild zijn. Het zijn bijvoorbeeld
die ethergebruikers, die in hun land een
monopoliepositie bekleden. Voor meni
ge zendamateur wordt een bepaald sta
tion zelfs een collectors item als de be
heerder van de zender niemand anders
dan koning Hussein van Jordanië is. Of
Dick van Dyke, de Amerikaanse acteur.
En voor de Amerikaan die in de veron
derstelling verkeert dat Holland de
hoofdstad is van Amsterdam kan juist ie
mand uit deze omgeving de ideale con
tactpersoon zijn. In het amateuristische
radioverkeer kan er een pile up ontstaan
van aanroepers, een file van radio-ama
teurs die allen te kennen hebben gege
ven uitgerekend met die ene collega te
willen spreken. Volgens de regels stelt
de opgeroepene een lijst samen van de
collega's die zich hebben gemeld. Auto
ritair mag hij dan bepalen wie het eerst
het woord tot hem mag richten en wie in
de rij van wachtenden wordt gepar
keerd.
De band is er niet voor om de toestand
in de wereld te bespreken. Het zendama
teurisme houdt zich niet op met politiek.
Het is bijvoorbeeld not done met een Su
rinaamse zendamateur te spreken over
de grillen van legerleider Bouterse, net
zo min dat het pas geeft een Lybische ra
diofreak voor .te houden dat-ie helaas
valt onder het gezag van een gevaarlijke
gek.
"Wel zijn het dikwijls de radio-ama
teurs die als eersten melding maken van
rampen", vertelt Jos Disselhorst. In het
geval het elektriciteitsnet uitvalt en het
telefoonnet 'doodslaat' als gevolg van
een aardbeving, kan menige zender nog
spreken. "Heel wat apparaten kunnen
ook op accu's werken. In geval van nood
kan dan de nuttige kant van deze hobby
naar voren komen. Zeker als de telefoon
zwijgt kan de amateur de eerste
schreeuw om hulp geven. Onlangs is dat
nog gebeurd met die aardbeving in Ar
menië, toen hebben amateurs de verbin
dingen met de buitenwereld tot stand ge
bracht. En hier in Nederland gebeurde
dat ook op 1 februari 1953, ten tijde van
de watersnoodramp. De zendamateurs
hebben toen als eersten de officiële in
stanties ingeschakeld".
Nuttig
Zendamateurs hebben destijds de im
puls gegeven tot het gebruik van zenders
met een kleiner vermogen, zegt Dissel-
horst ook. In de tijd dat er vanuit Neder
land Tlallo Bandung' werd geroepen
richting Nederlands Indië werd er tus
sen moederland en kolonie gecommuni
ceerd met behulp van 200 kiloWatt-zen-
ders, in het professionele radioverkeer
met Indonesië nu met zenders van 200
Watt. "De zendamateurs hebben inder
tijd aangegeven dat het mogelijk was
met verre landen schitterende verbin
dingen te maken met kleine zenders.
Waarmee is aangetoond dat de amateur
een nuttige bijdrage heeft geleverd aan
het professionele radioverkeer".
Met Eindhoven heeft de 370 leden tel
lende Leidse afdeling van de Veron de
meeste technische kennis in huis van al
le 60 afdelingen. Een en ander laat zich
makkelijk verklaren. In de Brabantse
lichtstad wemelt het van de technici voor
wie beroep en hobby in eikaars verleng
de liggen. En de Leidse universiteit heeft
ook nog wat mensen in huis, die hun
werk als hun liefhebberij zien en anders-
Disselhorst is een markant voorbeeld
van deze soort. Hij is instrumentmaker
van beroep. "De meeste amateurs hier
zijn dan ook bij machte een storing te
verhelpen als er zich een ongewenste uit
straling voordoet. Maar de ervaring heeft
geleerd dat meestal bij de klager de bron
van de storing is. Tegenwoordig worden
zendamateurs trouwens meer gestoord
dan omgekeerd het geval is. Door com
puters vooral".
Hij merkt op dat de computer het
zendamateurisme ook anderszins dwars
zit, de laatste jaren. Menige zendamateur
is thans computerfreak. Daarentegen
hebben anderen zich juist achter de zen
der geposteerd. Vroeger hanteerde ieder
een de soldeerbout, sinds de Japanners
transceivers kant en klaar afzetten op de
markt is het zendamateurisme nu ook
het domein voor het gilde van de twee
linkerhanden. "Naast de techneuten zijn
er nu ook de stekker-amateurs. Die klets
en avond aan avond de hele wereld
rond".
Eind
Voor Jos Disselhorst persoonlijk is het
jagen op een zender in het buitenland
een gepasseerd station. Hij beleeft veel
meer genoegen aan het vervaardigen van
zenders en van meetapparatuur. "Doet
zo'n ding het, dan word ik bijna lyrisch
van genot. Een hosanna-stemming duurt
bij mij nooit al te lang, telkens weer komt
bij mij het verlangen op iets nieuws te
maken. Voor mij is het bezit van een zaak
het eind van het vermaak".
Tientallen miljoenen mannen - baarddragers
vanzelfsprekend uitgezonderd - trekken zich
dagelijks even terug om de opkomende
stoppels in de baardzone de baas te blijven.
Niet zelden met een Philishave, met een totale
verkoop van 240 miljoen stuks een vermaard
Nederlands exportartikel. Dat produkt is op 9
maart 'jarig'; dan is het 50 jaar geleden dat de
eerste produktierijpe Philishave werd
gemaakt.
Halverwege de jaren '30 werden de eer
ste elektrische scheerapparaten als 'ty
pisch Amerikaans' afgedaan. Dr. Anton
Philips, een van de grondleggers van het
Philips-concern, verwoordde die scepsis
als volgt, toen zoon Frits met het idee
kwam scheerapparaten te gaan produce
ren: "Ik zie niet zo veel in dat kappersar
tikel, we zijn toch geen barbier".
Zoon Frits later kreeg hij de volle
steun van pa zette zijn plannen toch
door en stuurde een Philips-werknemer
naar de VS om daar eens rond te neuzen.
De man kwam met een koffer vol appara
ten terug en een groep Philips-ingeneurs
boog zich over de 'buit'. Algemene opi
nie: dit is niks voor ons. Met één uitzon
dering, en dat was ir. Alexandre Horo
witz, bijgenaamd de 'tovenaarsleerling'.
Over de Amerikaanse apparaten zei hij:
"Ik probeerde alle apparaten die in de
koffer zaten. Enkele waren zo agressief
dat het bloed uit mijn huid kwam. Ik
dacht: hoe moetje dat veranderen, zodat
je je in korte tijd kunt scheren zonder dat
het een bloedbad wordt".
Horowitz begon in zijn vrije tijd te ex
perimenteren, en dat leidde tot een
proefmodel met daarin verwerkt het ro
tatiesysteem, de draaiende cirkels die
nog steeds het succes zijn van de Philis
have. Topman ir. P.E.S. Otten hakte be
gin maart 1939 de knoop door en gaf op
dracht het apparaat op de Utrechtse
Vooijaarsbeurs te presenteren.
Op 9 maart 1939 rolde de eerste'Philis
have van de band. Tot de opening van de
Vooijaarsbeurs lukte het de technici van
Philips om totaal zes apparaten in elkaar
te zetten. Op de beurs, waar Philips een
kapsalon had ingericht, bleken de appa
raten toen nog met één scheerkop
een doorslaand succes. Overdag werd er
geschoren, 's nachts werden de appara
ten die het hadden begeven op de hotel
kamers gerepareerd. In lovende bewoor
dingen schreef de pers over de nieuwe
vinding; zo meldde het Utrechts Dag
blad 'in vijf minuten is de baard eraf en
de NRC noteerde dat 'de menschen el
kaar verdrongen om geschoren te wor
den'.
De vormgeving van de Philishave
heeft in de halve eeuw van z'n bestaan
enorme ontwikkelingen doorgemaakt.
De sigaarvormige bakelieten scheerap
paraten uit de jaren dertig waren na de
Tweede Wereldoorlog verouderd. Er
moest een nieuw model komen, en nie
mand minder dan de bekende Ameri
kaanse ontwerper Raymond Loewy
werd gevraagd 'eens iets op papier' te
zetten. Hij kwam met het 'eitje', het mo
del dat jarenlang het gezicht van de Phi
lishave bepaalde.
Met dit tweekops model veroverde
Philips de Verenigde Staten (onder de
naam Norelco). Eind jaren '50 had ook
het 'eitje' z'n beste tijd gehad en werd het
vervangen door het zogeheten 'pijp-mo-
del'. In 1975 kwam er een compleet nieu
we serie op de markt en.sinds die tijd
heeft de Philishave een schuin geplaatst
scheerhoofd en een langere steel.
Deze zogeheten TH-lijn is nog steeds
uitgangspunt voor de vormgeving van
de huidige modellen. Ook 'inwendig'
veranderde er veel: er kwamen drie
scheerhoofden, snoerloos scheren werd
mogelijk (accu) en het dubbele scheer
systeem ('double action') werd geïntro
duceerd, waarbij de baardhaar eerst
eventjes uit de huid wordt opgetild alvo
rens dieper te worden afgesneden.
Natscheerders
Een doorn in het oog van Philips en de
andere fabrikanten van scheerappara
ten, zoals Braun in Westduitsland en
Remington in de VS, is nog steeds de
grote groep natscheerders, zo'n 35 pro
cent. Dat deze groep de Philishave nog
niet dagelijks hanteert, kan volgens J.C.
Tollenaar, directeur Philips Internatio
nal, te maken hebben met de 'scheerbe-
leving'. "De natscheerders zien het mes
je over de huid glijden. Het geeft een ge
voel van gladheid, want ze halen ook nog
eens het schuim van het gezicht. Bij een
apparaat zie je niet wat er gebeurt; je
Een sigaarvormige bakelieten Philishave uit de jaren dertig.
hoort alleen het zoemen van de motor".
Ook het tijdstip waarop het scheerap-
paraat in een land op de markt-is ge
bracht, kan volgens Tollenaar van in
vloed zijn op de mate waarin mannen
zijn afgestapt van het nat scheren. In Ne
derland was dat in de jaren '40, een tijd
dat koud water, een stukje zeep, slechte
mesjes en watjes de vaste ingrediënten
waren voor het scheren in een koude
keuken of douche. Het scheerapparaat
was toen een zegen. Die situatie is dras
tisch veranderd (denk alleen maar aan de
moderne schuimmidelen en mesjes) en
het is hierdoor voor de fabrikanten van
scheerapparaten moeilijker geworden
om de natscheerders over de streep te
trekken.
Toch zit er volgens Tollenaar bewe
ging in de markt en raken steeds meer
natscheerders overtuigd van het comfort
en de scheerkwaliteit van een eigentijds
apparaat. Een belangrijke groep voor
Philips is daarom het mannelijke deel
van de jeugd geworden; de groep die
voor het eerst met het verschijnsel
baardgroei wordt geconfronteerd. Met
kleurige modellen wordt geprobeerd
greep te krijgen op dit deel van de markt,
en dat vereist een speciale benadering.
"De jonge consument heeft een eigen li
fe-style. Je ziet aan de kleding en in de
sport dat jongeren eigen wensen hebben.
Daar moetje op inhaken, als je wilt dat ze
ook jouw produkt kopen. Trends moetje
zien aankomen en verwerken in kleuren
en modellen".
JAN KIEWIET