'Ik ben niet bang
om af te
DB MUÜBBJL.
AlJarreau(48)
wil net zo lang
mee als Sinatra
SPELLING
TOWER
KLUCHT
ONPROBLEEM
ZATERDAG 4 MAART 1989
PAGINA 27
In 1975 debuteerde hij als platenartiest indrukwekkend met het album 'We got by', waarop hij
meteen zijn visitekaartje toonde: een onwaarschijnlijk lenige stem waarmee hij allerhande
muziekinstrumenten feilloos kan imiteren. Toch bespeelt hij er niet één. De 48-jarige
domineeszoon Al Jarreau uit Milwaukee, niet geheel ten onrechte bekritiseerd vanege zijn
knieval voor de commercie, zit er niet zo mee. "Ik red me toch wel".
door Louis du Moulin
Of hij zijn vriend Bobby ('Don't Wor
ry Be Happy') McFerrin ook heeft
kunnen adviseren inzake het om
gaan met een plotselinge populari-
teits-hausse? "Laat me niet lachen!
schudt Al Jarreau zijn grijnzende
hoofd.
"Hij heeft een number one record all over
the world. Zo ver heb ik het nog niet ge
schopt. Ik kan beter aan hem vragen wat
ik moet doen indien me ooit nog eens zo
iets zou overkomen". Al Jarreau zegt dol
blij te zijn met de veel te lang uitgebleven
doorbraak van zijn collega, ook een
stern-acrobaat. De 48-jarige zanger uit
Los Angeles moet op zijn woord worden
geloofd, want zelf dacht hij vorige zomer
Bobby McFerrin een aardig eind in de
gewenste richting te helpen door hem uit
te nodigen voor een grappig duet, ge
naamd 'Yo Jeans', op zijn jongste album
'Heart's Horizon'.
Die hulp is dus onnodig gebleken,
maar alle moeite was zeker niet verspild.
"Eindelijk, najaren, hebben we een keer
de koppen bij elkaar kunnen steken. Nog
meer dan we vermoedden delen we een
zelfde soort liefde voor muziek. Dit
plaagstootje moetje dan ook zien als een
voorbode van een heleboel mooie dingen
die we nog tot stand zullen brengen".
Roemloos
Zelf zou Al Jarreau best wel weer een We
reldhit a la 'Roof Garden' (1982) en
'Boogie Down' (1983) kunnen gebruiken.
Voorlopig echter heeft het aan vrouw en
zoon opgedragen 'Heart's Horizon' nog
niet zo veel succes opgeleverd en dreigt
een even roemloos lot als zijn vorige al
bum 'L Is For Lover' ten deel is gevallen.
Over dat uit 1986 daterende prestige
project, geproduceerd door niemand
minder dan Nile Rodgers (David Bowie,
Diana Ross, Duran Duran), is de gewe
zen sociaal werker nog steeds meer te
spreken dan op grond van de verkoopcij
fers algemeen wordt aangenomen. "Het
enige probleem dat ik ermee heb gehad
is dat te weinig mensen het gehoord heb
ben. Niemand heeft gewoon de gelegen
heid gekregen om het te leren waarde
ren. Het is het oude verhaal van de artiest
die op de in genres opgedeelde Ameri
kaanse radio niet zo gemakkelijk te
plaatsen is. Nog steeds werkt men daar
als de posterijen. Iedere brief wordt keu
rig gerangschikt, en waag het vooral niet
om er een in een ander vakje te stoppen!
Dus hoef ik er niet op te rekenen dat mijn
singles tussen die van Michael Jackson
en Stevie Wonder door worden gedraaid.
Ze zijn niet 'mainstream' genoeg en daar
om ben ik aangewezen op de jazz- en
rhythm blues-stations. Voor hen ben
ik echter weer te veel pop".
Producer Nile Rodgers zou bij Al Jar
reau stellig weer in beeld zijn gekomen,
ware het niet dat 'dit genie' thans niet be
schikbaar was. De veelvuldig onder
scheiden zanger kwam hierdoor bijna
vanzelf weer terecht bij twee oudere
makkers: Jay Graydon, die heel lang zijn
vaste geluidsbepaler was, en alleskunner
George Duke, met wie hij in de jaren zes
tig in jazzclubs in San Francisco veelvul
dig optrad. Samen tekenden ze voor de
produktie van 'Heart's Horizon', een pro
ject dat bij de 'superlenige' Meneer
Stemband oren en ogen opnieuw heeft
geopend.
Aan de grens
"Niets ten nadele van Nile, maar ik weet
nu dat ik me toch meer op mijn gemak
voel met mensen die me van haver tot
gort kennen. Hem kende ik ook wel heel
lang, alleen niet als muzikale partner. Ik
denk dat Jay en George net even beter
aanvoelen waar ik naartoe wil. Vooral
George, die me voor het eerst produceer
de, was een openbaring. Zal wel komen
omdat ik met hem, in mijn jeugdige on
schuld, misschien wel de beste muziek
uit mijn hele leven heb gemaakt".
Als zanger daarentegen had hij toen
("Ik was geen psycholoog, zoals men hier
nog steeds denkt; ik hielp patiënten die
een amputatie hadden ondergaan met
hun revalidatie") nog veel te leren, weet
Al Jarreau inmiddels. En nu? "Ik heb de
indruk dat ik in technisch opzicht bijna
aan de grens van mijn mogelijkheden zit.
Qua flexibiliteit, bereik en kwaliteit zal
het niet veel beter kunnen. Misschien dat
driemaal per week zangles nog iets zou
kunnen uithalen, maar daar heb ik de puf
en de tijd niet voor", aldus de overvrien-
delijke domineeszoon die tot zijn er
gernis evenmin de kracht bezit om
met roken te stoppen.
"Bang om af te takelen ben ik niet
echt. Ik ga er maar van uit dat het verlies
aan fysiek vermogen wordt gecompen
seerd door een grotere rijpheid in hart en
geest en dat ik daarom tot ver na mijn
zestigste het publiek nog zal kunnen
boeien. Wat dat betreft is Sinatra een
groot voorbeeld voor mij. Natuurlijk zal
het Frank best pyn doen dat hij niet meer
kan wat hij dertig jaar geleden of zelfs
tien jaar geleden kon>. Anderzijds is er
toch die waardering en is zingen zozeer
een deel van zijn leven geworden dat hij
nooit meer zonder zal kunnen".
"Hij heeft het geprobeerd, het is hem
niet gelukt en ik weet precies waarom.
Het communiceren met je gehoor brengt
immers het beste in je naar boven. Op die
momenten ben je eerlijk, open, uit op het
delen van een heerlijke gemeenschappe
lijke ervaring. Optreden is voor mij het
zelfde als wat de kerk voor andere men
sen is".
Inspiratie
Tournees zyn voor hem dan ook een re
gelrechte inspiratiebron, maar al te vaak
schudt hij juist on the road de liedjes uit
zijn mouw. "Een mooi voorbeeld daar
van is 'Yo Jeans', dat hier in Amsterdam
twee jaar geleden in de taxi is ontstaan.
Voordat ik het wist had ik het hele num
mer in mijn hoofd uitgewerkt. Gene,
mijn assistent die naast me zat, kreeg de
opdracht de tweede stem te zingen. Sa
men zijn we gaan blèren en voordat we
bij het hotel waren stond het liedje op de
cassetteband. Je zult hieruit begrijpen
dat ik altijd en overal een recordertje bij
me heb. De reden is heel simpel: dat is
het enige instrument waarmee ik over
weg kan".
"Want geloof het of niet, hoe goed ik ze
ook kan imiteren, ik weet me op geen en
kel muziekinstrument raad. Eerlijk ge
zegd ben ik daar ook best behoorlijk ge
frustreerd over. Omdat ik weet dat ik als
songschrijver heel wat meer in mijn
mars zou hebben als ik een of twee jaar
als een tienjarig kind les zou hebben ge
had. Niettemin, ook daar kom ik maar
niet aan toe. Als je eenmaal gewend ben
om als artiest superprofessioneel te wer-
ken, dan wil je niet zo gauw meer terug
naar de kleuterschool. Daarnaast ben ik
evenzeer gemakzuchtig ingesteld. Ik red
me toch wel, dus waarom zal ik het me
zelf nog extra moeilijk maken".
Die luiheid valt niet los te zien van zijn
stroeve aanloop naar een plekje onder de
zon in showbizzland, durft Al Jarreau,
oorspronkelijk afkomstig uit Milwau
kee, te veronderstellen. "Omdat ik in The
Midwest maar niet verder kwam, trok ik
halverwege de jaren zestig naar Califor-
nië. Daar, in San Francisco, bleek ik dus
ook de stroom tegen te hebben, want ie
dereen was in de ban van de flower po
wer. Meedoen had gekund, maar ik
kwam uit een vrij conservatief milieu en
keek toen nog wat vreemd aan tegen al
die alternatievelingen daar in de omge
ving van Haight-Ashbury. Ik was ook al
iets ouder dan de meeste hippies, dus
verdacht".
Geluk
"Waar het op neerkomt is dat ik me niet
anders kan voordoen dan ik ben. Zoals ik
me toen niet kon overgeven aan de mu
ziek van The Grateful Dead en Jefferson
Airplane, zo heb ik nu niets op met aller
lei huidige rages zoals rap. Mijn geluk is
geweest dat ik in 1975 in handen ben ge
vallen van de platenmaatschappij War
ner Reprise, die me sindsdien als een pa
radepaardje in haar stal koestert. Van
meet af aan heeft men geweten dat er
met Al Jarreau nooit recordverkopen
zouden worden gehaald".
"Toch heeft men mij altijd gesteund,
waardoor ik me altijd enorm verplicht
heb gevoeld tot het leveren van het aller
beste. Zodoende hebben we elkaar in fei
te een dienst bewezen. En misschien ook
nog wel de muziekindustrie in het alge
meen. Want hoe relatief het ook allemaal
is: dank zy mijn inspanningen, die ik in
groter verband onderbreng bij die van
collega's als Chick Corea, Herbie Han
cock en George Benson, is het publiek
toch iets ontvankelijker geworden voor
het wat avontuurlijker repertoire. Als
men dat bij de Amerikaanse radio nou
ook eens doorhad zou ik nog gelukkiger
zijn".
Al Jarreau: "Waar het op neerkomt is dat ik me niet anders kan voordoen dan ik ben".
Dat er nou uitgerekend tijdens het staat-
siebezoek werd geapplaudisseerd voor
een impresario in pyjama die, bang voor
represailles, met weidse gebaren stampei
maakte omdat kangoeroes en papegaai
en rattenkruit door zijn sperziebonen en
rijstebrij hadden gemengd waardoor hij
eczeem had opgelopen na eerst behoorlijk
te zijn uitgedijd, dat kon nochtans per se
voor geen millimeter, vandaar dat me
nigeen zich er rigoureus van distantieer
de en vervolgens de barbecue verliet om
zich langzaamaan consciëntieus te gaan
wijden aan een gênante guerrilla, mi
nuscuul van omvang misschien, maar
toch bedoeld om hartgrondig en verre
van stiekem duidelijk te maken dat
bijouterieën ten enen male de pijlers on
der de middenstand zijn én behoorlijk
wat geld in het laatje brengen door sou
venirs uit Hawaii te verkopen, vandaar
dat het absoluut geen galgehumor is dat
baby's met de crème nog op hun billetjes
zich in groten getale met munitie wape
nen met het doel te allen tijde of desnoods
onmiddellijk tot een coup te kunnen over
gaan, hartstikke geinig dus.
Een krankzinnige zin natuurlijk, veel
te lang en zonder enige samenhang.
Maar hij bevat toevallig wel de 40 meest
fout gespelde woorden uit ons dagelijkse
taalgebruik. Dat wil zeggen: zoals hier
boven afgedrukt is ie goedgekeurd door
Van Dale, maar neemt u eens de proef op
de som. Lees hem voor aan iemand die er
nog niet naar heeft gekeken, en laat al die
wartaal door hem of haar op papier zet
ten. Wie dat foutloos doet verdient een
pluim, maar kan in het leven van alledag
een onuitstaanbaar mens zijn. En omge
keerd ook natuurlijk; wie dertig fouten
scoort is misschien wel het zonnetje in
huis.
De moraal van dit verhaal. Onze taal
is vanwege haar eeuwenlange ontstaans
geschiedenis een gecompliceerde mengel
moes geworden van bastaard- en leen
woorden, van inconsequente vervoegin
gen, staande uitdrukkingen en wat al
niet meer. Bijna onmogelijk haar voor
honderd percent te beheersen, zeker voor
wie dagelijks andersoortige bezigheden
heeft. Maar is dat een reden om voortaan
'hij vind' te schrijven, of 'tiepies', of
'akwarel' of 'piano'tje', zoals een werk
groep van de Taalunie deze week in een
rapport bepleitte?
Het moet nog maar eens gezegd: een
moedertaal is niet een voor eeuwen vast
gelegd instituut, maar simpelweg om
gangsgereedschap waarvoor regels en
afspraken nu eenmaal noodzakelijk zijn.
Door zo nu en dan creatief daarvan af te
wijken houd je haar veerkrachtig en
bloemrijk, zoals een smaakvol getroffen
dissonant wonderen kan doen in een mu
ziekstuk. Er is gelukkig geen paragraaf
John Tower: alcohol en kernwapens, dat kun je niet maken.
in onze grondwet die het mogelijk maakt
dat een politie-agent ons op de bon slin
gert als we wijland of eisco schrijven.
Maar het is wel leuk om te weten dat het
net andersom moet. Leuk om te weten dat
ten slotte iets anders betekent dan tenslot
te, en ten minste iets anders dan tenmin
ste.
Wie liever wc zegt in plaats van toilet,
liever verdieping in plaats van etage, die
moet dat zelf weten. Maar ik vind ap
plaus kernachtiger dan handgeklap, en
chauffeur leuker dan autobestuurder.
Laten de scherprechters van de Taalunie
zich hoeden voor eenheidsworst. En 'ek-
sellent' invoeren ten behoeve van diege
nen die 'excellent' te moeilijk vinden, dat
lijkt me überhaupt sowieso de zaak op z'n
kop zetten.
WILLEM SCHRAM A
derangs filmster had opgeduikeld. En in
Engeland zijn ze nog altijd niet uitge
schreven en uitgefilmd over de val in de
jaren zestig van minister Profumo die
een prostituée begeerde. Om maar eens
twee in het oog springende affaires te
Drank en vrouwen. Daarop zijn al heel
wat politieke carrières stukgelopen.
Gary Hart kon in de Verenigde Staten
zijn aspiraties voor het presidentschap
wel opgeven toen de pers eenmaal zijn
amoureuze escapades met een der
Nu dreigt John Tower, kandidaat-mi-
nister voor defensie in de Bush-regering,
stevig onderuit te gaan omdat hij (te)
graag een borreltje lust en uitbundig
achter rokken aanjaagt. Ontboezemin
gen daarover zijn inmiddels breed uitge
meten op radio, televisie en in de kran
ten. Zo wist een kelner te melden hoe To
wer tijdens een copieuze maaltijd kneep
jes in de billen had uitgedeeld aan een
kirrende vrouw terwijl Tower zelf op de
buis kwam vertellen dat hij onlangs een
endeldarm-operatie had ondergaan
waarbij de specialist en passant ook even
naar z'n lever had gekeken. Die bleek nog
niet al te zeer aangetast door de sterke
drank.
Nu zal het mij een zorg zijn op hoeveel
vrouwen Tower z'n geschut richt. Voor
een geslaagd ministerschap lijkt me de
status van brave huisvader geen noodza
kelijke voorwaarde. Bezwaarlijker lijkt
mij z'n alcoholprobleem, al wil Tower
dan zelf niet van een probleem weten.
Maar dat hoofd, waar je de drankzucht
van afziet, straalt hetdegendeel uit.
Het pijnlijkst is,het allemaal nog voor
president Bush die weer eens heeft gede
monstreerd de verkeerde man voor de
verkeerde post te kiezen. Eerst die wind
buil van Quayle als vice-president, en
dan nu Tower voor het Pentagon. Als
Bush zo doorgaat staan ons nog heel wat
tv-optredens met dubieuze amusements
waarde te wachten.
BERTPAAUW
De logica lijkt volkomen zoek: de vader
landse betaald-voetbalcompetitie lijkt
vervelender dan ooit, en toch vertrappen
de gegadigden elkaar bijna om die zoute
loosheid tegen ferme bedragen op het tv-
scherm te mogen brengen. Joop van den
Ende, groothandelaar in allerhande licht
vertier, was de meest spraakmakende on
der de bieders. Hij zou het voetbal uiterst
positief willen benaderen met speciaal
opgeleide verslaggevers die zonder man
keren enthousiasme uitstralen. Als dat
waar is verdwijnt de normale voetbal-
verslaggeving dus en krijgen we er een
apart soort slap-stick voor in de plaats.
De houding van de voetbalclubs (en
met name het handjevol toonaangeven
de) in deze kwestie is dusdanig dat ze op
een concours voor erkende huichelaars
met vlag en wimpel de Grand Prix zou
den veroveren. Vele jaren hebben de clubs
met grote bitterheid moeten aanvaarden
dat de NOS haar monopoliepositie mis
bruikte om voor een appel en een ei op de
eerste rang te zitten. Nu werkelijk de po
sitie van de NOS in dat opzicht aan het
wankelen is, hoor je bij clubs als PSV,
Ajax en Feyenoord plotsklaps geluiden
dat men zorgvuldig moet omspringen
met de belangen van de NOS. Hans
Kraay zei het zo: "De NOS is dertig jaar
lang een heel betrouwbare, objectieve en
goede partner geweest, dat mag niet uit
het oog worden verloren".
Het is uiteraard allemaal onzin. Waar
het om gaat is dat de NOS het grootste be
reik en de beste uitzenduren op zondag
heeft en houdt. De grote clubs, die weke
lijks op het scherm te zien zijn, danken
voornamelijk daaraan de hoge sponsor
bedragen. Die moeten eerst worden wor
den veiliggesteld, de gelden die via de tv-
rechten naar clubs als PSV, Ajax en
Feyenoord vloeien, zijn voor hen van on
dergeschikt belang. De NOS kan wat hen
betreft doodvallen, maar ze hebben Stu
dio Sport nu eenmaal nodig.
Mart Smeets meende maandag in
Sport Studio uit de woorden van Kraay
en andere voetbalbonzen te moeten con
cluderen dat er "dus een band is tussen
de NOS en de KNVB". Hij veinsde zelfs
enige ontroering. Smeets weet uiteraard
beter. Maar mocht Joop van den Ende de
race toch winnen, dan weet hij in elk ge
val dat Smeets het kluchtige derderangs
patrionaatstoneel al aardig onder de
knie heeft.
RUUD PAAUW
Jonge kinderen moetje thuis tv leren kij
ken, zei de Leidse hoogleraar psychologie
Tom van der Voort dezer dagen in een
dagblad-interview. Proberen wij onze
kinderen juist van dat apparaat weg te
lokken, doen we het wéér verkeerd. Heb
ben we de hele dag hard gewerkt, kunnen
we 's avonds ook nog eens gaan uitleggen
dat er op de tv weliswaar maar één com
missaris bezig is met het oplossen van een
moord, maar dat er in de werkelijkheid
een team van minstens dertig mensen op
zo'n zaak wordt gezet. En waarom wor
den moorden in het echt dan bijna nooit
opgelost en op de tv wel?, vraagt onze
zoon. Volgt een college over 'Wahrheit
und Dichtung'.
Als het aan Van der Voort ligt, zal de
eenzame wandelaar 's avonds in de huis
kamers geen mensen zien die aanliggen
aan kloostertafels, de pilsfles heffend als
een trompet waarop The Last Post wordt
geblazen, maar daarentegen alerte moe
ders en vaders die het hoofd helder die
nen te houden. Hun kinderen zouden wel
eens lastige vragen kunnen gaan stellen.
Waarom zegt die presentatrice nou
'beeldhouder' in plaats van 'beeldhou
wer', mam? Omdat die presentatrice van
de EO netjes wil spreken, Klaasje.
Alleen als je een universitaire studie
achter de rug hebt of een hbo-opleiding
hebt gevolgd, kun je volgeris prof. Van
der Voort je kinderen leren om door het
informatieve aanbod op de tv heen te kij
ken. Pas dan kun je ze op 'vertekeningsef
fecten' wijzen. Nog. even afgezien van het
betuttelende en arrogante karakter van
een dergelijke uitspraak, gaat hij voorbij
aan tal van publicaties waarin deze 'ver
tekeningseffecten' al lang in leesbaar,
niet-universitair proza zijn opgetekend.
Ik noem hier maar even de bundel 'Pa
pieren tijgers' van Gerrit Komrij, een
verzameling tv-kritieken. Als je de leer
lingen tegen hun vijftiende dit boek laat
lezen, zijn ze voor de rest van hun leven
gewapend tegen de listen en lagen van
Hilversum.
Zijn die leerstoelen op de universiteit
dan toch luie fauteuils, waarin het zo za
lig dutten is? Kinderen tv leren kijken!
Nieuws uit Duttendel! Het is weer een
van die onproblemen waarvan onze tele
visie bol is gaan staan sinds de glansrij
ke Intocht der Psychologen.
CEES VAN HOORE