'Bom is anti-god van onze cultuur' Gelijke behandeling nog vrome wens VASTENAKTE 'Problemen kinderen tijdig serieus nemen PAGINA 2 ZATERDAG 25 FEBRUARI 19 Radicale vredesactivisten gaan door met acties tegen bewapening "Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscha ren en hun speren tot snoei messen. Geen volk trekt zijn zwaard meer tegen een ander, en niemand oefent zich voor de strijd". Geïn spireerd door de woorden van de profeet JesEya brach ten de Eindhovense priester Kees Koning en de Amster damse arts Co van Melle in de nacht van 31 december op 1 januari op de lucht machtbasis Woensdrecht flinke schade toe aan twee NF-5B-straaljagers. door Robert van de Woestijne Vorige week donderdag moesten Koning en Van Melle zich voor de rechtbank in Breda voor hun daad verantwoorden. De Bredase recht bank veroordeelde beiden afgelo pen donderdag tot zes maanden ge vangenisstraf vanwege openlijke geweldpleging, aanranding van de openbare orde en vernieling van staatseigendom. Toch zal dat de vredesactivisten in de toekomst niet weerhouden door te gaan met hun acties. "Wat we doen en deden, zullen we blijven doen, omdat we weten dat het goed is". Kees Koning (58) en Co van Mel le (61) maken deel uit van de Neder landse tak van de North Atlantic Defence Movement, een groep ou dere en jongere vredesactivisten, die eerder opereerden onder de naam 'Maarbidders'. Die naam dankten de activisten aan het deni grerende 'Ach, het zijn maar bid ders' van een bewaker tijdens een Paasviering op de vliegbasis Woensdrecht in 1985. De North Atlantic Defence Mo vement, de 'onthekkersbeweging', ontstond vorig jaar toen vredesac tivisten in binnen- en buitenland hekwerken rond militaire bases be gonnen te verknippen. Het stadi um van bidden en onthekken zijn Koning en Van Melle inmiddels voorbij. Tijdens het proces in Bre da legden ze uit waarom: "We gin gen met bylen die smerige rottoe- stellen te lijf omdat ze moordende wapentuigen zijn, die op geen en kele wijze respect voor het mense lijk leven uitdrukken. Deze wereld is stapelkrankzinnig. Iedere drie seconden sterft er een kind van honger en iedere drie seconden wordt 150.000 gulden aan bewape ning uitgegeven". Met hun actie protesteerden Ko ning en Van Melle tegen het voor nemen van de Nederlandse rege ring de vliegtuigen aan Turkije te verkopen. "Het Turkse leger wordt ingezet bij de volkerenmoord op de Koerden. Wij voelen ons geroepen om deze misdaad aan de kaak te stellen door een positieve daad: het omsmeden van de zwaarden tot ploegscharen". Anti-god 'Kroongetuige' bij het proces tegen de twee vredesactivisten was de Amerikaanse priester Philip Berri- Berrigan (foto Acties bij Woensdrecht gan (65) uit Baltimore. Hy is een van de grondleggers van de radi caal-christelijke Ploegscharenbe weging waardoor ook Koning en Van Melle zich geïnspireerd voe len. Berrigan was in de jaren vijftig en zestig reeds zeer actief in de bur gerrechtenbeweging en de anti- Vietnambeweging in de Verenigde Staten. Sinds de Cubacrisis in 1962 is hij zich echter steeds feller gaan afzetten tegen het militarisme en de voortgaande atoombewape ning. Berrigan: "De bom is de anti god van onze cultuur. De bom be paalt ons leven. Daartegen moeten we in verzet komen". Dat verzet tegen de bom kreeg voor het eerst daadwerkelijk ge stalte op 9 september 1980, toen Berrigan samen met zijn broer Da niel en zes andere activisten de kernkoppenfabriek General Elec tric in het stadje King of Prussia in de staat Pennsylvania binnendron gen. De acht hamerden met mo kers in op een aantal neuskegels en goten hun eigen bloed uit over do cumenten. Daarna zongen en ba den ze tot ze gearresteerd werden. Berrigan: "Het was een actie op de bonnefooi, want we hadden nog nooit zoiets gedaan. Maar het was bovenal een actie in de geest van Gandhi, Martin Luther King en Je zus Christus, de grootste niet-ge- welddadige revolutionair in de we reldgeschiedenis". Met de actie in King of Prussia was de Ploegscharenbeweging ge boren. In totaal zijn er nu in de Ver enigde Staten enkele tientallen ac ties in de geest van deze beweging georganiseerd, waarbij kleine groe pen mensen op soortgelijke wijze als in King of Prussia schade toe brachten aan militair materieel. Berrigan: "Maar wij blijven door gaan met onze acties omdat de Amerikaanse burgers nog steeds de waarheid niet kennen. Zij reali seren zich niet dat er een oorlog aan de gang is. Zij weten niet dat er drie miljoen daklozen zijn in Amerika. Het dringt niet tot hen door dat er op deze aarde miljoenen sterven van de honger en dat er te gelijkertijd miljarden worden ver diend in de wapenindustrie. Het is een bloedbad. Daarom moeten wij de waarheid laten zien om recht te doen aan de slachtoffers van deze maatschappij". Strategie Er ligt een uitgebalanceerde strate gie aan de Ploegscharenacties ten grondslag, waarbij -de voorberei ding van de actie, de actie zelf en het naspel een eigen plaats hebben. Zo leven veel actievoerders met el kaar in leefgemeenschappen om tot een zo goed mogelijke voorbe reiding te komen. De acties zelf kenmerken zich door het 'ongehoorzame' karakter, de openheid - de deelnemers moe ten bereid zijn zich te laten arreste ren - en de geweldloosheid naar mensen. Berrigan: "Dat is voor ons een heel essentieel punt. Ik geloof namelijk niet dat de aarde zal blij ven bestaan als we niet iets meer le ren over geweldloosheid. Dat moet dus ook in onze acties tot uiting ko men". Met des te meer geweld gaan de leden van Ploegscharen tekeer te gen militair materieel. Berrigan: "Rechters hebben onze acties vaak veroordeeld omdat wij schade zou den hebben toegebracht aan privè- bezit. Maar het is waanzin om wa pens eigendom te noemen. Wapens zijn niemand tot nut". De Amerikaanse justitie dacht daar de afgelopen jaren anders over. De straffen voor mensen die aan Ploegscharenacties meededen waren niet mis. Zo bracht Berrigan bij elkaar vijfjaar in gevangenissen door. En Helen Woodson, moeder van elf kinderen, die op 12 novem ber 1984 deelnam aan een actie in Knob Noster, Missouri, zit twaalf jaar uit. Zij was aanvankelijk tot achttien jaar veroordeeld omdat zij een raketsilo met een pneumati sche boor te lijf ging. Ploegscharen beschouwt een ge vangenisstraf echter niet als een gevolg van de actie, maar als onder- (foto ANP) deel daarvan. Sterker nog, in de ge vangenis gaan de leden zelfs door met actievoeren, onder meer door het aan de kaak stellen van gevan genisstraf als vergelding voor de daad. Bewondering Vredesactiviste Sietje Kruyt- Amesz (62) uit Broek, evenals Ko ning en Van Melle lid van de North Atlantic Defence Movement, heeft veel bewondering voor de leden van de Amerikaanse Ploegscha renbeweging. "De situatie is daar veel hopelozer dan hier. Zij zitten midden tussen de wapenindustrie en worden keihard aangepakt. Ber rigan was dan ook ontzettend ver baasd dat de officier van justitie maar tien maanden eiste tegen Kees en Co. In Amerika is dat een lachertje". Sietje Kruyt raakte via activitei ten op het gebied van ontwikke lingssamenwerking betrokken bij de vredesbeweging. Sinds het be gin van de jaren tachtig voert zij ac tie tegen de bewapeningswedloop. Aanvankelijk deed zy dat door te demonstreren en door het niet be talen van defensiebelasting, maar vanaf 1983, toen zij deelnam aan een hongerstakingsestafette, is zij zich actiever op gaan stellen. Ze was de afgelopen jaren regel matig te vinden in het mobiele Vre- desactiekamp, dat jarenlang in Woensdrecht was opgeslagen, maar nu incidenteel de verschillen de legerplaatsen aandoet. En ze was er bij op de dag van het INF- akkoord, 29 mei 1988, toen er ge lijktijdig met het buitenland actie gevoerd werd by vier luchtmacht bases. Samen met andere vredes activisten knipte Sietje Kruyt op die dag op de basis Havelte meters hek door. Zelf beschouwt zij die actie als de eerste Nederlandse Ploegscha renactie. "De hekken rond de basis zijn het symbool van de dood. De hekken zijn bedoeld om het doden wat daarachter voorbereid wordt, veilig te stellen. Wij hebben de hek ken doorgeknipt en zyn vervolgens met een ploeg het land gaan bewer ken. Waarom? Omdat de aarde be stemd is om vrucht te dragen en niet om te vernietigen. Daarom hebben we het land teruggeno- Sietje Kruyt is heel langzaam naar dit soort vormen van actievoe ren toegegroeid. "Vijfjaar geleden had je mij geen hek zien doorknip pen. Het middel schrok mij af. Maar ik heb in de loop der jaren ontzettend veel van andere mensen geleerd, vooral van de jongeren. Het is daarom jammer dat de jeugd soms nauwelijks serieus wordt ge nomen. Mijn leeftijd is wat dat be treft een voordeel. Mensen zyn toch eerder geneigd naar een ouder iemand te luisteren, mits je natuur lijk met goede argumenten komt. En de mensen kunnen niet tegen mij zeggen: Jij weet niet waar je over praat, want je hebt de oorlog niet meegemaakt". Zingen Ondanks het feit dat het actievoe ren haar soms erg zwaar valt, heeft Sietje Kruyt ook geleerd plezier erin te hebben. Er komt veel creati viteit bij te pas. "Ik herinner me heel goed die keer dat er borden op de basis Woensdrecht verschenen met de mededeling dat er voortaan op activisten geschoten zou wor den. We hebben toen ook een bord gemaakt met de tekst 'jachtseizoen geopend'. Terwijl een aantal van ons de wachten afleidde door het zingen van 'In een groen, groen, groen, groen knolleknolleland', hebben anderen de borden verwij derd. Ach, dat militarisme is zo be lachelijk. Je kunt het ook heel goed met humor te lijf gaan". Kees Koning en Co van Melle zijn met hun veel grimmiger actie a. Sietje radicaal mens. In zijn ogen is er geen weg terug. Hij heeft jaren in India ge werkt en daar veel ellende meege maakt. Hy kan niét verkroppen dat wij in onze maatschappij steeds meer produceren en consumeren en dan ook nog wapens aanschaf fen om dat te verdedigen. Die span ning zit in zyn hele lijf. En Co heb ik leren kennen als een heel betrok ken en solidaire persoonlijkheid. Hij wilde Kees op 1 januari niet al leen laten gaan". Ook Sietje Kruyt wist wat Kees Koning van plan was. "Ik heb een paar dagen geworsteld of ik met hem mee zou gaan en heb dat uit eindelijk toch niet gedaan. Ik ben nog niet zover. Of ik ooit zover kom? Ik weet het niet. Ik heb een man, kinderen en kleinkinderen en een prachtig plekje hier in Broek. Ik weet niet of ik dat allemaal op wil geven. Maar dat hoeft ook niet. Een ieder moet op zijn eigen wijze bepalen hoe hij of zij een steentje kan bijdragen aan de strijd tegen het militarisme". Kees Koning en Co van Melle zijn nu veroordeeld, het oordeel ne men zij flegmatiek op. Typerend is een gedichtje dat Kees Koning tij dens zijn voorarrest maakte: 'Och, ook een rechter heeft geen macht. wat hij besluit is om het even Hij die in de hemel woont lacht en met die lach leid ik mijn leven'. ADVERTENTIE steunt jaarlijks ±450 kleinschalige sociale projekten in de Derde Wereld. GIRO 5850 te amersfoort. banknr. 70.70.70.147 UTRECHT (GPD) - Kinderen die met hun problemen naar een regionale instelling voor ambu lante geestelijke gezondheids zorg (RIAGG) gaan, zijn beter af dan jongeren die zich tot de kin derbescherming wenden. Dat blijkt uit een onderzoek over jeugdhulpverlening van drs. D. Deboutte, die daarop gisteren promoveerde aan de Rijksuni versiteit Utrecht. In zijn proefschrift komt De boutte, hoofd van de jeugdafde ling van de RIAGG in Rotter dam-Zuid, tot de conclusie dat de Wet op de Jeugdhulpverle ning uit 1988 niet deugt en in het belang van kinderen èn ouders dringend moet worden veran derd. De kinderbescherming, welzijnsinstellingen en de ge zondheidszorg lopen elkaar nu in de weg, terwijl samenwerking meer op zijn plaats zou zyn. Vol gens de promovendus hoeven de veranderingen geen extra geld te kosten. Het is een kwestie van verschuiven: meer geld investe ren in het stellen van de juiste diagnose en behandeling, waar door de onnodige langdurige hulpverlening vervalt. Deboutte onderzocht voor zijn proefschrift 2718 jongeren tot en met 18 jaar, die in 1983 in de Rot terdamse hulpverlening terecht kwamen. Om inzicht te krijgen in een eventueel verschil tussen ambulante geestelijke gezond heidszorg en plaatsing in een te huis, gezin of behandelingsin stelling, onderzocht hij de situa tie van vierhonderd jongeren. Daarvan waren er 270 in behan deling bij een RIAGG, 130 ver bleven in een tehuis of pleegge- Na vier jaar bleek dat dertig procent van de jongeren die een RIAGG bezochten, nog in be handeling waren bij een of ande re hulpverleningsinstelling. Zes procent was alsnog geplaatst in een tehuis of gezin. Van de kinderen die in 1983 werden geplaatst, was zeventig procent na vier jaar nog steeds in behandeling waarvan vijftig pro cent uit huis was geplaatst. Het proefschrift van Deboutte is koren op de molen van de Stichting Onderzoek naar de Ne derlandse Rechtspleging in fa miliezaken (SOR), die een parle mentaire enquête heeft geëist naar de jeugdhulpverlening. Vol gens de SOR is de kinderbe scherming volledig op hol gesla gen en worden er teveel kinde ren onttrokken aan de ouderlijke macht. Deboutte ontkent dat hij met het proefschrift de kinderbe scherming aanvalt. "Het gaat om problemen mét en niet van de kinderbescherming. Dat ouders ontgoocheld zijn, kan ik me voorstellen. Er wordt vaak geen of een verkeerde diagnose ge steld, waardoor hun kind ten on rechte uit huis wordt geplaatst. Maar de kinderbescherming ver- keert in een moeilijke positie. Uit het onderzoek blijkt dat de mees te hulpzoekende jongeren tussen de 13 en 18 jaar oud zijn. Van de 400 nader onderzochte kinderen bleek 85 procent voor de leeftijd van drie maanden individuele li- chamelijke en/of gedragsproble men te hebben gehad, waar niets aan gedaan is. Dat impliceert dat jongeren en ouders pas met hun problemen naar een hulpverle nende instantie gaan als ze met de rug tegen de muur staan. Het is daarom de taak van de geeste lijke gezondheidszorg om die problemen eerder te signaleren". Signalen worden genoeg gege-] ven maar niet opgepikt, menen Deboutte en zijn promotor, de Utrechtse professor kinderpsy chiatrie H. van Engeland. "Een moeder die bij haar huisarts komt met klachten omdat het kind veel huilt en voedingspro blemen heeft, wordt snel zelf als probleem gezien. Aan het kind wordt op dat moment geen aan dacht besteed. Dat kan sluipend jaren doorgaan en eindigen met j een uithuisplaatsing als het kind I vijftien is". Van Engeland beseft dat on derzoekers in een makkelijke po sitie zitten. "Wij bekijken ach teraf wat er fout is gegaan. Het is zeker niet onze bedoeling de huisarts te verwijten dat hij zijn werk niet goed doet. Heel veel kinderen hebben problemen in de eerste maanden van hun le ven, en heel vaak komt dat spon- j taan op zijn pootjes terecht. Het is heel moeilijk te bepalen in wel ke gevallen een huisarts moet in grijpen om te voorkomen dat het later uit de hand loopt". Om een duidelijker beeld te krijgen hoe huisartsen reageren op problemen van baby's, peu ters en kleuters, is de vakgroep kinderpsychiatrie van de Rijks universiteit Utrecht vorig jaar een onderzoek gestart. Daaruit moet ook naar voren komen wat ouders doen als zij problemen constateren, legt Van Engeland uit. "Gaan ze daarmee naar de huisarts, naar het consultatiebu reau, passen ze een alternatieve geneeswijze toe? Het is nu nog een grote blinde vlek, maar we hopen met de resultaten te berei ken dat huisartsen gerichter kunnen worden opgeleid om in een veel eerder stadium de pro blemen te herkennen". Los van de uitkomsten van het Utrechtse onderzoek vinden De boutte en Van Engeland dat er structureel meer ruimte moet ko men waarin geluisterd kan wor den naar de ouders. Van Enge- land: "Schoolartsen en consulta tiebureaus zien de kinderen re gelmatig, zijn dus de aangewe- zen personen om psychische problemen te ontdekken, maar door de bezuinigingen hebben ze I amper de ty d om verder te kijken dan lengtegroei en doorgezakte voetjes". "Heel veel kinderen hebben problemen in het begin van hun leven, maar dat komt vaak spontaan weer op zijn pootjes terecht". foto gpd) BRUSSEL - Op papier is het vaak prima geregeld. Maar in de praktijk laat de gelijke behandeling van mannen en vrouwen nog heel wat te wensen over. Dat bleek deze week tijdens een door de Commis sie voor de rechten van de vrouw van het Europees Parlement geor ganiseerd forum over de positie van vrouwen in Europa. Vertegen woordigers van de nationale parle menten van tien van de twaalf lid staten (Nederland en Groot-Brit- tannië schitterden door afwezig heid) en Europarlementariërs bo gen zich daar onder meer over de vraag in hoeverre de door de EG uitgevaardigde bepalingen over geÜjke behandeling doorwerken op nationaal niveau. door Nicole Lucas "Het is goed dat de EG die rege lingen heeft opgesteld. Daardoor zijn landen verplicht geweest een aantal zaken ten gunste van vrou wen te regelen. Maar het omgooien van een bestaande situatie is altijd moeilijk en stuit op weerstand. Vandaar dus nog altijd een kloof tussen theorie en praktijk", aldus het Franse Kamerlid Y vette Roudy. De EG heeft zich al vanaf haar ontstaan bezig gehouden met de positie van vrouwen met name op de arbeidsmarkt. In het Verdrag van Rome, het oprichtingsverdrag van de EG uit 1957, is een artikel opgenomen waarin staat dat de lid staten het beginsel van gelijke be loning voor mannelijke en vrouwe Kloof tussen theorie en praktijk groot in EG-lidstaten lijke werknemers moeten toepas sen voor gelijke arbeid. Dit bekende artikel 119 is er ove rigens niet zozeer uit emancipatie- overwegingen gekomen, maar om puur economische redenen. Frank rijk had destijds veel te maken met trekarbeid van Italiaanse werk neemsters die stukken 'goedkoper' waren dan de Franse. Om oneerlij ke concurrentie tussen de lidstaten te voorkomen stelde Frankrijk toen voor in het Verdrag een bepa ling over gelijke beloning op te ne men. In 1975 werd deze omgezet in wat nu bekend staat als de 'eerste richtlijn gelijke behandeling'. Lid staten zijn verplicht zich daaraan te houden. Inmiddels zijn er nog vier richt lijnen aanvaard, die onder meer de gelijke behandeling van vrouwen in de sociale zekerheid moeten ga randeren. In de meeste EG-lidsta ten is de wetgeving nu aangepast, zij het dat dit lang niet altijd zonder slag of stoot is gegaan. Nederland vormt wat dat betreft, aldus de so cialistische Europarlementariër en voorzitter van de vrouwencommis sie Hedy d'Ancona, een bescha mend voorbeeld. "Nederland heeft het imago van progressiviteit. Maar als het op gelyke behandeling van mannen en vrouwen aankomt klopt dat beeld absoluut niet". Ze i daarbij onder meer naar de pogingen van staatssecretaris de Graaf (sociale zaken) om onder gelyke benadeling van vrouwen in de aaw uit te komen. Bewijslast Papier is echter geduldig, zo bleek uit tal van voorbeelden. Ruim der tig jaar na de oprichting van de EG is zelfs gelijke beloning voor gelijk werk nog altijd niet vanzelfspre kend. Een Westduitse gaf het voor beeld van een onderneming waar mannen die aan de lopende band exact hetzelfde werk verrichtten als vrouwen tóch meer verdienden. Aan werktijden, ervaring en oplei ding kon het niet liggen: daarin verschilden de werknemers niet. "De ongelijke beloning werd goed gepraat met het argument dat man nen op meerdere plaatsen inzet baar waren, omdat ze over meer li chamelijke kracht zouden beschik ken". In een land als Ierland kunnen de verschillen oplopen tot veertig procent. Gemiddeld gaat het in de EG om twintig tot dertig procent. Vrouwen maken bovendien nog al tijd minder snel carrière als gevolg van het feit dat zij nog altijd de eerst verantwoordelijken zijn voor het gezin. Voorzieningen om be- taalH wprlr pn Hg 7f\ra wnr IrinHp. Hedy d'Ancona: Nederland geeft slecht voorbeeld ANP) ren te combineren zijn in de meeste EG-lidstaten nog altijd schaars. Er moet dan ook veel meer ge beuren om vrouwen daadwerkelijk gelijke kansen te garanderen, stel de d'Ancona. Pogingen om dat op EG-niveau te verwezenlijken zijn tot nu toe echter op niets uitgelo pen. Met name door verzet vanuit Londen ('Margaret Thatcher is alle mannen én vrouwen te erg') strandden eind vorig jaar een paar nieuwe richtlijnen over verruiming van deeltijdwerk, het zwanger- schaps- en ouderschapsverlof en over een verschuiving van de be wijslast: de vrouw hoeft niet aan te tonen dat zij een baan niet heeft ge kregen omdat ze een vrouw maar de werkgever moet bewijzen dat er andere argumenten mee speelden. Tradities Concrete maatregelen zullen bo vendien gepaard moeten gaan met veranderingen in de mentaliteit, zo was de algemene conclusie. "Tradi ties en vooroordelen zijn taai en moeilyk te doorbreken", consta teerde de Deense parlementariër Elisabeth Arnold. Zelfs in haar land, waar 60 procent van de vrou wen buitenshuis werkt en redelijke voorzieningen zijn, zijn vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd in hogere functies en in wat alge meen als 'mannenberoepen' wor den beschouwd. 'Opleiding' was voor haar het sleutelwoord en de Griekse Vasso Papandreou, de Europese commis saris voor sociale zaken, viel haar daarin bij. Sinds begin dit jaar telt de Europese Commissie, het dage lijks bestuur van de EG, voor het eerst in haar bestaan twee vrouwen onder haar leden. Naast Papan dreou is de Francaise Christiane Scrivener verantwoordelijk voor de interne markt. Volgens de Griekse hebben be drijven steeds meer behoefte aan hooggeschoold personeel. "Men sen met weinig opleiding zullen zing naar '1992' kon natuurlyk niet uitblijven. "Vrouwen met een lage opleiding die werken in sectoren zonder veel toekomst zullen de eer ste slachtoffers zijn van de interne markt", stelde ze onomwonden. Ze was niet de enige die met na me voor vrouwen negatieve effec ten verwacht van het wegvallen van de grenzen tussen de EG-lid staten na 1992. "Bij economische schaalvergroting en technologi sche vernieuwing, de standaardbe grippen van de interne markt, krij gen de zwakke groepen op de ar beidsmarkt de klappen. En vrou wen behoren nu eenmaal nog altijd tot de zwakke groepen", aldus d'Ancona. Haar CDA-collega Hanja Maij- Weggen toonde zich minder som ber: "Na 1992 ontstaan er ook kan sen. We moeten niet altijd maar al- j leen de negatieve kanten bena drukken. Er zullen ook heel veel vrouwen juist door de eenwording 1 aan de slag kunnen". Automatisch gebeurt het echter allemaal niet, zo moest ook zij toegeven. Lobby Papandreou pleitte voor een sterke lobby. "Er zijn 180 miljoen vrou wen in Europa, maar ik hoor ze nauwelijks als het er om gaat hun belangen in een vroegtijdig stadi um te verdedigen". Op de vraag of vrouwen nu een welwillend gehoor zullen vinden bij de Europese Commissie volgde echter geen vol mondig 'ja'. "De Commissie beslist niets", verschool de Griekse zich achter de officiële procedures. "Dat doet de ministerraad. Daarop moet druk worden uitgeoefend en op de ambtenaren die de zaken vnnrhprpiHpn"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 2