'Bom is anti-god
van onze cultuur'
Gelijke behandeling nog vrome wens
VASTENAKTE
'Problemen kinderen
tijdig
serieus nemen
PAGINA 2
ZATERDAG 25 FEBRUARI 19
Radicale vredesactivisten gaan door met acties tegen bewapening
"Zij zullen hun zwaarden
omsmeden tot ploegscha
ren en hun speren tot snoei
messen. Geen volk trekt
zijn zwaard meer tegen een
ander, en niemand oefent
zich voor de strijd". Geïn
spireerd door de woorden
van de profeet JesEya brach
ten de Eindhovense priester
Kees Koning en de Amster
damse arts Co van Melle in
de nacht van 31 december
op 1 januari op de lucht
machtbasis Woensdrecht
flinke schade toe aan twee
NF-5B-straaljagers.
door
Robert van de Woestijne
Vorige week donderdag moesten
Koning en Van Melle zich voor de
rechtbank in Breda voor hun daad
verantwoorden. De Bredase recht
bank veroordeelde beiden afgelo
pen donderdag tot zes maanden ge
vangenisstraf vanwege openlijke
geweldpleging, aanranding van de
openbare orde en vernieling van
staatseigendom. Toch zal dat de
vredesactivisten in de toekomst
niet weerhouden door te gaan met
hun acties. "Wat we doen en deden,
zullen we blijven doen, omdat we
weten dat het goed is".
Kees Koning (58) en Co van Mel
le (61) maken deel uit van de Neder
landse tak van de North Atlantic
Defence Movement, een groep ou
dere en jongere vredesactivisten,
die eerder opereerden onder de
naam 'Maarbidders'. Die naam
dankten de activisten aan het deni
grerende 'Ach, het zijn maar bid
ders' van een bewaker tijdens een
Paasviering op de vliegbasis
Woensdrecht in 1985.
De North Atlantic Defence Mo
vement, de 'onthekkersbeweging',
ontstond vorig jaar toen vredesac
tivisten in binnen- en buitenland
hekwerken rond militaire bases be
gonnen te verknippen. Het stadi
um van bidden en onthekken zijn
Koning en Van Melle inmiddels
voorbij. Tijdens het proces in Bre
da legden ze uit waarom: "We gin
gen met bylen die smerige rottoe-
stellen te lijf omdat ze moordende
wapentuigen zijn, die op geen en
kele wijze respect voor het mense
lijk leven uitdrukken. Deze wereld
is stapelkrankzinnig. Iedere drie
seconden sterft er een kind van
honger en iedere drie seconden
wordt 150.000 gulden aan bewape
ning uitgegeven".
Met hun actie protesteerden Ko
ning en Van Melle tegen het voor
nemen van de Nederlandse rege
ring de vliegtuigen aan Turkije te
verkopen. "Het Turkse leger wordt
ingezet bij de volkerenmoord op de
Koerden. Wij voelen ons geroepen
om deze misdaad aan de kaak te
stellen door een positieve daad: het
omsmeden van de zwaarden tot
ploegscharen".
Anti-god
'Kroongetuige' bij het proces tegen
de twee vredesactivisten was de
Amerikaanse priester Philip Berri-
Berrigan
(foto
Acties bij Woensdrecht
gan (65) uit Baltimore. Hy is een
van de grondleggers van de radi
caal-christelijke Ploegscharenbe
weging waardoor ook Koning en
Van Melle zich geïnspireerd voe
len. Berrigan was in de jaren vijftig
en zestig reeds zeer actief in de bur
gerrechtenbeweging en de anti-
Vietnambeweging in de Verenigde
Staten. Sinds de Cubacrisis in 1962
is hij zich echter steeds feller gaan
afzetten tegen het militarisme en
de voortgaande atoombewape
ning. Berrigan: "De bom is de anti
god van onze cultuur. De bom be
paalt ons leven. Daartegen moeten
we in verzet komen".
Dat verzet tegen de bom kreeg
voor het eerst daadwerkelijk ge
stalte op 9 september 1980, toen
Berrigan samen met zijn broer Da
niel en zes andere activisten de
kernkoppenfabriek General Elec
tric in het stadje King of Prussia in
de staat Pennsylvania binnendron
gen. De acht hamerden met mo
kers in op een aantal neuskegels en
goten hun eigen bloed uit over do
cumenten. Daarna zongen en ba
den ze tot ze gearresteerd werden.
Berrigan: "Het was een actie op de
bonnefooi, want we hadden nog
nooit zoiets gedaan. Maar het was
bovenal een actie in de geest van
Gandhi, Martin Luther King en Je
zus Christus, de grootste niet-ge-
welddadige revolutionair in de we
reldgeschiedenis".
Met de actie in King of Prussia
was de Ploegscharenbeweging ge
boren. In totaal zijn er nu in de Ver
enigde Staten enkele tientallen ac
ties in de geest van deze beweging
georganiseerd, waarbij kleine groe
pen mensen op soortgelijke wijze
als in King of Prussia schade toe
brachten aan militair materieel.
Berrigan: "Maar wij blijven door
gaan met onze acties omdat de
Amerikaanse burgers nog steeds
de waarheid niet kennen. Zij reali
seren zich niet dat er een oorlog aan
de gang is. Zij weten niet dat er drie
miljoen daklozen zijn in Amerika.
Het dringt niet tot hen door dat er
op deze aarde miljoenen
sterven van de honger en dat er te
gelijkertijd miljarden worden ver
diend in de wapenindustrie. Het is
een bloedbad. Daarom moeten wij
de waarheid laten zien om recht te
doen aan de slachtoffers van deze
maatschappij".
Strategie
Er ligt een uitgebalanceerde strate
gie aan de Ploegscharenacties ten
grondslag, waarbij -de voorberei
ding van de actie, de actie zelf en
het naspel een eigen plaats hebben.
Zo leven veel actievoerders met el
kaar in leefgemeenschappen om
tot een zo goed mogelijke voorbe
reiding te komen.
De acties zelf kenmerken zich
door het 'ongehoorzame' karakter,
de openheid - de deelnemers moe
ten bereid zijn zich te laten arreste
ren - en de geweldloosheid naar
mensen. Berrigan: "Dat is voor ons
een heel essentieel punt. Ik geloof
namelijk niet dat de aarde zal blij
ven bestaan als we niet iets meer le
ren over geweldloosheid. Dat moet
dus ook in onze acties tot uiting ko
men".
Met des te meer geweld gaan de
leden van Ploegscharen tekeer te
gen militair materieel. Berrigan:
"Rechters hebben onze acties vaak
veroordeeld omdat wij schade zou
den hebben toegebracht aan privè-
bezit. Maar het is waanzin om wa
pens eigendom te noemen. Wapens
zijn niemand tot nut".
De Amerikaanse justitie dacht
daar de afgelopen jaren anders
over. De straffen voor mensen die
aan Ploegscharenacties meededen
waren niet mis. Zo bracht Berrigan
bij elkaar vijfjaar in gevangenissen
door. En Helen Woodson, moeder
van elf kinderen, die op 12 novem
ber 1984 deelnam aan een actie in
Knob Noster, Missouri, zit twaalf
jaar uit. Zij was aanvankelijk tot
achttien jaar veroordeeld omdat zij
een raketsilo met een pneumati
sche boor te lijf ging.
Ploegscharen beschouwt een ge
vangenisstraf echter niet als een
gevolg van de actie, maar als onder-
(foto ANP)
deel daarvan. Sterker nog, in de ge
vangenis gaan de leden zelfs door
met actievoeren, onder meer door
het aan de kaak stellen van gevan
genisstraf als vergelding voor de
daad.
Bewondering
Vredesactiviste Sietje Kruyt-
Amesz (62) uit Broek, evenals Ko
ning en Van Melle lid van de North
Atlantic Defence Movement, heeft
veel bewondering voor de leden
van de Amerikaanse Ploegscha
renbeweging. "De situatie is daar
veel hopelozer dan hier. Zij zitten
midden tussen de wapenindustrie
en worden keihard aangepakt. Ber
rigan was dan ook ontzettend ver
baasd dat de officier van justitie
maar tien maanden eiste tegen
Kees en Co. In Amerika is dat een
lachertje".
Sietje Kruyt raakte via activitei
ten op het gebied van ontwikke
lingssamenwerking betrokken bij
de vredesbeweging. Sinds het be
gin van de jaren tachtig voert zij ac
tie tegen de bewapeningswedloop.
Aanvankelijk deed zy dat door te
demonstreren en door het niet be
talen van defensiebelasting, maar
vanaf 1983, toen zij deelnam aan
een hongerstakingsestafette, is zij
zich actiever op gaan stellen.
Ze was de afgelopen jaren regel
matig te vinden in het mobiele Vre-
desactiekamp, dat jarenlang in
Woensdrecht was opgeslagen,
maar nu incidenteel de verschillen
de legerplaatsen aandoet. En ze
was er bij op de dag van het INF-
akkoord, 29 mei 1988, toen er ge
lijktijdig met het buitenland actie
gevoerd werd by vier luchtmacht
bases. Samen met andere vredes
activisten knipte Sietje Kruyt op
die dag op de basis Havelte meters
hek door.
Zelf beschouwt zij die actie als
de eerste Nederlandse Ploegscha
renactie. "De hekken rond de basis
zijn het symbool van de dood. De
hekken zijn bedoeld om het doden
wat daarachter voorbereid wordt,
veilig te stellen. Wij hebben de hek
ken doorgeknipt en zyn vervolgens
met een ploeg het land gaan bewer
ken. Waarom? Omdat de aarde be
stemd is om vrucht te dragen en
niet om te vernietigen. Daarom
hebben we het land teruggeno-
Sietje Kruyt is heel langzaam
naar dit soort vormen van actievoe
ren toegegroeid. "Vijfjaar geleden
had je mij geen hek zien doorknip
pen. Het middel schrok mij af.
Maar ik heb in de loop der jaren
ontzettend veel van andere mensen
geleerd, vooral van de jongeren.
Het is daarom jammer dat de jeugd
soms nauwelijks serieus wordt ge
nomen. Mijn leeftijd is wat dat be
treft een voordeel. Mensen zyn
toch eerder geneigd naar een ouder
iemand te luisteren, mits je natuur
lijk met goede argumenten komt.
En de mensen kunnen niet tegen
mij zeggen: Jij weet niet waar je
over praat, want je hebt de oorlog
niet meegemaakt".
Zingen
Ondanks het feit dat het actievoe
ren haar soms erg zwaar valt, heeft
Sietje Kruyt ook geleerd plezier
erin te hebben. Er komt veel creati
viteit bij te pas. "Ik herinner me
heel goed die keer dat er borden op
de basis Woensdrecht verschenen
met de mededeling dat er voortaan
op activisten geschoten zou wor
den. We hebben toen ook een bord
gemaakt met de tekst 'jachtseizoen
geopend'. Terwijl een aantal van
ons de wachten afleidde door het
zingen van 'In een groen, groen,
groen, groen knolleknolleland',
hebben anderen de borden verwij
derd. Ach, dat militarisme is zo be
lachelijk. Je kunt het ook heel goed
met humor te lijf gaan".
Kees Koning en Co van Melle
zijn met hun veel grimmiger actie
a. Sietje
radicaal
mens. In zijn ogen is er geen weg
terug. Hij heeft jaren in India ge
werkt en daar veel ellende meege
maakt. Hy kan niét verkroppen dat
wij in onze maatschappij steeds
meer produceren en consumeren
en dan ook nog wapens aanschaf
fen om dat te verdedigen. Die span
ning zit in zyn hele lijf. En Co heb
ik leren kennen als een heel betrok
ken en solidaire persoonlijkheid.
Hij wilde Kees op 1 januari niet al
leen laten gaan".
Ook Sietje Kruyt wist wat Kees
Koning van plan was. "Ik heb een
paar dagen geworsteld of ik met
hem mee zou gaan en heb dat uit
eindelijk toch niet gedaan. Ik ben
nog niet zover. Of ik ooit zover
kom? Ik weet het niet. Ik heb een
man, kinderen en kleinkinderen en
een prachtig plekje hier in Broek.
Ik weet niet of ik dat allemaal op
wil geven. Maar dat hoeft ook niet.
Een ieder moet op zijn eigen wijze
bepalen hoe hij of zij een steentje
kan bijdragen aan de strijd tegen
het militarisme".
Kees Koning en Co van Melle
zijn nu veroordeeld, het oordeel ne
men zij flegmatiek op. Typerend is
een gedichtje dat Kees Koning tij
dens zijn voorarrest maakte:
'Och, ook een rechter heeft geen
macht.
wat hij besluit is om het even
Hij die in de hemel woont lacht
en met die lach leid ik mijn leven'.
ADVERTENTIE
steunt jaarlijks
±450 kleinschalige
sociale projekten in
de Derde Wereld.
GIRO 5850
te amersfoort.
banknr. 70.70.70.147
UTRECHT (GPD) - Kinderen
die met hun problemen naar een
regionale instelling voor ambu
lante geestelijke gezondheids
zorg (RIAGG) gaan, zijn beter af
dan jongeren die zich tot de kin
derbescherming wenden. Dat
blijkt uit een onderzoek over
jeugdhulpverlening van drs. D.
Deboutte, die daarop gisteren
promoveerde aan de Rijksuni
versiteit Utrecht.
In zijn proefschrift komt De
boutte, hoofd van de jeugdafde
ling van de RIAGG in Rotter
dam-Zuid, tot de conclusie dat
de Wet op de Jeugdhulpverle
ning uit 1988 niet deugt en in het
belang van kinderen èn ouders
dringend moet worden veran
derd. De kinderbescherming,
welzijnsinstellingen en de ge
zondheidszorg lopen elkaar nu in
de weg, terwijl samenwerking
meer op zijn plaats zou zyn. Vol
gens de promovendus hoeven de
veranderingen geen extra geld te
kosten. Het is een kwestie van
verschuiven: meer geld investe
ren in het stellen van de juiste
diagnose en behandeling, waar
door de onnodige langdurige
hulpverlening vervalt.
Deboutte onderzocht voor zijn
proefschrift 2718 jongeren tot en
met 18 jaar, die in 1983 in de Rot
terdamse hulpverlening terecht
kwamen. Om inzicht te krijgen
in een eventueel verschil tussen
ambulante geestelijke gezond
heidszorg en plaatsing in een te
huis, gezin of behandelingsin
stelling, onderzocht hij de situa
tie van vierhonderd jongeren.
Daarvan waren er 270 in behan
deling bij een RIAGG, 130 ver
bleven in een tehuis of pleegge-
Na vier jaar bleek dat dertig
procent van de jongeren die een
RIAGG bezochten, nog in be
handeling waren bij een of ande
re hulpverleningsinstelling. Zes
procent was alsnog geplaatst in
een tehuis of gezin.
Van de kinderen die in 1983
werden geplaatst, was zeventig
procent na vier jaar nog steeds in
behandeling waarvan vijftig pro
cent uit huis was geplaatst.
Het proefschrift van Deboutte
is koren op de molen van de
Stichting Onderzoek naar de Ne
derlandse Rechtspleging in fa
miliezaken (SOR), die een parle
mentaire enquête heeft geëist
naar de jeugdhulpverlening. Vol
gens de SOR is de kinderbe
scherming volledig op hol gesla
gen en worden er teveel kinde
ren onttrokken aan de ouderlijke
macht.
Deboutte ontkent dat hij met
het proefschrift de kinderbe
scherming aanvalt. "Het gaat om
problemen mét en niet van de
kinderbescherming. Dat ouders
ontgoocheld zijn, kan ik me
voorstellen. Er wordt vaak geen
of een verkeerde diagnose ge
steld, waardoor hun kind ten on
rechte uit huis wordt geplaatst.
Maar de kinderbescherming ver-
keert in een moeilijke positie. Uit
het onderzoek blijkt dat de mees
te hulpzoekende jongeren tussen
de 13 en 18 jaar oud zijn. Van de
400 nader onderzochte kinderen
bleek 85 procent voor de leeftijd
van drie maanden individuele li-
chamelijke en/of gedragsproble
men te hebben gehad, waar niets
aan gedaan is. Dat impliceert dat
jongeren en ouders pas met hun
problemen naar een hulpverle
nende instantie gaan als ze met
de rug tegen de muur staan. Het
is daarom de taak van de geeste
lijke gezondheidszorg om die
problemen eerder te signaleren".
Signalen worden genoeg gege-]
ven maar niet opgepikt, menen
Deboutte en zijn promotor, de
Utrechtse professor kinderpsy
chiatrie H. van Engeland. "Een
moeder die bij haar huisarts
komt met klachten omdat het
kind veel huilt en voedingspro
blemen heeft, wordt snel zelf als
probleem gezien. Aan het kind
wordt op dat moment geen aan
dacht besteed. Dat kan sluipend
jaren doorgaan en eindigen met j
een uithuisplaatsing als het kind I
vijftien is".
Van Engeland beseft dat on
derzoekers in een makkelijke po
sitie zitten. "Wij bekijken ach
teraf wat er fout is gegaan. Het is
zeker niet onze bedoeling de
huisarts te verwijten dat hij zijn
werk niet goed doet. Heel veel
kinderen hebben problemen in
de eerste maanden van hun le
ven, en heel vaak komt dat spon- j
taan op zijn pootjes terecht. Het
is heel moeilijk te bepalen in wel
ke gevallen een huisarts moet in
grijpen om te voorkomen dat het
later uit de hand loopt".
Om een duidelijker beeld te
krijgen hoe huisartsen reageren
op problemen van baby's, peu
ters en kleuters, is de vakgroep
kinderpsychiatrie van de Rijks
universiteit Utrecht vorig jaar
een onderzoek gestart. Daaruit
moet ook naar voren komen wat
ouders doen als zij problemen
constateren, legt Van Engeland
uit. "Gaan ze daarmee naar de
huisarts, naar het consultatiebu
reau, passen ze een alternatieve
geneeswijze toe? Het is nu nog
een grote blinde vlek, maar we
hopen met de resultaten te berei
ken dat huisartsen gerichter
kunnen worden opgeleid om in
een veel eerder stadium de pro
blemen te herkennen".
Los van de uitkomsten van het
Utrechtse onderzoek vinden De
boutte en Van Engeland dat er
structureel meer ruimte moet ko
men waarin geluisterd kan wor
den naar de ouders. Van Enge-
land: "Schoolartsen en consulta
tiebureaus zien de kinderen re
gelmatig, zijn dus de aangewe-
zen personen om psychische
problemen te ontdekken, maar
door de bezuinigingen hebben ze I
amper de ty d om verder te kijken
dan lengtegroei en doorgezakte
voetjes".
"Heel veel kinderen hebben problemen in het begin van hun leven,
maar dat komt vaak spontaan weer op zijn pootjes terecht". foto gpd)
BRUSSEL - Op papier is het vaak
prima geregeld. Maar in de praktijk
laat de gelijke behandeling van
mannen en vrouwen nog heel wat
te wensen over. Dat bleek deze
week tijdens een door de Commis
sie voor de rechten van de vrouw
van het Europees Parlement geor
ganiseerd forum over de positie
van vrouwen in Europa. Vertegen
woordigers van de nationale parle
menten van tien van de twaalf lid
staten (Nederland en Groot-Brit-
tannië schitterden door afwezig
heid) en Europarlementariërs bo
gen zich daar onder meer over de
vraag in hoeverre de door de EG
uitgevaardigde bepalingen over
geÜjke behandeling doorwerken
op nationaal niveau.
door
Nicole Lucas
"Het is goed dat de EG die rege
lingen heeft opgesteld. Daardoor
zijn landen verplicht geweest een
aantal zaken ten gunste van vrou
wen te regelen. Maar het omgooien
van een bestaande situatie is altijd
moeilijk en stuit op weerstand.
Vandaar dus nog altijd een kloof
tussen theorie en praktijk", aldus
het Franse Kamerlid Y vette
Roudy.
De EG heeft zich al vanaf haar
ontstaan bezig gehouden met de
positie van vrouwen met name op
de arbeidsmarkt. In het Verdrag
van Rome, het oprichtingsverdrag
van de EG uit 1957, is een artikel
opgenomen waarin staat dat de lid
staten het beginsel van gelijke be
loning voor mannelijke en vrouwe
Kloof tussen theorie en praktijk groot in EG-lidstaten
lijke werknemers moeten toepas
sen voor gelijke arbeid.
Dit bekende artikel 119 is er ove
rigens niet zozeer uit emancipatie-
overwegingen gekomen, maar om
puur economische redenen. Frank
rijk had destijds veel te maken met
trekarbeid van Italiaanse werk
neemsters die stukken 'goedkoper'
waren dan de Franse. Om oneerlij
ke concurrentie tussen de lidstaten
te voorkomen stelde Frankrijk
toen voor in het Verdrag een bepa
ling over gelijke beloning op te ne
men. In 1975 werd deze omgezet in
wat nu bekend staat als de 'eerste
richtlijn gelijke behandeling'. Lid
staten zijn verplicht zich daaraan te
houden.
Inmiddels zijn er nog vier richt
lijnen aanvaard, die onder meer de
gelijke behandeling van vrouwen
in de sociale zekerheid moeten ga
randeren. In de meeste EG-lidsta
ten is de wetgeving nu aangepast,
zij het dat dit lang niet altijd zonder
slag of stoot is gegaan. Nederland
vormt wat dat betreft, aldus de so
cialistische Europarlementariër en
voorzitter van de vrouwencommis
sie Hedy d'Ancona, een bescha
mend voorbeeld. "Nederland heeft
het imago van progressiviteit. Maar
als het op gelyke behandeling van
mannen en vrouwen aankomt
klopt dat beeld absoluut niet". Ze
i daarbij onder meer naar
de pogingen van staatssecretaris
de Graaf (sociale zaken) om onder
gelyke benadeling van vrouwen in
de aaw uit te komen.
Bewijslast
Papier is echter geduldig, zo bleek
uit tal van voorbeelden. Ruim der
tig jaar na de oprichting van de EG
is zelfs gelijke beloning voor gelijk
werk nog altijd niet vanzelfspre
kend. Een Westduitse gaf het voor
beeld van een onderneming waar
mannen die aan de lopende band
exact hetzelfde werk verrichtten
als vrouwen tóch meer verdienden.
Aan werktijden, ervaring en oplei
ding kon het niet liggen: daarin
verschilden de werknemers niet.
"De ongelijke beloning werd goed
gepraat met het argument dat man
nen op meerdere plaatsen inzet
baar waren, omdat ze over meer li
chamelijke kracht zouden beschik
ken".
In een land als Ierland kunnen
de verschillen oplopen tot veertig
procent. Gemiddeld gaat het in de
EG om twintig tot dertig procent.
Vrouwen maken bovendien nog al
tijd minder snel carrière als gevolg
van het feit dat zij nog altijd de
eerst verantwoordelijken zijn voor
het gezin. Voorzieningen om be-
taalH wprlr pn Hg 7f\ra wnr IrinHp.
Hedy d'Ancona: Nederland geeft slecht voorbeeld
ANP)
ren te combineren zijn in de meeste
EG-lidstaten nog altijd schaars.
Er moet dan ook veel meer ge
beuren om vrouwen daadwerkelijk
gelijke kansen te garanderen, stel
de d'Ancona. Pogingen om dat op
EG-niveau te verwezenlijken zijn
tot nu toe echter op niets uitgelo
pen. Met name door verzet vanuit
Londen ('Margaret Thatcher is alle
mannen én vrouwen te erg')
strandden eind vorig jaar een paar
nieuwe richtlijnen over verruiming
van deeltijdwerk, het zwanger-
schaps- en ouderschapsverlof en
over een verschuiving van de be
wijslast: de vrouw hoeft niet aan te
tonen dat zij een baan niet heeft ge
kregen omdat ze een vrouw
maar de werkgever moet bewijzen
dat er andere argumenten mee
speelden.
Tradities
Concrete maatregelen zullen bo
vendien gepaard moeten gaan met
veranderingen in de mentaliteit, zo
was de algemene conclusie. "Tradi
ties en vooroordelen zijn taai en
moeilyk te doorbreken", consta
teerde de Deense parlementariër
Elisabeth Arnold. Zelfs in haar
land, waar 60 procent van de vrou
wen buitenshuis werkt en redelijke
voorzieningen zijn, zijn vrouwen
nog altijd ondervertegenwoordigd
in hogere functies en in wat alge
meen als 'mannenberoepen' wor
den beschouwd.
'Opleiding' was voor haar het
sleutelwoord en de Griekse Vasso
Papandreou, de Europese commis
saris voor sociale zaken, viel haar
daarin bij. Sinds begin dit jaar telt
de Europese Commissie, het dage
lijks bestuur van de EG, voor het
eerst in haar bestaan twee vrouwen
onder haar leden. Naast Papan
dreou is de Francaise Christiane
Scrivener verantwoordelijk voor
de interne markt.
Volgens de Griekse hebben be
drijven steeds meer behoefte aan
hooggeschoold personeel. "Men
sen met weinig opleiding zullen
zing naar '1992' kon natuurlyk niet
uitblijven. "Vrouwen met een lage
opleiding die werken in sectoren
zonder veel toekomst zullen de eer
ste slachtoffers zijn van de interne
markt", stelde ze onomwonden.
Ze was niet de enige die met na
me voor vrouwen negatieve effec
ten verwacht van het wegvallen
van de grenzen tussen de EG-lid
staten na 1992. "Bij economische
schaalvergroting en technologi
sche vernieuwing, de standaardbe
grippen van de interne markt, krij
gen de zwakke groepen op de ar
beidsmarkt de klappen. En vrou
wen behoren nu eenmaal nog altijd
tot de zwakke groepen", aldus
d'Ancona.
Haar CDA-collega Hanja Maij-
Weggen toonde zich minder som
ber: "Na 1992 ontstaan er ook kan
sen. We moeten niet altijd maar al- j
leen de negatieve kanten bena
drukken. Er zullen ook heel veel
vrouwen juist door de eenwording 1
aan de slag kunnen". Automatisch
gebeurt het echter allemaal niet, zo
moest ook zij toegeven.
Lobby
Papandreou pleitte voor een sterke
lobby. "Er zijn 180 miljoen vrou
wen in Europa, maar ik hoor ze
nauwelijks als het er om gaat hun
belangen in een vroegtijdig stadi
um te verdedigen". Op de vraag of
vrouwen nu een welwillend gehoor
zullen vinden bij de Europese
Commissie volgde echter geen vol
mondig 'ja'. "De Commissie beslist
niets", verschool de Griekse zich
achter de officiële procedures.
"Dat doet de ministerraad. Daarop
moet druk worden uitgeoefend en
op de ambtenaren die de zaken
vnnrhprpiHpn"