CDA dreigt te 'veryuppen'
Christen-democraten op het breukvlak van twee generaties
'Als het zout zijn kracht verliest,
waardoor zal het gezouten worden?'
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1989
-fsï'.i "EXTRAWij
Het CDA-huis is onder voorzitter Wim van Velzen toe aan 'inrichting en
kleine verbouwingen'. dot» cpdi
Willemien van Montfrans, inee-voorzitter en burgemeester van Katwijk:
"Uit onderzoek blijkt dat de nieuwe leden over het algemeen kerkelijk zeer
betrokken zijn". uoto Dick Hogewomng)
Huib Eversdijk, Tweede Kamerlid en 'politicus van de oude stempel'
'Over de uitgangspunten mag niet gezwegen worden". <ioto anf
Jarenlang tobde het Christen-
Democratisch Appèl met haar wat
ouwelijke, grijze imago. Onder
aanvoering van Lubbers won de
partij niet alleen aan zelfvertrouwen,
maar ook aan aantrekkingskracht.
Jongeren komen weer openlijk voor
hun CDA-sympathieën uit. Maar de
zorgen zijn daarmee niet van de
baan. De partij dreigt te 'veryuppen':
jonge, zakelijk ingestelde managers
verdringen de evangelisch bevlogen
politici. Portret van een
generatieconflict.
door Peter de Vries
Ad Koppejari, student politicologie
en voorzitter van de organisatie van
christen-democratische jongeren
CDJA, heeft een uitgesproken op
vatting over de nieuwe garde binnen
de partij.
"Het lidmaatschap van het CDA legt ie
mand die hogerop wil geen windeieren.
Vooral sinds Lubbers' succes zie je vo
gels van vreemd pluimage lid worden.
Allerlei topambtenaren melden zich aan
in de hoop dat het bijdraagt aan hun pro
motie. Als het slecht gaat verlies je derge
lijke mensen. Ze zijn niet gedreven, be
zield door idealen van christelijke poli
tiek, ze willen gewoon een snelle be
stuurlijke of ambtelijke carrière maken".
Huib Eversdijk, TVeede Kamerlid en
'politicus van de oude stempel', herkent
iets van de zorgen van Koppejan: "Het
beleid, de uitstraling van de minister
president, het feit dat het CDA al heel
lang zo groot en machtig is, dat trekt
mensen aan. Het is overdreven te denken
dat dat bepalend is voor het beeld van de
partij. Ik schat dat 10 a 20 procent van on
ze kiezers niet behoort tot het trouwe
kerkvolk. De vraag is of je je partij daar-
doof moet laten verwateren? Ik zeg:
neen, nee, nee. Als het zout zijn kracht
verliest, waardoor zal het gezouten wor
den?" (Mattheus 5:13, 'Gij zijt het zout
der aarde'- red.).
Zeer betrokken
Onzin, oordeelt Willemien van Mont
frans, burgemeester van Katwijk en vice-
voorzitter van de partij. "Het is gewoon
niet waar dat er opeens gloednieuwe
mensen boven komen die snel van aller
lei banen worden voorzien. Mensen
draaien allemaal al enige tijd mee en heb
ben aardig wat werk verzet voordat ze
door een afdeling worden gekandideerd
voor een functie. Uit onderzoek blijkt dat
de nieuwe leden over het algemeen ker
kelijk zeer betrokken zijn. Doodgewone
mensen, geen baantjesjagers. Mijn erva
ring is dat de afdelingen en de partijraad
nooit zo met de wind meedraaien, en dat
de partij niet vervlakt".
De afgelopen weken paradeerden de
'CDA-yuppies' in de media: een bonte
stoet van jonge topambtenaren, leden
van partijcommissies en de Tweede Ka
merfractie. Eén ding hadden ze gemeen:
ze voelden zich niet aangesproken, maar
wel gepikeerd door die kwalificatie. "Ik
een CDA-yuppie?", zegt burgemeester
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts uit het Bra
bantse Wouw. "Ik voel me nog steeds een
gewone Brabantse jongen. Mijn lidmaat
schap is absoluut geen modieuze kwes
tie".
"Onder een yuppie versta ik iemand
met een snelle auto en een groot salaris,
die vlug carrière maakt. Mijn auto is vijf
jaar oud en heeft 200.000 op de teller
staan. Ik heb een redelijk ambtenarensa
laris (7516 gulden per maand, exclusief
emolumenten - red.), en met mijn loop
baan valt het wel mee: ik ben nu tien jaar
burgemeester van dit dorp. Het is geen
kwestie van 'vlug effe lid worden van
Ajax'. Al in mijn studententijd, toen het
zelfs in Nijmegen niet meer in de mode
was, ben ik lid geworden van de KVP.
Dat is vijftien jaar geleden".
Onnozel
Met de stortvloed van ontkenningen had
de kous afkunnen zijn. Als CDA-voorzit-
ter Wim van Velzen zich tenminste niet
zo vreselijk kwaad had gemaakt. De
twist begon zeer onnozel. CDJA-ers die
tot dan toe geen enkel gehoor hadden ge
vonden voor hun kritiek, publiceerden
het zoveelste stukje over de 'christen-
technocratie'. Ze zagen in de geruchtma
kende plannen tot verkoop van het par
tijkantoor, het Kuyperhuis, een teken
dat de oude tradities overboord gegooid
werden. Maar het belangrijkste element
in de publicatie vormde een aanval op
Van Velzen, die zich op kosten van de
partij zou laten rondrijden in een Merce
des met autotelefoon. Het verhaal sloeg
zo ongeveer op alle punten de plank mis,
maar de voorzitter reageerde als door een
adder gebeten.
"Spijt" heeft Koppejan inmiddels van
de wijze waarop de CDJA-kritiek over
kwam als een persoonlijke aanval op
Van Velzen. Maar de twist beroerde de
gemoederen wel. Afdelingen plaatsen
het onderwerp 'partij-yuppies' op de
agenda. Prominente CDA-ers lieten we
ten wel wat te zien in het verwijt van
technocratie. In interviews legde Van
Velzen omstandig uit hoe gedreven hij
zijn werk wel deed. Klapstuk vormde
een gesprek met Trouw, waarin hij riep
om een scholingsplicht voor werklozen
onder de 35. Waar het CDJA en de CDA-
Kamerfractie zich op hun beurt weer van
distantieerden.
Compleet was de rel toen partij-ideo
loog drs. Arie Oostlander de kant van de
jongeren koos. Oostlander trok een pa
rallel met "een poging van een spijker
broekenfabrikant om de markt van oude
CDJA-voorzitter Ad Koppejan: "Het lidmaatschap van het CDA legt iemand die hogerop wil geen windeieren".
(foto GPD)
dames te bereiken". En passant kraakte
de directeur van het wetenschappelijk
instituut de pogingen vari het bestuur
om zijn bureau te degraderen tot beleids
afdeling die speeches schrijft. Van Vel
zen en de zijnen zouden een Führerprin-
zip willen invoeren. De ruwe taal kwam
Oostlander binnenskamers op een knet
terende ruzie te staan.
Bezuinigen
Koppejan: "Het is allemaal mooi en pri
ma om naar meer efficiëntie te streven.
Maar dit zijn gewoon centralistische ten-
denzen: het wetenschappelijk instituut,
het vrouwenberaad, het CDJA, het vor
mingswerk, dat mag niet allemaal een
heidsworst worden".
Van Montfrans: "Er worden allerlei
dingen door elkaar gehaald. CDJA en
vrouwenberaad hebben hun eigen plek,
het wetenschappelijk bureau is onafhan
kelijk. Waar het om draait is een soepeler
onderlinge dienstverlening, zodat je de
zeer schaarse middelen optimaal benut.
De partij moet enorm bezuinigen. Dan
ben je geen organisatiefreak of gladde
manager wanneer je dat goed probeert
op te vangen".
Kortom, rook genoeg binnen het CDA.
Vuur is er ook: smeulend, onder de op
pervlakte, in de vorm van een langzame
verandering van de partijcultuur. De
'yuppies' zijn wellicht het best te om
schrijven als het produkt van de ontzui
ling en van de fusie tot één partij. Het af
gelopen decennium kwam er steeds min
der 'nieuw bloed' binnen via de beproef
de kanalen van de katholieke, hervorm
de of gereformeerde 'zuil' van partij, vak
beweging en maatschappelijke organisa
ties. De nieuwe jonge garde heeft niet
zo'n band met de 'bloedgroepen' waaruit
het CDA is samengesteld. "Het CDA is
op zoek naar een nieuwe partij cultuur.
Dat blijkt heel wat anders te zijn dan een
optelsom van de drie- oude partijcultu
ren", zegt een trouwe bezoeker van de
partijraad.
Het profiel van de in opmars zijnde
'CDA-yuppies' ziet er ongeveer als volgt
uit: het zijn jonge, goed opgeleide men
sen, die nog niet erg lang actief lid zijn
van het CDA. Ze voelen zich aangetrok
ken tot de no-nonsense stijl van Lubbers,
en hun benadering van de politiek is die
van een manager: doelgericht. Hun in
slag is eerder zakelijk dan idealistisch, en
hun ideologische bagage bestaat uit niet
veel meer dan de partijresoluties over de
verantwoordelijke samenleving.
Groentjes
Niemand voldoet helemaal aan deze pro
fielschets. Maar veel aankomende CDA-
ers voldoen er grotendeels aan. Een geor
ganiseerde groep vormen ze niet. Hun
stijl heeft in verschillende rapporten
echter al sporen nagelaten. En de eerste
machtsposities zijn inmiddels bezet.
Koppejan houdt zich, wijs geworden
door het rumoer, op de vlakte, maar het
is een publiek geheim dat de CDJA-ers
het vooral gemunt hebben op de leden
van de commissie die het verkiezings
programma moet voorbereiden. Dat zijn
allemaal politieke groentjes, al wordt
voorzitter Jos Werner in Den Haag ge
noemd als de nieuwe minister van onder
wijs na 1990. Koppejan en de zynen erge
ren zich eveneens aan de samenstelling
van de 'klankbordgroepen', die de pro
gramcommissie terzijde moeten staan.
De naamgeving doet hen huiveren
('managerstaal'), de onervaren samen
stelling eveneens.
Van Montfrans ziet er geen kwaad in:
"Jos Werner is al lid sinds 1976. De com
missie laat zich bijstaan door deskundi
gen en mensen uit maatschappelijke or
ganisaties. Dat is toch prima? We staan
niet stil, maar stellen ons open voor nieu-
Koppejan: "Onze kritiek is nu juist dat
er veel te veel nadruk wordt gelegd op
die deskundigheid. De sterke kant van
het CDA is altijd geweest dat het een
volkspartij was van boeren, middenstan
ders; een gemêleerd gezelschap kortom.
Dat moetje terugzien in de bestuurders.
Nu worden het allemaal professoren en
doctorandussen".
Beleid
De CDJA-ers vrezen dat de opmars van
de gestudeerden officieel beleid wordt.
Ze wijzen op een onlangs verschenen
rapport over vernieuwing van de be
stuurlijke stijl van de partij, waarin grote
nadruk wordt gelegd op professionele
bestuurders. Het rapport vraagt voor ge
meenten tot en met het kabinet CDA-ers
met "analytisch vermogen, realiteitszin,
verbeeldingskracht, helicopterview,
spreekvaardigheid en het gemakkelijk
leggen van contacten".
Bestuurders die niet functioneren
moeten aan een andere baan geholpen
worden: 'outplacement'. Menige CDA-er
vond dat te veel op het personeelsbeleid
van een bedrijf lijken. Het rapport opper
de dan ook een speciale personeelsfunc
tionaris in partijdienst te nemen. Evers
dijk: "Belachelijk. Zo werkt de politiek
niet".
Auteur Rombouts van het rapport is
niet onder de indruk van de kritiek: "Ik
geef ruiterlijk toe dat we dat managers
jargon hadden moeten vermijden. In de
definitieve versie zullen woorden als 'he
licopterview' en het plan een personeels
functionaris aan te stellen, worden ge
schrapt. Maar dat doet niets af aan het
feit dat we toe zijn aan een professionele
re aanpak. We zyn als CDA niet zomaar
met iets bezig wanneer we praten over de
verantwoordelijke samenleving. De
overheid moet voorspelbaarder worden,
het optreden van bestuurders duidelij
ker".
Rombouts heeft geen boodschap meer
aan de manier waarop KVP, ARP en
CHU in het verleden 'hun' mensen naar
voren schoven voor posities in gemeen
teraad, provincie of Tweede Kamer. "De
selectie van bestuurders gebeurt binnen
het CDA nog verrekte amateuristisch en
vrijblijvend. Daar moet verandering in
komen. Ik ben niet zo bang dat we een
partij worden van alleen maar mensen
met een hogere opleiding. Ik denk dat
degenen die dat vrezen niet willen accep
teren dat de maatschappij is veranderd
en ingewikkelder is geworden. Vroeger
leerde een boer het vak van z'n vader, nu
heeft hij hogere tuinbouwschool nodig.
Mensen hebben door een betere oplei
ding de tools, sorry: de instrumenten, om
zich maatschappelijk staande te hou
den".
Rombouts verwerpt de kritiek van het
CDJA dat de christelijke uitgangspun
ten van de partij door deze aanpak uit het
vizier zijn verdwenen: "Oké, ze staan er
misschien summier in. Maar wie dat wil
proeft duidelijk de vier christelijke kern
begrippen".
Niet gerust
Eversdijk is er niet gerust op. "Als we
echt een volkspartij willen zijn hoeven
we niet altijd de beste te hebben. We wil
len in de eerste plaats een christelijke
partij zijn. Ik vind het goed wanneer er
over alles gediscussieerd wordt, maar
dan mag over de uitgangspunten niet ge
zwegen worden. Die discussie hebben
we in 1977 bij de fusie niet voor niets ge
voerd. Iemand die een rol wil spelen bin
nen de partij moet die uitgangspunten
onderschrijven".
"We hoeven mekaar niet de maat te ne
men; het gaat er niet om hoe vaak ie
mand precies naar de kerk gaat en hoe
hoog zijn kerkelijke bijdrage is. Maar het
gaat wel om het uitgangspunt van het
CDA: de bijbel, het Oude en het Nieuwe
Testament, Gods geboden en beloften.
Dat is geen spoorboekje, geen controle-
staatje, maar ze betekenen wel wat: het is
geen richtlijn of discussienota die je ter
zijde kunt schuiven. Dat betekent dat je
deskundige mensen kunt kwijtraken.
Het'zij zo, daar ben je een bijzondere par
tij voor. We werken in en aan de wereld,
maar we zijn niet van de wereld".
Het CDA is de afgelopen jaren onder
Van Velzen, aldus Rombouts, "een mo
derne party geworden". "We hebben met
het program van uitgangspunten onder
Steenkamp een zwaar fundament ge
legd. Bukman bouwde vervolgens als
tweede partijvoorzitter het huis, de par
tij, op. Nu zijn we onder Van Velzen toe
aan de inrichting en kleine verbouwin
gen. Wat oud, versleten en onbruikbaar
is moet eruit. Logisch dat dan de vraag
komt of je uitgangspunten nog actueel
zijn. Wat mij betreft: onverminderd. Dat
is heel mooi, maar nu gaat het er om hoe
we die in praktijk brengen".
Blauwdruk
"Het is heel frappant", constateert Van
Montfrans. "Een paar jaar geleden kreeg
ik telkens de reactie: het CDA gebruikt
wel veel mooie woorden, maar wat koop
ik er in de praktijk voor. Hoe geven we
dat handen en voeten? Wim van Velzen
is er toen bewust als voorzitter mee be
last de partij te verbreden en te verdie
pen. Dat was broodnodig, en hij heeft dat
met veel enthousiasme opgepakt. Het
wetenschappelijk instituut heeft het idee
van de verantwoordelijke samenleving
daarop uitgewerkt op basis van het pro
gram van uitgangspunten. En nu gaat de
slinger terug: leggen we niet te veel de
nadruk op de uitvoering van die verant
woordelijke samenleving?".
"Het is een goed christen-democra
tisch concept", bromt Koppejan over het
item verantwoordelijke samenleving,
"het is een blauwdruk voor de maat
schappij. Maar het is geen super-uit
gangspunt, geen drijfveer van waaruit je
politiek bedryft. Als datje hele geestelij
ke bagage is ben je geen echte christen
democraat".