De onzichtbare revolutie In de VS kan bijna alles via de computer Veel Amerikanen doen tegenwoordig vrijwel alles via de computer. Volgens de meest recente schattingen zijn in de VS momenteel 40 miljoen van die apparaten te vinden en de bezitters maken er op alle mogelijke manieren gebruik van. Alles kan ermee. Een kist sinaasappelen bestellen, een levenspartner zoeken, de adressen van alle schroefjesfabrikanten in Californië oproepen, het is geen enkel probleem. De PC hoeft via het modem alleen te bellen met een van de talloze informatie- of on line-diensten, en er gaat een wereld open. Vriend en vijand zijn het er ook nu nog over eens. President Bush heeft, toen hij nog kandidaat Bush was, één echt grote fout ge maakt: Dan Quayle aanwijzen als zijn 'running mate', z'n tweede door Henk Dam Om het nog maar weer even in herin nering te roepen: toen Bush, tijdens de Republikeinse conventie in New Orleans, Quayle als de beoogde vice- president uitkoos, brak er een forse rel uit met de arme Quayle als het blo zende middelpunt. Journalisten vroe gen hem naar een affaire die hij wel licht had gehad met de beeldschone lobbyiste Paula Parkinson. Ze vroe gen hem waarom hij de dienstplicht in Vietnam had ontlopen, ze vroegen naar zijn povere studieresultaten. Quayle werd sindsdien door de ad viseurs van Bush naar het tweede plan geschoven. Hij mocht alleen nog in heel kleine en onbelangrijke plaats jes campagne voeren. En ook nu nog is vice-president Quayle een beetje een zielige, beschadigde en door het Witte Huis verstopt gehouden figuur. Contact Het aardige is nu dat, achteraf gezien, Bush die misser gemakkelijk had kunnen voorkomen. Hij had alleen maar een van z'n medewerkers hoe ven vragen om via de computer con tact te zoeken met de archieven van Nexis of VUIText. Nexis en VU/Text zijn databases, elektronische archieven. Samen be vatten ze de volledige teksten van zo ongeveer alle dagbladen van beteke nis die in Amerika worden uitgege ven. Gebruik makend van sleutel woorden kun je die archieven door zoeken. Bush had dus alle kranteverhalBn waarin de naam 'Dan Quayle' voor kwam uit de computer kunnen laten halen. Dan had hij geweten wat voor vlees hij in de kuip had. Precies dat deden de Amerikaanse journalisten die de volgende dag allemaal van die lastige vragen stelden. Want alles was terug te vinden: Quayle's diensttijd, z'n band met me vrouw Parkinson, z'n studie. Alles was al eens, met name in de regionale kranten van z'n eigen staat Indiana, gepubliceerd. VU/Text meldde op dezelfde dag dat Bush z'n keus bekendmaakte al trots meer dan 1400 artikelen met de naam Dan Quayle erin te hebben gevonden. Dit kleine stukje politieke geschie denis bewijst maar weer ,eens dat je een hoop rnet een computer kunt doen. Een kist sinaasappelen bestel len, een levenspartner vinden, de adressen van alle schroefjesfabrikan ten in Californië. Tikkerdetik. Bieper- debiep. Amerikanen doen het met hun computer. Schattingen Volgens de meest recente schattingen zijn in de Verenigde Staten 40 miljoen computers te vinden. In de meeste ge vallen gaat het om Personal Compu ters, PC's, de IBMs, Apples, Macln- tosheri en Atari's waarvan er ook in onze huizen massa's te vinden zijn. Dan zijn er wereldwijd meer dan 3000 publiek toegankelijke databasës, elektronische archieven met daarin onvoorstelbare hoeveelheden infor matie over alle mogelijke onderwer pen. Die databases zijn, in wisselende combinaties, te vinden in de paketten van informatie- of 'on line'-diensten. Sommige van die diensten richten zich op het bedrijfsleven, sommige op bibliotheken. Andere on line-dien sten zijn bedoeld voor de grote massa- er zit van alles een beetje in, informa tie, spelletjes, voer voor computer hobbyisten. Het zijn ware supermark ten. Alles watje hoeft te doen, is je PC te laten bellen met een van die diensten, en een wereld van informatie gaat voor je open. De computer doet dat met behulp van een apart apparaatje, een zogenaamd modem. Het is de combinatie computer plus modem plus online-dienst, die je dagen- en nachtenlang kan bezighouden, die je een vermogen kan kosten, die je hu welijk kapot kan maken, maar die je ook zo ongeveer alles kan opleveren wat je maar wilt weten. Veel Amerikanen gebruiken die ontzagwekkende macht die tot hun beschikking staat, overigens hele maal niet voor het vinden van infor matie. Alfred Glossbrenner, de schrij ver van een aantal handboeken over on line-diensten: "Wat de mensen er vooral mee doen, is elektronisch klet sen, babbelen". De PC is daarmee de opvolger van het 'bakkie' waarmee nog niet zo lang geleden druk werd 'getokkeld'. Voor al in elektronische supermarkten als The Source of Compuserve kun je te al len tijde mensen vinden om wat over het weer of het nut van gevoerde wan ten te kleppen. Er zijn ook computerdiensten die zich specialiseren in bepaalde vor men van contact - net zo als je telefo nische babbellijnen hebt die zich op doelgroepen als jongeren, homo seksuelen of huisvrouwen richten. Wekelijks bijvoorbeeld staat er een advertentie in de New York Times met een grote foto van een buitenge woon fraai geschapen jongedame. Het is een advertentie van 'Aline', een soort elektronisch huwelijksbureau. De tekst erbij: "Ik heb gisteren een jongen ontmoet via Aline. Ik draaide 540-5465 met m'n computer en voor ik het wist was ik met vijf jongens aan het kletsen. Maar een van hen is echt bijzonder. Mijn vriendinnen willen al lemaal weten waar ik hem heb gevon den, maar ik heb hem nog niet eens ontmoet. Eens kijken. Z'n laatste boodschap was: "Vanavond uit eten?". "Graag", heb ik terugge stuurd. Dus wie weet?" Om nog maar even bij de meer triviale kanten van de on line-diensten te blij ven: het winkelen per computer is in opkomst. In de zogenaamde 'Shop ping Mali' (winkelcentrum) van een dienst als Compuserve kun je een keus maken uit niet minder dan 250.000 artikelen. Dat winkelcentrum kreeg vorig jaar 25 procent meer 'bezoekers' (mensen die, nadat ze verbinding hebben ge zocht met de reusachtige computers van Compuserve, de toegangscode voor de Shopping Mali intikken) dan het jaar daarvoor. Er werd 40 procent meer aan spullen verkocht. Betalen is een kwestie van het num mer van je credit-card intikken. En dan maar wachten op de Amerikaan se Van Gend en Loos. Per elektroni sche bank betalen kan ook. Je maakt dan gewoon gebruik van de diensten van 'Checkfree', waarmee je op je scherm chêques kunt invullen en wegsturen. In het verlengde van shoppen per computer ligt het reizen per compu ter. De supermarkten onder de on li ne-diensten stellen je in staat vliegtic kets te bestellen, auto's te huren en hotelkamers te reserveren alleen al via The Source kun je kamers in 22.000 hotels over de hele wereld be spreken. Daarbij kun je gebruik maken van dezelfde databases die reisbureaus hebben. Via bijvoorbeeld de Official Airline Guide kun je vluchten naar el ke bestemming boeken. Je kunt de stoel uitzoeken waarop je wilt zitten, je kunt uit de verschillende tarieven kiezen en je ticket klaar laten leggen op het vliegveld. Geen enkel pro bleem. Het is zelfs mogelijk om, als je ver traging hebt opgelopen, je verbinden de vlucht in het vliegtuig te wijzigen. Alles wat je nodig hebt, is een draag bare computer en steeds meer rei zende zakenmensen hebben er een en telefoon aan boord van je vliegtuig. Een reisverzekering afsluiten doe je via een elektronisch verzekeringsbu reau, dat je in staat stelt op per com puter je eigen polis op te stellen. Pre mie betalen gebeurt weer op de ver trouwde elektronische manier. Kracht Kletsen, winkelen en reizen per com puter. Het is natuurlijk allemaal' wel leuk, maar de on line-diensten bewij zen hun echte kracht pas bij het op slaan en uitgeven van informatie, van feiten. We noemden al Nexis en VU/Text die de volledige tekst van dagbladen opslaan. Tijdschriftartikelen zijn ook uit de elektronische toverdoos te ha len, zoniet in hun geheel, dan wel als uittreksel (waarbij je dan de volledige tekst nog altijd per post kunt laten toesturen). In Nexis alleen zit de volledige tekst van 150 soorten tijdschriften, nieuwsbrieven en dagbladen. Dat be tekent dat 12 miljoen artikelen erin te vinden zijn, een bestand dat elke week met de tekst van nog eens 40.000 artikelen wordt uitgebreid. Stel dat je een boek wilt schrijven over de Verschrikkelijke Sneeuw man. Je hebt achtergrondinformatie nodig voor je de trip naar de Himalaya maakt om 'm te zoeken. Je belt Nexis, tikt 'Abominable Snowman' in, en al les wat er de laatste jaren in Amerika over die witte reus in kranten en tijd schriften is gepubliceerd, komt op je scherm. Als je dan ook nog wilt weten of er boeken over het onderwerp zijn geschreven, dan bel je weer met een andere on line-dienst, waarin de cata logus van de Library of Congress zit. De bibliotheek van het Congres dus, 's werelds grootste. Titels en namen van schrijvers en uitgevers van alle boeken die sinds 1968 in Amerika zijn gepubliceerd (en heel veel die elders zijn verschenen) zitten in dit archief. Het gaat om meer dan 2,5 miljoen boektitels, en daar ko men er elke maand 18.000 bij. Er zijn ook minder ambitieuze data bases. In Amerika bestaat een 'Adop tion Line' met twee archieven: een met kinderen die ter adoptie worden aangeboden, en een met ouders die kinderen willen adopteren. Er zijn databases met daarin de hui zenmarkt. Je tikt prijsklasse, aantal slaapkamers, regio en nog wat wen sen in, en er rolt een lijst op je scherm van huizen die in de gewenste catego rie te koop staan. Als je een computer hebt die illu straties kan weergeven, kun je een computer van de FBI bellen. Je kunt dan 'America's ten most wanted' op vragen, de tien voortvluchtige groot ste boeven dus, compleet met foto's en achtergrond-gegevens. Databases met daarin recepten, ba nen, jachten die waar dan ook ter we reld te koop liggen, het bestaat alle maal. De meest serieuze gebruikers van da tabases zijn bedrijven. De financiële wereld bijvoorbeeld zou niet meer zonder kunnen. Handelaars in aande len geven al gauw 30.000 dollar per maand uit aan het per computer op zoeken van de laatste koersen van, en gegevens over bedrijven. Paul Zurkowski, voorzitter van de Information Industry Association (IIA), waarin de makers van databa ses en de on line-diensten hun belan gen bundelen: "Als er 10 jaar geleden 50 miljoen aandelen in een dag op Wall Street verhandeld werden, dan was het veel. Als het er nu minder dan 200 miljoen zijn, dan heeft iedereen het over een depressie. Dat komt door het gebruik van de computer". Ander voorbeeld: stel dat je een fa brikant van dure maar hoogwaardige ligstoelen bent, en datje die in de sta ten Virginia en Noord Carolina wilt verkopen. Dan kun je eerst, aan de hand van demografische gegevens (leeftijd, inkomen, etcetera) nagaan of er wel een goede markt is. Daarna zoek je uit wie al op die markt opere ren, zodat je een idee hebt over de om vang en kracht van je concurrenten. Dan kun je de namen, adressen en te lefoonnummers van alle winkels die ligstoelen verkopen in alleen die re gio's met gezinsinkomens van meer dan 40.000 dollar, opvragen, en het ge raamte van je verkoopplan staat. Ook advocaten zijn ijverige gebrui kers van databases. Meer dan 40 pro cent van de Amerikaanse advocaten kantoren werkt met on line-diensten om relevante wetten, jurisprudentie en dergelijke op te zoeken. De medische wereld werkt meer en meer met de computer. Wie bij wil blijven op zijn vakterrein, kan bij voorbeeld een abonnement nemen op 'Medline'waarin zich meer dan 3 mil joen artikelen, boeken en andere pu blicaties op het gebied van de medi sche wetenschap bevinden. Bibliotheken zijn ten slotte van na ture gebruikers van on line-diensten. Van alle Amerikaanse openbare bi bliotheken gebruikt 41 procent een informatiedienst, volgens cijfers van 1987. In de grote steden gaat het om 61 procent. Enthousiasme Wie voor het eerst een idee begint te krijgen over wat er allemaal mogelijk is met de on line-diensten, ontkomt haast niet aan een gevoel van enthou siasme. Schrijver Alfred Glossbren ner: "Ik schreef boeken over sport, toen ik rond 1980 met de on line-dien sten in aanraking kwam. Ik dacht: O boythis is it. Dit gaat de wereld ver anderen. Hier moet ik bij zijn. Toen ben ik dus overgestapt naar de on li ne-diensten, en ben ik daarover gaan schrijven". De on line-industrie groeit met zo'n 20 procent per jaar. Lang niet de groei die aanvankelijk was verwacht. Van de 40 miljoen Amerikanen met een computer gaan er niet meer dan 1 a 1,5 miljoen on line. Hoe komt dat? Glossbrenner ziet een paar duidelijke oorzaken. "Het is te duur en het is te moeilijk. Dat heeft te maken met de mentaliteit van de makers van databases. Ze vormen een soort priesterkaste die zich alleen maar tot gelijkgestemden richten". De meeste informatieverschaffers, aldus Glossbrenner, komen uit de bi bliotheekwereld voort. De mensen op wie ze zich richten bestaat ook uit bi bliothecarissen, namelijk zij die wer ken voor grote bedrijven. "Want dat zijn hun voornaamste, meest betalen de klanten". Kleinere bedrijven, laat staan parti culieren, moeten er veel moeite voor doen om de codes te leren gebruiken, waarmee je met enig succes in een da tabase kunt zoeken. Als je dan ook nog nagaat dat sommige elektroni sche archieven 100 dollar per uur zoe ken kosten, dan wordt de markt klein. Voorzitter Paul Zurkowski van de Information Industry Association ziet nog een andere oorzaak: de verschaf fers van elektronische informatie ad verteren haast niet. "Ze hebben hun eigen markt waarop ze zich richten. Daar hebben ze al contact mee, dus het is niet nodig om te adverteren. Dat zou alleen maar concurrentie kunnen wakker roepen". Hobbyisten De beweging, aldus Zurkowski, zal dan ook van de andere kant moeten komen: die van de consument. "En dat gebeurt niet. Op school wordt niet geleerd wat voor informatie-technolo gie er beschikbaar is. Hobbyisten ko men er op af, en daar blijft het bij voor wat het grote publiek betreft". Zolang dat zo is, weten slechts en kelingen wat er gaande is. Die enke lingen zijn in het voordeel, want ken nis is macht. Zurkowski: "Als je twee kleine, concurrerende ondernemers hebt, en de een kan via de computer snel aan zijn marketing informatie ko men en de ander niet, dan wint de eer ste en gaat de tweede stuk". Een stille revolutie dus, waaraan al leen een elite meedoet? Zurkowski: "Nee, een onzichtbare revolutie. Ja, zo zou ik het noemen: een onzichtbare revolutie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21