'Iedereen kan je vijand zijn' De illusie van mjheid in het ChUi van Pinochet Parade voor Moneda, het presidentiële paleis in Santiago. Gewapende carabineros eren er dagelijks dictator Pinochet. (foto-s Ja De Chileense dictator Augusto Pinochet Ugarte kreeg in oktober te horen dat een meerderheid van het volk nóg een termijn met hem als president niet zag zitten. De uitslag van de volksstemming werd door optimisten gezien als het begin van het einde voor de dictatuur van de Generaal. Die op zijn beurt verklaarde dat er mogelijk een veldslag verloren was gegaan, maar zeker niet de oorlog. Onze verslaggever was in Chili en kwam onder de indruk van de gruwelijke verfijndheid van de onderdrukking. Een situatieschets. door Henny de Vos Zo er onderdrukking in een perfecte vorm bestaat, is dat het geval in het Chili van Pinochet. Er lijkt vrijheid van spreken en handelen te bestaan, maar de Chilenen vinden het maar beter er geen gebruik van te maken. De arm van de junta is lang, en al slaat hij niet meer zo regelmatig toe, hij doet nog steeds op onverwachte momenten van zich spreken. De willekeur is in om vang afgenomen, niet in doortraptheid. Een voorbeeld. Op de veijaardag van Pi nochet, de 25ste november, meldt een humanistische delegatie zich op de trap pen van het presidentiële paleis Moneda. De bars kijkende paleiswacht krijgt een fiets in zijn handen geduwd, een ge schenk voor de dictator. De gulle gevers worden gearresteerd. Wie Augusto Pino chet Ugarte in de veiling neemt is nog niet jarig. Het cadeau is een grapje, geïnspireerd door de belofte van Pinochet dat ieder een in Chili tegen het einde van zijn re geerperiode een fiets zou hebben. Met hun gift nemen de humanisten twee din gen op de hak: dat de generaal zijn belof te niet heeft kunnen nakomen, en dat er binnenkort een einde aan zijn junta komt. De timing van de practical joke is verkeerd. Afkeer De illusie van vrijheid schept zo'n sfeer waarin Chilenen hun afkeer van het regime willen laten merken. Soms doen ze dat en plein public en ogenschijnlijk straffeloos. Zoals op de Paseo Ahumada, de drukste winkelstraat van Santiago. Op een zomerse namiddag neemt een bo ze man het ineens niet meer. Hij roept dat het Aiders wordt, beter vooral. "Jul lie hebben je langste tijd gehad", gesticu leert hij in de richting van de gewapende carabineros. Ze staan een stukje verder op. Hun wapens bungelen achteloos voor hun buiken. "De tijden zijn aan het veranderen", zegt hij, in het Spaans Bob Dylan citerend. De man, gezet, veertiger, staat voor een van de pantserwagens van de militaire politie, zoals die op veel straathoeken in het centrum staan. Uitgerekend hier, op hoor- en schootsafstand van het wapen van de repressie, verkondigt hij z'n me ning. Voorbijgangers houden in, kijken tersluiks naar de carabineros, die niet in grijpen, d:e doen of ze niks horen, maar net iets meer dan normaal aan hun wa pens frunniken. De mensen staan dan stil, en volgen niet al te nadrukkelijk nieuwsgierig wat de man te melden heeft. Als hij zijn hart heeft gelucht loopt hij trots door, de borst vooruit, een halve meter groter ook. Met iets van ontzag stappen de mensen opzij. Om dan aarze lend te klappen, voorover gebogen zodat niemand kan zien of ze meedoen. Eerst langzaam, dan harder, met vocale bijval. "Bravo". Een buitenlander zou kunnen denken van doen te hebben met een dappere man. Iemand die ongestraft zijn politie ke zegje kan doen. Maar Chilenen heb ben een andere gedachtengang die voortkomt uit een door de repressie ver oorzaakte argwaan en een inmiddels na tuurlijke hang naar voorzichtigheid. Hun gedachten (in willekeurige volg orde): 1. 'Het is een gek, hij wordt nu niet opgepakt de carabineros kijken wel uit maar gevolgd en later meegeno men'. 2. 'De man is een provocateur van de geheime dienst die voorbijgangers uit hun tent staat te lokken'. 3. 'Zou je zo'n man niet. Staat daar een beetje stoer te doen met de carabineros op gehooraf stand. Zo ontstaan er moeilijkheden en wie wordt er dan gearresteerd? Ik'. Want logica, of liever het volledig ontbreken ervan, is het geheime wapen van de wil lekeur. Geknecht Er is verzet genoeg in Chili, ondanks de onderdrukking. De man in de winkel straat is een held, zoals de humanisten van de fiets voor Pinochet ook helden moed toonden. Het voik is geknecht, maar individueel zijn er knappe staaltjes van dapperheid te bewonderen. Bijvoor beeld in het gebouw van het Chileense Comité voor de Mensenrechten, waar Carlos Lopes, hoofd van de juridische af deling van het comité, zijn werk met ge vaar voor eigen leven doet. Hij is be dreigd, geïntimideerd, in Pinóchet-loya- le kranten zwart gemaakt, maar klaagt niet. "Ik ben de laatste twee jaar niet op gepakt", zegt hij met zijn vingers duide lijk gekruist. Het comité verzamelt de klachten te gen het regime om de wandaden uit de anonimiteit te trekken. "Alleen een aan klacht kan een einde maken aan het on recht dat de regering de mensen aandoet. Ze is bang voor de verklaringen van de slachtoffers. Wanneer ons comité niet zou bestaan, zou de onderdrukking gro ter zijn, er zouden meer slachtoffers val len en de mensen zouden geen plek meer hebben om met hun grieven naartoe te gaan". De financiële middelen.zijn gering. Zo dat het comité alleen de ergste gevallen aanpakt en een juridisch vervolg geeft. De overige klagers worden alleen maar gehoord, serieus genomen. Iets dat he lend werkt. Lopes en zijn vrijwilligers staan onder grote druk, niet alleen door de hoeveelheid werk, ook door de tegen werking van de regering, publicitair en in daad. Het comité wordt beticht van steun aan terroristen en haalt slechts zel den een goede pers. Doctrine Lopes over de repressie: "Pinochet hanteert de doctrine van de Nationale Veiligheid die een scheiding maakt tus sen vriend en vijand. Het is een militair concept dat spreekt van zij en wij. Het systeem accepteert martelingen, ziet ze als noodzakelijk. Pinochet heeft het zelf gezegd, openlijk: martelingen beveiligen de staat. Het regime vindt dat het mag doen wat het wil met zijn tegenstan ders". Wat dat betekent kan iedere Chileen vertellen. Al zal hij of zij het niet gauw doen. Der Feind hort mit, luidt het gezeg de en het wordt in Chili zo gevoeld. Over politiek praat je niet, zelfs niet onder vrienden. Je weet niet wie er meeluistert, je weet niet wat er wordt doorverteld. In openbare gelegenheden, in taxi's, op een bankje in het park er wordt gezwegen over politiek. Een vriend kan een verra der zijn, de taxichauffeur krijgt vermoe delijk tipgeld van de geheime dienst. Collaboratie is in Chili al net zo ingebur gerd als verzet. Lopes: "Het karakter van de staat zal uiteindelijk veranderen. Maar of de mas saliteit. de intensiteit van de wandaden vergeten kunnen worden? Ik denk van niet". In Chili is de toekomst onzeker, wordt het heden ondergaan en biedt slechts het verleden houvast. De geschiedenis van het land valt uiteen in twee periodes: die van vóór de staatsgreep tegen Allende, waarbij Pinochet aan de macht kwam, en die van na de coup. Snijpunt is dus 11 september 1973, toen president Salvador Allende, de democratisch gekozen marxist, in Moneda werd doodgeschoten door rebellerende militairen. Er vielen honderden slachtoffers bij de vestiging van de dictatuur, en de concen tratiekamp-methoden van Pinochet c.s. werden wereldwijd verworpen. Toch werd het leven van veel Chilenen onmid dellijk na de omwenteling beter. Onder Allende was er vrijheid, maar toch vooral schaarste. Gesteund door de CIA staak ten de vrachtwagenchauffeurs; gefinan cierd door de Amerikaanse inlichtingen dienst konden de winkelbedrijven de schappen leeg laten. Vrijheid De dag na de coup was de schaarste voorbij, was er van alles te krijgen. Mayte Corbalan, een teruggekeerde bannelin ge, herinnert zich: "Onder Allende ge beurde het wel eens dat ik 's ochtends in de rij ging staan en tegen de tijd dat ik 's middags naar school moest nog niet aan de beurt was. Dan nam mijn zusje Loret- to, die 's ochtends naar school ging, het van me over. De dag na de coup waren de rijen weg. Het was er dus wel, de schaar ste werd bewust geschapen. Om Allende ten val te brengen". De illusie dat de omwenteling een ein de maakte aan die periode van schaarste leeft nog, maar niet meer zo algemeen. Het idee dat Allende het regeren onmo gelijk werd gemaakt met steun van de Amerikanen, heeft wortel geschoten. Een niet onbelangrijke nuanceverschui ving is verder dat er misschien niks was, maar in ieder geval wél vrijheid. Het kerkhof van Santiago: er rijden taxi's door deze necropolis; ijsverkopers prijzen met gepaste eerbied een verfris sing aan. We dolen, zijn op zoek naar Pa tio 19, dat deel van de begraafplaats waar de eerste slachtoffers van het regime lig gen. De dodenstad heeft straten, ge noemd naar roemrijke geslachten, naar vergeten presidenten. Marmeren mauso leums en verdiepingen hoge dodengale- rijen illustreren het klassenverschil. Een arme dode mag er vijf jaar in de grond liggen alvorens te worden bijgezet in één van de flatgraven; rijke doden hebben meer voorrechten, komen in uitbundige familiegraven te liggen. Achteraan op het kerkhof ligt Patio 19. Verroeste kruizen, verdorde bloemen, vier wachthokjes met bewakers. De do den liggen op volgorde van overlijden, september 1973 is zo gevonden. De meeste doden hebben een naam, maar niet allemaal. Graf 2646: N.N., okto ber '73. Graf 2647: N.N., 15-12-73. Daar liggen ze dus, de slachtoffers. Dón de estan? (waar zijn ze gebleven?) vragen moeders, vaders, broers en zusters op protestmanifestaties in eigen en buiten land. Hier dus, zonder respect begraven. Dood, maar bewaakt door mannen met geweren. Gegoochel Bij het plebisciet, de volksstemming van oktober vorig jaar, liet een krappe meerderheid (54,6 procent) van de Chile nen weten dat Pinochet niet nog eens een regeerperiode kan blijven zitten. De dictator leed een gevoelig verlies, want volgens zijn volk moet hij na maart 1990 opkrassen. De werkelijkheid is ingewik kelder, want: gesneden door een Chi leense coupeur. Pinochet hoeft namelijk niet te vinden dat hij heeft verloren. Hij kan zijn 42,9 procent uitleggen als de steunbetuiging van zo goed als de helft van het Chileense volk. Terwijl de oppo sitie. die bestaat uit tientallen politieke partijen en talloze tijdelijke, pragmati sche samenwerkingsverbanden, alles bij elkaar maar net iets meer dan de meer derheid behaalde. De grootste partij, zo kan zijn gedach tengang luiden, blijft dan altijd die van de Generaal. Verlies is winst geworden, door een even ingenieus als onzinnig ge goochel met getallen. En wie durft Pino chet die uitleg te betwisten. "Hij doet of het land van hem is", zeggen de Chile nen. En in de feodale traditie wordt de mening van de baas niet betwist. Pinochet gaf aanvankelijk grootmoe dig toe dat hij had verloren, maar regeert inmiddels weer ouderwets. Communis ten worden gewoon weer vervolgd, link se activisten doodgeschoten en de oppo sitie de mond gesnoerd. Het aarzelende proces naar de democratie zou hij het liefst met zijn eigen soldatenlaarzen ver trappen. Maar net als bij Allende geschiedde, hebben de Amerikanen zich geroerd. Pi nochet dacht de teugels te kunnen aan halen toen hij zag dat de oppositie (tij dens het plebisciet nog verenigd in één 'Comité voor het Nee') na de overwin ning bakkeleiend uiteen viel. Reagan gaf de dictator via zijn ambassadeur in San tiago te verstaan dat het afgelopen moest zijn met die strapatzen. De deur naar de democratie stond op een kier en moest zeker openblijven, intervenieerde Uncle Sam. Uitverkoop De Amerikanen lijken te hebben inge zien dat dictaturen 'bad business' zijn. Ze schijnen de voortdurende schendin gen van de mensenrechten spuugzat, en zijn wellicht tot de conclusie gekomen dat de Generaal het land naar de afgrond leidt. "Pinochet houdt uitverkoop", is het voorzichtige grapje onder intellectu elen in Santiago. Immers, de PTT is ge privatiseerd, de staatstelevisie opge doekt en in particuliere handen overge daan, één van de toeristische trekpleis ters in de miljoenenstad, de heuvel San Antonio, is te koop. De Andes, het majes tueuze Zuidamerikaanse hooggebergte dat Chili isoleert van de rest van het con tinent, is het volgende nummer op de veiling. De Chileense humor is wrang en met de nodige zelfspot. "We hebben het zelf ook zo ver laten komen", zeggen ze. We drinken koffie op Plaza de Armas, het Leidseplein van Santiago zeg maar, op een terras waar we veel komen en dag en avond worden bediend door dezelfde serveerster. Ze ziet er afgetobt uit. Schoenpoetsers doen gehurkt hun werk bij krantelezers, sneltekenaars bieden hun kunsten aan, verliefden zitten aan el kaar op de houten bankjes en duiven ver zamelen zich op het ruiterstandbeeld. Het zou hier gezellig kunnen zijn als niet op iedere hoek carabineros vanach ter hun spiegelende zonnebrillen naar terroristen speurden en als niet tussen ie dere twee slokken pisco een kleuter om wat kleingeld kwam bedelen. Voor een bankgebouw op de Agusti- nas staat Helena. Ze is tien jaar en ver koopt kladblokjes. Veel belangstelling is er niet voor. Helena woont op anderhalf uur van het centrum van Santiago in Bandera, een krottenwijk. Ze loopt iede re ochtend heen en terug, want 's mid dags is er school. Geld voor de metro is er niet. Het meisje, te klein voor haar leef tijd, vertelt dat haar broertjes ook met boekjes leuren. De kinderen werken voor hun eigen brood en dat van hun ou ders, die hun zelfrespect behouden door de kinderen uit werken te sturen en niet te laten bedelen. Helemaal niks Mayte Corbalan: "Onder Allende was er misschien niet veel. Maar alle Chileen se kinderen kregen iedere dag een halve liter melk. En het presidentiële buiten verblijf was een vakantieoord voor kin deren die het nodig hadden, de bleek neusjes. Nu is er niks. Helemaal niks". In Bandera zegt Gloria, een vrouw die één van de door de bewoners zelf opge zette gaarkeukens leidt: "Er is geen toe komst voor de kinderen van Chili, geen werk, geen eten. De jeugd steelt en snuift lijm. Er móet wat veranderen". In de opvatting van Pinochet is arm zijn een keuze. Hij zal de laatste zijn die iets aan de armoede doet Helena, een tienjarig meisje uit de krottenwijk Bandera, verkoopt Een van de vele NN's die na de coup omkwamen. Ze liggen op Pa tio 19 kladblokjes in het centrum van Santiago. van de algemene begraafplaats van Santiago.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 33