De duiveluitdrijvers van Pagani Ziekte van Pfeiffer EEKUUR Maria en de satan strijden om de zielen van de armen Barbara Thiel, arts ZATERDAG 4 FEBRUARI 1989 EXTRA PAGINA 23 Een citaat van paus Paulus Johannes II: "De prins van de duisternis hult zich telkens in andere verschijningsvormen Hij beweegt zich door de wereld als een verleider, en dreigt een steeds groter deel van de mensheid mee te slepen op zijn pad". Sinds paus Johannes Paulus II in Rome tot paus werd benoemd, is de duivel in Italië in wat je noemt een ander daglicht komen te staan. In de modernere theologische opvattingen werd de duivel lange tijd afgedaan als slechts een symbool voor het kwade. Paus Johannes Paulus II waarschuwt de katholieke gelovigen echter dat de duivel "nog steeds actief is in de wereld". Met name in het stadje Pagani, even zuidelijk van Napels. door Marjon van Royen Analoog aan de nieuwe pauselijke nadruk op het bestaan van de dui vel, heeft er de afgelopen jaren in Italië een enorme stijging van het aantal 'bezetenen' plaatsgevonden. Of in elk geval van mensen die dén ken dat ze bezeten zijn. Ook zijn er steeds meer die zich bezig houden met satansriten en zwarte mis sen. Alleen al in de Noorditaliaanse in dustriestad Turijn schat men dat 40.000 mensen regelmatig zwarte missen bezoe ken. De officiële duiveluitdrijvers van het Vaticaan kunnen hun werk niet meer aan. "Ik ben van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de weer", zo klaagt bij voorbeeld pater Candido Amantini, dui- veluitdrijver te Rome. Met zijn 40-jarige ervaring in de branche staat hij bekend als een van de beste uitdrijvers van de katholieke kerk. "Ik heb de duivel zó vaak in de ogen gekeken", vertelt Aman tini, "dat ik hem bijna beter ken dan me zelf'. Twee jaar geleden benoemde de bis schop van Turijn een ploeg van zes nieu we duiveluitdrijvers voor zijn stad, om dat de twee oudere uitdrijvers het werk niet meer aankonden. Naast de officiële, door de kerk aange stelde duiveluitdrijvers, zijn er" ook steeds meer niet-officiële duiveluitdrij vers actief. De toename van zowel de offi ciële als de niet-officiële duiveluitdrij vers maakt deel uit van een nieuw maat schappelijk verschijnsel in Italië, waar bij steeds meer mensen zich bezig hou den met het occulte, het magische en het bijgelovige. De esotherische kant van het land van de paus. Onheilspellend Het is een plaats waar je voor je plezier naartoe gaat. Vanaf Napels, de autosnel weg richting zuiden. Na een kilometer of veertig is er de afslag. Een stadje van 30.000 inwoners. Vervallen huizen.! Grijs, vierkant en roetig. Pagani. In de nauwe straten van het centrum heerst de onheilspellende rust van een oord dat, zoals zovele dorpen in de buurt, stevig in handen is van de mafia. De dompige sfeer wordt vandaag nog ver sterkt door een zwaar wolkendek dat als een loden kap over het stadje hangt. De lucht is verstikkend. Op de hoek van de straat zit een groep je oude mannen te kaarten. Tegenover hen straalt ons de zoete glimlach van de Heilige Maagd tegemoet. Ze is vol ver licht door een krans van elektrische lampjes. Even verderop, vlak bij de kerk, is de plek waar de burgemeester van Pa gani een paar jaar geleden door machine geweren van de mafia werd vermoord. Op die plek worden we opgewacht door Francesco. "Hallo, pelgrims. Wel kom bij ons", roept hij uit het raam van zijn kleine blauwe Fiatje. Francesco is een spring in 't veld met lange zwarte krullen, een grote haakneus en lachende ogen. Ik schat hem' een jaar of 25. Hij is werkloos, net als het grootste deel van de jongeren in zijn stad. Maar Francesco kan prachtig zingen. De droevige muziek die hij voortbrengt hij laat het ons meteen horen - bezorg de hem een paar keer een rol in de film. Bij Liliana Cavani, maar ook een keer bij Fellini. Over Pagani zal hij ons alles ver tellen, belooft hij. "Alles wat je niet ziet maar wat er toch is", orakelt hij. "Want eigenlijk is het de schuld van de nonnen, dat alles zo is afgelopen. Rotnonnen zijn het". Wonder In feite is het verhaal van Pagani dat van zovele Italiaanse stadjes, zowel in het noorden als in het zuiden. In Pagani is een wonder gebeurd: op een dag ver scheen de Madonna. "Een wolk maakte zich los van het kruis op de kerk, en zweefde langzaam naar het raam van het klooster", zo beschrijft Francesco de gebeurtenis. "Toen, opeens...boem. Daar verscheen op het raam de beeltenis van een knielen de vrouw. Het was duidelijk de Heilige Maagd, daar is geen twijfel over moge lijk". Veel stadjes waar een wonder zou zijn gebeurd, worden —-als de kerk een beetje meewerkt een pelgrimsoord voor duizenden Italianen. Autobussen, stalletjes en heilige beelden. Kruisjes, fruit en snoepgoed. Economisch gezien is een 'wonder' een zegen. Maar in Pagani is dat niet gebeurd. Reikhalzend staan we te balanceren op het ingestorte dak van een huis in het centrum van het stadje. Het dak geeft uil- zicht op het klooster, waar het wonder volgens de mensen nog steeds duidelijk zichtbaar is. "Kijk maar daar, het derde raam van links. Zie je het echt niet?", vraagt Francesco. Een hulpvaardige buurvrouw: "Ja ab soluut. De Madonna is nog steeds in het klooster. Maar de nonnen willen er niet van weten". Ze helpt ons via een wiebe lende ladder naar de plek met het beste zicht op het klooster. "Maandenlang hielden we elke avond op de binnenplaats van het klooster een wake", zo vertelt Francesco over de po- standaardoutfit van een ieder die in dit land aan magie doet. Toch ziet Cascella er sympathieker uit dan veel van zijn collega-magiërs. Hij is in ieder geval niet rijk geworden van zijn bezigheden. De caravan, waarin hij woont en werkt, is sober en armzalig in gericht. "Ik vraag er geen geld voor", legt hij uit. "Ook al kan ik door de vele men sen die mijn hulp inroepen er geen ande re baan op na houden. Maar de mensen in Pagani zijn arm. Daarom heb ik geen vaste prijzen. Ze geven me wat ze kun nen missen. En ik voel het als een roe ping, niet als een beroep om mensen in nood te helpen". Cascella vertelt dat meer dan 500 men sen in Pagani bezeten zijn geraakt, sinds de weigering van de nonnen om de ver schijning van de Madonna te erkennen. "Ik heb de duivel sindsdien vaak gezien. Hij ziet er uit als een vuurbal zonder vlees. Met een grote staart en hoorntjes. Echt angstwekkend", zegt hij naden kend. "Angstwekkend om te zien". Kritiek Vindt hij het riet vervelend, vragen we hem ten slotte, dat hij geen erkenning krijgt van het Vaticaan? "Jawel", geeft hij toe, "dat vind ik vreselijk. De kerk heeft veel kritiek op ons. Ik ben geen priester, moet u weten. Maar toch is wat ik doe niet tegen het geloof. Als kind wist ik al dat ik over gaven beschikte. Die ge bruik ik nu om de mensen te helpen". Cascella gaat voorover zitten en kijkt streng door zijn goudomrande bril. "Ik laat me in mijn leven slechts leiden door drie dingen: de bijbel, de heilige maagd Maria, en door Christus die gestorven is aan het kruis. Daar kan toch niemand be zwaar tegen hebben?" Iedereen in het 'kantoor' houdt de adem in. "Heilige maandag, heilige dins dag, heilige zondag van Pasen". Nu zien we het echt gebeuren. Op de stoel zit een vrouw. Haar ogen zijn half weggedraaid. Plechtig prevelt Cascella zijn zelfge maakte Latijnse formules. "Ga weg uit dit lijf! Ik, duiveluitdrijver Cascella be veel je dit lijf te verlaten. Weg, zeg ik je". Cascella maakt kruisjes op het hoofd van de vrouw en drukt zijn handen op haar buik. De vrouw kronkelt als een aal op haar stoel. Het is één groot crescendo: de duiveluitdrijver spat met wijwater en zwaait in het rond met een kruis. "Weg, weg, ga weg!", roept hij. "In naam van God beveel ik je!". De vrouw begint te kokhalzen. Nog eens en nog eens. O, In de caravan is paniek uitgebroken. Kinderen huilen en de koffie valt om. De vrouw wordt door haar broer naar de slaapkamer gedragen. Op het bed van de uitdrijver komt de zaak tot een eind. "Heilige maandag, heilige dinsdag....". Nog wat water en nog wat kruisjes. Dan opeens, net als in de film, tilt de vrouw haar hoofd op. Ze draait met haar ogen en kijkt ons aan. Langzaam stoot ze een langgerekte schreeuw uit. "Amen", roept Cascella. Amen, en afgelopen. De duivel heeft dit lichaam verlaten. Minnares Die avond brengt Francesco ons terug naar de snelweg. "Heb je nu wat meer van Pagani begrepen?", vraagt hij ern stig. Maar dan begint hij te lachen. "Niet te geloven, zeg. Die vrouw werd door haar man bedonderd!". Toen we na de sessie nog wat stonden na te praten met de vrouw die door Cas cella was 'genezen', gebeurde er iets vreemds. Ze was huisvrouw, vertelde ze, terwijl ze met roodbetraande ogen en ge leund tegen een auto stond uit te hijgen. Ze had drie kinderen, vertelde ze ook. "En uw man?", vroegen we zomaar. "Weet hij dat u hier bent?". Een lange stilte volgde, en toen kwam het ant woord: "Mijn man is bij zijn minnares ge bleven". Ja, zei ze, het was sinds ze van die verhouding wist dat de duivel in haar was gekomen. "Boe", roept Francesco, "ik ben beze ten. Mijn man doet" het met een andere Toe, Francesco spot er niet mee, zeg gen we. Het zal jou maar overkomen. Wie denkt aan de ziekte van Pfeiffer, zal bijna altijd denken aan moeheidlang durige moeheid, waarvoor langdurig rust nodig is. Maar dat is helemaal niet het belangrijkste of zelfs maar een veel voorkomend verschijnsel bij deze ziekte. De ziekte van Pfeiffer is een frequent voorkomende ziekte die vaak onopge merkt verloopt; wie de ziekte krijgt maakt een goede kans na een paar weken weer de oude te zijn. De ziekte van Pfeiffer heet in het me disch jargon 'mononucleosis infectiosa'; infectiosa slaat op de besmettelijkheid ervan, mononucleosis op een toename van bepaalde witte bloedlichaampjes in het bloed. Een andere naam is klier- koorts, verwijzend naar de vergrote lymfklieren en de koorts die erbij optre den. De verwekker van deze ziekte is een vi rus, het Epstein-Barr-virus, in 1964 ont dekt door de twee onderzoekers met deze namen; het wordt kortweg EBV ge noemd. Het virus wordt overgebracht door 'intiem lichamelijk contact', zoals zoenen. In landen met een slechte hygiëne is het een kinderziekte met vrijwel geen bijverschijnselen, in de 'schone' westerse samenleving is het vooral een ziekte van pubers en adolescenten. Van hen wordt na besmetting ongeveer de helft ziek; de overigen bouwen weerstand op zonder het te merken. Wat zijn de verschijnselen? Na een in cubatietijd van vier tot zeven weken (dat is de tijd die ligt tussen besmetting en het optreden van verschijnselen) ontstaat eerst een periode van moeheid, rillerig- heid, hoofdpijn, een periode van 'malai se'. Dan ontstaan (vaak hoge) koorts en keelpijn, en de lymfklieren raken opge zwollen. Lymfklieren zijn boonvormige orgaan tjes van enkele millimeters groot. Het zijn de zuiveringsstations van het lichaam. Vocht, vuil en bacteriën worden uit de weefsels afgevoerd via lymfevaten (een soort dunne bloedvaatjes) naar de lymf klieren, die overal in het lichaam aanwe zig zijn. De lymfklieren filteren het vuil uit de lymfe, de lymfe wordt verder geleid en komt in het bloed terecht. In de lymf klieren worden de ongerechtigheden ver der opgeruimd. Lymfklieren kunnen bij zeer veel klei ne en grote ziekten in het lichaam 'mee doen'. Ze zijn dan vergroot, soms pijnlijk (vooral bij ontstekingen) en zijn te voelen als knobbeltjes die enkele centimeters groot kunnen worden. De meeste lymf klieren zijn te vinden in hals, oksels en liezen, en dat zijn dan ook de plaatsen waar de dokter naar 'klieren' zal voelen. Bij kinderen zijn bijna altijd de klieren in de hals opgezet, door de vele verkoud heden die ze doormaken. Het is nu ook wel te begrijpen dat ver grote lymfklieren ontelbaar veel oorza ken kunnen hebben, van een onschuldig wondje aan de hand of een keelontste king tot ernstiger ziektes, ook kanker. En tot die oorzaken hoort dus ook de ziekte van Pfeiffer. VEERTIENDAAGSE MEDISCHE RUBRIEK Bij de ziekte van Pfeiffer zijn de klie ren in de hals pijnlijk en vergroot, maar ook elders in het lichaam kunnen ze opge zwollen raken. Deze 'klassieke verschijn selen' vergrote klieren, keelpijn en koorts duren in het algemeen een paar weken, waarna de patiënt geneest. Slechts een enkeling zal daarna nog lan ge tijd, soms maanden, moe blijven. Dat is bovendien helemaal niet zo typerend voor de ziekte van Pfeiffer; moeheid kan ook na andere virusziekten, zoals influ enza (griep), optreden. Door de hevige keelpijn is het voor de dokter niet altijd even gemakkelijk om de ziekte van Pfeiffer te onderscheiden van een 'gewone' keelontsteking. Als daar voor echter penicilline wordt voorge schreven, zal bij de ziekte van Pfeiffer bijna altijd direct een huiduitslag ont staan, die karakteristiek is voor de ziek te. Behalve de lymfklieren kan nog een aantal andere organen aan de ziekte meedoen. Bijna altijd is de lever een klein beetje ontstoken, en vaak zijn lever en milt vergroot. Zelden is deze ontsteking zo heftig dat de patiënt geel wordt, wat weer verwarring kan stichten omdat dan wordt gedacht aan een 'echte' leveront steking (hepatitis A ofB). Ook deze lever ontsteking herstelt zich in de loop van een paar weken. Er kan wel buikpijn en mis selijkheid bij optreden, en het gebruik van alcohol is af te raden omdat dat de le ver extra belast. Het is wel duidelijk dat het niet altijd even eenvoudig is om de diagnose te stel len. Dat wordt nog moeilijker omdat een aantal andere ziekten soortgelijke ver schijnselen geeft. Toxoplasmose bijvoor beeld, kan ook koorts en opgezette lymf klieren veroorzaken. Toxoplasmose is be-- rucht omdat het -r- wanneer de zwangere vrouw dit voor het eerst krijgt bij het ongeboren kind afwijkingen kan veroor zaken. En een ander virus cytomegalovirus (CMV), dat evenmin zeldzaam is kan ook een soort klierkoorts veroorzaken, maar dan zonder keelpijn. Deze beide ziekten komen, net als Pfeiffer, zeer veel voor onder de bevolking. De meeste vol wassenen blijken, als hun bloed daarop wordt onderzocht, een of meer van deze ziekten te hebben doorgemaakt zonder het te weten. Waarom de een ziek wordt en de ander niet, is onbekend. Hoe kom je er nu achter of je de ziekte van Pfeiffer hebt? Om het absoluut zeker te weten is bloedonderzoek nodig. In het bloed is een toename te zien van bepaalde witte bloedlichaampjes (lymfocyten), en er is een speciale test waarmee de ziekte kan worden aangetoond. Wat betreft de behandeling: vroeger werd aangeraden veel te rusten om de ge vreesde moeheid te voorkomen. Tegen woordig is men van mening dat dit niet nodig is. Rust naar behoefte is de beste aanpak, de patiënt kan zelf uitmaken wat hij of zij aankan. Aangezien de ver wekker een virus is, zijn er geen medicij nen tegen de ziekte. Ten slotte: nog niet zo lang is bekend dat het virus na genezing niet volledig wordt uitgebannen, maar in het lichaam aanwezig blijft. Waarschijnlijk geldt dit voor heel veel, zo niet alle virussen. Nu is het vermoeden dat een enkeling een soort chronische infectie houdt, waardoor een 'moeheidssyndroom' ontstaat. De ver schijnselen hiervan zijn: bij perioden op tredende moeheid, keelpijn, spierpijnen, opgezette klieren. Of dit syndroom nu werkelijk bestaat en inderdaad wordt veroorzaakt door een chronische vorm van de ziekte van Pfeiffer is (nog) niet ze- vans. 'Ontvangt elke dag van 8.30 tot 10.00 uur, en van 15.00 tot 22.00 uur'. Zon dag, zo meldt het bordje, is slechts be doeld voor 'ernstige afspraken'. Het nauwe keukentje van de caravan zit vandaag vol met 'ernstige afspraken'. Een prachtig jong meisje met roze oor bellen is nu al meer dan drie maanden 'bezeten', legt men mij uit. Bezeten waar van? De duivel natuurlijk! Maar waaraan merk je dat, vraag ik haar. Ze lijkt zo te zien volledig normaal. "Op het eerste gezicht zie je niets", leg gen haar ouders uit. "Maar al haar lede maten zijn verkrampt. Dat is een typisch symptoom van bezetenheid". Het meisje laat me haar vingers zien. Ze staan inderdaad een beetje krom. "Voel maar", spoort ze me aan, "er is geen beweging meer in te krijgen". "Ja", zegt haar moeder, "de duivel is slim. Superslim. De paus heeft het zelf gezegd: een van de hoofdkenmerken van Satan is dat hij zich aandient als een ver leider". "Ben je bang?", fluistert de vrouw van de duiveluitdrijver. Ze is klein en bol, en loopt onophoudelijk met potjes koffie voor de klanten. "Ssst", zegt ze, "luister". Achter de plastic harmonica-deur die de toegang vormt tot het 'kantoor' van Cascella de duiveluitdrijver, klinkt zwaar gehijg. Een vrouwenstem brengt kermende ge luiden voort. De sfeer in het keukentje krijgt opeens iets van een wachtkamer bij de tandarts op het moment dat er ge boord wordt zonder verdoving. Zenuw achtig schuiven de mensen op hun stoe len heen en weer. Het is eivol geworden in de caravan. Mannen, vrouwen en kin deren. Dicht op elkaar gepakt. Stommiteit Zachtjes vertellen ze elkaar verhalen. "Je weet wel Rocco, van de Campagnola, de pizzeria bij de kerk... Weetje dat hij nu ook... Hij heeft een grote stommiteit be gaan. Eén van zijn kelners kreeg hetzelf de als Alfredo. Ook met kruizen in zijn borst gebrand en met dat woord op zijn arm gegrift... Rocco heeft toen gepro beerd om er zelf wat aan te doen. Onge looflijk stom van hem. Weetje nu dat hij failliet is gegaan?". Op dat moment gaat de schuifdeur naar het kantoortje open. Daar is duivel uitdrijver Cascella. Hij veegt het zweet van zijn voorhoofd en rolt de mouwen van zijn helder witte overhemd naar be neden. Hij lacht verlegen. "Het is zwaar werk". Een vlinderdas, een grote gouden ketting met een amulet op zijn borst, en veel ringen aan allebei z'n handen. De Uitdrijver Cascella Guiseppe bezig met een 'bezetene': gingen van Pagani het wonder te eren. "We waren soms wel met duizend tot tweeduizend menseh. Ik was een soort voorganger in de gebeden. We zongen liederen en baden de rozenkrans. Elke keer probeerden de nonnen ons weg te jagen. Een keer hebben ze zelfs de politie gehaald. Toch wist de hele stad dat de Madonna hier was". Maar op een dag gebeurt er iets vrese lijks. Hoe meer het gerucht van het won der zich in de streek verspreidt, hoe feller de nonnen zich ertegen verzetten. "Zoals elke avond zaten we op de binnenplaats. Je moet weten dat voor de meeste jonge ren van Pagani de verschijning van de Madonna heel belangrijk is geweest. Het heeft ons leven volledig veranderd. En iedereen deed aan de sessies mee", ver telt Francesco. Hij vertelt ook dat de meesten van hen verslaafd waren aan de heroïne. "We de den ook kleine berovingen, je weet wel. Maar nu gaat iedereen naar de kerk. Een heleboel zijn ook lid geworden van reli- 'Ga weg uit dit lijf!'. (foto's GPD) gieuze groepen. Niemand gebruikt meer verdovende middelen, en ik ben zelfs ge trouwd", grijnst hij. Dan wordt zijn gezicht plotseling ern stig. "Eén van ons, Alfredo, die geloofde er niet zo in. Als wij aan het bidden wa ren zat hij te lachen". Francesco begint zachter te praten. Hij trekt inderdaad een beetje wit weg, en frummelt aan het kruis dat als een dikke bult onder zijn trui bobbelt. "Opeens kwam er een levensgrote vuurbol uit de hemel, die recht op Alfredo afkwam. Al fredo werd letterlijk de lucht in geslin gerd. Toen hij bewusteloos neerviel wa ren op zijn borst twee kruisen gegrift. En op zijn arm was met bloed het woord 'Sa tan' geschreven. Dat was dus de straf van de duivel. Ik zweer je. Wat er op dit mo ment in Pagani aan de hand is, is de straf van de duivel omdat de nonnen Maria ge vangen houden". Die middag brengt Francesco ons naar een veldje aan de rand van de stad. Tegen de hemel tekenen zich de schoorstenen af van een grote fabriek voor tomatenpu- Cascella Guiseppe in zijn caravan: om heb ik geen vaste prijzen". ree. Geïmproviseerde tuintjes en veel golfplaten hutten. Aan de lijn wappert bontgekleurde was. Hier woont het arm ste deel van Pagani. Het zijn de mensen die bij de aardbeving van 1980 hun huis hebben verloren en nu nog steeds in een "De mensen in Pagani zijn armdaar- veertigtal stacaravans wonen, inge klemd tussen de hopen met vuil. 'Cascella Giuseppe: duiveluitdrijver, magiër, helderziende', staat er met knul lig geschreven letters op een kartonnen bordje bij de deur van een van de cara-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23