'Het jawoord blijft een serieuze zaak'
Trouwambtenaren en de opleving van het huwelijk
De een herinnert zich de trouwdag als de mooiste van z'n leven. De ander zal er tot z'n dood aan
terugdenken als de dag waarop een tragische vergissing werd begaan, ledereen heeft zo z'n eigen
opvattingen over het huwelijk, maar dat neemt niet weg dat er weer lustig op los wordt getrouwd.
Met het gevolg dat ook de ambtenaar van de burgerlijke stand de trouwlustigen weer volop op hun
rechten en plichten in het huwelijk wijst. "Het is een wonder, twee mensen die besluiten voor elkander te
zijn, dat is toch wat".
door Gerard van Putten
Mevrouw Smits, trouwambtenaar te Leiden: "Het is een wonder, ja, dat meen ik echt". <foto ^oek zuyderduin»
Trouwambtenaren zijn er in alle
soorten en maten. Het steile, for
mele, onkreukbare prototype met
het Ruding-uiterlijk, gekleed in
stemmig antracietgrijs met er
gens onderaan de onvermijdelij
ke staldeuren. Zo een die met een
gortdjoog, slaapverwekkend
praatje pril geluk als het ware
naar huwelijkssleur toe praat.
Het andere uiterste is het vlotte type
dat eigenlijk humorist had willen
worden, maar uiteindelijk toch maar
koos voor de betrekkelijke zekerheid
van een ambtelijke loopbaan. Zo een
die thuis het leukste van allemaal
wordt gevonden, zo een die zijn
speech van de ene naar de andere ver
meende kwinkslag kletst om ten slot
te te komen tot een plot die neerkomt
op de vraag "zeg eens ja". Tussen deze
extremen zitten uiteraard vele varië
teiten.
Geen dagtaak
Het ambt als zodanig biedt geen volle
dige dagtaak. In bepaalde gemeenten
is het een deeltijdfunctie die past in
de taakomschrijving van een ambte
naar van de burgerlijke stand of een
ambtenaar burgerzaken, in Leiden
zijn er drie die het doen op basis van
een onkostenvergoeding die onder
meer de aankoop van representatieve
kleding moet dekken.
Overdreven veel eisen wprden er
niet gesteld aan degene die in naam
der wet de regie voert van de vaak nog
gewichtig aandoende ceremonie. De
gemeente Leiden deed ruim twaalf
jaar geleden in een advertentje een
beroep op de burgerij, omdat destijds
op het stadhuis niet al te veel animo
onder de ambtenaren van burgerza
ken bestond om dit werk er ook nog
eens bij te nemen.
Bij de mensen van de oude stempel
die door 'natuurlijk verloop' waren af
gevloeid lag dat anders, die ontleen
den meer status aan de plechtstatige
kant van hun ambtelijk bestaan. De
jongeren zagen in het bijzonder de
praktische bezwaren: een huwelijk
voltrekken vergt veel tijd waardoor
het andere werk blijft liggen. En tel
kens van kleding te moeten wisselen,
tja, dat is ook niet alles.
De trouwambtenaar wordt geacht
er representatief uit te zien, zoals dat
heet. Dat was tenminste een van de ei
sen waaraan de nieuw aan te stellen
trouwambtenaren moesten voldoen
in de ogen van de toenmalige Leidse
burgemeester Vis. De sollicitant
moest goed kunnen spreken in het
openbaar, en gevoel hebben voor stijl.
De andere voorwaarden waaraan
moest worden voldaan: een mini
mumleeftijd van 23 jaar, Nederlander,
niet uitgesloten van kiesrecht.
Gewend
Mevrouw R.M. Smits-Oetgens van
Waveren Pancras Clifford ("maar in
de familie volstaan we met de staart-
naam") was een van de reflectanten
die destijds meende te voldoen aan
die voorwaarden. Wat nadrukkelijk in
haar voordeel sprak: spreken in het
openbaar had ze meer dan genoeg
moeten doen in haar tijd dat ze presi
dente was van de Nederlands Christe
lijke Vrouwenbond. En dat ze inder
tijd in Nederlands Indië, en meer be
paald in Bogor, als directrice van een
protestants-christelijk kinderhuis
haar "pupillen geregeld op hun rech
ten en verplichtingen" had gewezen,
zal vermoedelijk ook wel tot aanbeve
ling hebben gestrekt.
In haar sollicitatiebrief maakte ze
het uitdrukkelijk kenbaar, haar ver
langen om jongeren op hun rechten
en plichten te wijzen in relatie tot hun
voorgenomen huwelijk. Want daar
over laat mevrouw Smits geen enkel
misverstand bestaan, het huwelijk
heeft voor haar aan betekenis niets in
geboet, daar staat ze helemaal achter.
"Het is een wonder, ja, dat meen ik
echt. Twee mensen die besluiten voor
elkander te zijn, dat is toch wat. Hoe
ze dat naderhand verder invullen is
natuurlijk aan hen, maar toch. Het hu
welijk is een feestelijke en een serieu
ze zaak. Daarom mag er van mij best
gelachen worden in de trouwzaal. Ik
verlang alleen stilte als het bruidspaar
het jawoord moet uitspreken. Dat is
tenslotte een heel belangrijk moment.
Zo belangrijk, dat ik gezonde stellen
ook vraag op te staan en de aanwezi
gen om applaus vraag als het is uitge
sproken. Maar nogmaals, als het ja
woord moet worden gesproken moet
men alleen het stel zelf kunnen horen
in de trouwzaal. Het zou voor het
bruidspaar toch jammer zijn als ze la
ter naar de video-opname kijken van
de trouwplechtigheid, en ze zouden
dan hun jawoord niet horen omdat de
aanwezigen er doorheen zaten te
kwetteren".
Bijhouden
Nu zo'n 12,5 jaar geleden werd ze door
de Leidse gemeenteraad benoemd tot
trouwambtenaar en op het ministerie
van justitie in Den Haag als zodanig
beëdigd. Ze beschouwde dat als een
eer, en 2118 huwelijken later ("ik
houd dat precies bij") vindt ze het nog
steeds een eer huwelijken te mogen
voltrekken.
Het huwelijk leeft op, de hele proce
dure van verliefd, verloofd en ge
trouwd wordt weer d.ruk bewandeld.
Alleen al in Leiden /gaven vorig jaar
meer mensen dan ooi t eerder in de ja
ren tachtig elkaar het jawoord. Welge
teld 684 huwelijken werden er geslo
ten tegen bijvoorbeeld 495 in 1983.
"Daar zaten wat schijnhuwelijken
bij", benadrukt Ron Fase van de afde
ling burgerzaken. "Het burgerlijk
wetboek kent die dai^ wel niet, maar
ze zijn wel gesloten., die paspoorthu
welijken waarbij mensen uit verre
landen waren betrokken. Om meer
dan zeventien gevaJilen ging het niet,
zodat zeer zeker maig worden gesteld
dat de trouwlust in 'Leiden is toegeno
men".
En dat na een periode waarin het in
sommige kringen gebruik was het hu
welijk minstens schijndood te verkla
ren. Een jaar of vi«;r geleden kon het
nog gebeuren dat de Rotterdamse
hoogleraar staatsrecht, prof. dr. Van
Maarseveen een gloedvol betoog in
het Nederlands Juristenblad afstak
voor "het afsterven van het staatsbed-
beheer met ingang van 1990".
Persoonlijk
Van Maarseveen kan dat wel verge
ten. In de trouwzaal worden weer
volop tranen geplengd. Heimelijk of
openlijk. Als vanouds betekent de hu
welijksvoltrekking voor sommige
jongeren de wettelijke scheiding tus
sen de jeugdjaren en de jaren des on
derscheids. Vooix de trouwambtenaar
is er intussen weer volop werk. Niet
zoveel als in de grote steden, waar er
van die dagen zijn dat er huwelijken
worden gesloten als gaat het om lo
pende handwerk dat wordt uitge
voerd tegen he.*t goedkoopste tarief.
Vier bruidsparen op een rijtje in af
wachting van die ene vraag waarom
in feite alles draait, kan het onper
soonlijker?
In deze omgeving proberen de ge
meenten brui d en bruidegom nog iets
van een persoonlijke benadering te
geven. Zeer 2»>ker in Katwijk aan Zee,
waar ze van massavertoningen niets
moeten hebben. "Hier gebeurt dat ge
lukkig niet", zegt woordvoerster
Hooijmans. "Alles gaat hier keurig op
afspraak, ieder paar trouwt hier apart.
Maar ondanks die afspraken wil het
toch nog wel eens gebeuren dat een
plechtigheid wat uitloopt. Als een
paar wordt vergezeld door veel fami
lie neemt de plechtigheid al gauw wat
meer tijd in beslag. Zeker als het ge
zelschap met koetsen naar het ge
meentehuis is gekomen en iedereen
ook nog eens op de foto moet. Het vol
gende paar laten we uit piëteit dan
niet wachten in een belendend ver
trek, maar gewoon in hun auto's".
Er zijn in Katwijk van die topdagen
dat er vier tot vijf paren de drempel
van het gemeentehuis overschrijden.
Met nog twee collega's verbindt De
Regt Katwijkse stellen in de echt. "Op
een topdag werken we er maximaal
twee a drie af. Er zijn mensen die
vooraf hun voorkeur uitspreken voor
één van ons. Wij proberen dat zoveel
mogelijk af te houden omdat ieder na
tuurlijk z'n deel moet hebben, maar
wil iemand per se Jantje, Pietje of
Klaasje, dan respecteren we die
Trouwambtenaar Smits die in Lei
den twee a drie huwelijken per week
sluit is eerlijk genoeg om te erkennen
dat ze van binnen juicht als op een
daartoe geëigend formulier een paar
de voorkeur voor haar uitspreekt. "Ik
ben wel zo ijdel om te zeggen dat mijn
ego erdoor wordt gestreeld".
Ze bedient zich van milde ironie als
zij de aanwezigen toespreekt. Talloze
bruidsparen betreden, toch wel onder
de indruk van hetgeen er staat te ge
beuren, met strakke gezichten de
trouwzaal. Blijven de gezichten op
somber staan als zij en kij eenmaal
hebben plaatsgenomen, gegaran
deerd dat mevrouw Smits dan zal zeg
gen: "U zult straks schrikken van het
resultaat van het werk van de foto
graaf, als u zó blijft kijken".
Zeurpiet
Als geen ander is ze ervan op de hoog
te dat de trouwambtenaar nogal eens
de reputatie van zeurpiet heeft, van de
sprekerd die zichzelf graag hoort pra
ten en die naar de zin van velen te lang
van stof is. "Wat dat betreft hebben
we een wat negatieve reputatie", weet
mevrouw Smits. "Niet helemaal te
recht, vind ik. Het zal hier en daar best
nog wel gebeuren dat een ambtenaar
erg lang van stof is. Ik zeg altijd: dat is
niet afhankelijk van de plaats waar
een huwelijk wordt voltrokken, dat is
afhankelijk van de persoon die het
huwelijk voltrekt. Er zijn bruidsparen
die hier bij mij thuis komen om vooraf
het een en ander te bespreken. En dan
zeg ik altijd: ik ben geen maatschap
pelijk werker en ook geen conféren
cier. Wel doe ik er op mijn manier al
les aan om te voldoen aan het ver
wachtingspatroon dat dergelijke
mensen van mij hebben. Dat vind ik
een moeilijke opgave".
Niet clichématig
Jannie Berntsen vervult de functie
nu negen jaar. De laatste jaren als
ambtenaar van de burgerlijke stand
in Alphen aan den Rijn. Ze stelt alles
in het werk om te voorkomen dat de
routine van alledag in haar bezighe
den sluipt. Naar haar opvatting mag
het niet clichématig overkomen op de
twee vóór haar. Nog altijd stellen vele
mensen het ritueel, dat zo nadrukke
lijk hoort bij de huwelijksvoltrek
king, op prijs. Vandaar dat Jannie
Berntsen zich geregeld in toga hijst,
de bedrijfskleding van menige ambte
naar die een huwelijk wettelijk beze
gelt. De traditie heeft zich blijkbaar
toch meer geworteld in de moderne
mens dan menigeen voor mogelijk
had gehouden. De tijd dat het boter
briefje aan het loket kan worden op
gehaald lijkt verder weg dan ooit, al
wordt er op gezette tijden hardop over
gedacht ook die service te gaan bie
den aan trouwlustigen die verder
geen poespas willen, geen polonaise
aan hun lijf.
"Ik heb het meegemaakt dat het
bruidspaar op de fiets kwam", vertelt
Jannie Berntsen, "maar nu rijden de
koetsen weer voor. En dan merkje dat
er toch veel mensen zijn die het op
prijs stellen dat de ambtenaar gekleed
is in toga".
Van hun toespraken proberen Bernt
sen, De Regt en Smits enig werk te
maken. Zo het bruidspaar daarom
vraagt, probeert Jannie Berntsen een
persoonlijke toets aan haar speech te
geven. Als alle drie op hun woord mo
gen worden geloofd liggen er bij deze
trouwambtenaren geen standaardtoe
spraken in de kast. Wel is Jannie
Berntsen eerlijk genoeg te bekennen
dat bepaalde 'standaarddingen' altijd
terugkeren.
"Dat kan ook niet anders", vult haar
Katwijkse collega De Regt aan. "Het
is gewoonweg zo dat veel bruidsparen
eigenlijk niet zo van elkaar verschil
len. Daarnaast is het nog eens zo dat
in een jaar honderden mensen voor je
neus staan en dan kun je moeilijk van
trouwambtenaren verlangen dat ze
telkens een nieuwe toespraak gaan
schrijven".
Dat je in herhalingen vervalt, daar
ontkom je niet aan, zegt ook Smits. In
haar begintijd oefende ze voor de
spiegel welke intonatie precies bij
welk woord paste. Dat doet de Leidse
trouwambtenaar nu niet meer. Wel
gebeurt het geregeld dat ze op de fiets
haar speech overdenkt en dan zich
zelf voorhoudt: nee, zo zegje dat niet.
En zo corrigeert ze zich ook thuis, ach
ter de schrijftafel.
"Zeker bij wat ik dan zie als een bij
zonder huwelijk schrijf ik een toe
spraak, verscheur die, begin dan op
nieuw met schrijven om er vervol
gens weer een prop van te maken om
dat ik dan vind dat er niet precies dat
gene in staat wat ik eigenlijk zou wil
len zeggen. Ik kijk de mensen aan in
de trouwzaal. En dan gebeurt het dat
ik er toch maar van afzie datgene te
zeggen wat er op papier staat. Ik word
wel eens aangesproken door ouders
die mij herkennen van een trouw
plechtigheid. En die beweren dan dat
ik het stel iets heb meegegeven voor
het huwelijk. Dat ontken ik dan, want
het is niet waar. Wel erken ik dat ik
voor hen iets heb betekend tijdens de
plechtigheid, maar verder gaat het be
slist niet".
Speech
Een huwelijksvoltrekking staat of
valt overigens niet met een speech.
De Regt en Berntsen merken op dat
het ook sneller kan dan de pakweg
twintig, dertig minuten die een plech
tigheid mèt toespraak al gauw duurt.
De klant is wat dat betreft koning, in
principe kan het ritueel met drie vol
zinnen worden afgedaan.
Zelfs het trouwboekje overhandi
gen is niet meer verplicht. Wel nog
steeds de aanwezigheid van twee ge
tuigen; de kleinste trouwstoet bestaat
derhalve uit vier personen. Smits: "Ik
heb het wel gehad dat iemand van te
voren tegen mij zei: hoe minder woor
den u aan ons vuil maakt des te beter
het is. Nou, dat respecteer ik. Of ik dat
dan niet erg vond, vroeg de brui
degom nog. Nee, dat vind ik niet erg.
Waarom zou ik dat erg vinden? Het is
toch niet mijn dag, het is de dag van
het bruidspaar. Toen die twee op het
stadhuis verschenen heb ik gezegd:
dames en heren, aan het huwelijk van
deze mensen zal ik niet al te veel
woorden vuil maken. Je kon de verba
zing van de gezichten in de trouwzaal
aflezen. Maar naderhand belde de
bruidegom mij op om te zeggen dat
zijn vrouw en hij mij buitengewoon
erkentelijk waren voor het feit dat ik
hun wens had gerespecteerd".
Huwelijken worden doorgaans ge
sloten op het gemeentehuis of stad
huis, maar als bijzondere omstandig
heden daartoe aanleiding geven ook
in wat in jargon 'bijzondere huizen"
heet. Daaronder worden onder meer
verstaan ziekenhuizen en gevangenis
sen. Soms komt het voor dat een stel
in het eigen huis trouwt, maar dan
moet één van de twee wel door bij
voorbeeld ziekte zijn geveld. Het is
dus niet zo dat een bruidspaar kan
zeggen: wij willen liever in onze eigen
villa trouwen dan in dat architectoni
sche gedrocht dat wordt gebruikt als
gemeentehuis. Een verzoek indienen
om te mogen trouwen op de midden
stip van een voetbalveld, zoals recen
telijk Romario de Souza Faria deed,
de Braziliaanse schutter van PSV,
heeft ook geen zin.
Trouwseizoen
"In dit land kan dat niet", zegt de Kat
wijkse gemeente-ambtenaar De Regt.
Daarentegen is op zaterdag trouwen
weer wel bespreekbaar in de bad
plaats, al staan ze op het gemeente
huis nu niet direct te dringen om aan
een dergelijk verzoek gehoor te ge
ven. Ook de ambtenaren daar zijn ge
hecht aan hun vrije zaterdag.
In Katwijk vormen het voorjaar en
de voorzomer hèt trouwseizoen, en
vrijdag is doorgaans de populairste
dag. In Alphen eveneens, maar in Lei
den schijnt de donderdag nogal in
trek te zijn. Naar verluidt omdat de
donderdag dicht bij het weekend ligt
en toch redelijk voordelig is. Vroeger
wachtten tallozen jongeren de maand
december af, dat was de trouwmaand
bij uitstek. Fiscale motieven lagen
daaraan ten grondslag. Het aantrek
kelijke van een december-huwelijk
was dat het prille echtpaar alsnog
voor een heel jaar werd onderge
bracht in de tariefgroep voor gehuw
den. Het logische gevolg van deze,
destijds veelvuldig toegepaste con
structie: de terugbetaling van een leu
ke som ingehouden loonbelasting.
Bij één op de tien ondertrouwden
komt het uiteindelijk niet van een
trouwpartij. Maar in de trouwzaal
komt het amper voor dat de een terug
komt van het voornemen te huwen
met de ander. In Katwijk heeft De
Regt het nooit meegemaakt, Berntsen
in Alphen evenmin, terwijl een amb
tenaar die zijn werk het liefst anoniem
wil verrichten verhalen over neezeg-
gers in de trouwzaal vergelijkt met de
geklets over de broodjes aap die bij de
Chinees zouden worden geserveerd.
Nee
Niettemin: mevrouw Smits heeft het
eenmaal meegemaakt dat er nee werd
geantwoord door de bruidegom op de
traditionele vraag of hij de persoon
naast hem tot z'n wettige echtgenote
wenste te nemen. Jaren geleden is het
gebeurd, maar zij herinnert het zich
als de dag van gisteren. Het was alle
maal niet serieus bedoeld, zo bleek al
spoedig, iedereen lachte dan ook in de
trouwzaal. Mevrouw Smits als enige
niet, zij kreeg iets ijzigs over zich.
Haar gezicht verstarde en dat werd
opgemerkt. Het gelach verstomde
dan ook. De bruidegom vroeg: had ik
soms ja moeten zeggen? Waarop me
vrouw Smits op haar beurt zei: inder
daad wordt er van u verwacht dat u ja
zegt. Ze vroeg de bruidegom of hij wel
besefte voor wie "dit alles" het ergste
was. Voor de ambtenaar die was be
last met de voltrekking van het huwe
lijk, dacht hij nog even, maar hij werd
snel uit die droom geholpen.
"Nee meneer", sprak mevrouw
Smits op bestraffende toon, "ik vind
dit heel erg voor het meisje dat naast u
zit. Kijk, humor mag voor mij. Een
grap op z'n tyd gaat er bij mij best in.
Maar het uitspreken van het jawoord,
ja, daar hecht ik nog steeds grote
waarde aan. Dat woordje van twee let
ters neem ik heel serieus. Maar de
bruidegom had het over een gewon
nen weddenschap die hij toch maar
mooi had gewonnen. Naar mijn ge
voel een wel erg onvolwassen begin
van het huwelijk".