Polen domineren filmfestival Rotterdam
Tobben als levenstaak
Virtuoos
vioolspel
Caballé: ster van weleer
'Zoon' Dali
Avond voor Armenië flopt
^OTTERDAM (GPD) - Alhoewel
'uitbundigheid' zeker niet het
woord is om de sfeer aan de Rotter
damse Kruiskade te beschrijven,
op de vijfde dag van het achttiende
Film Festival Rotterdam, dient
toch te worden vastgesteld dat
men er goed aan heeft gedaan om
deze manifestatie doorgang te la
ten vinden. De gehanteerde 'Hom
mage aan Huub'-formule blijkt te
werken. Goede films (nieuwe en
cude) zijn in veelheid present, de
'cinematografische' vrienden van
Huub zijn 'Rotterdam' trouw ge
bleven en het publiek laat het even
min afweten.
Als enige misrekening tot nu toe
is het idee uitgepakt om zondag
avond een benefiet-voorstelling te
organiseren van de film 'Komitac',
ten bate van de slachtoffers van de
Armeense aardbeving. De film zelf
is interessant genoeg, hoewel
moeilijk te doorgronden en nog
lastiger te beschrijven. Een terug
blik op de Armeense cultuur en de
lijdensweg die de Armeense histo
rie in de loop der eeuwen geweest
is, uitmondend in de slachtingen
van 1915 toen de Turken driekwart
van het Armeense volk hebben uit
geroeid.
Don Askarian droeg zijn film op
aan de componerende monnik Ko-
mitas die getuige was van deze ge
nocide. Zelf overleefde hij het,
maar na alles wat hij had gezien,
kon hij geen noot meer op papier
krijgen en bracht hij de laatste
twintig jaar van zijn leven door in
psychiatrische inrichtingen. Zelfs
Concert door Kaoru Kakudo (viool) en
Herman Uhlhorn (piano) met werken van
Beethoven. Brahms en Saint-Saëns. Ge
hoord op 27 januari in de Kapelzaal.
LEIDEN - De Kapelzaal was
gelukkig weer eens behoorlijk
gevuld met liefhebbers van een
stevig klassiek recital. En dat
werd het dan ook. Twee sonates
waar je U tegen zegt en een vir
tuoos, romantisch rondo. De so
nates bij Beethoven en Brahms
lijken in de verste verte niet
meer op wat ze eens in de zeven
tiende eeuw waren. Zo is bij
voorbeeld de lengte enorm toe
genomen. Zodra het eerste deel
van Brahms' sonate (d kl. opus
108) goed op gang is gekomen,
besef je dat er voorlopig geen
eind aan komt. Dat kan nog
uren duren. Een andere veran
dering heeft zich voltrokken in
de inhoud; deze is veel dramati
scher geworden. Het uitdruk
ken van een bepaalde gemoeds
toestand zoals vrolijkheid of
neerslachtigheid heeft plaats
gemaakt voor een diepgaand
verslag van des componisten
zielestrijd, waar de 'begeleiden
de' piano evenzeer bij betrok
ken is als het soloinstrument.
Deze ontwikkeling was nog
eens duidelijk te horen in de
'Kreutzer' sonate van Beetho-
Ze maakten er geen grote
show van, Kakudo en Uhlhorn.
Zonder veel overdrijving druk
ten ze op een beheerste manier
toch de bedoeling van de mu
ziek uit. En dat kwam over bij
het publiek. Niet voor niets
werd er bravo geroepen en
staande geapplaudisseerd. De
violiste had een krachtig en
sterk aura om zich heen. Uiter
lijk weinig bewogen wist ze de
grote lijn in het stuk goed te be
waren. Spanning opbouwen en
vasthouden, zoals dat nodig is
in sonates van Beethoven en
Brahms, beheerste ze perfect.
Maar ook de veel fijnere nuan
ces in het andante met variaties
in de Kreutzer-sonate liet ze
stuk voor stuk uitkomen. Pia
nist Herman Uhlhorn gaf op de
juiste tijden voldoende, krach
tig tegenspel en hield de teugels
in als de violiste net een innig
moment beleefde.
Na de nogal strenge sonate
vormen kwam het Rondo
Capriccioso van Saint-Saëns
het publiek wat opzwepen.
Heel licht en verend liet Ka
kudo de strijkstok dansen in
het rondothema om vervolgens
met des te meer energie haar
virtuositeit te tonen. Een ouder
wets stukje vuurwerk en uit het
hoofd gespeeld.
Als toegift werd een weemoe
dig slepende melodie gespeeld
die in staat was de gemoederen
weer wat te bedaren.
MONICA SCHIKS
Gaudeamus Concours
ROTTERDAM (ANP) - Meer deel
nemers dan ooit hebben zich inge
schreven voor het Internationaal
Gaudeamus Vertolkers Concours
dat van 5 tot en met 12 februari in
Rotterdam wordt gehouden. Daar
in is een pianopanorama opgeno
men waarop 62 belangrijke werken
van deze eeuw worden uitgevoerd.
In de opmaat voor dit onderdeel
zijn donderdag in Zaal De Unie in
Rotterdam zeven nieuwe werken
van acht Nederlandse componis
ten in wereldpremière gegaan.
Gerad Bouwhuis speelde de
stukken van elk één minuut piano
muziek, die in opdracht van de
Rotterdamse Kunststichting zijn
gecomponeerd door Klaas de
Vries, Daan Manneke, Peter Jan
Wagemans, Guus Janssen, Cees
van Zeeland, Andries van Rossum
.en het duo Paul Termos en Chiel
Meijering. Het recital wordt op het
festival nog twee keer herhaald.
toen hij genezen werd verklaard,
wilde hij niet terug onder de men
sen en wenste hij zelfs verstoken te
blijven van familiebezoek.
In dit zelfgekozen isolement blij
ven zijn gedachten traumatisch ge
fixeerd op zijn arme, gemartelde
Armenië. De vrije associaties van
deze artistiek hoog begaafde psy
chiatrische patiënt vormen de bed
ding waarin Don Askarian zijn film
haar loop laat vinden. Dit op de
voet volgen is voor een niet-Ar-
meens publiek zo goed als onmo
gelijk, maar het blijkt geen belem
mering om toch grote bewonde
ring op te brengen voor Askarians
stijl die zich lijkt te bevinden op het
snijpunt van Tarkovski's mystiek
(ook hier veel watersymboliek) en
de folkloristische emblemata van
Paradzjanov die in 'De Kleur van
Granaatappels' eveneens de Ar
meense cultuur en historie tot on
derwerp had genomen. Later deze
week zal in Roterdam kunnen wor
den vastgesteld dat Paradzjanov
zich met zijn nieuwe film Asik Ke-
rib intussen tot een veel toeganke
lijker stijl ontwikkeld heeft.
De misrekening aangaande Ko-
mitas heeft evenwel niet te te ma
ken met de film zelf, als wel met het
idee dat het Rotterdamse festival-
publiek bereid (of in staat) zou zijn
om kaarten van 25,50 of 100 gulden
te kopen voor een benefiet-voor
stelling ten bate van welk dan ook.
Zondagmiddag waren er voor 's
avonds zeven reserveringen ge
maakt: vier kaarten van 25 gulden
en drie vrijkaarten voor .unu<;ii
van de begunstigde organisatie
Artsen Zonder Grenzen.
Droefenis
De gewone voorstellingen hebben
tijdens het afgelopen weekeinde
herhaaldelijk uitverkochte zalen
getrokken. Het gevoel van gedepri
meerdheid is er niet door wegge
trokken, want de beste festival
films worden gekenmerkt door bij
na wurgende droefenis. De twee
beste films zijn beide geregisseerd
door de Pool Krzysztof Kieslovski:
'A Short Film About Killing' en 'A
Short Film About Love'. Het zijn
de eerste twee afleveringen uit een
cyclus waarvoor Kieslovski zich
wilde laten inspireren door de Tien
Geboden.
Over de meesterlijke eerste film
hadden we het al uitvoerig vanuit
Cannes. Onder het motto Gij 'Zult
Niet Doden' pepert de Pool ons
meedogenloos in wat 'moord' pre
cies inhoudt, heel iets anders na
melijk dan achteloze tv-series en
bioscooppulp doen geloven. De
gruwelijke, redeloze moord die een
desperate jongen pleegt op een
taxi-chauffeur, wordt gevolgd door
de even gruwelijke en zinloze
moord waarmee de (Poolse) maat
schappij terugslaat als de schuldi
ge wordt opgehangen. Naast een
meer universele lading, heeft de
film bovendien een specifieke con
text meegekregen door de Poolse
samenleving af te schilderen als
een totaal gedemoraliseerd, ver
kild klimaat, doortrokken van haat
en agressie.
Die sfeerbepaling blijkt ook van
doorslaggevende aard voor wat in
'A Short Film About Love' gebeurt
uit naam van 'liefde'. Het motto is
afkomstig van het gebod dat on
kuisheid verbiedt. Onkuis evenwel
is nooit de liefde zelf, maar de ma
nier waarop ermee wordt omge
sprongen. Het wordt hier gelieerd
aan bespieden, bedrog, terreur en
onmacht. Een treurige jongeman
zet zijn wekker op het moment dat
elke avond in een tegenoverliggen
de flat een vrouw thuiskomt, zich
verkleedt en herenbezoek ont
vangt. De jongen begluurt haar
met een verrekijker en valt de
vrouw lastig met anonieme tele
foontjes en steelt haar post. Als hij
tegen de lamp is gelopen, slaat de
vrouw terug door haar 'bewonde
raar' toenadering te gunnen, om
hem daarna zo te vernederen dat
het joch naar huis holt om zijn pol
sen te gaan doorsnijden. Het enige
beetje optimisme zit in de finale.
De jongen overleeft de zelfmoord
poging en de vrouw raakt overwel
digd door gevoelens van wroeging.
De kans echter dat er dan alsnog
een evenwichtige idylle tussen die
twee zou kunnen opbloeien, lijkt
weinig aannemelijk.
Het overrompelende effect van
beide Kieslovski-films houdt voor
al verband met de even ijzige als
Üzeren greep van de mis-en-scène
die sober en economisch is, en hon
derd procent dwingend in de rich
ting die Kieslovski op het oog
heeft. Zelf optimistischer geaard
dan deze sombere Pool, zul je als
wanhopig zoeken naar een moge
lijkheid aan hem te ontsnappen; je
gaat zoeken naar eventueel fouten
in logica, tegenargumenten, een te
dik effect, een valse noot. Kieslovs
ki geeft je geen kans. De wereld is
zoals hij hem ziet, in elk geval in
Polen.
Hetzelfde soort noties over Polen
dampen af van Agnieszka Hollands
drama 'To Kill A Priest', al is die
film niet gedraaid in Polen zelf
maar in en om de Franse stad Lille,
met voornamelijk Engelse en Ame
rikaanse acteurs. Agnieszka Hol
land had haar vaderland verlaten
(zelf zegt ze dat het omgekeerde is
gebeurd: "Polen heeft mij verla
ten") en maakte voor de Ameri
kaanse maatschappij Columbia de
ze film over de moord op de pries
ter Popiluszko. De stof lag klaar
voor een politieke thriller a la Bois-
set of Costa-Gavras in hun goede
jaren.
De cineaste vertelde in Rotter
dam dat ze zich niet ten doel ge
steld had om een eenvoudige film
reconstructie te vervaardigen,
noch om de slechtheid van de
moordenaars te beklemtonen,
maar om uit te leggen waarom de
dingen zijn gebeurd zoals ze zijn
gebeurd. Die benadering levert een
helaas nogal mallotige rol van
Christopher Lambert op (het wordt
onderhand hoog tijd dat die man
naar een ander vak gaat uitkijken)
'Sterren van de opera'. Montserrat Caballé
(sopraan) en Giacomo Aragall (tenor)
m.m.v. het Radio Symfonie Orkest o.l.v.
Kenneth Montgomery. Gehoord in het
Concertgebouw op 29 januari.
AMSTERDAM - Enerzijds
voorziet de serie 'Sterren van de
opera' in een behoefte, omdat de
echte zangerselite zelden in Ne
derland te horen is. Anderzijds
kleeft aan de opzet ook een na
deel. Juist omdat de werkelijk
grote sterren ons land meestal
links laten liggen, stoelt hun be
kendheid hier vooral op plaatop
namen met als gevolg dat zij het
hoogtepunt van hun roem hier
pas in een laat stadium bereiken.
Toen Montserrat Caballé in het
begin van de jaren zeventig, vo
caal op het hoogtepunt van haar
kunnen, in een VARA-matinee
optrad, zat de zaal halfvol. Gis
teravond klapte, stampte en
brulde een volledig uitverkocht
Concertgebouw voor een zange
res, die beslist niet meer op dat
zelfde niveau stond. Haar vol
heid van toon was nog steeds in
drukwekkend, maar vooral in
een aria uit 'Tancredi' bleek een
sterk verminderde gave orp colo
raturen tot een vloeiende lijn te
verbinden en elders was haar
adem ontoereikend voor een fra
se die haar vroeger geen moeite
kostte. In zo'n geval pogen zan
gers niet zelden een makkelijk
succesje binnen te halen en zo
ook Caballé: aan het slot van een
aria uit 'Adriana Lecouvreur'
doorbrak zij de vocale lijn om
adem te halen voor een fortissi
mo dat nooit door de componist
Cilea geschreven is. Jammer,
maar even typerend voor haar in
stelling als de zeer vrije, wijze
waarop zij in een duet uit 'Ma-
non' met de Franse tekst om
sprong.
Haar partner was haar landge
noot Giacomo Aragall, die hier
ooit furore maakte en die door
stem en voorkomen wellicht de
grootste lyrische tenor van de af
gelopen decennia was geworden,
als hij zijn exceptionele nervosi
teit had kunnen overwinnen. De
gevolgen daarvan bleken ook
gisteravond uit gekuch en het
wegvallen van de stem aan het
slot van een frase, en uit de ma
nier waarop hij zich leek op te
trekken aan zijn partner. Jam
mer, want Aragall beschikt nog
steeds over schitterend stemma-
teriaal en over een artisticiteit
die hem aanspoort tot genuan
ceerde fraseringen en een wellui
dend pianissimo.
Hoewel hij bij het publiek een
goede tweede was, zorgde vooral
zijn optredep voor momenten
waarop de magie van de grote
zangkunst doorbrak met als
hoogtepunt zijn inzet van de eer
ste toegift, een duet uit 'Don Car
los'. Maar dat was dan ook van
heel grote klasse en alleen al dat
duet maakte daarmee de reis
naar Amsterdam de moeite
waard. (Radio-uitzending op 7 fe
bruari om half twee via Hilver-
i 4).
PAUL KORENHOF
Lemper: Virtuoos
AMSTERDAM - Na Hjina Schy-
gulla en Nina Hagen heeft West-
duitsland geen fatale vrouwen
meer voortgebracht. Geen diva's
meer wier voornaam je gemaks
halve en veelzeggend maar ver
vangt door het lidwoordje Die.
Na haar Nederlands debuut met
een onberispelijk gezongen en
zeer intens recital dat uitsluitend
bestond uit liederen van de Duit
se componist Kurt Weill zal de
status van Ute Lemper ook hier
ondubbelzinnig vaststaan.
De 25-jarige zangeres-actrice is
na haar musical-carrière in West-
duitsland, Oostenrijk, Frankrijk
en de USA gecontracteerd om al
het werk van Kurt Weill opnieuw
op te nemen, en daarmee de com
ponist de aandacht te geven die
hij verdient.
In haar recital - Ute Lemper
sings Kurt Weill is ze een vol
bloed actrice die haar techniek
zeer zorgvuldig onder controle
houdt. Als Die Lemper al een een
bekend Brecht/Weill-lied zingt,
zoals Sourabaya Johnny uit Hap
py End, dan zingt ze dat niet
(zoals meestal wordt gedaan) als
een sloerie die zich in de steek
voelt gelaten, maar als een vrouw
die zich haar liefde niet wil laten
afnemen. Die Lemper heeft ei
genlijk alles: een mooie stem,
echte liefde voor Busoni's beste
compositie-leerling, een fraai fi
guur en een juist gevoel voor ver
houdingen. Ute heeft bovendien
personality - dat fraaie trekje
om alles van jezelf weg te cijferen
ten behoeve van iets dat groter is
dan jezelf. En: juist daardoor te
winnen. JOHN 0OMKES
Expositie expressionisten Ensor, Munch en Kruyder
ROTTERDAM/LEIDEN -
Van vier schilders, die aan
het begin van deze eeuw ac
tief waren, zijn op dit mo
ment in Museum Boymans-
Van Beuningen in Rotter
dam een stuk of twintig
werken opgehangen in de
bovenzalen van de nieuwe
vleugel. In totaal zijn het er
zesenzeventig.
Alle vier - de Belg James Ensor, de
Zwitser Ferdinand Hodler, de Ne
derlander Herman Kruyder, de
Noor Edvard Munch - hadden er
behoefte aan om in hun schilderij
en privéproblemen en gevoelens,
die hen heel diep raakten, uit te
beelden.
Eén van de erge dingen, die Ensor
moest meemaken, was dat zijn zus
ter, die van Oostende naar Berlijn
gegaan, na een maand of wat
weer op de stoep stond, zwanger en
in de steek gelaten door haar man.
Tweemaal is ze in Rotterdam in
beeld, ontroostbaar.
Edvard Munch had van tijd tqt tijd
uwcrisis, die hij uiteinde
lijk alleen maar baas kon door zich
als een soort kluizenaar in een
plaatsje ergens buiten Oslo terug te
trekken.
Kruyder vond schilderen - dat wil
zeggen uitdrukken wat hij dacht en
ervoer - zó moeilijk dat hij tegen
het eind van zijn leven elke keer als
hij een doek had voltooid geeste
lijk instortte.
Ferdinand Hodler is de meest ge
lijkmatige van het viertal, al moest
hij ervaren dat men zijn werk nau
welijks waardeerde. Met 'beeldme
ditaties' over van mensen verlaten
bergen en bergmeren zocht hij een
remedie voor zijn frustraties en
miskenning, en voor alle sterfge
vallen en ziektes, die zijn familiele-
i teisterden.
Belangrijke vraag bij een tentoon
stelling als deze is natuurlijk of de
ze vier overgevoelige mannen, bij
wie de vrolijke momenten (die ze
natuurlijk ook kenden) steeds weer
overstemd werden door perioden
van melancholie en troosteloos
heid, iets van dat alles hebben we
ten over te dragen.
Laten twintig schilderijen met al
leen maar bergen, in alle denkbare
weersomstandigheden, ook maar
iets zien van Hodlers gevoelens
van eenzaamheid en verdriet? Ik
heb mijn twijfels.
Kan men aan de vreemdsoortige
schilderijen van Kruyder, met hun
verwrongen mensen en dieren, er
varen van wat voor aard voor hem
het angstaanjagende gevoel was
dat hij geen echt contact kon leg
gen met wat hem omringde? Fun
geren Munchs ruig en vormeloos
geschilderde doeken echt als dra
gers van zijn ik-middelpuntige ge
voelens als angst voor de natuur,
de vrouw, de dood? En kan Ensor
werkelijk op ons overdragen wat
voor frustraties en waanideeën - tot
vereenzelviging met Christus toe -
hij had? Opnieuw: ik heb mijn twij
fels.
Over Herman Kruyder niet, maar
over de drie anderen is al vaak ge
schreven. In zekere zin is de ten
toonstelling in Rotterdam bedoeld
om eerstgenoemde op te nemen in
de reeks van hen, die hun schilder
talent in dienst stelden van hun
privéproblematiek. Vincent van
Gogh was natuurlijk ook zo ie
mand - bij hem wisselden perioden
van gelukzaligheid en misère zich
af op een manier die hij zelf niet in
de hand had - en zulke typen ko
men in de moderne kunst zó vaak
voor dat er in Rotterdam ook wel
een ander drietal als begeleiding
voor Kruyder had kunnen worden
gekozen.
Het algemene beeld zou er niet an
ders zijn gaan uitzien. De zojuist
geuite twijfels zouden dezelfde ge
bleven zijn. Het is een probleem
van algemene aard bij dit soort
schilderijen.
Men ziet in de catalogus, die de ten
toonstelling begeleidt, een handvol
auteurs verwoede pogingen doen
om ons duidelijk te maken dat we
de opgehangen schilderijen moe
ten zien als registraties van al die
verwarde en verbijsterde gevoe
lens, waardoor de vier schilders -
vaker dan hun misschien lief was -
werden overvallen.
Het merkwaardige is nu - in elk ge
val bij Ensor, Munch en Kruyder -
dat zij ieder voor zich een van de re
aliteit afwijkende vormentaal gin
gen hanteren. En als we verder om
ons heen kijken, naar al die andere
kunstenaars - Van Gogh vooraan -
in de negentiende en de twintigste
eeuw, die op vergelijkbare wijze
vervuld van angst, afkeer of ver
driet op hun leefwereld reageer
den, dan is het opvallend dat zij ei
genlijk allemaal in zo'n vergroven-
de trant werkten. Expressionisme
is de vakterm voor het verschijn
sel.
Er zijn individuele verschillen. De
eerste schilderijen van Ensor laten
nog niet zien hoe hij zich zou ont
wikkelen. Alle charme, die door ge
voelig verfgebruik van een schilde
rij kan afstralen, laat hy in zijn late
re werk achterwege, om uit te ko
men bij verschraalde karikaturale
schilderijtjes, met soms blikkeren
de kleuren, die hard tegen elkaar
zijn aangezet en de vormeloosheid
alleen nog maar accentueren.
Edvard Munch gold in zijn tijd als
een rabauw onder de schilders, die
alles wat een schilderij behoorde te
zijn en te hebben - goed afgewerkt,
een heldere vorm en compositie -
aan zijn laars lapte. Min of meer als
Van Gogh tekende hij met de
kwast, maar waar de laatste altijd
in dikke, breiige verf aan het ploe
teren was, daar veegde Munch met
grote streken dunne verf uit een
brede kwast over zijn doeken heen,
vormen omschrijvend in wat af en
toe - helaas - een wat goedkoop ma
niertje dreigt te worden. Totdat hij
opeens, in een doek als 'De golf uit
1921, een visionaire blik blijkt te
kunnen werpen op een reeks on
stuitbaar aanrollende brandingrol
lers.
Herman Kruyder is wat mij betreft
de minst toegankelijk van het vier
tal. Hoe hij ploeterde en zwoegde
met angst in het hart, hoe hij ver
langde naar een verloren paradijse
lijke wereld, hij heeft dit alles wel
proberen vast te leggen, maar echt
te zien is het niet.
Ferdinand Hodler tenslotte gooit
de hoogste ogen, bij nader inzien.
De aanvankelijke indruk is: "alleen
maar bergen" totdat het besef tot je
doordringt dat hij schilderkunstig
alles uit zijn Zwitserse bergen
heeft gehaald wat er in zit. Niet via
openzienbarende natuurtaferelen,
maar haast meditatief: alle weers
gesteldheden, alle jaargetijden, alle
soorten bergen, elke lichtglans aan
de hemel, van zachtroze tot diep
blauw, alle wolkentypen en wind
soorten. En nooit ergens een mens,
alleen de grootse eenzaamheid van
bergen in de verte, bergen dichtbij,
bergen in de mist, bergen in het fel
le zonlicht.
Ondanks deze bewoordingen, die
moeten proberen over te brengen
wat - denk ik - Hodler bezielde, blijf
ik betwijfelen of stilstaande beel
den, zoals de vier bijeengehaalde
schilders in hun werk aan ons heb
ben overgeleverd, wel geschikt zijn
om al die nuanceringen, die er bij
hun gevoelens, gedachten, angsten
en wrevels horen, over het voet
licht te krijgen.
Er treedt vervlakking op en die
trachtten ze te ondervangen met
ruwe en vertekenende vormgeving
- zie bijvoorbeeld de dieren zoals
Kruyder ze schilderde. Maar uit
eindelijk zijn schilderijen te onbe
weeglijk om de emoties te kunnen
overdragen, die er hier achter schij
nen te steken.
Het is alles bij elkaar een wat merk
waardige tentoonstelling - en ook
een merkwaardige catalogus trou
wens, die de tentoonstelling bege
leidt.
Voor een deel staan de teksten ge- I
heel los van de geëxposeerde wer- j
ken. In het inleidende artikel laat
de conservator, die het geheel on
der zijn hoede had, zich door zijn
eigen woorden op sleeptouw ne- I
men, waardoor hij als volgt eindigt:
"De schilderijen krijgen in hun
steeds verdergaande abstractie, ge-
combineerd met een expressieve i
en dramatische weergave van het
motief, een welhaast onwerkelijke
en ondefinieerbare sfeer, waar een
dwingende, onontkoombare inten
siteit vanuit gaat. Werkelijkheids-
vormen worden getransponeerd
tot dragers van een geheime zin,
waardoor zelfs de onschuldigste
onderwerpen een beladen, drei
gend karakter krijgen".
Het klopt gewoonweg voor een
groot deel van de tentoongestelde
werken niet. Ik vind dat dit soort 1
algemeenheden ons niet echt ver
der helpt in de richting van een be
ter begrip voor gevoels-zwangere
expressionistische schilderijen.
Het is niet allemaal alleen maar
dreigend en geheimzinnig - voor
een ander deel is het heel normaal
en begrijpelijk, en veel minder
zwaartillend dan ons wordt gesug
gereerd.
Het is veel dichterbij ons dan we
misschien denken. Wie heeft er op
school, bij de tekenles, nooit eens
de opdracht gekregen om het the-
m^ 'vrolijkheid' of 'herfst' te teke
nen? De dingen die je dan gaat den
ken en bedenken, alvorens je een
penseel op papier zet - over zulke
dingen dachten Munch en Hodler
en Kruyder en Ensor ook. Het gro
te (en enige) verschil met ons is dat
het voor hèn een levenstaak was -
in het geval van Kruyder tot zelf
vernietiging toe. Echt te volgen is
dat niet, zo komt het mij voor.
De tentoonstelling duurt tot 13 fe
bruari a.s. Het museum is behalve
op maandag geopend: zondags van
1 tot 5 uur, andere dagen van 10 tot
5 uur. Toegangsprijs museum plus
tentoonstelling 6,50; kaarthou
ders 3,-.
L.D. COUPRIE
ROME (AFP) - Giuseppe Rossi be
weert de natuurlijke zoon te zijn
van Salvador Dali. Zijn artiesten
naam is José Van Roy-Dali en de
puntsnor heeft hij al. Voor de bur
gelij ke stand echter is Giuseppe
Rossi gewoon een 44-jarige Itali
aanse burger als alle anderen.
"Het is mijn moeder, Gala Dali,
die aan mijn snor heeft getrokken
toen ik haar voor het eerst zag in
Parijs in 1981. Zij zei dat ik zo meer
op mijn vader zou lijken", verklaar
de Rossi vrijdag tegenover journa
listen in zijn luxueuze villa in de
omgeving van Rome.
Gala en Dali zouden hem in 1944,
voordat zij naar de VS gingen, aan
een Italiaanse vrouw hebben toe
vertrouwd. Rossi is bereid aan een
bloedproef mee te werken. "Dege
nen die mijn vader de laatste jaren
in hun macht hadden, zweren te
gen mij samen, en ik eis rechtvaar
digheid".
Enkele jaren geleden heeft Rossi
zelfs aan de Spaanse koning ge
schreven met het verzoek Dali te
mogen bezoeken en zijn groeten
over te brengen. "Maar ik weet niet
of hy dat heeft gedaan...", gaf hy
toe.
Ondertussen werkt Rossi, alias
José Van Roy-Dali, aan zijn biogra
fie, met de titel: 'De andere Dali'.
MAANDAG 30 JANUARI
Scene uit de film 'Asib Kerib' van Sergei Parazanov.
men eruit tevoorschijn als slachtof
fers van haat en zelfhaat, frustra
ties en manipulatie. De gruwelijke
details waarmee we de moord uit
gevoerd zien worden, brengt 'To
Kill A Priest' een eind in de rich
ting van 'A Short Film About Kil
ling', maar Holland verliest zich in
te krasse details.
Plausibel is nog dat Ed Harris
(als kapitein van de Poolse Gehei
me Dienst) in de persoon van de
priester, eigenlijk probeert om zijn
eigen geweten dood te slaan. Al te
simpel wordt het als hij daarna in
eens tevens blijkt te zijn verlost
van impotentie en eindelijk zijn
vrouw weer naar wens bedienen
kan.
Maar echt in de boot gaat
Agnieszka Holland met haar filmi
als gevolg van de evidente wens!
een groot publiek te behagen en j
daartoe zulke Hollywoodfratsen
verzint als een vriendin die de Hei- j
lige Popiluszko te verleiden poogt
en dan vanzelfsprekend vrien-1
delyk maar beslist wordt afgewe-1
zen. En met gezang van Joan Baez
tijdens de aftiteling gaat definitief
de deur dicht.