Poolse jeugd tussen hoop en vrees 'We willen vrijheid, vrijheid en nog eens vrijheid' s Steeds meer jongeren willen naar het Westen EXTRA Veel Poolse jongeren hebben geen enkel vertrouwen in de hervormingen van de partij en willen het liefst vandaag nog naar het Westen. Een wens die wordt gevoed door de uitzichtsloze situatie in eigen land waar alleen de gelukvogels werk en een huis vinden. Het gros van de Poolse jongeren is door de lage lonen en de woningnood gedwongen bij de ouders te blijven wonen. Drank is onder de jeugd sociaal probleem nummer één en een groeiende minderheid vlucht in verslavende middelen van eigen fabrikaat. Anderen komen in opstand. Hans Geleijnse zocht een aantal jongeren op in de collegezalen, disco's en bedrijven. Portret van een generatie die probeert te overleven. Popmuzikant Slawek Starosta: "Politiek? Ach man, klets toch niet. Dat komt ons de strot uit". want dan maak je nog een kleine kans om in aanmerking te komen voor een huurwoning, of met subsidie een nieuw- bouwflat van de staat te kunnen kopen. Studenten zijn nog slechter af. Robert Pasztryk (23) is actief in de NZS, zeg maar de Studentensolidarnosc. Nog steeds een illegale beweging, ook al spre ken de kranten en televisie in het verzoe nende jargon van de laatste maanden lie ver over een nog niet erkende groepe ring. "De studiebeurzen zijn zo laag, dat je volledig afhankelijk blijft van je ou ders. Met de helft van een gemiddeld maandloon ben je spekkoper". "Waarom denk je dat zoveel jongeren naar het Westen willen?" vraagt hij. "ze hebben geen zin om twintig jaar op een huis te wachten. En wat hebben studen ten voor perspectief? Een academicus verdient hier 35.000 zloty per maand, ruim de helft minder dan een geschoold arbeider. Ik ken genoeg afgestudeerde mensen die hun beroep hebben laten schieten en in de vrije sector zijn gaan werken", vertelt hij. Zoals de pas afgestudeerde ethno- graaf, die ieder jaar twee maanden naar Noorwegen trekt om daar in de land bouw te werken. Van het verdiende geld moet hij het hele jaar zien rond te komen. Z'n officiële baan aan de universiteit (on derzoeker van jeugdcultuur en belast met een diepgaande studie van jeugd- kunst in openbare toiletten) gunt hem als compensatie voor de schamele maande lijkse beloning de nodige, bewegingsvrij heid. Maar het onderzoek komt natuur lijk nooit af. Drank Zondagavond in de studentenclub Sto- dowa in de Warschause wijk Mokotow.. Het interieur riekt naar een omgebouwd gymnastieklokaal. Keiharde disco over stemt de kreten van de opgewonden tv- verslaggever bij het worstelprogramma van Sky Channel. Niemand kijkt of danst, hier wordt ernstig en vooral snel ingenomefi door jongeren tussen de vijf tien en twintig jaar. "Bier verkopen we hier niet", zegt de uitbater. "Daar komt alleen maar rótzooi van". Dus klokt gin, wodka of whiskey in de limonadeglazen. "De uitsmijters zijn eigenlijk alleen maar nodig om de be wustelozen buiten op te stapelen", grapt Violetta. Soms gaat het er minder zacht zinnig aan toe. Onlangs nog werd hevig gevochten bij een punkconcert (vanwe ge de nihilistische inslag populair) waar skinheads op af waren gekomen. Lege flessen dienden als wapens. Drank is sociaal probleem nummer één. Vooral onder de jongeren. Een groeiende minderheid vlucht in versla vende middelen van eigen fabrikaat, zoals het heroïne-substituut Kompot, of een onduidelijk goedje met de naam Ma- kiunara. De minder draagkrachtigen 'be perken' zich tot lijmsnuiven. Butaprene is een populair merk, zelfs onder lagere scholieren. Pavel weet er alles van. Hij is program mamaker bij radio 4, een zender van de Poolse scoutbeweging. De akela's en hoplieden hebben echter al lang afge daan. Politiek ook. Tussen de muziek door geeft Pavel zijn luisteraars de kans hun problemen te spuien. Pavel: "Als je zelfstandig wilt wonen heb je minstens tweehonderdduizend zloty per maand nodig. Ik hoor het ook van m'n luiste raars. Ons programma wordt tussen 3 en 5 's middags uitgezonden. Ze komen dan van school, de ouders zijn nog op het werk. Man, die kinderen zitten van top tot teen onder de stress. Op school héb ben ze niks te vertellen, daar heersen feodale toestanden. En thuis moeten ze ook niet moeilijk doen, want pa en ma hebben al problemen genoeg". Bij Pavel thuis deden ze aan politiek. Op z'n vijftiende hielp hij mee bij de dis tributie van ondergrondse bladen. "Dat is nu allemaal anders. Solidariteit is bijna legaal, en een vakbond of een jongeren- bond, dat trekt helemaal niét. Het poli tiek bewustzijn is laag of helemaal afwe zig. De jongeren zijn alleen geïnteres seerd in overleving. Op school, thuis, in de disco. En ze willen naar het Westen. Niet voor altijd, maar om goed geld te verdienen. Voor een CD of een blits cas settedeck". Robert Pasztryk zegt dat de politieke be langstelling onder studenten is toegeno men ("wij trekken al gauw een paar dui zend mensen als we een discussie-avond organiseren"), maar dat slechts een min derheid echt actief is. "Ik geloof niet dat dit een typisch Pools verschijnsel is, ik denk dat het in Nederland niet anders ligt". De jongeren zijn radicaler, zegt hij. "Soms krijgen we van onze 'bazen' van Solidarnosc te horen dat het wel wat minder kan. Maar wat wil je, geen toe komst, slecht onderwijs, lege winkels, niets te vertellen, dat pikt toch nie mand". Om nog maar te zwijgen van de politie- terreur. Pasztryk: "De politie provoceert. Bewust, en iemand als generaal Kiszczak (minister van binnenlandse zaken) weet dat. Ok, we hebben hier onze 'specialis ten', de jongens die naar een demonstra tie gaan in volledige gevechtsuitrusting: helmen, ijzeren staven. In Gdansk heb ben ze de flessen met benzine bij zich. Maar dan spreek ik wel over een heel kleine minderheid". Robert, die een uiterst vredelievende indruk maakt, zegt ook zelf tot zulk op treden in staat te zijn. "Als het moet gaat de benzine mee", stelt hij vastberaden. "Vroeger hielden we geweldloze demon straties. Ik herinner me dat ik met een vriend een spandoek droeg. Hij werd het ziekenhuis ingeslagen door agenten in burger. Bij een volgende demonstratie traden deze lui weer op. Ik heb toen heel hard teruggeslagen". ZATERDAG 28 JANUARI 1989 Generaal Wojciek Jaruzelski beet Tan het spits af. In november 1987 dis- cussieerde hij voor de televisie met 'de Poolse jeugd'. Het was een tam gesprek. Er viel geen onvertogen woord, de selectie-commissie had zijn werk goed gedaan. De generaal probeerde op z'n karakteristieke krampachtige manier te vertellen dat De Partij diep bezorgd was over 1 de toekomst van de Poolse jeugd. door Hans Geleijnse Ruim een jaar later, op vrijdag 6 januari 1989, organiseerde het secretariaat van het centraal comité een 'open discussie dag' voor jongeren. Comité-secretaris Miller, een van de nieuwkomers in de partijtop, had de leiding. Nu werden wel degelijk harde noten gekraakt. Een acti vist uit de rijen van de officieel nog ver boden studentenbeweging van Solidari teit hield Miller voor: "De partij bestaat uit conservatieve oude ballen. Jongeren hebben geen enkel vertrouwen in jullie hervormingen en geloven absoluut niet dat communisten zich kunnen verande ren in democraten". De verbinding tussen deze twee extre me voorbeelden is de praktijk. Op straat bekogelen de radicalen de politie bij tijd en wijle met benzinebommen, stenen en stevige bouten. Op de scholen en univer siteiten varieert dé motivatie voor het be halen van het diploma van het ontlopen van militaire dienst tot het verkrijgen van een goedbetaalde baan in het Wes ten. Niet minder dan achthonderdduizend afgestudeerde academici trokken de af gelopen vijf jaar naar het Westen. Een miljoen Polen zocht in deze periode een baan in de Bondsrepubliek. De meerder heid van hen is jong. Hoogleraar Lamen- towics: "De jeugd kan de uitzichtloos heid niet meer aan. Een leraar op de mid delbare schooi van m'n dochter vroeg laatst wie van zijn pupillen na de studie in Polen werk zou zoeken. Er gingen twee vingers omhoog, de rest wilde naar het Westen". Popmuzikant "Politiek? Ach man, klets toch niet. Dat komt ons de strot uit". Slawek Starosta raakt lichtelijk geïrriteerd. Of westerse mensen, nou ja, journalisten dan, over niks anders kunnen praten dan Solidar nosc, Jaruzelski of Rakowski. Slawek is popmuzikant, homo, 23 en Pool. In die volgorde. Hij speelt key boards in de redelijk populaire popgroep Wanka Wstanka and the Lubojades, vol gens hem Pools-Engels voor Duikelaar, en de Menseneters. Slawek bepaalt de sound van de groep, componeert de meeste nummers, zoals de uitbundige zangeres Violetta (een Poolse kloon van Nina Hagen) later zal vertellen. Haar uiterlijk ademt de subcultuur trend. Haar hoofd wordt omkranst door een zorgvuldig gecultiveerde chaos van zwart haar, ze draagt niet bij elkaar pas sende kousen, die moeten combineren met deels lederen kleding waarin op stra tegische plaatsen gatgn zijn.aangebracht. Het is echter niet deze outfit, maar vooral de onbeschaamd bulderende lach die haar in de scene van Warschau beroemd maakt. Slawek oogt wat rustiger met zijn oma-brilletje, zijn slordige colbertje en de Kijk Uit, Aids-buttons op de revets. Slawek en Violetta staan model voor de Poolse jongeren die al lang hebben af gerekend met alles wat tot het politieke systeem behoort. Inclusief die "dikke, niet al te intelligente, ouwe zak uit Gdansk", zoals Nobelprijswinnaar Lech Walesa door, Slawek wordt getypeerd. "Je vindt me misschien arrogant. Maar laat ik je vertellen dat in Polen bijna alles politiek is. Het wordt je opgedrongen, je bent of voor Solidariteit of voor de ande ren, daar word je paranoïde van. Ik ben heus niet de enige die daar op afknapt". Gelukkigen Slawek en Violetta behoren tot de geluk kigen die met 'ritselwerk' hun eigen weg kunnen zoeken. Met popmuziek. Violet ta: "Ik heb een eigen huis, gekocht door m'n moeder, die met een Zweed is ge trouwd. Ik kan als het niet meezit met de concertagenda net de vaste lasten beta len, zo'n 5000 zloty per maand. Maar ge lukkig leveren de trips naar het buiten land (moetje een tape hebben voor geïn teresseerden in Holland?) goed geld op. Zelfs in Rusland. Daar worden we be taald in roebels. We kopen er goud voor en verkopen dat in Polen. De laatste keer heb ik twee maanden van de winst kun nen leven". Dat eigen huis is een kille eenkamer- flat in zo'n depressieve buitenwijk, die in westerse steden al zelfmoordneigingen oproept. 'Het socialisme' lijkt er het pa tent op te hebben. Violetta is echter een geluksvogeltje vergeleken met het gros van de Poolse jongeren, dat door wo ningnood en lage lonen gedwongen is bij de ouders te blijven wonen. Slawek is een van de velen. "Ik heb het getroffen, ze begrijpen me, ik heb geen geheimen voor ze. Een vriend van me is veel slechter af. Zijn ouders zijn zwaar katholiek, hij heeft ze nooit durven te vertellen dat hij homo-seksueel is. Speelt ter camoulage de snelle vrouwenversier der. Een vriendje voor een nacht meene men naar z'n kamer is er natuurlijk niet bij. Zo iemand wordt op den, duur na tuurlijk schizofreen". Misschien is de woningnood, die uiter aard vooral de grote-stadsbevolking treft, wel het meest urgente probleem voor een Poolse jongere. De autoriteiten weten absoluut niet wat ze aan moeten met de jeugdige bevolking (ook nu nog is iedere vijfde Europeaan die wordt gebo ren een Pool). Op iedere twee huwelijken is slechts één huis beschikbaar. Bonnen In Warschau kost een kleine flat op de privé-markt al gauw 50.000 dollar, te be talen in bonnen voor de Pewexwinkels waar westerse consumptie-artikelen te koop zijn. Niemand rekent of betaalt in zloty, de nationale munt, waarvan je er officieel 500 voor de dollar krijgt, maar op de zwarte markt het zevenvoudige. Die bedragen zijn absoluut niet op te brengen voor jongeren, die veelal rond moeten komen met minder dan een ge middeld maandloon (tegen de 70.000 zlo ty). Dus vluchten ze in het huwelijk, Pasztryk blijkt de consumptie-idealen van a-politieke jongeren te delen. "Vrij heid is ook dat je de dingen kunt kopen |die je graag wilt hebben". Bovenaan zijn verlanglijst staat een huis, daarna volgt de inrichting, inclusief geluidsappara tuur. "M'n vriendin is het helemaal met me eens. Dan trouwen, twee kinderen, een goed leven, dat is toch ideaal. Ik mag dan politiek actief zijn, maar ik denk daar ook aan". Vrijheid Arbeiders en studenten vinden elkaar. Vier jonge activisten van Solidariteit bij de tractorenfabriek van Ursus, even bui ten Warschau, zeggen stuk voor stuk dat ze dromen van een eigen kleine woning, een gezinnetje en natuurlijk een vrij en democratisch Polen. Mariusz, Slawomir, Jerzy en Kamil zijn in de twintig. Ze zijn bij Solidariteit gekomen "omdat er in Polen wat moet veranderen". Mariusz, de brutaalste: "Ik wil vrijheid, vrijheid en nog eens vrijheid. En materiële din gen horen daar bij. Een huis, een auto. Vrienden van mij hebben een fiets, maar erg tevreden zijn ze er niet mee", zegt hij lachend. Op de vraag of ze denken dat hun ide aal van een democratisch Polen, met wat welvaart en voor iedereen een huis, be reikt kan worden terwijl ze nog jong zijn, zegt Mariusz: "Natuurlijk, anders zat ik hier niet". Slawomir is realistischer: "Onze hoop is groot, maar we zijn er op voorbereid dat het lang kan duren en we blijven bij Solidariteit". Ze vinden zichzelf radicaal. "Maar we gooien niet met benzinebommen want dat werkt alleen maar tegen ons. Als op het staken aankomt beslissen de oude ren, zij hebben meer ervaring". En ze ver trouwen Lech Walesa. Kamil, een half jaar lid: "Pas na het tv-debat ben ik gaan inzien wat een geweldige man Walesa is". Mariusz: "We zijn niet tegen Walesa en de gematigde koers. Solidariteit kan zich geen splitsingen veroorloven. Maar destijds, in '80 was er veel minder moge lijk dan nu. Breznjev of Gorbatsjov dat is een groot verschil. Daarom hopen we dat het nu snel kan". Aan die hoop offeren ze bijna al hun vrije tijd op. Kamil: "Ik woon in een be- drijfspension, speciaal voor jongeren. De meesten hebben na het werk niets meer te doen, vervelen zich dood. Ze hebben de moed volledig opgegeven en kunnen niet anders dan drinken. Al zouden we willen, we hebben er de tijd niet voor. Vergaderingen, acties en dan leren we ook nog". Het Westen oefent op hen geen grote aantrekkingskracht uit. En zeker niet de leef- en actiestijl van alternatieve radica len. Mariusz: "Wij Polen zitten anders in elkaar, de waarden van je ouders moetje juist hoog houden". Slawomir: "Het ge loof geeft ons kracht en,de kerk staat achter ons". Jerzy: "We willen uit het Westen overnemen wat goed voor ons is, niet wat slecht is". Mariusz, grappend: "We willen voorkomen dat jullie het anarchisme importeren". Ludiek Dat is al ruim voorhanden bij het Oranje Alternatief. Een jongerenbeweging, vooral actief in Wroclav en Warschau, die met ludieke acties niet alleen de aan dacht trekt, maar ook populair is. Dank zij bijvoorbeeld het uitdelen van (schaars) maandverband op de zelf ge proclameerde 'dag van de socialistische vrouw', of het verstrekken van snoep aan oproerpolitie op de (officiële) 'dag van de politie'. Met alle kans dat de leden er van diezelfde politie met de wapenstok van langs krijgen. De locatie voor het interview is een ka mertje van de officiële studentenbond in de universiteit van Warschau. De wan den zijn beplakt met actie-affiches, want de ruimte is geheel overgenomen door de NZS. Negen 'Oranjes' houden een happening. Vragen stellen is onmoge lijk: de heren en dames beperken zich tot een onderling dialoog waaruit de ver slaggever zijn informatie moet zien te ha len. Erg origineel is het allemaal niet, zei ker niet wanneer een van de alternatie* ven roept dat de 'tijden van het provota- riaat' weer moeten herleven. Het is af en toe wel amusant. Bijvoorbeeld wanneer bij het gezamenlijk in stilte nuttigen van brood en worst de karikatuur van Jaru zelski op de kartonnen onderzettertjes verschijnt. "Eten creëert kunst", wordt de verslaggever gedoceerd. Vlak voordat we allemaal uit de kamer worden gebonjourd omdat die is gereser veerd voor een echte actiegroep, die de strijd aanbindt tegen het verplichte mili taire onderricht aan de universiteiten, zegt een lijkbleke 'Oranje': "Wij doen niet anders dan meehelpen aan de oplos sing van Polens economische proble men. We beschermen het staatsmonopo lie op tabak en alcohol door zoveel moge lijk te roken en te drinken". Censuur Popmuzikant Slawek Starosta: "Dat trekt me wel, zo'n Oranje Alternatief. Niks Solidariteit of partij, gewoon de he le zaak belachelijk maken. Dat is hard nodig. Neem de censuur. We hadden een satirisch lied gemaakt op Jaruzelski en de militaire cultuur. Titel: De Generaal. Daar ging een dikke rode streep door. We noemden de song vervolgens De Admi raal en veranderden niks aan de tekst. Toen mocht het wel". Dan ernstig: "Ik ben secretaris van de homo-vereniging. We wilden ons offi cieel laten registreren, want er kwam een nieuwe wet die vrijheid van vereniging garandeert. Er zijn maanden verstreken, maar toestemming, ho maar. Uit echt be trouwbare bron kreeg ik te horen dat de partij die wel wilde geven, maar niet in conflict wil raken met de kerk. Die moet niks van ons hebben. Bij Solidariteit hoef ik ook niet aan te kloppen, dat is twee handen op een buik met de kerk. Partij, kerk, Solidariteit, snap jij waarom ik nog in Polen ben?" Vier jonge activisten van Solidariteit. Mariusz, Slawomir, Jerzy en Kamil dromen van een eigen kleine woning, een gezinnetje en natuurlijk van een vrij en democratisch Polen. "Onze hoop is groot, maar we zijn er op voorbereid dat het lang kan duren". - (f(lU1.1 CPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 35