Europarlement: erkenning graag Van der Waal: de enige Nederlandse eenling Volksvertegenwoordiging EG wil eindelijk eens serieus worden genomen ZATERDAG 28 JANUARI 1989 PAGINA 31 De grote vergaderzaal in het Palais de l'Europe, waar het Europees Parlement eenmaal per maand plenair vergadert. De tijd dat het Europees Parlement vooral bekend was om vreetpartijen en drinkgelagen is voorbij. Toch heeft het publiek, voor zover het zich al bewust is van het bestaan van dit instituut, daarvan nog steeds een overwegend negatieve indruk. Ten onrechte, vinden de Nederlandse Europarlementariërs, want er wordt hard en serieus gewerkt in de volksvertegenwoordiging van de EG die in juni voor de derde keer rechtstreeks zal worden gekozen. En de Rotterdamse hoogleraar Ter Kuile stelt: "Het Europees Parlement moet meer bevoegdheden krijgen. Want dat is de enige manier om de democratie in Europa veilig te stellen". door Nicole Lucas Eens in de vier weken is er op maan dag een speciale vlucht van Air France van Kopenhagen via Rotter dam naar Straatsburg, en die door gaans wat slaperige Franse provin ciestad komt dan direct tot leven. Gedurende vijf dagen telt de vlak bij de Westduitse grens gelegen plaats enkele duizenden inwoners meer. De hotels zitten overvol, de duurde re restaurants moeten ruim van te voren worden besproken en taxi's zijn fel begeerd, maar moeilijk ver krijgbaar. Dat komt omdat enkele honderden Eu roparlementariërs, op de voet gevolgd door medewerkers, ambtenaren, tolken, journalisten en zogenaamde lobbyisten zich een keer in de maand massaal vanuit alle hoeken van Europa naar Straatsburg begeven, waar ze een week blijven voor de maandelijkse plenaire zitting van het Europees Parlement. De overige drie we ken vertoeven ze voornamelijk in Brus sel, waar de verschillende politieke frac ties en parlementscommissies vergade ren. Het secretariaat van het Parlement is, evenals de bibliotheek, weer in Luxemburg gevestigd. Het Europarlement, de volksvertegen woordiging van 320 miljoen Europea nen, heeft iets van een rondtrekkencfcir- cus. "Geen wonder dus dat het veel Eu ropanen moeilijk valt dit instituut seri eus te nemen", verzucht de Nederlandse Europarlementariër Jean Penders (CDA). Ruim 31 jaar na de oprichting van de EG is er nog steeds geen definitieve be slissing genomen over de standplaats van het EP. Het parlement zelf mag daar niet over beslissen. Dat recht is voorbe houden aan de regeringen van de 12 EG- lidstaten die daarover 'in onderlinge overeenstemming' een besluit moeten nemen. Dat hebben ze echter nog steeds niet gedaan. De Fransen en Luxembur gers zien de Europarlementariërs met hun aanhang niet graag gaan, niet in de laatste plaats omdat ze heel wat geld in het laatje brengen. Gevolg, is dat de Eu ropese volksvertegenwoordigers een groot deel van hun tijd kwijt zijn aan het "onderhouden van verbindingen", zoals Penders het uitdrukt. Brussel Steeds meer Europarlementariërs is die situatie een doorn in het oog. Onlangs bracht de politieke commissie van het Parlement een rapport uit waarin de na delen breed worden uitgemeten. De ver deling van de werkzaamheden over drie plaatsen betekent een enorme verspil ling van energie en tijd, stelt de samen steller van het verslag, de Britse conser vatief Prag. Bovendien kost het veel geld: met het werken in drie steden is jaarlijks zo'n zeventig tot honderd mil joen gulden aan extra uitgaven gemoeid. De Nederlandse Europarlementariërs hebben unaniem een voorkeur voor Brussel als vaste standplaats, waar ook de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EG, en de verschillende ministerraden onderdak hebben gevon den. Zij stemden vorig week, met een meerderheid van hun collega's, dan ook voor een voorstel van de politieke com missie om een groter deel van de werk zaamheden van het EP in Brussel te la ten uitvoeren. De commissie maakte daarbij gebruik van een uitspraak van het Europese Hof, waarin wordt bepaald dat het Parlement weliswaar niet zijn ei gen werkplek mag bepalen, maar wel mag beslissen "speciale en aanvullende" plenaire vergaderingen in Brussel te houden. Collectief wordt deze uitspraak gezien als een belangrijke stap op de weg om van de Belgische hoofdstad de definitie ve standplaats te maken. "En dat moet ook", stelt de liberaal Gijs de Vries, "want we moeten af van het imago van het EP als geld- en tijdverspillend insti tuut". Evenals zijn christendemocrati sche collega is hij ervan overtuigd dat dit beeld bijdraagt aan de geringe mate van geloofwaardigheid die de Europese 'volksvertegenwoordiging' bij de Eu ropese burger bezit. En met het oog op de komende verkiezingen ziet hij dat graag veranderen. Verkiezingen Van 15 tot 18 juni vinden voor de derde keer rechtstreekse verkiezingen plaats voor het Europees Parlement, dat op 19 maart 1958 voor het eerst bijeenkwam. Aanvankelijk werd het benoemd door en uit leden van de nationale parlementen. In 1979 werden voor het eerst directe ver kiezingen gehouden voor het instituut dat inmiddels, na de recente uitbreiding van de EG met Spanje en Portugal, 518 leden telt. De vier grote lidstaten, West- duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië hebben elk 81 zetels. Nederland heeft er 25, Luxemburg niet meer dan 6. Het Voorlichtingsbureau van het Eu roparlement in Den Haag -is druk bezig activiteiten te organisern om het publiek op die verkiezingen voor te bereiden. Dat is hard nodig, want uit enquêtes blijkt dat minder dan de helft van de mensen in de Gemeenschap zich bewust is van het bestaan van dit instituut. En van dege nen die wel op de hoogte zijn, hebben de meesten daarvan een ongunstige indruk. Jarenlang was het parlement immers vooral bekend om gênante braspartijen, veelvuldig drankmisbruik en zwendel met Onkostenvergoedingen. Geregeld kwam het voor dat personen niet vanwe ge hun 'Europese kwaliteiten' door na tionale partijen op een verkiesbare plaats werden gezet, maar als dank voor bewezen diensten of, vaker nog, om van ze af te zijn naar Straatsburg werden ge stuurd. Gebruik makend van een riant inkomen - Europarlementariërs ontvan gen hetzelfde salaris als een parlements lid in hun eigen land plus een forse on kostenvergoeding - waren ze vaker te vinden bij de plaatselijke restaurateurs dan in het Palais de l'Europe, waar de plenaire zittingen van het EP worden ge houden. Die tijd lijkt echter voorbij. "Het stu ren van afdankertjes wordt minder", constateert Nel van Dijk, die voor PSP, PPR, CPN en Groene Partij Nederland deel uitmaakt van de zogenaamde Re genboogfractie. De Vries, de gedoodverf de lijsttrekker van de liberalen bij de ko mende verkiezingen, gaat nog wat ver der als hij zegt: "De kwaliteit van het Eu roparlement is inmiddels gelijk aan dat van de Tweede Kamer met, net als daar, uitschieters naar boven en beneden". "De grote meerderheid", relativeert Penders, "doet gewoon zijn werk. En het werken met zoveel verschillende natio naliteiten brengt natuurlijk specifieke problemen met zich mee". a Voorbeeld De talenkwestie is daar maar één voor beeld van. Ieder stukje tekst wordt con sequent herschreven in alle 9 talen die de EG officieel kent, elk gesproken woord wordt in principe vertaald. In de wandel gangen heerst vaak een Babylonische spraakverwarring, wat de communicatie er niet makkelijker op maakt. Die wordt bovendien bemoeilijkt door het feit dat in het Parlement vertegen woordigers aanwezig zijn van landen die zich in zeer verschillende stadia van eco nomische ontwikkeling bevinden. En dat leidt ertoe dat, hoewel de nationale leden 'internationale fracties naar poli tieke richting' vormen, bij veel kwesties de scheidslijnen toch eerder nationaal dan politiek bepaald zijn. Penders, die al vanaf 1979 lid is van het Europarlement, constateert echter ook in dat opzicht een verandering. "Het wordt beter, men is steeds meer geneigd Europees te denken. Al blijkt dat in de praktijk nog steeds wel makkelijker te gaan als de partij waarvoor iemand in het EP zit in eigen land oppositie voert". Het is, zo vinden de Nederlandse Euro parlementariërs, niet langer terecht om laatdunkend te doen over het Europarle ment. Men is het er echter over eens dat het EP pas echt serieus zal worden geno men als het daadwerkelijk wat te zeggen krijgt. "En het is heel hard nodig dat dat ge beurt, want de Europese democratie ver toont nu een levensgroot gat". De Rotter damse hoogleraar mr. B. H. ter Kuile, specialist in het Europees recht, consta teert het met zorg. "De invloed van de na tionale parlementen van de verschillen de EG-lidstaten op wat er op Europees niveau wordt beslist, is beperkt. Ook het Europees Parlement kan nauwelijks een vuist maken. En zeker nu de besluitvor ming door de EG in een stroomversnel ling is gekomen is dat een groot gevaar". Zo'n vijftien procent van de regels waaraan de Nederlandse burgers zich moeten houden wordt niet meer door de eigen regering, maar door de EG be paald. In de landbouw is dat al opgelo pen tot 90 procent. Volgens Jacques Del- ors, voorzitter van de Europese Commis sie wordt de wetgeving op sociaal, eco nomisch en wellicht ook fiscaal gebied over tien jaar voor 80 procent in Brussel gemaakt. Gevolgen Vooral sinds in juli 1987 de Europese Ak te van kracht werd, kunnen in snel tem po besluiten worden genomen die recht streeks gevolgen hebben voor de Eu ropese burger. Sinds die tijd geldt name lijk niet meer het principe dat de minis ters van de 12 JEG-staten het volledig met elkaar eens moeten zijn over een bepaal de kwestie. In bepaalde gevallen is het nu voldoende dat een meerderheid in stemt met een voorstel, waarna het voor alle EG-staten geldt. "Daardoor kunnen de Europese ministerraden in snel tem po beslissingen nemen", aldus Ter Kuile, "en ze worden daarbij niet of nauwelijks gehindérd door democratische contro le". Dit ondanks het feit dat door de invoe ring van de Europese Akte de invloed van het Europarlement iets is toegeno men. Het gecompliceerde besluitvor mingsproces is zodanig aangepast dat de volksvertegenwoordiging in Straatsburg de ministerraad enigszins kan sturen. De Europese Commissie formuleert als da gelijks bestuur van de EG de voorstellen, het parlement kan wijzigingen aanbren gen. "Daarmee hebben we inderdaad iets meer zeggenschap gekregen", be aamt Penders, "maar het is nog lang niet genoeg". Die conclusie wordt door vrijwel alle Nederlandse Europarlementariërs ge deeld. "Zeker als je ziet hoe het in de praktijk werkt, is de invloed van het Eu roparlement op de besluitvorming in de ministerraden marginaal" stelt Van Dijk. "Van de amendementen die het Euro parlement indient wordt bijna zestig pro cent niet overgenomen door de Raad. Bovendien heeft de uitbreiding van de zeggenschap van het parlement alleen betrekking op zaken die te maken heb- j ben met de totstandkoming van de inter ne markt, en zelfs daar zijn nog weer uit zonderingen op. Zoals bijvoorbeeld de indirecte belastingen. Over alle andere kwesties, zoals milieu en sociale aangele genheden, mogen we nog ste.eds alleen maar adviseren". Voldongen feiten Het zijn daardoor uiteindelijk de minis ters van de lidstaten in de Europese ra den die uitmaken wat er gebeurt. Het Eu roparlement kan hen na een conflict niet naar huis sturen. Penders: "De ministers beslissen en stellen de nationale parle menten voor voldongen feiten". Van de ministers zijn volgens de chris tendemocraat geen initiatieven te ver wachten om dat te veranderen. "Er is niks gezelliger dan lid te zijn van zo'n mi nisterraad. Daar kun je nog eens wat be reiken. Zeker als je er al wat langer zit en de mensen kent, zoals Braks en Lubbers. Die vinden het heerlijk om besluiten te kunnen nemen zonder op hun vingers te worden gekeken door een volksverte genwoordiging". Waar het Europees Parlement on machtig is, zouden de nationale volks- vertegenwoordigngen heel alert moeten zijn op wat 'hun' ministers in Europa doen. Ter Kuile: "De nationale parle menten zijn zich echter nog maar nauwe lijks bewust van wat er gaande is". Ook de Nederlandse Europarlementariërs constateren unaniem dat de Tweede Ka mer maar weinig belangstelling heeft voor wat er op Europees niveau gebeurt. Penders: "Het begint wel langzaamaan te veranderen met het oog op Europa 92". Een Nederlandse minister bespreekt doorgaans met de specialisten uit de Ka mer wat hij in Brussel gaat doen. De par lementariërs kunnen een verlanglijstje indienen. Na afloop van het Europees overleg wordt er nagepraat. De sociaal democratische Europarlementariër He- dy d'Ancona vindt deze wijze van contro le door het parlement echter volstrekt onvoldoende. "Eigenlijk zou de Tweede Kamer zich voor iedere ministerraad moeten verdiepen in wat er op de agenda staat en de minister ter verantwoording moeten roepen over wat hij daar gaat zeggen". Te lang hebben de nationale parlemen ten echter gedacht, aldus d'Ancona, dat het met de besluitvorming op Europees niveau zo'n vaart niet liep. "Heel lang is er zo'n houding geweest van: er kan daar wel een heleboel besproken worden, maar vergaande consequenties heeft het toch niet". Dat heeft volgens haar tot ge volg dat veel Kamerleden onvoldoende op de hoogte zijn van wat er in de EG ge beurt. "Het parlement moet veel meer gespitst zijn op wat de ministers in Brus sel doen". Voor Ter Kuile is het echter nog maar de vraag of een alertere en beter geinfor- meerde Tweede Kamer erg veel invloed kan uitoefenen op een minister. "Stel dat een minister zich niet aan de wensen van de Tweede Kamer heeft gehouden. Hem terugsturen naar Brussel om opnieuw te onderhandelen heeft geen zin, want daar zit hij dan in z'n eentje. Maar bovendien vrees ik dat het parlement niet veel meer kan doen dan een minister kapittelen". Ter Kuile betwijfelt sterk of een natio naal parlement een minister nog wel kan aanspreken op de gang van zaken in een Europese raad. "Hij zit daar immers niet als Nederlander, maar als Europeaan. Als lid van een Europese instelling". Terugdraaien De enige manier om de democratie in Europa te versterken is volgens hem dan ook een uitbreiding van de bevoegdhe den van het Europees parlement. "De be sluitvorming over de interne markt is al 'bijna zo ver, dat het niet meer terug te draaien is. En als de eenwording op eco nomisch gebied eenmaal een feit is, ont kom je er niet aan dat de EG zich met an dere terreinen gaat bemoeien". Er wor den, kortom, steeds meer wezenlijke be voegdheden overgedragen van nationaal naar internationaal niveau. "Als je dan niet tegelijkertijd zorgt dat de beslis singsbevoegdheid democratisch wordt georganiseerd is dat een gevaarlijke ont wikkeling". Penders is het van harte met hem eens. "De Tweede Kamer is al heel veel macht kwijt. Het enige dat zin heeft, is verster king van de positie van het Europees Parlement". Gemakkelijk zal dat echter niet gaan. Het kostte al zeer veel pijn en moeite om in de Europese Akte een uit breiding van de bevoegdheden van het Europarlement op te nemen. Geen van de 12 lidstaten draagt gemakkelijk zeg genschap over. Toch valt er bijna niet aan te ontko men, aldus Ter Kuile, want er is momen teel zelfs een ontwikkeling gaande waar bij besluiten worden genomen in nog veel kleiner verband dan de Europese ministerraden, waar in ieder geval nog alle 12 EG-lidstaten hun stem kunnen la ten horen. Hij verwijst in dit verband naar het Schengen-overleg. Vooruitlo pend op de totstandkoming van de ihter- ne markt na 1992 worden daarin door de Benelux, Westduitsland en Frankrijk al besluiten genomen om de grenscontro les te kunnen opheffen. "In dat verband worden maatregelen getroffen die straks waarschijnlijk ook voor de andere EG- landen gaan gelden. Dat is dus een club in een club, waarop de controle helemaal ontbreekt". De Nederlandse Europarlementariërs verwachten dat het nog tot ver in de ja ren negentig zal duren voor het Europar lement echt meer4e zeggen krijgt, als het al zo ver komt. Ter Kuile: "Het is natuur lijk een gigantische operatie. Want het vergt ook een enorme mentale omscha keling van de burgers, die dan veel Eu- ropeser moeten gaan denken. Daarin moet je mensen trainen. Bovendien moet je afgevaardigden hebben die we ten waarover ze het hebben. En dat stelt Met zijn kale hoofd valt hij onmiddellijk op: Leen van der Waal, namens SGP, RPF en GPV lid van het Europees Parlement. Tijdens de plenaire vergaderingen zit hij op de achterste rij tussen de Ierse dominee Paisley en de Franse vertegenwoordiger d'Ormesson van het 'Centre National Indépendants'. Van der Waal behoort tot de groep van de zogenaamde 'niet- ingeschrevenen', een groep van 15 mensen die niet zijn aangesloten bij een van de acht fracties in het Parlement. Het is een bont gezelschap met vertegenwoordigers van uiterst links tot uiterst rechts. Van der Waal is niet erg gelukkig met de naam die deze groep heeft gekregen. "Het wekt de indruk dat je er niet bent. De Engelse term 'non- attached', niet verbonden, vind ik beter". Na zijn verkiezing in 1984 heeft hij er wel over gedacht zich aan te sluiten bij een van de conservatieve fracties. "Maar we hebben nu eenmaal een aantal specifieke uitgangspunten, waardoor we ons onderscheiden van de andere fracties". Hij noemt in de eerste plaats het confessionalisme. "Gods woord heeft voor ons universele betekenis en dient daarom ook in de Europese politiek norm te zijn voor het politieke handelen". Bovendien vindt hij dat de Europese eenwording niet te ver mag gaan. "Wij willen niet de kant op van een politiek Europa. Onderwijs, media en dergelijke moeten nationale aangelegenheden blijven. Je moet niet onderschatten wat er politiek en cultureel aan verschillen zijn in Europa en dat willen we graag zo houden". Hij wijst in dit verband speciaal naar het koningshuis. "Daarvan nemen wij niet zo makkelijk afstand". Het is een wat ongemakkelijke positie, erkent hij. "Ik zit er namens drie verschillende partijen die bovendien toch wat moeite hebben met Europa". Het werken als eenmansfractie maakt het er niet makkelijker op. Toch heeft de SGP'er inmiddels een aardige reputatie opgebouwd als vervoersdeskundige. Van der Waal is de enige van de 25 Nederlandse Europarlementariërs die het in zijn eentje moet klaren. De tien PvdA'ers zijn aangesloten bij de socialistische fractie die met 165 leden de grootste is in het Europarlement. De 8 CDA'ers maken deel uit van de fractie van de Europese Volkspartij en de 5 afgevaardigen van de WD behoren bij de Liberale en Democratische Fractie. De twee vertegenwoordigers van CPN, PPR, PSP en Groene Partij Nederland ten slotte maken deel uit van de Regenboogfractie. Terugvallen op de andere 'niet- ingeschrevenen' doet Van der Waal slechts in beperkte mate. "Met mensen als de Italiaanse radicaal Pannella bijvoorbeeld heb ik politiek gezien geen enkele affiniteit". Wel moet hij met hen 'werk-afspraken' maken onder meer over de verdeling van de spreektijd. "Maar dat levert over het algemeen geen problemen op. Het is een kwestie van geven en nemen en van de vraag welk onderwerp voor wie van belang is". Leen van der Waal: "Niet-inge schrevene is een ongelukkige term".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 31