'Ja, het moet gebeuren' Drama van Mayerling na honderd jaar nog steeds onopgelost 't£ ZATERDAG 28 JANUARI 1989 In de vroege morgen van woensdag 30 januari 1889 voltrok zich in het jachthuis Mayerling van de Oostenrijkse kroonprins Rudolf een drama waarvan de precieze toedracht honderd jaar later nog steeds in nevelen is gehuld. Pleegde hij zelfmoord, samen met zijn vriendin Marie von Vetsera? Of werd hem door huurmoordenaars het zwijgen opgelegd? Hoe dan ook, de geschiedenis kent geen passend antwoord op de vragen die restten nadat beiden 's morgens om half acht dood in de slaapkamer werden aangetroffen. door Werner Zonderop Op een gure februari-avond van het jaar 1889 klopte een zwaar gesluier de vrouw op de vergrendelde deur van de Kapuzinergruft in Wenen. Zij verlangde toegang tot de kerk, waar al eeuwen de leden van de Oosten rijkse Habsburg-dynastie hun laatste rustplaats vonden. Dit nachtelijke bezoek van keizerin Eli sabeth (Sissi) van Oostenrijk betrof haar overleden zoon, kroonprins Eudolf. An derhalve week eerder was hij dood aan getroffen in zijn jachthuis Mayerling in het Wienerwald. Elisabeth was te ge schokt geweest om zijn begrafenis bij te wonen. In plaats daarvan probeerde zij op bovennatuurlijke wijze met haar dode zoon in contact te komen, want, zoals ze later zei: "Slechts in de geestenwereld, zo een dergelijke wereld bestond, zou dat mogelijk zijn". Geruchten Ondertussen deden in Wenen de vreemdste geruchten over de voortijdige dood van Rudolf de ronde. De 30-jarige erfgenaam van het Oostenrijks-Hongaar- j se keizerrijk had volgens officiële berich ten in een vlaag van verstandsverbijste- ring zelfmoord gepleegd. De aanwezig heid van een jonge vrouw, Marie von Vetsera, de laatste vriendin van de prins, die eveneens dood naast hem op bed lag, werd echter angstvallig door het hof ver zwegen. Terwijl Rudolf op 5 februari met alle keer en in aanwezigheid van talrijke hoge gasten in Wenen werd begraven, werd het lijk van de 17-jarige Marie 's nachts heimelijk onder de grond gestopt. Alle verwijzingen naar haar aanwezigheid en de werkelijke toedracht van de fatale ge beurtenis werden vernietigd. Bovendien moesten alle getuigen een eed van ge heimhouding zweren. Geen wonder dat de meest wilde ge ruchten in omloop kwamen, en dat men sterk aan de officiële versie zelfmoord begon te twijfelen. Steeds meer men sen gingen met een andere mogelijkheid rekening houden: moord. Frustraties Kroonprins Rudolf stond bekend als een man met vooruitstrevende, liberale idee ën. In tegenstelling tot zijn vader, de Oos tenrijkse keizer Franz Joseph, had hij moderne gedachten over de problemen die de Donau-monarchie bezig hielden. Het voornaamste probleem was de zoge naamde nationaliteitenkwestie. In het Habsburgse keizerrijk woonden 12 volkeren, die ten minste 10 verschil lende talen spraken. Dit kwam bijvoor^ beeld tot uiting op de Oostenrijks-Hon gaarse bankbiljetten, waarvan de waarde in het Duits, Tsjechisch, Pools, Servisch, Kroatisch, Oekraïens, Slowaaks, Itali aans en Roemeens vermeld werd. De on derlinge rivaliteit tussen deze volkeren was groot; vooral de vele minderheden werden door de Duits sprekende Oosten rijkers en door de Hongaren onderdrukt. En de moeilijkheden werden almaar gro ter. Kroonprins Rudolf had progressieve ideeën over een mogelijke oplossing er van. Als 14-jarige had hij zich al kritisch uitgelaten over de toenmalige monar chie. Hij had het Rijk met een ruïnë ver geleken, die misschien nog wel evén zou stand houden, maar die uiteindelijk haar langste tijd wel had gehad. Verstandelijk begaafd en nadenkend, hoopte hij een positieve rol in de staatszaken te kunnen spelen. Tot zijn grote frustratie vondën de con servatieve Oostenrijkse politici en zijn behoudendevader zijn ideeën veel te progressief. Rudolf Werd van ieder aan Januari 1889. Rudolfs stoffelijke resten worden in een lijkwagen door Wenen gereden. deel in staatszaken uitgesloten, en moest maar zien hoe hij zich nuttig kon maken. Ongelukkig De prins was ook in zijn persoonlijke le- vèn ongelukkig. Hij was al jong ge trouwd met Stephanie van Saksen-Co- burg, de dochter van koning Leopold II van België. De echtgenoten verschilden echter hemelsbreed van elkaar. Stepha nie was een harde, egoïstische persoon, die zich bij weinigen geliefd wist te ma ken. Volgens een tijdgenoot had zij een stem als een misthoorn op de Donau, ter wijl haar schoonmoeder keizerin Elisa beth haar met een logge dromedaris ver geleek. Stephanie zelf dacht daar anders over: "Ik was de roos van Brabant", verklaar de zij later in haar memoires onder de ti tel "Ik was voorbestemd keizerin te zijn". Daarin had zij geen goed woord over voor Rudolf. Hoewel hij zijn best deed het haar naar de zin te maken, werd niets door Stephanie gewaardeerd. Na dat zij de.kroonprins een dochtertje (Eli sabeth) had geschonken, bracht zij tot groot verdriet van Rudolf geen andere kinderen meer ter wereld. Hij stelde zich echter schadeloos met andere vrouwen; de kroonprins had talrijke vriendinnen, van wie hij zorgvuldig een lijst bijhield. Marie In zijn persoonlijke leven ongelukkig, en in politiek opzicht op afstand gehouden door zijn vader, ontdekte Rudolf andere manieren om zich te laten gelden. Hij schreef onder een pseudoniem artikelen in het liberale Neue Wiener Tageblatt waarin hij hervormingen in het Rijk be pleitte en een anti-Duitse en pro-Russi sche houding aan de dag legde. Belangrijker nog waren de contacten die hij in Hongarije met de oppositie had. Rudolf steunde degenen die tegen dé keizerlijke politiek waren en hij droom de ervan via de Hongaren politieke in vloed te verkrijgen. Zijn samenzweerde rige activiteiten bleven niet onopge merkt bij de regering. Rudolfs gedrag werd op de voet gevolgd door de keizer lijke politie, die elke dag de keizer met een lijvig rapport hierover inlichtte. Zo Was de politie ook precies op de hoogte van de vrouwen met wie de kroonprins omging. In november 1888 ontmoette Rudolf voor het eerst één van de aantrekkelijkste meisjes uit de Ween- se aristocratie, Marie von Vetsera. Marie was een romantische bakvis, die zoals zo veel andere meisjes dweepte met de. kroonprins. Rudolf op zijn beurt was ge vleid door haar verering. Hun korte om gang heeft naam gemaakt in de geschie denis, die er meer belang aan heeft toege kend dan Rudolf waarschijnlijk zelf deed. Toch liep deze relatie eind januari 1889 op een grote tragedie uit. Mayerling Op 28 januari 1889 verbleef Rudolf van Oostenrijk in zijn appartement in de Weense Hofburg, toen hem een telegram overhandigd werd. Na opening hiervan riep hij: "Ja, het moet gebeuren". Hij be stelde een koets die hem naar de herberg bracht waar Marie von Vetsera op hem wachtte. Samen reden zij daarna naar Mayerling, het jachthuis van de kroon prins waar zij samen de nacht doorbrach ten. De volgende dag (dinsdag 29 januari) kwamen graaf Hoyos en prins Philips van Coburg aan, met wie Rudolf op jacht zou gaan. Zij hadden vlak bij het slot hun intrek genomen en waren niet op de hoogte van Marie's aanwezigheid. Rudolf verontschuldigde zich voor de jacht, omdat hij verkouden zou zijn. Hij dineerde 's avonds met graaf Hoyos, met wie hij luchtig over de Hongaarse aange legenheden praatte. Nadat Hoyos al vroeg was weggegaan, trad in het gehele huis de rust in. Niemand weet wat er in deze uren gebeurde. Slechts de persoon lijke bediende van de prins, Loschek, was buiten Rudolf en Marie in het huis aanwezig. Graaf Hoyos ging de volgende dag juist op weg naar het jachthuis om te ont bijten, toen hij een boodschap van Lo schek ontving dat er iets niet in orde was. Rudolf was geheel gekleed om halfzeven verschenen en had zijn bediende ge vraagd hem om half acht opnieuw te wekken. Toen Loschek rond deze tijd op zijn slaapkamerdeur klopte en daarbij zelfs een stuk hout gebruikte, bleef het binnen stil. Hoyos ijlde op dit bericht naar het slot, waar hij de komst van de andere gast, prins Philips, afwachtte. Na dat deze gekomen was, gaf men Loschek opdracht de deur met een bijl in te slaan. De man deed dit en ging als enige de kamer binnen. Zijn verslag van wat hij daar aantrof bracht bij de anderen een grote schok teweeg. Bloed Volgens Loschek lag Rudolf geheel ge kleed over de rand van het bed, met een bloeduitstorting nam men aan dat de kroonprins door cyaankali om het leven gekomen was; later werd echter de aan wezigheid van kogelwonden genoemd. Marie lag naakt naast hem, eveneens dood. Beiden hadden afscheidsbrieven nagelaten. Marie schreef onder meer aan haar moeder: "Lieve moeder, vergeef mij wat ik gedaan heb. Ik kon de liefde niet weerstaan. In overeenstemming met hem wil ik naast hem op het kerkhof van Alland begraven worden. Ik ben geluk kiger in de dood dan in het leven. Jé Ma- De toon van Rudolfs brieven was an ders. Slechts één korte brief, die hij aan Stephanie schreef, is openbaar gemaakt. Daarin zei hij onder meer: "Ik ga rustig de dood in, die alleen mijn goede naam redden kan". Uit deze brief spreekt dui delijk het voornemen om zelfmoord te plegen. De brief is echter niet gedateerd. Aan zijn zuster schreef hij dat hij niet graag stierf, terwijl hij zijn moeder liet weten dat hij niet waardig was de zoon van zijn vader te zijn. Aan de keizer liet hij geen bericht na. De dood van Rudolf (Marie's aanwe zigheid werd angstvallig verzwegen) bracht grote opschudding in Wenen te weeg. Zijn ouders waren diep geschokt, maar moesten proberen de naam van de Habsburg-dynastie hoog te houden.. Daarom werd er een versie van het onge val gegeven die de schade zo veel moge lijk moest zien te beperken. Rudolfs schoonvader, de Belgische koning Leopold II, schreef al aan zijn broer, na een ontmoeting met het keizer lijk paar te hebben gehad: "Zelfmoord en zinsverbijstering waren de enige mid delen om een ongehoord schandaal te vermijden". Bewerkt Terwijl Rudolfs lijk naar de hoofdstad werd vervoerd, werden de artsen van ho gerhand bewerkt om hun goedkeuring te geven aan een verklaring, waarin stond dat de kroonprins in een vlaag van ver standsverbijstering de hand aan zichzelf had geslagen. Krankzinnigheid was no dig om een kerkelijke begrafenis bij het Vaticaan te verkrijgen. De pauselijke ge zant te Wenen geloofde echter dat er geen zelfmoord maar moord in het spel was, en hij stond daarin niet alleen. Hoewel de artsen het rapport teken den, deden zij over de aard van de ver wondingen van de kroonprins uiteenlo pende uitspraken. Sommigen hadden het over een doorboorde, anderen over een verbrijzelde schedel. De ex-koning van Toscane verklaarde dat hij gezien had dat Rudolfs schedel was ingeslagen en dat er stukken gebroken glas in sta ken. Hoe het ook zij, Rudolf kreeg op 5 fe bruari 1889 een kerkelijke begrafenis. Met Marie werd minder mooi omge sprongen. Haar lijk had enige dagen naakt in een schuur gelegen, waarna fa milieleden het kwamen afhalen. In het diepste geheim werd zij 's nachts tussen haar ooms rechtop in een koets gezet en naar een klooster in de buurt gereden. Daar werd het lijk snel onder de grond gestopt. Marie's moeder was eveneens het slachtoffer van de hardvochtige be handeling van het Oostenrijkse hof. Zij kreeg het bevel Wenen te verlaten en het voorval te praten. Officieel heette het dat Marie tijdens een verblijf te Venetië aan een ziekte was bezweken. De werkelijke toedracht van deze dubbe le moord of zelfmoord zal men nooit meer achterhalen. Daarvoor zijn te veel sporen uitgewist, want vrijwel alle authentieke documenten die op de zaak betrekking hadden werden op last van de keizer ("Alles is beter dan de waar heid") vernietigd. Serieuze historici zijn het er grotendeels wel over eens dat het niet om een simpel liefdesdrama gaat, waardoor Rudolf, teleurgesteld in het le ven, met de vrouw van wie hij hield vrij willig de dood in ging. Veel waarschijnlijker waren er politie ke achtergronden in het geding. Van Marie, die zwaar verliefd op hem was, neemt men in geval van zelfmoord wel aan dat zij uit liefde handelde. Maar in het geval van Rudolf zou er sprake zijn van contacten met staatsgevaarlijke ele menten, in het bijzonder de Hongaarse oppositie. Werd hij soms vermoord, om dat hij verwachtingen had gewekt die hij op het laatst niet kon of wilde waarma ken? Hierbij sluit aan hetgeen de laatste nog in leven zijnde Oostenrijkse keizerin Zita in maart 1983 over de tragedie van Mayerling onthulde. "Ik heb alles wat mij onder het zegel van de diepste ge heimhouding werd meegedeeld nauw keurig opgeschreven", zei zij. Volgens Zita was Rudolf op de hoogte van een geheim complot om zijn vader van de troon te stoten. De kroonprins zou benaderd zijn om hieraan mee te werken maar, toen hij dat weigerde, door huur moordenaars het zwijgen opgelegd zijn. Hoezeer ook de waarheid in duisternis gehuld blijft, het drama van Mayerling blijft de belangstelling van velen boeien. De zes boeken die alleen al deze maand over dit onderwerp verschijnen, zullen dus zeker niet ongelezen blijven. Marie von Vetsera zoals ze in 1889 naar Mayerling vertrok.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23