De papieren oorlog rond de co-assistent Halvering aantal stageplaatsen dreigt ziekenhuizen te duperen Aankomende Leidse basisartsen die gedreven actie voeren, omdat ze vrezen voor de kwaliteit van de praktische opleiding in ziekenhuizen. Twee ziekenhuisdirecties die dreigen met juridische stappen en daarmee laten uitkomen dat ze hun relatie met de Leidse universiteit als behoorlijk verziekt beschouwen. Wat mankeert precies de medische faculteit van de Leidse universiteit, zo vragen de studenten zich af, als twee ziekenhuizen terzijde worden geschoven die de laatste jaren telkens als de beste opleidingsinstituten uit de bus zijn gekomen? Is hier sprake van een vreemde kronkel van de esculaap? door Gerard van Putten Co-assistenten in het Elisabeth-ziékenhuis in Leiderdorp: niet aan het handje meenemen. (foto-s Holvast) Op en rond de medische faculteit van de Leidse universiteit is re centelijk onder aankomende art sen een schuchtere vorm van stu- dentenverzet de kop opgestoken. Een goeie twintig kilometer zuid waarts worden zelfs juridische stappen tegen de medische facul teit overwogen. Vanwaar die verziekte sfeer? Omdat alles er op wijst dat de Haagse zieken huizen Leyenburg en Westeinde ui terlijk met ingang van 1991 de prakti sche opleiding van studenten medi cijnen wordt ontnomen. Commotie, onbegrip en machteloze woede strij den zowel bij de Leidse co-assisten ten als bij de staf van genoemde twee Haagse ziekenhuizen om voorrang. Waar nog begrip kan worden opge bracht voor het afstoten van de helft van het beschikbare aantal stage plaatsen, daar ontbreekt dat geheel voor het voornemen om Leyenburg en Westeinde als affiliatie plaatsen te schrappen. De Faculteitsraad heeft inmiddels het voorstel overgenomen van de Centrale Commissie voor Stu- dentenonderwijs (CCSO). Voor een goed begrip: onder affiliatie-plaatsen wordt verstaan de stageplaatsen in perifere ziekenhuizen, de klinieken die zijn gevestigd in de naaste en wat verdere omgeving van de universiteit. Nieuw type student Vervuld van de ambitie om ooit af te studeren voor basisarts (vier jaar theoretische studie, vijftien maanden praktische stage) betreden. 245 stu denten jaarlijks de faculteit genees kunde. Niet meer en niet minder op grond van een al geruime tijd gelden de numerus fixus. Sinds 1984 worden daaraan telkens 80 studenten onttrok ken ten behoeve van gezondheidswe tenschappen, waar ze worden klaarge stoomd voor het verrichten van on derzoek binnen de faculteit. Het aan tal te vergeven co-assistentplaatsen is tot op de dag van vandaag afgestemd op die 245 studenten. Door de invoering van de zogehe ten tweefasenstructuur en de harmo nisatiewet ontstond er tijdelijk be hoefte aan uitbreiding van het aantal affiliatieplaatsen. De veranderde wet geving creëerde een nieuw type stu dent dat in vier jaar het doctoraal exa men kon afleggen naast het al be staande type dat de opleiding in ten minste vijfjaar voltooide. Het gebeur de dat de student nieuwe stijl de oude achterhaalde, waardoor er op zeker moment meer studenten klaarston den om het co-schap van vijftien maanden te lopen dan het AZL en de ziekenhuizen lief was. Wat bij geneeskunde werd aange duid als de bultproblematiek is intus sen grotendeels opgelost doordat zie kenhuizen in bijvoorbeeld Arnhem en Geldrop als noodaffiliaties co-as- sistenten hebben opgevangen. Nu de bult grotendeels is weggemasseerd en de 'instroom' van geneeskundige stu denten naar mag worden verwacht zal verminderen, acht men het de hoog ste tijd het aantal co-assistentplaatsen met de helft te reduceren. Verbijstering Die ingreep denkt de Faculteitsraad te kunnen verrichten door de twee grootste ziekenhuizen van Den Haag voortaan buiten het universitaire cir cuit te plaatsen. Met verbijstering is er in de residentie gereageerd op het ad vies dat de Faculteitsraad van de Fa culteit Geneeskunde het College van Bestuur heeft voorgelegd. Sinds 8 de cember, de dag waarop bekend werd dat op universitair niveau Leyenburg en Westeinde waren aangewezen als de beoogde afvallers, zijn de directies van beide ziekenhuizen in drukke correspondentie gewikkeld met de Faculteitsraad en het College van Be stuur. Dr. Bottema, de onderwijscoördi nator van het Westeinde-ziekenhuis erkende onlangs in deze krant welis waar de rechtsgeldigheid van het mo gelijke besluit de affiliatie-overeen komst op te zeggen, voor de bewan delde procedure had hij geen goed woord over. Alles was in stilte bekok stoofd, er was geen enkel overleg ge voerd. "Een historische band van vijf tigjaar is met een pennestreek wegge vaagd", gaf Bottema met enig gevoel voor drama commentaar op het voor stel. De directeur van het Haagse zie kenhuis Leyenburg, E. Sloot, heeft het College van Bestuur van de Rijks universiteit op 13 januari schriftelijk in kennis gesteld van zijn standpunt over de voordracht van de Faculteits raad. Sloot noemde die "slecht afge wogen". De mondelinge toelichting, die hem desgevraagd werd verstrekt door enige vooraanstaande onder wijsdeskundigen van de universiteit, vermocht hem niet te overtuigen. In tegendeel, hij werd daardoor eigenlijk alleen maar in zijn mening gesterkt dat er nauwelijks is gekeken naar kwaliteit op het moment dat de leden van de adviescommissies hun afwe ging maakten. Welke argumenten wel een rol hebben gespeeld in de overwe gingen zijn ziekenhuis als affiliatie plaats te schrappen, het is hem een compleet raadsel. Niet blij Prof. dr. Ph. Hoedemaeker wordt al lerwegen gezien als de man die een belangrijke stem heeft gehad bij de advisering. Hij is voorzitter van de CCSO (Centrale Commissie van het Studentenonderwijs) en in die kwali teit tevens de adviseur onderwijsza ken van de faculteitsraad. "Laat nie mand denken dat we blij zijn met dit hele gedoe. Integendeel. Maar waar voor we stonden was de opdracht het aantal co-assistentplaatsen met de helft te verminderen. En dan mag je helaas niet alleen maar oog hebben voor de traditie, vopr een samenwer kingsverband dat reeds vóór de oor log is aangegaan". Hij hecht er aan te benadrukken dat het voorstel waarmee de faculteits raad heeft ingestemd niet zomaar op een achternamiddag in elkaar is ge flanst. Dat er gesaneerd moest wor den was de directies van de diverse ziekenhuis al een jaar bekend. Maar geen directeur heeft in die periode naar zijn zeggen zelfs maar voorzich tig bij de faculteit geïnformeerd. Hoe demaeker kan zich wat dat betreft niet aan de indruk onttrekken dat in menig ziekenhuis is gedacht dat de klappen wel bij de buurman zouden vallen. "Anderzijds: ik had er niet aan moe ten denken als de faculteitsraad tegen ons als commissieleden had gezegd: zeg maar tegen dat en dat ziekenhuis dat daar mogelijk plaatsen gaan ver dwijnen. Er zou een ongewenste con currentiestrijd zijn ontstaan tussen de ziekenhuizen, ze zouden wellicht over de straat zijn gaan rollen in een krampachtige poging zichzelf te be wijzen als het ziekenhuis met de beste co-schappen". Het keuzemechanisme heeft ook in dit geval een tweezijdige uitwerking. Of, zoals Hoedemaeker het uitdrukt: wie moet kiezen doet het altijd fout. "Kies je voor de een, dan maak je een fout in de ogen van een ander. Eigen lijk hebben we geen doorslaggevend argument kunnen bedenken bij het opstellen van ons advies. Financiële overwegingen waren zeker niet in het geding. Kwaliteitsverschillen even min. Alle co-schappen zijn gemiddeld van goede kwaliteit. Was er maar een ziekenhuis met een slechte opleiding, heb ik wel eens gezegd, dan konden we daar zonder moeite een streep door halen". Het is nu voornamelijk een kwestie geweest van alle plusjes en minnetjes tegen elkaar afwegen. En hoe er ook tegen de keuze van de commissie mo ge worden aangekeken, dat de CCSO ("voor de helft bestaande uit docen ten en voor de helft uit studenten") de nodige zorgvuldigheid heeft betracht mag van Hoedemaeker gevoeglijk worden aangenomen. "Wij streven naar volledig geaffili eerde ziekenhuizen. Dat wil zeggen: we willen ziekenhuizen met de grote specialismen. Interne geneeskunde, heelkunde, verloskunde, enzovoort. Naast het academisch ziekenhuis wil len wij niet-universitaire ziekenhui zen, omdat daar het contact tussen de opleider en de student inniger is. In grotere ziekenhuizen is dat contact dikwijls minder intens. Meestal zit. tussen de student en de docent nog de arts-assistent, een specialist in oplei ding. Waarmee ik niet wil beweren dat een student met een arts-assistent als begeleider slecht af zou zijn. Een ander argument dat bij ons een rol heeft gespeeld is dat kiezen voor het ene grote ziekenhuis een impliciete keuze is tegen het andere. Hoe dan ook praten we hier toch over zieken huizen die elkaar concurrentie aan doen, vandaar dat we besloten heb ben beide te laten vallen". De onderwijscoördinator van Leyenburg, E. Haak, zegt op persoon lijke titel te spreken als hij het ver moeden uit dat financiële overwegin Prof. Hoedemaeker: "Wij moe ten nu eenmaal reduceren, hoe dan ook". gen wel degelijk de inhoud van het voorstel hebben bepaald. Haak legt daarbij een verband tussen het advies als zodanig en de behoefte van het AZL staffuncties te behouden onder handhaving van het aantal co-assis tentplaatsen. "Het is een argument, maar het mij ne is het niet", zegt hij koeltjes. "Ook het AZL heeft ingeleverd. Het AZL krijgt ook een vergoeding voor co-as sistenten. De begeleidingsvergoeding bedroeg ooit 25 procent, dat wil zeg gen 1 docent op 4 co-assistenten. Nu is dat 9 procent: 1 docent op 11 co-assis tenten. Dat is een gigantische aderla ting. Daarnaast heeft het AZL ook nog in absolute zin plaatsen afge staan. Vroeger 37 procent van de plaatsen, nu 57 procent, waarbij wel moet worden bedacht dat het totale aantal met 50 procent is verminderd". Meetpunt Alles goed en wel, zo reageren de ver ontruste studenten massaal, maar de Seco-enquête dan? Is er wel gekeken naar de uitkomsten van de jaarlijkse enquête onder de basisartsen in oplei ding, notabene ooit in. het leven geroe pen door de medische faculteit om een meetpunt te hebben? De actie voerende studenten die zich hebben verenigd in de groep Verontruste Leidse Artsen in Opleiding hebben zo hun bedenkingen. En de LVC, de Leidse Vereniging van Co-assisten ten, verklaart zich in dat opzicht soli dair. Onderwijscoördinator Van Am- stel: "Er zijn geen slechte co- schappen". Een opmerkelijk detail: de actie voerende studenten van de VLAIO (Verontruste Leidse Artsen In Oplei ding) claimen anonimiteit omdat ze het geenszins uitsluiten dat hun eigen belang wordt geschaad als ze met naam en toenaam het totale belang bepleiten. Een vrees die volgens prof. Hoedemaeker ongegrond is. Wie har de kritiek roept mag dat rustig doen, ook de studenten die in zijn commis sie zitten geven hem en anderen er ge regeld van langs. "Met kritiek, hoe scherp ook van aard, kan iedereen z'n voordeel doen. We roepen alleen die studenten op het matje die onwaarhe den roepen". Mochten de Haagse ziekenhuizen Leyenburg en Westeinde inderdaad worden geschrapt als stageplaatsen, dan vrezen talloze dokters in oplei ding dat ze zullen verzuipen in hun praktische stage. Voor hen is het een uitgemaakte zaak dat het AZL en de ziekenhuizen die hun co-schappen mogen behouden niet dezelfde educa tieve kwaliteiten in huis hebben als de Haagse ziekenhuizen die nu op de nominatie staan uit het onderwijspro gramma te worden geschrapt. Waar het hen eenvoudig gezegd om gaat is dat ze de gelegenheid krijgen om zich gehuld in witte jas datgene ei gen te maken waarover ze in de vier voorafgaande jaren hebben gelezen. Met andere woorden: in de praktische leer gaan voor dokter, na met succes het doctoraal examen te hebben afge legd. Nummer Naar de mening van de verontruste studenten mankeert er wat dat betreft het een en ander aan de praktische op leiding bij het AZL, waar doorgaans de "ingewikkelde patiënt" wordt be handeld en waar de co-assistent "als een nummer" wordt behandeld. Zij beroepen zich daarbij op het gegeven dat de basisartsen in meerderheid huisarts worden, wat overigens door prof. Hoedemaeker wordt bestreden. Hij houdt het er op dat hooguit dertig procent kiest voor de tweejarige huis artsopleiding, terwijl de meerderheid het juist zou zoeken in een of ander specialisme. Een van de vele voorbeelden die een woordvoerder van de VLAIO geeft uit de stagepraktijk van co-as sistenten. "In het Leidse Diacones- senhuis mag een arts in opleiding op KNO in drie weken tijd minimaal honderd patiënten in keel, neus of oren kijken. Bij het AZL op dezelfde afdeling ziet de co-assistent de trom melvliezen van tien patiënten en is het voor de rest vaak lezen in multo mappen" De voornaamste conclusie die het LVC verbond aan de meest recente Seco-enquête die in februari van het vorig jaar verscheen: "De co-schap pen in perifere ziekenhuizen worden in het algemeen veel beter beoordeeld dan die in het AZL". Deze opvatting wordt gretig om helsd door onderwijscoördinator Haak van het Haagse Leyenburg-zie- kenhuis: "'Bij de medische faculteit van de universiteit wordt gestreefd naar perfectie, en dat gaat ook op voor het AZL. Maar als training voor basis artsen schiet de stage bij het AZL aan het doel voorbij, omdat de kwalen en ziektes die daar behandeld worden zonder uitzondering specialistisch van aard zijn. Bij een perifeer zieken huis krijg je als co-assistent met alle denkbare patiënten te maken. Om praktische ervaring en zo veel moge lijk handvaardigheden op te doen, zou het in het belang van de co-assis tenten zijn als de opleiding voortaan geheel voor rekening zou komen van de perifere ziekenhuizen". Geen alternatief Prof. Hoedemaeker kan het zich in beginsel indenken dat de keuze van zijn commissie wordt aangevochten. "Maar het probleem is dat niemand tot nu toe een alternatief op tafel heeft gelegd", zegt hij. Die opmerking lijkt enigszins op gespannen voet te staan met de waarheid, want op 15 decem ber heeft George J.A. ten Bosch na mens de Leidse vereniging van co-as- sistenten schriftelijk z'n voorkeur la ten blijken voor de twee Haagse zie kenhuizen ten opzichte van het Elisa- beth-ziekenhuis in Leiderdorp. Die voorkeur baseerde hij mede op de re sultaten die de Seco-enquête de laatste jaren te zien gaf. De reactie van prof. Hoedemaeker: "Wij moeten reduceren, hoe dan ook. Waar elders binnen de universiteit al heel wat is wegbezuinigd kan het niet zo zijn dat geneeskunde ziekenhuizen betaalt voor co-assistentplaatsen die niet worden bezet door co-assisten ten. Er moet wel iets geleverd worden voor het geld dat daar tegenover wordt gesteld. Even puur getalsmatig geredeneerd: het Elisabeth-zieken- huis weegt voor wat betreft het aantal co-assistentplaatsen natuurlijk niet op tegen de twee grote Haagse zieken huizen. Die vijftig procent hadden we dus niet gehaald als we Elisabeth had den laten vallen". Desgevraagd zegt dr. W.J. van Am- stel, onderwijscoördinator van het Elisabeth-ziekenhuis, het verschrik kelijk te vinden dat er goede co-assis tentplaatsen moeten worden afgesto ten. "Dat gaat me echt aan het hart. Maar het doet wat ongenuaneerd aan, nee, laat ik het anders zeggen, ik ver zet me ertegen als nu wordt beweerd dat de co-schappen die nu overblijven van mindere kwaliteit zouden zijn. Er zijn geen slechte co-schappen. Wel kan er hier en daar een onvoldoende scoren. Wij kregen in de laatste en quête een heel slecht cijfer voor de co- assistentenruimte. Het studievertrek en de ruimte voor co-assistenten als zodanig werden afgekraakt, en dat was niet meer dan terecht. Sinds een maand of wat hebben de co-assisten- ten bij ons de beschikking over betere ruimten". Initiatief De Seco-enquête zegt veel, maar niet alles. Van Amstel wijst er op dat lang niet ieder ziekenhuis er op toeziet dat de enquêteformulieren worden inge vuld. En dat zou de uitkomst ervan best eens kunnen beïnvloeden, op pert hij. Daarnaast is het voor hem nog maar de vraag of iedere student werkelijk de kwaliteit van de specia listische begeleiding kan beoordelen. "De co-assistent die by ons een pa tiënt heeft gezien vragen we: wat denk je ervan? Tegen de co-assistent die dan vervolgens met z'n handen in het haar staat, zeg ik dan: zoek in je boeken eens op aan welke kwaal of kwalen de patiënt lijdt. Misschien dat die stijl op sommigen een wat minder prettige indruk maakt, maar een basi sarts in opleiding telkens aan het handje meenemen lijkt ons niet de ge wenste methode. Wij eisen van de co- assistenten ook enig eigen initiatief'. Of de docenten van het Haagse zie kenhuizen Leyenburg en Westeinde dat in de toekomst kunnen verlangen van basisartsen in opleiding, daarover wordt vermoedelijk in de loop van de volgende week beslist. Het college van bestuur zal zich dan buigen over het voorstel van de Faculteitsraad. De studenten en de staf van de Haag se ziekenhuizen hopen dat het voor stel alsnog van tafel wordt geveegd. En wat zegt prof. Hoedemaeker? "Eerlijk gezegd hoop ik dat het advies wordt gevolgd. Ik denk dat er zieken huizen zijn die zich in een chaotische concurrentieslag gaan storten, mocht het besluit vallen dat wy ons huis werk moeten overdoen". De wijze heren van het College van Bestuur wordt door alle betrokkenen veel wijsheid toegewenst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21