Een bibliotheek als monument van liefde Geslaagde 'Leidse Ateliers' Expositie collectie 'Antoine-Koopman' in Koninklijke Bibliotheek DALI BEGRAVEN VanGogh- herdenldng DONDERDAG 26 JANUARI 1989 PAGINA 23 Een bibliotheek als monument van liefde. Zo zou je de 'collectie Antoine- Koopman' uit de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag misschien nog het beste kunnen omschrijven. Met deze 7000 boeken tellende verzameling heeft de Amsterdamse ingenieur Louis Koopman een hommage willen brengen aan zijn verloofde, de uit België afkomstige Anny Antoine, die bij een noodlottig verkeersongeval in 1933 in Den Haag om het leven kwam. In 1968 kwam de Koninklijke Bibliotheek officieel in het bezit van deze collectie, een verzameling Franse letterkunde uit de twintigste eeuw en het decennium daarvoor. Onder de naam 'In liefde verzameld' wordt een aanzienlijk deel van deze, vaak prachtig geïllustreerde, boeken vanaf vandaag tentoongesteld in de Koninklijke Bibliotheek. In de catalogus die deze expositie begeleidt, beschrijft conservator Romaanse letterkunde J.K.F. van Berkel in het kort het leven van de twee boekenminnaars en geeft hij een korte karakterisering van de verzamelde schrijvers. door Cees van Hoore DEN HAAG - Alfred Jarry, Jean Lorrain, Blaise Cendrars, Emma nuel Bove, Henry de Montherlant, Colette, Paul Claudel, Huysmans - het is maar een greep uit de auteurs wier werken zijn ondergebracht in de boekenverzameling van Anny Antoine en Louis Koopman. Er zijn veel eerste drukken bij en boe ken met een opdracht van de au teur. De schrijver Jean Lorrain bij voorbeeld is aanwezig met een eer ste druk van 'Monsieur de Boug- relon' (1897), een roman waarin de hoofdpersoon zich amuseert in de MEESTERVIOLIST - De 41-ja- rige Russische meesterviolist Gidon Kremer is in Nederland ir twéé concerten met Forum Filharmonisch. Vanavond Kremer te horen in het Ensche- dese Muziekcentrum en morgen wordt het concert herhaald Utrecht. Kremer behoort tot de belang rijkste vioolvirtuózen van moment. Het Arherikaanse i hektijdschrift Stereo Review meende zelfs dat er een opera 'T hem geschreven zou ir ten worden. Paul Beck(39) Efteling-baas NIJMEGEN (GPD) - Paul Beck is de nieuwe directeur van pretpark De Efteling in Kaatsheuvel. De 39-jarige Beek wordt 15 februari benoemd. Hij is sinds 1980 in Nijmegen werkzaam als algemeen directeur van ver pleeghuis Margriet. In die hoedanigheid heeft hij initiatieven genomen die landelijk en zelfs internationaal de aandacht hebben getrokken. Zo mogen bewoners/pa tiënten de gehele dag bezoek ontvangen, huisdieren houden en zelf hun maaltijd samenstellen. Paul Beek, uit de horecasector afkomstig, heeft ook ideeën gelanceerd voor de opzet van een kuuroord in Berg en Dal. Voorts heeft hij aan de wieg gestaan van de stichting SoHo, opleiding van 'sociale honden', die er toe bijdragen dat gehandicapten zelfstandiger kunnen handelen. Bij De Efteling zal Beek leiding geven aan 1.500 personeelsleden, een bestand dat tienmaal zo groot is als dat van het Nijmeegse verpleeghuis. Expositie 'Leidse Ateliers de jaren '80', t/m 4 maart. Stedelijk Museum De Laken hal, Oude Singel 28 - 32. Leiden. Geopend: di. t/m za. van 10-17 uur en zo. van 13-17 uur. Catalogus verkrijgbaar voor 25.-. LEIDEN "Museum De Laken hal besteedt als stedelijk muse um van de gemeente Leiden vooral aandacht aan de beelden de kust uit Leiden en omgeving. Het museum acht het hierbij één van haar taken om de, naar zijn mening, boeiende moderne kunst uit Leiden te tonen en zo goed mogelijk te documenteren. Om deze taak in uitgebreidere mate te kunnen vervullen en het ook minder bekende, doch wel interessante kunstenaars moge lijk te maken hun werk in het museum aan het publiek te to nen, zullen jaarlijks atelierten toonstellingen gehouden wor den. Hierbij krijgen elk jaar drie kunstenaars uit Leiden en omge ving de gelegenheid hun werk uit het atelier, dus het meest re cente werk, tentoon te stellen of een bepaald project te realise- Deze passage uit de inleiding, die conservator Doris Wintgens in 1980 schreef in de catalogus van de eerste Leidse Ateliers ten toonstelling van Kees Buurman, Pieter Geraedts en Van de Water, geeft precies de opzet weer van een reeks exposities rond Leidse kunstenaars. Uiteindeijk zijn er zeven afleveringen gekomen, zo dat nu, in 1989, op het sluitstuk, 'Leidse Ateliers' - de jaren '80' het werk te zien is van in totaal eenentwintig deelnemers, van wie sommigen inmiddels niet meer in (de regio) Leiden wonen; Leon van den Eijkel is naar Nieuw Zeeland geëmigreerd, Gea Kalksma verruilde Leiden voor Schiedam en Fransje Krol verhuisde naar Baarn. De laatste ateliers-tentoonstel ling geeft niet allen een indruk van het nieuwste werk van inte ressante kunstenairs van de af gelopen jaren, maar ook een te rugblik op de voorgaande pre sentaties, hetgeen het geheel een extra dimensie verleent. De ver zameling is verspreid over de hal van het museum, waar het grote beeld van Frans de Wit een plaats heeft gekregen, de Singelzaal en de grote tentoonstellingszalen op de eerste verdieping. 'Reünie' is niet de meeste geschikte bena ming voor de bloemlezing uit het oude werk en het overzicht van het nieuwste; misschien past 'fi nale' hier nog het beste, een grote finale, waarin iedereen nog eens voor het voetlicht wordt gehaald. Goed beschouwd is deze Leidse Anny Antoine (1897-1933) en Loul bordelen van Amsterdam. Het is verlucht met een zestiental fraaie aquarellen. Op een daarvan zit de hoofdpersoon onderuitgezakt op een bordeelcanapé, twee haze windhonden aan zijn voeten. Een decadent tafereeltje. Waren Anny en Louis zo wuft? "Nou nee", zegt Han van Berkel, "die indruk heb ik niet. Ze verza melden gewoon de Franse litera tuur vanaf 1890, met uitzondering van modernistische stromingen als surrealisme en dadaïsme, en daar hoorde Jean Lorrain bij. Er komen in de collectie wel wat pikante af beeldingen voor, maar het is alle maal nogal onschuldig en zeker geen pornografie. Wel hadden An toine en Koopman soms eigenaar dige voorkeuren. Neem nu zo'n schrijver als Francis Carco, die pro minent aanwezig is in de collectie. Hij is de chroniqeur geweest van de Parijse bohème in Monmartre, van de jongens en meiden van de vlakte. Een pessimist, die nog eens ""'de Homerus van de zelfkant' is ge noemd. Van hem zijn er heel wat ti tels aanwezig. Een verklaring daar voor is misschien de voorkeur van loopman (1887-1968). (fotopr) Koopman voor bibliofiele uitga ven, die kennelijk van deze auteur in behoorlijke mate voorradig wa- Beschermengel Anny Antoine en Louis Koopman leerden elkaar kennen in Den Haag, in november 1925. Dat ge beurde op een bijeenkomst van de Alliance Frangaise. Anny, die in 1897 was geboren in het Belgische plaatsje Erps-Kwerps, woonde in Den Haag en gaf daar Franse les aan jonge dames. Ze mocht Louis Koopman meteen. Evenals zij had de tien jaar oudere zakenman en in genieur, die zich later nog zou ont wikkelen tot wetenschapsman op het gebied van de radiologie, een grote belangstelling voor de Franse literatuur. In de catalogus van de tentoon stelling beschrijft Van Berkel hoe Koopman het Belgische meisje tot steun heeft willen zijn in het vreemde Nederland. Hij drukt haar op het hart dat zij het wat haar ge zondheid betreft vooral rustig aan moet doen, zegt dat ze haar kleding moet aanpassen aan het Hollandse klimaat en geeft haar de raad regel matig de dokter te raadplegen. Bo vendien geeft hij haar dagelijks als 'taaloefening' een aantal krantear tikelen te lezen. Annie laat dit zich allemaal rus tig aanleunen. Soms, in brieven aan Koopman, steekt ze de draak met haar 'beschermengel' en noemt ze hem 'Mon cher Socrate'. Als zakenman bemoeit Koopman zich ook met haar financiën. Hij vertelt haar hoe ze haar geld moet beleggen. En - hoe ze het best een echt Nederlands kopje koffie kan zetten. Op 25 december 1931 verloven Anny en Louis zich met elkaar. Ze blijven nog apart wonen, Louis in Amsterdam en Anny in Den Haag, maar samen ondernemen ze heel wat reizen. Niet alleen binnen Ne derland maar ook naar Frankrijk. Beiden hadden voor hun kennis making al een grote liefde voor boeken aan de dag gelegd en een kleine verzameling opgebouwd, maar nu gebeurt dit met vereende krachten. Tramlijn 8 Het noodlot maakt hier een einde aan. Op 25 juni 1933, het is een mooie zondagochtend, besluit An ny samen met een vriendin naar de Scheveningse pier te gaan. Op weg naar de badplaats wordt zij gegre pen door de bijwagen van tramlijn 8. Ze is op slag dood. Enige dagen later wordt ze begraven op het kerkhof van Erps-Kwerps in Bel gië. Anny Antoine had in het jaar 1926 al te kennen gegeven dat zij wilde dat haar boeken na haar dood zouden worden vermaakt aan de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Waarom? Conservator Van Berkel: "Waarschijnlijk uit een ge voel van dankbaarheid jegens de stad Den Haag. Ze woonde hier graag en door deze schenking kon zij de studie van de Franse taal- en letterkunde bevorderen. Ook Koopman had wel een beetje die francofone zendingsdrang. Hjj heeft nog overwogen een som gelds ter beschikking te stellen ter bekroning van de beste Franse ro man, spelend in Nederland. Maar dat is om de een of andere reden niet doorgegaan. In 1934 besloot hij ook zijn eigen boekerij na zijn dood te vermaken aan de Koninklijke Bibliotheek, een verzameling die evenals die van Anny vooral be stond uit de Franse letterkunae na 1890". Koopman gaat na de dood van zijn verloofde door met het verza melen van boeken, handschriften en brieven. En dat 'met een rot gang', volgens Van Berkel. Hij koopt vooral veel bij antiquariaten. Het Franse antiquariaat 'Caffin' wordt zo'n beetje zijn vaste leve rancier. 'De prijzen' die hij voor de boeken moet betalen, zo schrijft Koopman ergens, 'zijn soms fan tastisch hoog'. Meestal stuurt hij een gekocht boek op naar de au teur ervan en vraagt hij hem om een opdracht. Of als de schrijver eens ergens een lezing gaf, klampte hij hem aan. Van Berkel: "Francois Mauriac schreef eens in een op dracht: 'Het is dat u het bent, want dit doe ik nooit'". Had hij een boek zoals hij het wilde hebben, dan plakte Koopman daarin niet zijn ei gen ex libris maar dat van Anny. Oorlog In juli 1939 omschrijft Koopman zijn bibliotheek als 'de mooiste en uitgebreidste verzameling van 't gen, door de in Limburg gevestig de binderij Schrijen. Het aanschafbeleid heeft onder conservator Van Berkel, die de om vang van de collectie inmiddels op zo'n zevenduizend delen heeft ge bracht, een andere karakter gekre gen: "Om verschillende redenen bleek het niet interessant de aan- schafpolitiek van Koopman voort te zetten. We kiezen nu in eerste in stantie uit het ruime aanbod van antiquariaten en veilinghuizen in binnen- en buitenland. Het gaat dan meestal om geïllustreerde boe ken in beperkte oplagen. De collec tie heeft dus gaandeweg een wat 'conservatiever' karakter gekre gen. Het wordt steeds meer een verzameling belletrie uit de eerste helft van deze eeuw. Het bibliofiele boek van de laatste dertig jaar is óf niet mooi óf juist zo goedkoop dat interessante teksten voor de nor male collectie van de KB kunnen worden aangeschaft. Aan de ande re kant is er een verruiming wat de aanschaf betreft. Er is meer poëzie en toneel aangeschaft, iets dat Koopman bijna niet heeft ge kocht". Motieven Het tentoongestelde materiaal is gegroepeerd rondom vier literaire motieven. Dat zijn: liefde en ero tiek, oorlog, klassieke oudheid en het macabere. Er is gekozen voor een veertiental auteurs en vijf illu stratoren. Opvallend is de plaats van de Franse auteur Emmanuel Bove in deze expositie. Hij is met zes boeken vertegenwoordigd. Daaronder bevindt zich de onlangs in het Nederlands vertaalde roman 'Mes Amis' met een gesigneerde te kening van de illustrator. Bove is lange tijd een vergeten auteur ge weest, maar de laatste tijd wordt hij ook in Nederland weer uitgegeven en gelezen. Wat deze schrijver be treft komt deze expositie dus mooi op tijd. Natuurlijk is deze tentoonstel ling vooral een kijkfeest. Tal van interessante illustratoren zijn ver tegenwoordigd, zoals Hermine Da vid, Chas Laborde, Gus Bofa, Jean- Émile Laboureur en Jean Gabriel Daragnès. De korte biografietjes, die zijn geschreven door Johanne- ke van Dorp en Veronica van Ver- schuer, nodigen uit tot een verdere verkenning van het werk en leven deze illustratoren. Een van de leukste boekjes is 'Roll-Mops' van Gus Bofa, die zich onder andere be zighield met de literatuurkritiek in cartoonvorm. in 'Roll-Mops' vertelt hij het verhaal van Desiré Roll- mops, "wier vader, die rentenier was, enkele jaren voor haar geboor te stierf'. 'In liefde verzameld' is vanaf 27 ja nuari tot en met 24 maart van 9.00- 17.00 uur gratis te bezichtigen in de Koninklijke Bibliotheek aan het Prins Willem Alcxandcrhof 5 in Den Haag, naast het Centraal Station. FIGUERAS Verzamelaars van het werk van Salvador Dali, rege ringsvertegenwoordigers en mensen, die de laatste, in afzondering doorgebrachte, jaren, met de schilder hebben gedeeld, zijn gisteren in Figueras bijeengekomen om de meester de laatste eer te bewijzen, voor dat het verwachte spektakel rond diens miljoenenerfenis losbarst. Volgens de politie zijn meer dan 20.000 mensen langs de kist getrok ken sinds het lichaam van Dali dinsdagmorgen in diens Galatea-toren werd opgebaard. Na een rouwdienst in de 14de-eeuwse Gotische kerk, waar Dali 84 jaar geleden is gedoopt, werd zijn lichaam bijgezet in een graftombe onder de glazen koepel van het Dali-museum in Figue- Dali overleed maandag in het ziekenhuis van Figueras. Hij laat een vermogen na dat wordt geschat op 10 miljard peseta (175 miljoen gul den). De juiste waarde van het bezit is moeilijk te schatten omdat de prijzen op de markt voor moderne kunst sterk wisselen en omdat veel vervalsingen, soms door Dali zelf gesigneerd, in omloop zijn. Dali zou zijn nalatenschap gelijkelijk hebben verdeeld onder Span je, Catalonië en Figueras. Zijn testament mag volgens de Spaanse wet pas na 15 rouwdagen worden geopend, en het is bijvoorbeeld niet dui delijk of de lucratieve reproduktierechten al dan ni#t berusten bij de privé-bezitters van werk van Dali. Of het enige nog levende naaste familielid van Dali, zijn zuster Ana Maria, ook is bedacht in het testament, is evenmin bekend. (foto epa> AMSTERDAM (ANP) - Tot de vele activiteiten ter herdenking van het sterfjaar van Vincent Van Gogh (1853-1890) volgend jaar behoort een overzichtstentoonstelling van diens werk op twee lokaties. In het Rijksmuseum Vincent van Gogh in Amsterdam zullen 120 tot 130 schilderijen worden getoond en in het Rijksmuseum Kröller- Müller in Otterlo 250 tekeningen van de schilder. Verder staan op het programma van het herden kingsjaar 1990 enkele andere ten toonstellingen alsmede een serie podiumkunsten, een filmfestival, een reeks publikaties, een weten schappelijk symposium en het uit geven van door internationaal be kende kunstenaars belangeloos ontworpen affiches. Eén en ander werd gisteren uit de doeken gedaan op een perscon ferentie van de Stichting Van Gogh 1990 in de hoofdstad. De tentoon stelling zal te zien zijn van 30 maart (Van Goghs geboortedatum) tot en met 29 juli (Van Goghs sterfdag) 1990. De leidraad bij het samenstel len van de expositie is het zoeken naar de hoogst mogelijke kwaliteit, waarmee een zo groot mogelijk pu bliek uit binnen- en buitenland be reikt kan worden. Daarvoor zullen alle de stichting ten dienste midde len worden aangewend, aldus di recteur Frits Becht van de stich ting. Om Van Gogh op zijn best te laten zien zal de overzichtstentoon stelling zich volgens hem concen treren op werken die de schilder zelf als het beste en de kern van zijn oeuvre beschouwde. Beide rijksmusea stellen de ten toonstelling zelf samen. Een derde van de schilderijen en ongeveer de helft van de tekeningen komen uit deze musea. Beeld van de jaren '80 Fred van der Linde, compositie ateliers - expositie een bonte ver zameling van kunstwerken door de grote verschillen in techniek, materiaalgebruik en uitgangs- puntén. De samensteller van de tentoonstelling Rob Wolthoorn benadrukt deze verscheidenheid en laat de bezoeker vrij in zijn manier van kijken. Voor sommi gen zal de historische lijn het boeiendste zijn, voor anderen is misschien het actuele van be lang. Zelf behoor ik tot de eerste groep, omdat juist de vergelij king met het oudere werk veel zegt over de ontwikkeling of de overeenkomsten en verschillen in de recente bijdragen. Kunstenaars als Kees Buurman, Jaqueline Ravelli en Gea Kalks ma blijven in grote lijnen trouw aan de door hen gekozen benade ring, zij het dat er soms kleine verschuivingen zichtbaar zijn. Dat laatste is ook van toepassing op Itta Smeets en Koos van de Water. De subtiele collages van ijle constructies zijn karakteris tiek voor Smeets' werkwijze en Van de Waters ingehouden ab- i hout, staal en nylondoek. stracte composities gaan nog steeds terug op het landschaps thema. In het werk van de drie deelnemers van de voorlaatste Ateliers - expositie, Peter Dui venvoorde, Herby Neijenhüis en Rob van 't Zelfde, hebben zich geen ingrijpende wijzingen voor gedaan. Anders ligt dit voor de schilders Fer Hakkaart en Krikor Momdjian. Voor buitenstaanders was de stap van een fotografisch realis me naar een half-abstracte, ex pressionistische werkwijze bij Hakkaart een abrupte breuk in de lijn die zijn werk jarenlang te zien had gegeven. Zijn recente schilderijen zijn uitingen van pu re schilderkunst waarin invloe den van Picasso en primitieve kunst te ontdekken zijn. Voor Momdjian geldt dat hij in wezen niet van zijn oude thematiek is afgestapt maar voor de uitbeel ding daarvan een abstracte vor mentaal gekozen. Minder ingrij pend, maar wel een stap voor de kunstenaar zelf, is de overgang (foto pr) van Aad van Houwelingen van zijn kleine dagboekbladen naar tekeningen op groter formaat, waarin hij zijn omgeving en zijn geheimzinnige gedachtenwereld verbeeldt. De presentatie van het onderling zo uiteenlopende werk geeft de vrijheid om de bijdragen te zien als op zichzelfstaande onderde len, maar geeft ook de mogelijk heid om bepaalde relaties, in the matiek of werkwijze, te ontdek ken. Het ontbreken van gewich tige uitgangspunten die voor eni ge samenhang zouden moeten zorgen, maakt van deze over zichtstentoonstelling een pretti ge ontdekkingstocht. De mooie catalogus brengt de laatste stand van zaken in kaart en vormt daarmee de afsluiting van de verzameling documenta tie die, zoals Doris Wintgens ne gen jaar geleden schreef, "...ten slotte een beeld (zal) geven van beeldende kunst in Leiden en omstreken gedurende een be paalde periode". NANCY STOOP land'. In dat jaar, waarin in Duits land de eerste boeken van 'entar- tete' schrijvers op de brandstapel belanden, slaat hem de schrik om het hart. Na de Duitse inval in Ne derland schenkt hij zijn biblio theek aan de Koninklijke Biblio theek omdat de boeken daar veili ger zijn dan bij hem thuis. De col lectie wordt opgeslagen in de 'Ko ningskamer', aan de voorkant van het gebouw aan de Lange Voor hout, waar de Koninklijke Biblio theek in die tijd nog was gevestigd. Het schijnt dat de boeken met ro de, witte en blauwe banden daar zijn gerangschikt naar het model van de Nederlandse vlag. Als de oorlog hier zo'n drie jaar aan de gang is, worden de boeken voor de veiligheid naar het solide buitenhuis van de kunstverzame laar Van Beuningen (van Boymans van Beuningen) in Vierhouten ge bracht. Van Berkel: "Na de oorlog nam Koopman het verzamelen weer op en werd de relatie met Caffin voort gezet. Ook breidde hij zijn contac ten met schrijvers uit. Hij schijnt nog op bezoek te zijn geweest bij André Gide, van wie hij heel wat boeken had. Op dat bezoek was hij nogal trots. De collectie bleef dus aangroeien. Maar er werd niet veel gebruik van gemaakt. Dat kon ook niet want alles bleef in de biblio theek, net zoals nu trouwens. Of Koopman dat betreurde? Ik denk dat hij het liefst had gezien dat de boeken bleven waar ze waren en al leen af en toe voor tentoonstellin gen van hun plaats werden gé- haald. In 1961 stond er zo'n 112 strekkende meters aan boeken in de KB. Omstreeks dat tijdstip be gint Koopman zijn animo voor het collectioneren te verliezen. Hij is ook verontwaardigd dat zijn boe ken in de bibliotheek niet de plaats krijgen die zij verdienen en in ge sloten metalen kasten worden op geborgen. Hij had ze in het Muse um van het Boek willen zien, in het Museum Meermanno-Westreenia- Toen Koopman in 1968 stierf liet hij niet alleen een schat aan boeken na aan de KB maar ook een legaat waarmee de aanschaf en instand houding van boeken voor de Koop man-collectie kon worden voortge zet. De instandhouding van de col lectie komt vooral op het laten bin den van de gebrocheerde delen, wat gebeurt door de uistekend voor dit werk gekwalificeerde bin ders van de KB en, om voor enige diversiteit in het bindwerk te zor- i Paul-Émile Bécat v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23