OEKEN Beschouwelijk anarchisme Eva Gerlach levert een indrukwekkend gevecht met de tijd LITERATUUR Eva Luna: een addertje onder het gras Fascinerende observaties van een aanstaand vader Deel 2 van Musils 'Man zonder eigenschappen' (&L Verrips roept raadsels op Andre Dubus geen Raymond Carver Boeken voor jonge lezers DONDERDAG 26 JANUARI 1989 "Ik was niet van plan haar te laten dopen," antwoordde Consuelo, maar toen ze zag dat de vrouw ge schokt een kruis sloeg, wilde ze haar niet krenken en zei: "Vooruit dan maar. Een beetje wijwater kan nooit kwaad en wie weet is het er gens goed voor. Ze zal Eva heten, opdat ze lust zal hebben om te le ven." En welke achternaam? "Geen achternaam, die is onbe langrijk." Mensen moeten een ach ternaam hebben. Alleen honden kunnen met een roepnaam rondlo pen. "Haar vader behoorde tot de stam van de maankinderen. Dus dat wordt Eva Luna." Zo komt Eva Luna, hoofdper soon in de gelijknamige roman van de Chileense schrijfster Isabel Al- lende, aan haar voor- en achter naam. Haar verwekking is weer een ander verhaal. Een verhaal dat sterk doet denken aan 'The world according to Garp' van John Ir- ving. De moeder van Eva Luna en Garp hebben beide een unieke kijk op de verwekking van hun kind. Voor hen geen trouwjurken, bruidstaarten en recepties. Garps moeder, verpleegster, wordt zwanger door 'gebruik' te maken van een doodzieke soldaat. Eva Luna wordt tevens 'geboren' in het doodsbed van de tuinman - "een grote, sterke Indiaan met zachtaardige trekken, maar zeer gesloten en zwijgzaam". 'Eva Luna' is de derde roman van Isabel AUende, na 'Liefde en Scha duw' en het meesterwerk 'Het Huis met de Geesten'. Eva Luna is het verhaal van een meisje dat "gebo ren werd in een achterkamer van een naargeestig huis en opgroeide tussen oude meubelen, boeken in het Latijn en mummies". Geen doorsnee meisje, want zij beleeft volop avonturen die doen denken aan de vertellingen van Schehera zade uit Duizend-en-één-nacht. De avonturen zijn minder on schuldig dan ze op het eerste ge zicht lijken. De gebeurtenissen spelen zich af in een land dat welis waar niet met name wordt ge noemd, maar zich zeker in Zuid- Amerika bevindt. Waarschijnlijk Venezuela, waar Allende het boek in ballingschap schreef. De schrijf ster - dochter van de legendarische vermoorde Chileense leider Allen de - werd namelijk door dictator Pi nochet uit haar geboorteland ver bannen. Na het voor Pinochet ver nietigende referendum in Chili keerde zij onlangs terug. Eva's verhalen verbergen vaak een addertje onder het gras. Allen de steekt in het boek haar mening beslist niet onder stoelen of ban ken. Via Eva Luna verwoordt zij haar afschuw voor dictators in een enkele, vernietigende zin: "De Baas van het Land, die zichzelf de weelde veroorloofde rustig in zijn bed te sterven, in plaats van aan zijn kloten opgehangen aan een lantaarnpaal op het plein, zoals zijn vijanden graag hadden gezien en de ambassadeur van de Verenigde Staten had gevreesd". Met deze dictator, in het boek De Weldoener oftewel De Baas van het Land genoemd, krijgt Eva Luna te maken. Ook komt ze terecht in de hoerenbuurt na een angstige vlucht uit het huis van haar pruik- dragende( werkgeefster. Daar wordt zij liefdevol opgevangen door een transseksueel en een hoe- renmadam. Voorts krijgt zij een verhouding met een guerrillalei der. Ook de vrijheid van meningsui ting krijgt in het boek een belang rijke plaats in de gedaante van Rolf, een Duitse immigrant die na de Tweede Wereldoorlog nog als kind met zijn broertje en moeder de lijken in een van de concentra tiekampen moest helpen begraven onder het toeziend oog van de be vrijders. Hij durft het aan met zijn camera de misstanden te filmen, die het volk niet mag zien. MARJOLIJN IN 'T HOUT Ooit had 1918 het jaar moeten wor den van twee imposante jubilea: het 70-jarige regeringsjubileum van de Habsburgse keizer Franz Joseph I en het 35-jarige jubileum van de Duitse keizer Wilhelm II. De wederzijdse voorbereidingen voor deze nationale feesten ont aardden echter in een heftige pa triottische wedloop. De Oostenrij kers hadden een idee voor een groot pacifistisch "Wereldoosten rijk"; de Duitsers streefden naar "macht op grond van technische volmaaktheid". Deze strijd resul teerde uiteindelijk in de Eerste We reldoorlog, de grote en smadelijke "Kladderadatsch". Op deze ironi sche materie is Robert Musils ro man "Der Mann ohne Eigenschaf ten" gebaseerd. In het eerste deel, ondanks het gekibbel in de pers knap vertaald door Ingeborg Lesener, stelde Mu- sil ons voor aan de eresecretaris van de "Parallelactie" (zoals de voorbereidingen aan Oostenrijkse zijde genoemd worden), een jonge man van goede komaf die op alle terreinen van de kennis is ge schoold (wiskunde, natuurkunde, techniek, filosofie, psychologie). Tot zijn grote verbazing moet hij vaststellen dat de werkelijkheid minstens 100 jaar achter loopt bij wat er op het hoogste niveau in Eu ropa en de rest van de wereld wordt gedacht. Deze man is Ulrich, de "man zon der eigenschappen", die in zijn functie als eresecretaris ken nismaakt met alle vooraanstaande blaaskaken en leeghoofden uit de wereld van bezit en cultuur een wereld die wordt verstikt door ver ouderde waarden en idealen. Deel II van Musils werk is nu ook verschenen, eveneens vertaald door Ingeborg Lesener. Mooi is het woord niet voor deze vertaling. Want een roman die niet "mooi" geschreven is, en waarin het meer gaat om de gedachten dan om de esthetische kwaliteit van hun ver woording, kan niet mooi worden vertaald. "Knap" is beter. Stijl was voor Musil niets meer en niets min der dan het heel precies uitwerken van een gedachte, en soms leidt dat tot zulk gecompliceerd en gecon centreerd proza, dat zelfs elke po ging tot een Nederlandse vertaling al grote bewondering hoort te wek ken. Ingeborg Lesener doet schitte rend werk, alleen al door het mees terwerk van Musil voor Nederland se lezers toegankelijk te maken. Het zij haar vergeven dat zij hier en daar een foutje maakt. "Der Mann ohne Eigenschaften" bestaat uit drie delen (plus een na- ADVERTENTIE MODERNE KUNST ZIEN EN BEGRIJPEN NU 29.50 Prinsessekade 3-4 2312 OA LEIDEN TEL. 071-140208 latenschap), waarvan de eerste twee, nu dus allebei vertaald, een moraal-, kennis-, en cultuurkri tisch karakter bezitten en het laatste deel een utopisch karakter. Om dat laatste deel is het Musil ei genlijk allemaal begonnen. Hierin ontvouwt hij zijn grootse plannen met de mensheid. In de èerste twee delen bereidt hij ons als het ware op die plannen voor door middel van een meedo genloze kritiek op de wereld, of lie ver gezegd: de werkelijkheid. De werkelijkheid, vindt Musil, moet worden afgeschaft omdat zij een mensonterend karakter heeft gekregen. Om een voorbeeld te ge- vep: iedereen is zogenaamd vrij om te worden wat hij wil: vuilnisman, winkelbediende, treinconducteur of verslaggever. Maar eigenlijk is dit een zeer subtiele vorm van knechting: voor iemand die vuil- nisbediende, treinman of verslag- conducteur wil worden is er in deze v^ereld alleen maar plaats in het gekkenhuis. Tegen deze toestand komt Musil in opstand. Zijn Ulrich is iemand die liever géén eigenschappen heeft, dan eigenschappen die hij met miljoenen anderen moet de len. Hij neemt "vakantie van het le- ADVERTENTIE KOOYKER Boekhandels: Breestraat 93.2311 CK Leiden. Tel. 071-160500. Leidse Rein A2L. Rijnsburgerweg 10,2333 AA Leiden. Tel. 071-160515. ven" om de absurditeit van dat le ven te kunnen overdenken. Zijn verzet is niet actief, maar passief: het speelt zich helemaal af in zijn hoofd en is dus een soort beschou welijk anarchisme. Dit intellectuele verzet is zo gees tig en geestrijk, zo wars van alle bombast, dat het praktisch onmo gelijk is om je er niet door te laten meeslepen. Het is daarom ook een gevaarlijk boek: voor wie het gele zen heeft is de wereld daarna nooit meer dezelfde als voorheen. In radicaliteit, strijdlust en diep zinnigheid behoort Musil tot de grootste revolutionairen uit de Eu ropese geschiedenis. Want niet al leen beroepsmatig, ook gevoelsma tig is de menselijke vrijheid be perkt, aldus Musil. Men heeft lief omdat en op de wijze waarop er liefde bestaat, men is verdrietig omdat en op de wijze waarop er verdriet bestaat, enzovoort. In één van de belangrijkste hoofdstukken uit deel I ("Een man zonder eigenschappen bestaat uit eigenschappen zonder man") zegt Musil het zo: "Zonder al te sterk te overdrijven kon hij (Ulrich) over zijn leven zeggen dat alles zich daarin had voltrokken alsof het meer bij elkaar hoorde dan bij hem. En zo moest hij ook wel aannemen dat de persoonlijke eigenschappen die hij daarbij had verworven meer bij elkaar hoorden dan bij hem, en zelfs dat elk daarvan, als hij goed bij zichzelf naging, niet intiemer met hem te maken had dan met an dere mensen die ze misschien ook bezaten". En aangezien het onmogelijk is om deze werkelijkheid van zakelij ke verbanden (zonder "ik") daad werkelijk af te schaffen (je kunt al leen maar doen alsof je haar af schaft) schreef Musil er een boek over dat hij heel toepasselijk een 'Bespiegelingen van een aanstaan de vader' is de wat weke neventitel van Cees van Hoore's boekje 'Dat trekt wel bij' en als kinderloos re censent voelde ik een vage wal ging. Geen literatuur, dacht ik. On getwijfeld een boekje vol meedoen aan zwangerschapstoeren, buikluisteren en pretgedachten aan poepluiers. Een dagboekje vol voortplantingsobservaties, vlak gemijmer van een meneer die voor het eerst papa wordt en alvast op papier een beetje oefent voor straks. Niets om te bespreken dus. Maar het boekje lag er, we zitfén in de literaire pruimentijd en och, je hebt even niks te lezen en het zijn maar 80 bladzijden. Lusteloos sloeg ik de bespiegelingen open en kijk eens - wat een verrassing! Een paar uur en 80 bladzijden verder legde ik het boek weg met een zucht van spijt en wrevel omdat de auteur zijn fascinerende verslag zo kort had gehouden. Ongetwijfeld is er veel in dit gen re dat terecht terzijde wordt ge legd, maar voor 'Dat trekt wel bij' gaat dat absoluut niet op. Om di verse redenen is dit vaderboek fraaie literatuur. Het is bijvoor beeld geschreven met behulp van een uitnemend taalgebruik (niet verwonderlijk omdat Van Hoore enige faam heeft verworven als dichter): beknopte, heldere zinnen die een direct beeld oproepen van hetgeen de vader-schrijver wil ver tellen. Geen lezer zal ontkomen aan ogenblikkelijk inzicht in en be grip voor de openhartige en direct verwoorde gevoelens van de schrij- Nieuwe Uitgaven Non fiction 'Gesprekken met Picasso', Gilberte Bras- saï. Brassaï was niet alleen fotograaf, maar ook schilder, tekenaar, beeldhou wer, filmer en schrijver. In dit boek schetst hij aan de hand van foto's en ge sprekken een beeld van Picasso. Uitge- r Arbeiderspers, f 49,90. 'Wijngids', Hugh Johnson. Een ge heel herziene en uitgebreide editie. Uit gever Spectrum, f 19,91 Robert Musil "laboratorium" noemde, een "reis naar de rand van het mogelijke". "Der Mann ohne Eigenschaften" was voor Musil wat de imaginaire getallen zijn voor wiskunigen: hoe wel ze niet bestaan zijn ze onmis baar om dichter bij de waarheid te komen. Het boek is dan ook eigen lijk geen roman, maar een filoso fisch werk, dat niet is na te vertel len. PETER BEKKERS De man zonder eigenschappen deel 2, door Robert Musil. Vertaling Ingeborg Lesener, uitg. Mculcnhoff, prijs 49,50. Noordman. De geschiedenis weging die streeft naar verbetering van de menselijke soort. Uitg. SUN, f39,50. 'De ethiek'. Geschiedenis van de wijs begeerte in Nederland, Johannes Buri- dan. Uitg. ambo. f27,50. Wie 'Stemmen van de maan' van de Amerikaanse schrijver Andre Du- bus leest, realiseert zich weer eens hoe goed zijn onlangs overleden landgenoot Raymond Carver kon schrijven. Zoals Carver in een paar zinnen een situatie beschreef - dat doet vooralsnog niemand van de huidige generatie Amerikaanse au teurs hem na. Ook Andre Dubus niet. Een vergelijking tussen 'Stem men van de maan' en het werk van Carver ligt voor de hand. Evenals Carver, de meester op de korte baan, schrijft Dubus overeen door snee Amerikaans gezin. Bijna naamloze mensen, die een rustig leven leiden dat van begin tot eind uitgestippeld lijkt te zijn. En dan gebeurt er iets. Door een voorval worden ze met de neus op de feiten gedrukt. Het ongeluk groeit. Carver kon zo'n 'breekpunt' als geen ander verwoorden. Ik her inner me bijvoorbeeld een verhaal waarin twee mensen de planten van de buren, die met vakantie zijn, water geven. Die buren zijn succes vol, zij niet. En dat zint het tweetal niet. Waar zijn zij blijven steken? Ze vinden op die vraag geen antwoord, maar wat wel gebeurt: ze blijven steeds langer rondhangen in het huis van de buren. Alsof ze het geluk van de anderen willen stelen. Zelden heb ik een ongenoegen zo subtiel ver woord gezien, zoals in dit verhaal van Carver. Het 'breekpunt' in het boek van Dubus is een beslist niet alledaagse gebeurtenis: Greg Stowe, eigenaar van een paar ijszaken, wil trouwen met de ex-vrouw van zijn zoon. Een situatie die zich- uistekend leent voor een klucht van John - m'n on derbroek zakt af - Lanting. Geluk kig is Dubus niet zo banaal. Ner gens in het boek maakt hij een kari katuur van die. vader. Hij portret teert hem niet als een bordkarton nen figuur, zo weggelopen uit een soap-opera. Op zich is dat knap. Zoals Dubus zich ook een vakman toont in zijn beschrijvingen van de andere familie-leden. En er zijn passages die indruk maken. Bijvoorbeeld die waarin Greg aan zijn toekomstige vrouw uitlegt waarom sommige mensen iets moéten doen - zingen, dansen, noem maar op. "Sommige mensen hebben dat, en ze hoeven er geen geld aan te verdienen. Het is iets wat ze moe ten doen, anders zijn ze zichzelf niet meer. Als je het ze afneemt, lo pen ze nog gewoon rond en kun je ze aanraken en met ze praten. Ze kunnen zelfs iets terugzeggen. Maar eigenlijk zijn ze er niet meer". Maar deze positieve punten ne men niet weg dat je als lezer ach teraf teleurgesteld bent. Knap ge schreven verhaal, meer niet. Na de laatste regel begin je jezelf geen vragen te stellen. Zoals na dat ver haal van Carver waarin hij een man beschreef die tussen z'n huisraad zat, uitgestald op het gazon, en een voorbijgangster ten dans vroeg. Wat was er met die man ge beurd? WIM BRANDS Sommige lezers zijn dol op boeken over relatieproblemen. Ik niet. Het enige wat ik er van opsteek is dat een mens het best solitair kan le ven en boft als hij een vondeling is van wie de ouders niet op te sporen zijn. Voor deze informatie alleen hoeven we geen literatuur te lezen. Een uitzondering maak ik voor boeken waarbij de problemen bin nen relaties met minder voor de hand liggende dingen te maken hebben dan familieperikelen. In het werk van een schrijver als Ger Verrips is dat het geval. Bij veel van zijn personages gaat het om ge beurtenissen in de periode 1940- 1945 en de verwerking daarvan of politieke trauma's en de manier om daaraan toch enige zin aan te ge ven. In Verrips' nieuwste roman. Het verloren huis, duurt het alleen wat langer voor we daar achter ko men en blijft het een en ander zelfs aan het slot nog wat raadselachtig. De hoofdpersoon, Axel Radon, een man van middelbare leeftijd, be hept met een verfrissende scepis ten aanzien van het moderne leven, probeert het spoor te volgen van een vriend die zelfmoord pleegde. Het lijkt erop dat Radon via die zoektocht een zin aan zijn bestaan wil geven. Hij verkeert immers in een groot isolement na de dood van zijn vrouw. Maar het lot plaatst hem tegenover een heel andere ge schiedenis dan die van de overle den vriend. Verrips confronteert Radon met het leven van een vrouwelijke psy chiater, Eilien, de tweede hoofd persoon in het boek. Zij is een vrouw van zeventig, die Radon door een toeval in de trein naar Pa rijs leert kennen en later in Neder land zijn hulp inroept. Aanvanke lijk lijkt het te gaan om een zakelij ke kwestie rond de verkoop van een huis. Al spoedig blijkt de psy chiater aan Radon niet alleen deze transactie wat simpel te hebben voorgesteld, maar ook een te posi tief beeld van haar verleden te heb ben geschetst. De betrokkenheid van Radon bij het leven van Eilien wordt heel groot, maar op het eind trekt hij zijn handen van haar af, in de over tuiging dat zij geen reële proble men heeft. De doorslag gaf bij hem - als ik even kort en lelijk samenvat - het verschil tussen hen beiden in milieu, leeftijd 'Maar is dat wel zo? Juist op het moment dat Radon op het punt stond om een sterke overeenkomst in het leven van Eilien en zichzelf te ontdekken - het trauma van de overleden geliefde - verbreekt hij hen contact. Zelfbehoud? We kunnen als lezer slechts naar Radons beweegredenen gissen. Zoals we ook niets naders te weten komen over Radons vriend die zelfmoord heeft gepleegd of over de ware toedracht van Elliens le ven met haar overleden geliefde. Dit maakt Het verloren huis tot een raadselachtiger boek dan het op het eerste gezicht lijkt. Raadselach tiger en interessanter. Overigens is er ook plezier te be leven aan de manier waarop het verhaal wordt verteld. Verrips pakt de twee hoofdfiguren op een ver schillende manier aan. Eilien, zit hij wat dichter op de huid dan Ra don, omdat hij haar in de eerste persoon laat spreken en uit haar aantekeningen citeert. Ik vind de Eilien-passages het boeiendst, ook omdat ze wat brok- keliger zijn dan het doorlopende verhaal over Radon. Verrips laat in die pasages wat meer ruimte voor de lezer. En de parallellen tussen zaken uit Eiliens praktijk en haa~ eigen leven, zorgen nu precies voor de extra dimensie aan de relatie problemen, waarover ik het hierbo ven had. Ger Verrips blijft zijn oude the matiek trouw, maar indirecter en raadselachtiger dan we van hem zijn gewend. Een nieuwe aanpak op een vertrouwd terrein. AUGUST HANS DEN BOEF Het verloren huis, Ger Verrips. Uitge verij Amber, 32,50. Eva Gerlach publiceerde onlangs haar vijfde poëziebundel: 'De kracht van de verlamming'. Van haar verzen is gezegd dat ze van 'een onthutsende schoonheid' zijn. Dat lijkt me een goede typering: het werk van Gerlach ontroert en verbijstert door zowel de kracht als de intimiteit. Hetr is geen vlotte poëzie: ze moet regel voor regel worden veroverd. Deze nieuwe bundel is niet de meest geschikte om met Gerlachs poezie kennis te maken. Daarvoor is de thematiek te sterk geconcen treerd op 'wat vooraf ging', zoals de opmerking op de achterflap aan geeft: "In 'De kracht van verlam ming' gaat het opnieuw, maar rechtstreekser dan tevoren, over herinnering". Bij lezing wordt dui delijk dat het gaat om het mense lijk vermogen en vooral gen tot herinnering. De titel van de bundel is ont leend aan de 20e zang van het Infer no uit Dante's Divina Commedia, waarin toekomstvoorspellers, we gens misbruik van demonische krachten, worden gestraft: ...Ie der verdraaid/ Tussen de kin en 't begin van de romp:/ Want naar de rug was 't gelaat gekeerd/ En slechts achterwaarts konden zij lo pen,/ Daar de blik vooruit hen ont nomen was", (vert. Frederica Bremer). Dante tekent hierbij nog aan: "Misschien is ooit door de kracht van verlamming/ Iemand zo geheel omgedraaid vergroeid;/ Maar ge zien heb ik 't nooit en ik geloof het niet". Als straf voor het onbevoegd in de toekomst kijken worden deze verdoemden gedwongen zich voor goed naar het verleden te keren. Dante verwerpt zijn eigen verkla ring, maar Gerlachs poëzie lijkt te bewijzen dat die verlamming wel degelijk bestaat. Zo gedoemd is de dichter tot reproductie van zijn herinneringen, zo krachtig wordt hij gedwongen door het als ver lamd staan van angst, schrik, onze kerheid en verlangen om die herin nering levend te houden. De tijd heelt alle wonden, zegt het spreekwoord. Zo kan iemand wat verloren is koesteren in de per soonlijke herinnering, waar het beeld langzaam verfraait en de scherpe kanten worden afgesleten, als bij een steen in stromend water. Maar, ook die herinnering wordt aangetast door de tijd. Ze slijt en vervluchtigt tot een schim. Daar om zegt Gerlach in haar gedicht 'Dood wees niet trots': 'Links en rechts van je lag je/ ge zicht als een wond die, eenmaall ge slagen, maar door blijft gaan/ met open te gaan, dicht te gaan, niet tot genezen bereid./ Kom pijn en ga maar pijn,/ op maat ge knipt door tijd/ ben ik die ik moet zijn' Die angst de herinnering verlo ren te hebben en niet in staat te zijn vast te houden, kan alleen bezwo ren worden met harde maatrege len 'Zijn vel, zijn haar voor haar,/ zijn strakke dwarse mond,/ moeten in mij gebeten,/ dat als zijn beeld versleten,/ mijn lijf op schrik na uit gewist zal zijn,/ ik hem nog heb als dichte ogen zon/ door pijn'. (Kijk!) 'Lichaam, doe hem weer pijn./ Vlees van hem, hou zijn botten vast./ Zaad, lig niet in hem stil./ Haar op zijn hoofd dat aan/ mij denkt, ga niet verloren'. (Niet, niet Gedoemd Steeds meer blijkt dat het Gerlach niet zo zeer gaat om de pogingen herinneringen vast te houden, maar dat zij verslag doet van het ge doemd zijn om het herinnerings vermogen operabel te houden. Gedoemd: het resultaat van het herinneren is immers niet de har monie van het terugvinden, maar een confrontatie. Een genadeloze, soms dodelijke, frontale botsing. Of eigenlijk: de fractie van een se conde daarvoor: die twee,/ tot aan het stuur in elkaar doorgereden./ Zo kalm, blind voor gevaar,/ zo in elkaar verdwaald, hals over kop,/ zo onbe doeld en zonder uit te wijken,/ zo ming) Met dergelijke regels laat Ger lach zien dat zij in staat is beelden vast te houden, zoals kinderen de gave hebben voorstellingen te vor men die net zo volledig en helder van detail zijn als een directe waar neming. De bundel staat vol met deze 'geschouwde werkelijkheid'. Een werkelijkheid die door haar in tens persoonlijke karakter niet ge makkelijk toegankelijk is. 'De kracht van verlamming* is een indrukwekkend verslag van de poging zich overeind te houden in het gevecht met de tijd door de her innering te scherpen, hoe pijnlijk ook. WIM VEGT De kracht van verlamming. Eva Gerlach. uitg. Arbeiderspers, t 29.50. ver. Men ziet dat ook wel in dag boeken en brievenbundels, maar zelden in deze zuivere vorm. Van Hoore heeft zijn gevoelens, observaties en bespiegelingen ten aanzien van zijn aanstaande vader schap een unieke vorm en fascine rende structuur meegegeven. Geen pappie-geleuter maar - integendeel - een zuivere combinatie van ver wondering over dat vaderschap, herinneringen aan de eigen jeugd vooral en, minder prominent maar onmisbaar voor de perfectie van zelfbeeld en structuur, een zorgelij ke blik in het eigen schrijversle- Natuurlijk speelt ook Saskia. de zwangere echtgenote een voor aanstaande rol in dit boek, maar zij is haast een fiat character, van haar roerselen komen we weinig te we ten. Cees van Hoore zélf staat cen traal. Vrouw en boreling vormen vooral een aanleiding tot zelfonder zoek - een overigens volstrekt on misbare aanleiding. Van Hoore heeft een vrijwel per fect boekje afgeleverd, intens ge stuwd door de omstandigheden, dat een prachtig opgebouwde men geling is geworden van anecdotes, herinneringen, observaties en zelf beschrijving. Directheid, humor en taalkunst zijn mede-ingrediënten die deze bespiegelingen van de aanstaande vader een bijzonder ca chet verstrekken. De geringe om vang van het boek geeft het geheel nog een extra dimensie: in 80 blad zijden een zo intens gevoeld gebeu ren compleet vertolken benadrukt de overtuiging dat in de beperking zich de meester toont. Het is te hopen dat deze dichter en vader zich niet laat ondergaan in bijbaantjes, drankzucht, schuldge voelens en de realiteit van poeplui ers. Cees van Hoore blijkt vooral een schrijver, en een goede ook. Dringend aanbevolen, ook voor non-vaders. ROB VOOREN Dat trekt wel bij: bespiegelingen van een aanstaande vader, Cees van Hoore, Uitgeverij Kwadraat, Utrecht 1988, ƒ16,50. Als jonge kinderen het technisch deel van het lezen net onder de knie krijgen, hebben ze een enor me leeshonger. Zij willen voortdu rend deze fantastische verbreding van hun wereld uitproberen en steeds opnieuw genieten van het wonder van de geschreven taal. Voor die beginnende lezers is het belangrijk dat er leesvoer voor han den is, dat niet alleen rekening houdt met hun technische moge lijkheden, maar hen tegelijkertijd een boeiend verhaal voorzet. Zo komen zij in aanraking met de jeugdliteratuur. De boeken van li teraire uitgeverijen die zich op de ze beginnende lezers richten zijn weliswaar niet afgestemd op de leesmethode waarmee het gros van de Nederlandse scholen werkt, maar wat verhaal betreft interes santer dan wat de leesboeken op school te bieden hebben. Thea Dubelaar schreef voor uit geverij Ploegsma het boek 'Mijn papa is een prins'. Het is een flink verhaal -95 pagina's-, bedoeld voor zes-jarigen. Het meisje San woont samen met haar moeder op een woonboot. Zij maakt kennis met de gevaarlij ke hond van de buren, rommelt in de blubber en spettert de hele bad kamer onder. Tot op dat moment verschilt het boek weinig van an dere verhalen: herkenbare huis, tuin en keuken gebeurtenissen. Maar dan introduceert Dubelaar de geheimzinnige vader van San, die op bezoek komt uit India. In een grote slee met chauffeur komt deze donkere prins haar van school afhalen. San heeft moeite hem in haar leven toe te laten. Het verhaal schakelt over in een hogere ver snelling. Opa bouwt in de tuin In dia na en uiteindelijk wordt er een olifant in een kist afgeleverd. De overgang van 'alledaags' naar 'bijna onmogelijk' gaat zo geleide lijk, dat de verbazing by de lezer vastgehouden wordt. De tekst is prima afgestemd op eind groep drie, de lay-out minder. Drie zin nen op een regel, zinnen die doorlo pen op een volgende regel en voor deze kinderen vrij volle bladzijden; het zijn allemaal zaken, die met weinig moeite beter hadden ge kund. Dan was dit bijzondere ver haal ook toegankelijk geworden voor minder geoefende lezers. 'Koen kan alles' door Willi To- bler is wel ruim opgezet. Maar hier is het woordgebruik minder ge schikt voor zesjarigen. Het soepel lezen van niet klankzuivere woor den als 'herhaling' (a aa) en 'ein delijk' (ei=y, y u) is niet wegge legd voor alle kinderen in groep drie. Het verhaal staat bol van de vro lijke overdrijving. De hoofdstuk ken hebben een ritme, dat begint in de werkelijkheid en eindigt in het absurde. Het gebruik van zo'n hel dere opzet helpt kinderen een structuur te zien in een verhaal; daardoor krijgt de lezer al voorpret bij het begin van zo'n hoofdstuk. Het is een lekker gek boek. waar beginnende lezers een hoop lol aan kunnen hebben. Dat helpt hen de technische hindernissen bij het le ren lezen makkelijker te nemen. VICTOR FREDERIKS 'Mijn vader is een prins, Thea Dube laar. tekeningen Gitte Spec, uitgeve rij Ploegsma, ƒ19,90. 'Koen kan alles', Willi Toblcr. teke ningen Hans de Beer. uitgeverij Hol land, ƒ15,90. HIHfriliirtMrriÉ m hé*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 11