OEKEN
Beschouwelijk anarchisme
Eva Gerlach levert een indrukwekkend gevecht met de tijd
LITERATUUR
Eva Luna: een addertje onder het gras
Fascinerende observaties
van een aanstaand vader
Deel 2 van Musils 'Man zonder eigenschappen'
(&L
Verrips roept raadsels op
Andre Dubus geen Raymond Carver
Boeken voor
jonge lezers
DONDERDAG 26 JANUARI 1989
"Ik was niet van plan haar te laten
dopen," antwoordde Consuelo,
maar toen ze zag dat de vrouw ge
schokt een kruis sloeg, wilde ze
haar niet krenken en zei: "Vooruit
dan maar. Een beetje wijwater kan
nooit kwaad en wie weet is het er
gens goed voor. Ze zal Eva heten,
opdat ze lust zal hebben om te le
ven." En welke achternaam?
"Geen achternaam, die is onbe
langrijk." Mensen moeten een ach
ternaam hebben. Alleen honden
kunnen met een roepnaam rondlo
pen. "Haar vader behoorde tot de
stam van de maankinderen. Dus
dat wordt Eva Luna."
Zo komt Eva Luna, hoofdper
soon in de gelijknamige roman van
de Chileense schrijfster Isabel Al-
lende, aan haar voor- en achter
naam. Haar verwekking is weer
een ander verhaal. Een verhaal dat
sterk doet denken aan 'The world
according to Garp' van John Ir-
ving. De moeder van Eva Luna en
Garp hebben beide een unieke kijk
op de verwekking van hun kind.
Voor hen geen trouwjurken,
bruidstaarten en recepties.
Garps moeder, verpleegster,
wordt zwanger door 'gebruik' te
maken van een doodzieke soldaat.
Eva Luna wordt tevens 'geboren'
in het doodsbed van de tuinman -
"een grote, sterke Indiaan met
zachtaardige trekken, maar zeer
gesloten en zwijgzaam".
'Eva Luna' is de derde roman van
Isabel AUende, na 'Liefde en Scha
duw' en het meesterwerk 'Het Huis
met de Geesten'. Eva Luna is het
verhaal van een meisje dat "gebo
ren werd in een achterkamer van
een naargeestig huis en opgroeide
tussen oude meubelen, boeken in
het Latijn en mummies". Geen
doorsnee meisje, want zij beleeft
volop avonturen die doen denken
aan de vertellingen van Schehera
zade uit Duizend-en-één-nacht.
De avonturen zijn minder on
schuldig dan ze op het eerste ge
zicht lijken. De gebeurtenissen
spelen zich af in een land dat welis
waar niet met name wordt ge
noemd, maar zich zeker in Zuid-
Amerika bevindt. Waarschijnlijk
Venezuela, waar Allende het boek
in ballingschap schreef. De schrijf
ster - dochter van de legendarische
vermoorde Chileense leider Allen
de - werd namelijk door dictator Pi
nochet uit haar geboorteland ver
bannen. Na het voor Pinochet ver
nietigende referendum in Chili
keerde zij onlangs terug.
Eva's verhalen verbergen vaak
een addertje onder het gras. Allen
de steekt in het boek haar mening
beslist niet onder stoelen of ban
ken. Via Eva Luna verwoordt zij
haar afschuw voor dictators in een
enkele, vernietigende zin: "De
Baas van het Land, die zichzelf de
weelde veroorloofde rustig in zijn
bed te sterven, in plaats van aan
zijn kloten opgehangen aan een
lantaarnpaal op het plein, zoals zijn
vijanden graag hadden gezien en
de ambassadeur van de Verenigde
Staten had gevreesd".
Met deze dictator, in het boek De
Weldoener oftewel De Baas van het
Land genoemd, krijgt Eva Luna te
maken. Ook komt ze terecht in de
hoerenbuurt na een angstige
vlucht uit het huis van haar pruik-
dragende( werkgeefster. Daar
wordt zij liefdevol opgevangen
door een transseksueel en een hoe-
renmadam. Voorts krijgt zij een
verhouding met een guerrillalei
der.
Ook de vrijheid van meningsui
ting krijgt in het boek een belang
rijke plaats in de gedaante van
Rolf, een Duitse immigrant die na
de Tweede Wereldoorlog nog als
kind met zijn broertje en moeder
de lijken in een van de concentra
tiekampen moest helpen begraven
onder het toeziend oog van de be
vrijders. Hij durft het aan met zijn
camera de misstanden te filmen,
die het volk niet mag zien.
MARJOLIJN IN 'T HOUT
Ooit had 1918 het jaar moeten wor
den van twee imposante jubilea:
het 70-jarige regeringsjubileum
van de Habsburgse keizer Franz
Joseph I en het 35-jarige jubileum
van de Duitse keizer Wilhelm II.
De wederzijdse voorbereidingen
voor deze nationale feesten ont
aardden echter in een heftige pa
triottische wedloop. De Oostenrij
kers hadden een idee voor een
groot pacifistisch "Wereldoosten
rijk"; de Duitsers streefden naar
"macht op grond van technische
volmaaktheid". Deze strijd resul
teerde uiteindelijk in de Eerste We
reldoorlog, de grote en smadelijke
"Kladderadatsch". Op deze ironi
sche materie is Robert Musils ro
man "Der Mann ohne Eigenschaf
ten" gebaseerd.
In het eerste deel, ondanks het
gekibbel in de pers knap vertaald
door Ingeborg Lesener, stelde Mu-
sil ons voor aan de eresecretaris
van de "Parallelactie" (zoals de
voorbereidingen aan Oostenrijkse
zijde genoemd worden), een jonge
man van goede komaf die op alle
terreinen van de kennis is ge
schoold (wiskunde, natuurkunde,
techniek, filosofie, psychologie).
Tot zijn grote verbazing moet hij
vaststellen dat de werkelijkheid
minstens 100 jaar achter loopt bij
wat er op het hoogste niveau in Eu
ropa en de rest van de wereld wordt
gedacht.
Deze man is Ulrich, de "man zon
der eigenschappen", die in zijn
functie als eresecretaris ken
nismaakt met alle vooraanstaande
blaaskaken en leeghoofden uit de
wereld van bezit en cultuur een
wereld die wordt verstikt door ver
ouderde waarden en idealen.
Deel II van Musils werk is nu ook
verschenen, eveneens vertaald
door Ingeborg Lesener. Mooi is het
woord niet voor deze vertaling.
Want een roman die niet "mooi"
geschreven is, en waarin het meer
gaat om de gedachten dan om de
esthetische kwaliteit van hun ver
woording, kan niet mooi worden
vertaald. "Knap" is beter. Stijl was
voor Musil niets meer en niets min
der dan het heel precies uitwerken
van een gedachte, en soms leidt dat
tot zulk gecompliceerd en gecon
centreerd proza, dat zelfs elke po
ging tot een Nederlandse vertaling
al grote bewondering hoort te wek
ken.
Ingeborg Lesener doet schitte
rend werk, alleen al door het mees
terwerk van Musil voor Nederland
se lezers toegankelijk te maken.
Het zij haar vergeven dat zij hier en
daar een foutje maakt.
"Der Mann ohne Eigenschaften"
bestaat uit drie delen (plus een na-
ADVERTENTIE
MODERNE
KUNST
ZIEN EN
BEGRIJPEN
NU 29.50
Prinsessekade 3-4
2312 OA LEIDEN
TEL. 071-140208
latenschap), waarvan de eerste
twee, nu dus allebei vertaald, een
moraal-, kennis-, en cultuurkri
tisch karakter bezitten en het
laatste deel een utopisch karakter.
Om dat laatste deel is het Musil ei
genlijk allemaal begonnen. Hierin
ontvouwt hij zijn grootse plannen
met de mensheid.
In de èerste twee delen bereidt
hij ons als het ware op die plannen
voor door middel van een meedo
genloze kritiek op de wereld, of lie
ver gezegd: de werkelijkheid.
De werkelijkheid, vindt Musil,
moet worden afgeschaft omdat zij
een mensonterend karakter heeft
gekregen. Om een voorbeeld te ge-
vep: iedereen is zogenaamd vrij om
te worden wat hij wil: vuilnisman,
winkelbediende, treinconducteur
of verslaggever. Maar eigenlijk is
dit een zeer subtiele vorm van
knechting: voor iemand die vuil-
nisbediende, treinman of verslag-
conducteur wil worden is er in deze
v^ereld alleen maar plaats in het
gekkenhuis.
Tegen deze toestand komt Musil
in opstand. Zijn Ulrich is iemand
die liever géén eigenschappen
heeft, dan eigenschappen die hij
met miljoenen anderen moet de
len. Hij neemt "vakantie van het le-
ADVERTENTIE
KOOYKER
Boekhandels:
Breestraat 93.2311 CK Leiden.
Tel. 071-160500.
Leidse Rein A2L.
Rijnsburgerweg 10,2333 AA Leiden.
Tel. 071-160515.
ven" om de absurditeit van dat le
ven te kunnen overdenken. Zijn
verzet is niet actief, maar passief:
het speelt zich helemaal af in zijn
hoofd en is dus een soort beschou
welijk anarchisme.
Dit intellectuele verzet is zo gees
tig en geestrijk, zo wars van alle
bombast, dat het praktisch onmo
gelijk is om je er niet door te laten
meeslepen. Het is daarom ook een
gevaarlijk boek: voor wie het gele
zen heeft is de wereld daarna nooit
meer dezelfde als voorheen.
In radicaliteit, strijdlust en diep
zinnigheid behoort Musil tot de
grootste revolutionairen uit de Eu
ropese geschiedenis. Want niet al
leen beroepsmatig, ook gevoelsma
tig is de menselijke vrijheid be
perkt, aldus Musil. Men heeft lief
omdat en op de wijze waarop er
liefde bestaat, men is verdrietig
omdat en op de wijze waarop er
verdriet bestaat, enzovoort.
In één van de belangrijkste
hoofdstukken uit deel I ("Een man
zonder eigenschappen bestaat uit
eigenschappen zonder man") zegt
Musil het zo: "Zonder al te sterk te
overdrijven kon hij (Ulrich) over
zijn leven zeggen dat alles zich
daarin had voltrokken alsof het
meer bij elkaar hoorde dan bij hem.
En zo moest hij ook wel aannemen
dat de persoonlijke eigenschappen
die hij daarbij had verworven meer
bij elkaar hoorden dan bij hem, en
zelfs dat elk daarvan, als hij goed
bij zichzelf naging, niet intiemer
met hem te maken had dan met an
dere mensen die ze misschien ook
bezaten".
En aangezien het onmogelijk is
om deze werkelijkheid van zakelij
ke verbanden (zonder "ik") daad
werkelijk af te schaffen (je kunt al
leen maar doen alsof je haar af
schaft) schreef Musil er een boek
over dat hij heel toepasselijk een
'Bespiegelingen van een aanstaan
de vader' is de wat weke neventitel
van Cees van Hoore's boekje 'Dat
trekt wel bij' en als kinderloos re
censent voelde ik een vage wal
ging. Geen literatuur, dacht ik. On
getwijfeld een boekje vol meedoen
aan zwangerschapstoeren,
buikluisteren en pretgedachten
aan poepluiers. Een dagboekje vol
voortplantingsobservaties, vlak
gemijmer van een meneer die voor
het eerst papa wordt en alvast op
papier een beetje oefent voor
straks. Niets om te bespreken dus.
Maar het boekje lag er, we zitfén
in de literaire pruimentijd en och,
je hebt even niks te lezen en het
zijn maar 80 bladzijden. Lusteloos
sloeg ik de bespiegelingen open en
kijk eens - wat een verrassing! Een
paar uur en 80 bladzijden verder
legde ik het boek weg met een
zucht van spijt en wrevel omdat de
auteur zijn fascinerende verslag zo
kort had gehouden.
Ongetwijfeld is er veel in dit gen
re dat terecht terzijde wordt ge
legd, maar voor 'Dat trekt wel bij'
gaat dat absoluut niet op. Om di
verse redenen is dit vaderboek
fraaie literatuur. Het is bijvoor
beeld geschreven met behulp van
een uitnemend taalgebruik (niet
verwonderlijk omdat Van Hoore
enige faam heeft verworven als
dichter): beknopte, heldere zinnen
die een direct beeld oproepen van
hetgeen de vader-schrijver wil ver
tellen. Geen lezer zal ontkomen
aan ogenblikkelijk inzicht in en be
grip voor de openhartige en direct
verwoorde gevoelens van de schrij-
Nieuwe Uitgaven
Non fiction
'Gesprekken met Picasso', Gilberte Bras-
saï. Brassaï was niet alleen fotograaf,
maar ook schilder, tekenaar, beeldhou
wer, filmer en schrijver. In dit boek
schetst hij aan de hand van foto's en ge
sprekken een beeld van Picasso. Uitge-
r Arbeiderspers, f 49,90.
'Wijngids', Hugh Johnson. Een ge
heel herziene en uitgebreide editie. Uit
gever Spectrum, f 19,91
Robert Musil
"laboratorium" noemde, een "reis
naar de rand van het mogelijke".
"Der Mann ohne Eigenschaften"
was voor Musil wat de imaginaire
getallen zijn voor wiskunigen: hoe
wel ze niet bestaan zijn ze onmis
baar om dichter bij de waarheid te
komen. Het boek is dan ook eigen
lijk geen roman, maar een filoso
fisch werk, dat niet is na te vertel
len.
PETER BEKKERS
De man zonder eigenschappen deel 2,
door Robert Musil. Vertaling Ingeborg
Lesener, uitg. Mculcnhoff, prijs
49,50.
Noordman. De geschiedenis
weging die streeft naar verbetering van
de menselijke soort. Uitg. SUN, f39,50.
'De ethiek'. Geschiedenis van de wijs
begeerte in Nederland, Johannes Buri-
dan. Uitg. ambo. f27,50.
Wie 'Stemmen van de maan' van de
Amerikaanse schrijver Andre Du-
bus leest, realiseert zich weer eens
hoe goed zijn onlangs overleden
landgenoot Raymond Carver kon
schrijven. Zoals Carver in een paar
zinnen een situatie beschreef - dat
doet vooralsnog niemand van de
huidige generatie Amerikaanse au
teurs hem na. Ook Andre Dubus
niet.
Een vergelijking tussen 'Stem
men van de maan' en het werk van
Carver ligt voor de hand. Evenals
Carver, de meester op de korte
baan, schrijft Dubus overeen door
snee Amerikaans gezin. Bijna
naamloze mensen, die een rustig
leven leiden dat van begin tot eind
uitgestippeld lijkt te zijn.
En dan gebeurt er iets. Door een
voorval worden ze met de neus op
de feiten gedrukt. Het ongeluk
groeit. Carver kon zo'n 'breekpunt'
als geen ander verwoorden. Ik her
inner me bijvoorbeeld een verhaal
waarin twee mensen de planten
van de buren, die met vakantie zijn,
water geven. Die buren zijn succes
vol, zij niet.
En dat zint het tweetal niet. Waar
zijn zij blijven steken? Ze vinden
op die vraag geen antwoord, maar
wat wel gebeurt: ze blijven steeds
langer rondhangen in het huis van
de buren. Alsof ze het geluk van de
anderen willen stelen. Zelden heb
ik een ongenoegen zo subtiel ver
woord gezien, zoals in dit verhaal
van Carver.
Het 'breekpunt' in het boek van
Dubus is een beslist niet alledaagse
gebeurtenis: Greg Stowe, eigenaar
van een paar ijszaken, wil trouwen
met de ex-vrouw van zijn zoon. Een
situatie die zich- uistekend leent
voor een klucht van John - m'n on
derbroek zakt af - Lanting. Geluk
kig is Dubus niet zo banaal. Ner
gens in het boek maakt hij een kari
katuur van die. vader. Hij portret
teert hem niet als een bordkarton
nen figuur, zo weggelopen uit een
soap-opera. Op zich is dat knap.
Zoals Dubus zich ook een vakman
toont in zijn beschrijvingen van de
andere familie-leden.
En er zijn passages die indruk
maken. Bijvoorbeeld die waarin
Greg aan zijn toekomstige vrouw
uitlegt waarom sommige mensen
iets moéten doen - zingen, dansen,
noem maar op.
"Sommige mensen hebben dat,
en ze hoeven er geen geld aan te
verdienen. Het is iets wat ze moe
ten doen, anders zijn ze zichzelf
niet meer. Als je het ze afneemt, lo
pen ze nog gewoon rond en kun je
ze aanraken en met ze praten. Ze
kunnen zelfs iets terugzeggen.
Maar eigenlijk zijn ze er niet meer".
Maar deze positieve punten ne
men niet weg dat je als lezer ach
teraf teleurgesteld bent. Knap ge
schreven verhaal, meer niet. Na de
laatste regel begin je jezelf geen
vragen te stellen. Zoals na dat ver
haal van Carver waarin hij een man
beschreef die tussen z'n huisraad
zat, uitgestald op het gazon, en een
voorbijgangster ten dans vroeg.
Wat was er met die man ge
beurd?
WIM BRANDS
Sommige lezers zijn dol op boeken
over relatieproblemen. Ik niet. Het
enige wat ik er van opsteek is dat
een mens het best solitair kan le
ven en boft als hij een vondeling is
van wie de ouders niet op te sporen
zijn. Voor deze informatie alleen
hoeven we geen literatuur te lezen.
Een uitzondering maak ik voor
boeken waarbij de problemen bin
nen relaties met minder voor de
hand liggende dingen te maken
hebben dan familieperikelen. In
het werk van een schrijver als Ger
Verrips is dat het geval. Bij veel
van zijn personages gaat het om ge
beurtenissen in de periode 1940-
1945 en de verwerking daarvan of
politieke trauma's en de manier om
daaraan toch enige zin aan te ge
ven. In Verrips' nieuwste roman.
Het verloren huis, duurt het alleen
wat langer voor we daar achter ko
men en blijft het een en ander zelfs
aan het slot nog wat raadselachtig.
De hoofdpersoon, Axel Radon, een
man van middelbare leeftijd, be
hept met een verfrissende scepis
ten aanzien van het moderne leven,
probeert het spoor te volgen van
een vriend die zelfmoord pleegde.
Het lijkt erop dat Radon via die
zoektocht een zin aan zijn bestaan
wil geven. Hij verkeert immers in
een groot isolement na de dood van
zijn vrouw. Maar het lot plaatst
hem tegenover een heel andere ge
schiedenis dan die van de overle
den vriend.
Verrips confronteert Radon met
het leven van een vrouwelijke psy
chiater, Eilien, de tweede hoofd
persoon in het boek. Zij is een
vrouw van zeventig, die Radon
door een toeval in de trein naar Pa
rijs leert kennen en later in Neder
land zijn hulp inroept. Aanvanke
lijk lijkt het te gaan om een zakelij
ke kwestie rond de verkoop van
een huis. Al spoedig blijkt de psy
chiater aan Radon niet alleen deze
transactie wat simpel te hebben
voorgesteld, maar ook een te posi
tief beeld van haar verleden te heb
ben geschetst.
De betrokkenheid van Radon bij
het leven van Eilien wordt heel
groot, maar op het eind trekt hij
zijn handen van haar af, in de over
tuiging dat zij geen reële proble
men heeft. De doorslag gaf bij hem
- als ik even kort en lelijk samenvat
- het verschil tussen hen beiden in
milieu, leeftijd
'Maar is dat wel zo? Juist op het
moment dat Radon op het punt
stond om een sterke overeenkomst
in het leven van Eilien en zichzelf
te ontdekken - het trauma van de
overleden geliefde - verbreekt hij
hen contact. Zelfbehoud?
We kunnen als lezer slechts naar
Radons beweegredenen gissen.
Zoals we ook niets naders te weten
komen over Radons vriend die
zelfmoord heeft gepleegd of over
de ware toedracht van Elliens le
ven met haar overleden geliefde.
Dit maakt Het verloren huis tot een
raadselachtiger boek dan het op
het eerste gezicht lijkt. Raadselach
tiger en interessanter.
Overigens is er ook plezier te be
leven aan de manier waarop het
verhaal wordt verteld. Verrips pakt
de twee hoofdfiguren op een ver
schillende manier aan. Eilien, zit
hij wat dichter op de huid dan Ra
don, omdat hij haar in de eerste
persoon laat spreken en uit haar
aantekeningen citeert.
Ik vind de Eilien-passages het
boeiendst, ook omdat ze wat brok-
keliger zijn dan het doorlopende
verhaal over Radon. Verrips laat in
die pasages wat meer ruimte voor
de lezer. En de parallellen tussen
zaken uit Eiliens praktijk en haa~
eigen leven, zorgen nu precies voor
de extra dimensie aan de relatie
problemen, waarover ik het hierbo
ven had.
Ger Verrips blijft zijn oude the
matiek trouw, maar indirecter en
raadselachtiger dan we van hem
zijn gewend. Een nieuwe aanpak
op een vertrouwd terrein.
AUGUST HANS DEN BOEF
Het verloren huis, Ger Verrips. Uitge
verij Amber, 32,50.
Eva Gerlach publiceerde onlangs
haar vijfde poëziebundel: 'De
kracht van de verlamming'. Van
haar verzen is gezegd dat ze van
'een onthutsende schoonheid' zijn.
Dat lijkt me een goede typering:
het werk van Gerlach ontroert en
verbijstert door zowel de kracht als
de intimiteit. Hetr is geen vlotte
poëzie: ze moet regel voor regel
worden veroverd.
Deze nieuwe bundel is niet de
meest geschikte om met Gerlachs
poezie kennis te maken. Daarvoor
is de thematiek te sterk geconcen
treerd op 'wat vooraf ging', zoals de
opmerking op de achterflap aan
geeft: "In 'De kracht van verlam
ming' gaat het opnieuw, maar
rechtstreekser dan tevoren, over
herinnering". Bij lezing wordt dui
delijk dat het gaat om het mense
lijk vermogen en vooral
gen tot herinnering.
De titel van de bundel is ont
leend aan de 20e zang van het Infer
no uit Dante's Divina Commedia,
waarin toekomstvoorspellers, we
gens misbruik van demonische
krachten, worden gestraft: ...Ie
der verdraaid/ Tussen de kin en 't
begin van de romp:/ Want naar de
rug was 't gelaat gekeerd/ En
slechts achterwaarts konden zij lo
pen,/ Daar de blik vooruit hen ont
nomen was", (vert. Frederica
Bremer).
Dante tekent hierbij nog aan:
"Misschien is ooit door de kracht
van verlamming/ Iemand zo geheel
omgedraaid vergroeid;/ Maar ge
zien heb ik 't nooit en ik geloof het
niet".
Als straf voor het onbevoegd in
de toekomst kijken worden deze
verdoemden gedwongen zich voor
goed naar het verleden te keren.
Dante verwerpt zijn eigen verkla
ring, maar Gerlachs poëzie lijkt te
bewijzen dat die verlamming wel
degelijk bestaat. Zo gedoemd is de
dichter tot reproductie van zijn
herinneringen, zo krachtig wordt
hij gedwongen door het als ver
lamd staan van angst, schrik, onze
kerheid en verlangen om die herin
nering levend te houden.
De tijd heelt alle wonden, zegt
het spreekwoord. Zo kan iemand
wat verloren is koesteren in de per
soonlijke herinnering, waar het
beeld langzaam verfraait en de
scherpe kanten worden afgesleten,
als bij een steen in stromend water.
Maar, ook die herinnering wordt
aangetast door de tijd. Ze slijt en
vervluchtigt tot een schim. Daar
om zegt Gerlach in haar gedicht
'Dood wees niet trots':
'Links en rechts van je lag je/ ge
zicht als een wond die, eenmaall ge
slagen, maar door blijft gaan/ met
open te gaan, dicht te gaan,
niet tot genezen bereid./ Kom
pijn en ga maar pijn,/ op maat ge
knipt door tijd/ ben ik die ik moet
zijn'
Die angst de herinnering verlo
ren te hebben en niet in staat te zijn
vast te houden, kan alleen bezwo
ren worden met harde maatrege
len
'Zijn vel, zijn haar voor haar,/ zijn
strakke dwarse mond,/ moeten in
mij gebeten,/ dat als zijn beeld
versleten,/ mijn lijf op schrik na uit
gewist zal zijn,/ ik hem nog heb als
dichte ogen zon/ door pijn'. (Kijk!)
'Lichaam, doe hem weer pijn./
Vlees van hem, hou zijn botten
vast./ Zaad, lig niet in hem stil./
Haar op zijn hoofd dat aan/ mij
denkt, ga niet verloren'. (Niet, niet
Gedoemd
Steeds meer blijkt dat het Gerlach
niet zo zeer gaat om de pogingen
herinneringen vast te houden,
maar dat zij verslag doet van het ge
doemd zijn om het herinnerings
vermogen operabel te houden.
Gedoemd: het resultaat van het
herinneren is immers niet de har
monie van het terugvinden, maar
een confrontatie. Een genadeloze,
soms dodelijke, frontale botsing.
Of eigenlijk: de fractie van een se
conde daarvoor:
die twee,/ tot aan het stuur in
elkaar doorgereden./ Zo kalm,
blind voor gevaar,/ zo in elkaar
verdwaald, hals over kop,/ zo onbe
doeld en zonder uit te wijken,/ zo
ming)
Met dergelijke regels laat Ger
lach zien dat zij in staat is beelden
vast te houden, zoals kinderen de
gave hebben voorstellingen te vor
men die net zo volledig en helder
van detail zijn als een directe waar
neming. De bundel staat vol met
deze 'geschouwde werkelijkheid'.
Een werkelijkheid die door haar in
tens persoonlijke karakter niet ge
makkelijk toegankelijk is.
'De kracht van verlamming* is
een indrukwekkend verslag van de
poging zich overeind te houden in
het gevecht met de tijd door de her
innering te scherpen, hoe pijnlijk
ook.
WIM VEGT
De kracht van verlamming. Eva
Gerlach. uitg. Arbeiderspers, t 29.50.
ver. Men ziet dat ook wel in dag
boeken en brievenbundels, maar
zelden in deze zuivere vorm.
Van Hoore heeft zijn gevoelens,
observaties en bespiegelingen ten
aanzien van zijn aanstaande vader
schap een unieke vorm en fascine
rende structuur meegegeven. Geen
pappie-geleuter maar - integendeel
- een zuivere combinatie van ver
wondering over dat vaderschap,
herinneringen aan de eigen jeugd
vooral en, minder prominent maar
onmisbaar voor de perfectie van
zelfbeeld en structuur, een zorgelij
ke blik in het eigen schrijversle-
Natuurlijk speelt ook Saskia. de
zwangere echtgenote een voor
aanstaande rol in dit boek, maar zij
is haast een fiat character, van haar
roerselen komen we weinig te we
ten. Cees van Hoore zélf staat cen
traal. Vrouw en boreling vormen
vooral een aanleiding tot zelfonder
zoek - een overigens volstrekt on
misbare aanleiding.
Van Hoore heeft een vrijwel per
fect boekje afgeleverd, intens ge
stuwd door de omstandigheden,
dat een prachtig opgebouwde men
geling is geworden van anecdotes,
herinneringen, observaties en zelf
beschrijving. Directheid, humor en
taalkunst zijn mede-ingrediënten
die deze bespiegelingen van de
aanstaande vader een bijzonder ca
chet verstrekken. De geringe om
vang van het boek geeft het geheel
nog een extra dimensie: in 80 blad
zijden een zo intens gevoeld gebeu
ren compleet vertolken benadrukt
de overtuiging dat in de beperking
zich de meester toont.
Het is te hopen dat deze dichter
en vader zich niet laat ondergaan in
bijbaantjes, drankzucht, schuldge
voelens en de realiteit van poeplui
ers. Cees van Hoore blijkt vooral
een schrijver, en een goede ook.
Dringend aanbevolen, ook voor
non-vaders.
ROB VOOREN
Dat trekt wel bij: bespiegelingen
van een aanstaande vader, Cees van
Hoore, Uitgeverij Kwadraat, Utrecht
1988, ƒ16,50.
Als jonge kinderen het technisch
deel van het lezen net onder de
knie krijgen, hebben ze een enor
me leeshonger. Zij willen voortdu
rend deze fantastische verbreding
van hun wereld uitproberen en
steeds opnieuw genieten van het
wonder van de geschreven taal.
Voor die beginnende lezers is het
belangrijk dat er leesvoer voor han
den is, dat niet alleen rekening
houdt met hun technische moge
lijkheden, maar hen tegelijkertijd
een boeiend verhaal voorzet. Zo
komen zij in aanraking met de
jeugdliteratuur. De boeken van li
teraire uitgeverijen die zich op de
ze beginnende lezers richten zijn
weliswaar niet afgestemd op de
leesmethode waarmee het gros van
de Nederlandse scholen werkt,
maar wat verhaal betreft interes
santer dan wat de leesboeken op
school te bieden hebben.
Thea Dubelaar schreef voor uit
geverij Ploegsma het boek 'Mijn
papa is een prins'. Het is een flink
verhaal -95 pagina's-, bedoeld voor
zes-jarigen.
Het meisje San woont samen
met haar moeder op een woonboot.
Zij maakt kennis met de gevaarlij
ke hond van de buren, rommelt in
de blubber en spettert de hele bad
kamer onder. Tot op dat moment
verschilt het boek weinig van an
dere verhalen: herkenbare huis,
tuin en keuken gebeurtenissen.
Maar dan introduceert Dubelaar
de geheimzinnige vader van San,
die op bezoek komt uit India. In
een grote slee met chauffeur komt
deze donkere prins haar van school
afhalen. San heeft moeite hem in
haar leven toe te laten. Het verhaal
schakelt over in een hogere ver
snelling. Opa bouwt in de tuin In
dia na en uiteindelijk wordt er een
olifant in een kist afgeleverd.
De overgang van 'alledaags' naar
'bijna onmogelijk' gaat zo geleide
lijk, dat de verbazing by de lezer
vastgehouden wordt. De tekst is
prima afgestemd op eind groep
drie, de lay-out minder. Drie zin
nen op een regel, zinnen die doorlo
pen op een volgende regel en voor
deze kinderen vrij volle bladzijden;
het zijn allemaal zaken, die met
weinig moeite beter hadden ge
kund. Dan was dit bijzondere ver
haal ook toegankelijk geworden
voor minder geoefende lezers.
'Koen kan alles' door Willi To-
bler is wel ruim opgezet. Maar hier
is het woordgebruik minder ge
schikt voor zesjarigen. Het soepel
lezen van niet klankzuivere woor
den als 'herhaling' (a aa) en 'ein
delijk' (ei=y, y u) is niet wegge
legd voor alle kinderen in groep
drie.
Het verhaal staat bol van de vro
lijke overdrijving. De hoofdstuk
ken hebben een ritme, dat begint in
de werkelijkheid en eindigt in het
absurde. Het gebruik van zo'n hel
dere opzet helpt kinderen een
structuur te zien in een verhaal;
daardoor krijgt de lezer al voorpret
bij het begin van zo'n hoofdstuk.
Het is een lekker gek boek. waar
beginnende lezers een hoop lol aan
kunnen hebben. Dat helpt hen de
technische hindernissen bij het le
ren lezen makkelijker te nemen.
VICTOR FREDERIKS
'Mijn vader is een prins, Thea Dube
laar. tekeningen Gitte Spec, uitgeve
rij Ploegsma, ƒ19,90.
'Koen kan alles', Willi Toblcr. teke
ningen Hans de Beer. uitgeverij Hol
land, ƒ15,90.
HIHfriliirtMrriÉ m hé*