'Ik ben blij dat ik nu kan blijven liggen' Verkoudheid SPREEKUUR ..door Barbara Thiel, arts Hein Vergeer heeft het schaatsen nog geen moment gemist ZATERDAG 21 JANUARI 1989 PAGINA 23 De voormalige Europees en wereldkampioen schaatsen Hein Vergeer zette eind vorig seizoen definitief een punt achter zijn sportieve carrière en ging vol overtuiging aan de slag bij het bureau Ice Productions, waarvoor hij onder meer als 'regelneef' van de nieuw opgerichte alternatieve kernploeg optreedt. "Ze weten meteen wie ze voor zich hebben". Dit weekeinde maakt hij bij het EK in Gothenburg zijn debuut als televisiecommentator. door Govert Wisse Op het eerste gezicht lijkt de betrok kenheid van Hein Vergeer bij het schaatsen even snel te zijn verdwe nen als zijn olympische dromen. De Haastrechter, die groot is geworden in de favoriete sport van boeren en buitenlui, resideert tegenwoordig in het deftige Statenkwartier in Den Haag. De sjieke buurt ademt nog altijd de sfeer van regenten en gouvernantes. De klas sieke villa's en luxe zakenpanden stralen welstand en voornaamheid uit. Op de tweede verdieping van één van die riante kantoorcomplexen neemt Hein Vergeer sinds vijf maanden één van de twee di rectiezetels in beslag. De ex-Europees en wereldkampioen (1985 en 1986) is tegenwoordig als mede directeur van Ice Productions Ron Mulder is zijn partner een druk baasje. Zijn schaatspak heeft hij verruild voor overhemd, stropdas en keurige panta lon; in zijn rechterhand bungelt nu een aktenkoffertje in plaats van een sporttas. Vanachter zijn bureau regelt de 'mana ger' van Yvonne van Gennip sponsor contacten voor de alternatieve kernploeg en organiseert hij bijvoorbeeld het Vero nica IJsgala. Met zijn vlotte babbel, die hij al had in zijn schaatsdagen, worden deuren „ge opend die voor anderen gesloten blijven. "Natuurlijk speelt mee dat ik Hein Ver geer heet. Ze weten meteen wie ze voor zich hebben. Ik hoef me niet eerst uitge breid te introduceren. Maar mijn verhaal zal wel moeten deugen, anders lig ik er binnen de kortste keren uit". In de kast Het is even wennen, Vergeer in die nieu- we rol van regelneef. Vlak voor de IJssel- cup leidde hij een persconferentie tij dens welke Yvonne van Gennips spon sor werd bekendgemaakt. Twee weken geleden, tijdens de afstandskampioen schappen, praatte Vergeer de longen uit zijn (inmiddels acht kilo zwaardere) lijf om de depressieve olympisch kampioe ne terug te krijgen in de EK-ploeg. Hij had amper de tijd om schaatswedstrij den te bekijken. Vergeer: "Ik heb sowie so het ijs nog niet aangeraakt nadat ik in maart van het vorig jaar in Heerenveen afscheid heb genomen. M'n schaatsen liggen ergens in een kast, geloof ik". Diezelfde 'hoge Noren' voerden Ver geer na de vorige Winterspelen in Saraje- wo naar ongekende successen. Najaren- lange inspanningen op middelmatig ni veau kwam in 1985 de grote doorbraak. Niet alleen het Zuidhollandse Haastrecht raakte over zijn toeren. Zes duizend Nederlanders volgden in febru ari 1986 in Inzeil de spannende strijd die Vergeer, ten koste van Bozjev, de tweede wereldtitel opleverde. "In 1985 raakte mijn carrière in een stroomversnelling. Ik kreeg toen dé lan ge afstanden onder de knie. Mijn voor deel was dat ik trainbare spieren had. Ik heb net zo lang getraind totdat ik de vijf en tien kilometer aankon. Daarnaast heeft Henk Gemser me tactisch bijge schoold. Daarvoor was het rammen, rammen en nog eens rammen tot ik er dood bij neerviel. Gemser heeft de tac tiek zodanig aangepast dat ik niet meer kapot ging. Toen kreeg ik vanzelf ver trouwen. Vier jaar geleden was het meteen raak in Eskilstuna. Ik won als de butant de eerste drie afstanden en was dus al voor de tien kilometer zeker van mijn eerste Europese titel. Het was een gek toernooi, waar ik verschrikkelijk heb gelachen. Emiel Hopman en ik wa ren de jonge honden die onbevangen op het ijs stapten. Hilbert van der Duim was de topper. Ik stond er versteld van hoe hij met al zijn ervaring nog zo zenuwach tig was. Daar keek ik echt van op". Onderschat "Aan de andere kant heeft men Hilbert altijd erg onderschat. Ik heb veel van hém geleerd. Hij heeft veel voor de schaatssport betekend. Hilbert heeft voor mij het pad geëffend. Hij is begon nen met het commerciële gevecht tegen de bond. Ik heb dat daarna voortgezet. En wat voor hem gold, gold ook voor mij: als topper stond je alleen. Niemand steunde me als ik tekeer ging op een ver gadering. Achter de schermen heb ik heel wat afgepraat met de KNSB over fi nanciële vergoedingen en dergelijke. Het zakgeld was en is 15 gulden per dag. Nou, daar kan je in Davos net een gebakkie voor kopen. De reisvergoeding van een kwartje de kilometer is natuurlijk ook veel te weinig. Is echt niks". Zo zelfverzekerd als Hein Vergeer in 1985 en 1986 oogde en schaatste, zo'n twijfelaar werd hij in de laatste twee jaar van zijn carrière. Hij lachte nog wel, maar meer en meer kreeg hij de grimas van een boer met kiespijn. Tijdens het we reldkampioenschap in 1987 in Heeren veen probeerde hij voor het eerst num mer 1 in eigen land te worden, maar Goelj^jev ("praat me niet over die drugs handelaar; die had al lang moeten opso demieteren") werd de nieuwe, luid beju belde held. Vergeer, die al zijn internatio nale titels op vreemde bodem bijeen In deze tijd van het jaar zitten de spreek kamers van artsen vol met snotterende, hoestende, grieperige mensen. Aangezien men gemiddeld wel drie of vier verkoud heden per jaar doormaakt is al het ziekte verzuim en doktersbezoek een dure ge schiedenis. En de wetenschap heeft er geen remedie tegen. Verkoudheden worden veroorzaakt door virussen. Honderden verschillende sóórten verkoudheidsvirussen zijn er de reden van dat we in een mensenleven nooit tegen alle verkoudheden bestand zullen raken. Doordat het er zo veel zijn is ook bijvoorbeeld inenting niet mogelijk. Waarom wordt iemand op een bepaald moment verkouden? Een verkoudheid kan nooit ontstaan zonder besmetting met een virus. Wel zijn we op bepaalde momenten waarschijnlijk meer bevatte lijk voor zo'n infectie. Misschien spelen afkoeling, vermoeidheid en spanningen een rol, en voor vrouwen ook het moment in de menstruele cyclus. Wat betreft de besmettelijkheid: ieder een weet dat die groot is. Niet alle virus sen worden overgebracht via de druppel tjes die bij het niezen efi hoesten ontstaan. Veel virussen worden juist via de handen overgebracht. Ter voorkoming daarvan is een na gebruik weggegooide pa pieren zakdoek dus aan te raden. Ander zijds blijkt de hand voor de mond bij het niezen juist een bron van besmetting. De verschijnselen van een verkoudheid hebben de neiging bovenin te beginnen en geleidelijk af te dalen. Ze beginnen met irritatie van neus en keel. Dan komt de loopneus, de verstopte neus, het niezen. Vaak zal de verkoudheid dan gaan afda len om achtereenvolgens keelpijn, hees heid en hoesten te veroorzaken. Zonder verwikkelingen duurt een verkoudheid een week, wat je er ook aan doet; de hoest zal vaak langer aanhouden. Iedereen heeft wel z'n eigen middeltjes tegen verkoudheid. Ook de tv-reclame prijst er vele aan. Toch is er nog steeds geen enkel middel dat verkoudheden echt kan voorkomen of (sneller) genezen; alle middeltjes werken alleen maar verlich tend. Heel misschien kunnen grote hoe veelheden vitamine C, op de allereerste dag genomen, de verkoudheid iets bekor ten. Het vervelende van verkoudheden is dat het meestal niet bij een virus blijft. Het virus beschadigt namelijk dé slijm vliezen van neus en luchtwegen en maakt ze daardoor gevoelig voor een infectie met de altijd aanwezige bacteriën. Hier door kunnen allerlei verwikkelingen ont staan die de verkoudheid veel langer la ten duren. De aanwezigheid van een bac terie blijkt bijna altijd aan het eind van een verkoudheid uit het dikker worden en geelgroen kleuren van het slijm dat uit de neus komt. Om maar bovenaan te beginnen: bij een verkoudheid doen altijd de neusbij- holten of sinussen mee. Dit zijn holtes in het bot, gelegen in bovenkaak en voor hoofd: de kaakholte en voorhoofdsholte. Deze holtes staan via nauwe gangetjes in verbinding met de neusholte. Ze zijn ook bekleed met slijmvlies, en dit doet mee met de verkoudheid. Dat kan een 'gevuld met watten'-gevoel in het gezicht geven. Door de zwelling van de slijmvliezen in de neus kunnen soms de afvoer gangetjes afgesloten raken, waardoor slijm en bac teriën zich in de holten ophopen. Dat doet pijn: pijn in voorhoofd enlof gezicht, die toeneemt bij vooroverbuigen. Uit de neus komt dik, geelgroen slijm. Er kan koorts bij zijn en men voelt zich behoorlijk ziek: een sinusitis. Om hiervan af te komen is stomen een goede bezigheid. Daarvoor vult men een bak met kokend water, gaat met een handdoek over het hoofd erboven hangen en ademt de stoom in. Alle toevoegingen aan het water, zoals menthol (schadelijk voor kleine kinderen!) en kamille zijn waarschijnlijk overbodig. Stomen heeft het meeste effect als het VEERTIENDAAGSE MEDISCHE RUBRIEK gecombineerd wordt met neusdruppels (of -spray) die de slijmvliezen laten slin ken: xylometazolinedruppels, ook wel be kend als het duurdere Otrivin. Daarbij is wel een waarschuwing op z'n plaats: je moet dit middel niet langer dan een week achtereen gebruiken. Bij gebruik af en toe kan het geen kwaad. Er zijn speciale verdunde druppels voor kinderen. Als dit alles niet werkt kan de dokter een anti biotica-kuur geven die vaak wonderen doet. Maar niet iedereen komt er zo mak kelijk van af. Heel soms is behandeling door een KNO-arts nodig. Een tweede verwikkeling komt bijna alleen bij kinderen voor: middenoor-ont steking. Tussen de neusholte en het mid denoor loopt aan beide kanten de buis van Eustachius. Het middenoor be vat de piepkleine gehoorbeentjes die het geluid van buiten naar het gehooror gaan geleiden. Het middenoor is door het trommelvlies van de buitenwereld afge sloten en staat daarmee dus alleen via de buis van Eustachius in verbinding. Een infectie in de neus kan zich via de buis van Eustachius naar het oor voortzetten. Als nu door de zwelling van het neus- slijmvlies ook deze afvoergang afgesloten raakt, ontstaat door ophoping van slijm en bacteriën een middenoorontsteking met echt heel hevige oorpijn, vaak met koorts. Doordat bij kinderen de buis nog erg nauw is, gebeurt dat bij hen veel eer der dan bij volwassenen. Vroeger werd bij een middenoorontste king altijd het oor 'doorgeprikt': daarbij wordt met een klein mesje soms onder verdoving, soms niet een gaatje in het trommelvlies gemaakt, zodat de pus naar buiten kan. De pijn is dan direct weg. Tegenwoordig wordt dat bijna niet meer gedaan. Over wat dan wèl de beste behandeling is zijn de geleerden het niet eens. Meestal geeft men tegenwoordig ook de neusdruppels die het neusslijmvlies laten slinken, zodat de buis weer open gaat en de pus kan wegvloeien. Oordrup pels hebben geen invloed, want ze berei ken het middenoor niet, maar pijnstillen de oordruppels kunnen wel helpen. Ook kunnen antibiotica worden gegeven. Soms zal bij een middenoorontsteking het oor uit zichzelf'doorbreken'. Dan ont staat vanzelf een gaatje in het trommel vlies, het middenoor ontlast zich naar buiten (het oor gaat 'lopen') en de pijn is plotseling weg. Dat is op zich niet erg: het trommelvlies herstelt zich in het alge meen vlot. Wel is controle nodig als het oor langer dan twee weken blijft lopen. Tot slot: een watje in het oor of een muts tegen de kou zal een middenoorontste king niet tegengaan: de ontsteking komt 'van binnen'. Tijdens de Olympische Winterspelen van Calgary in 1988 bleek Ver geer niet voor uit te branden. Deze foto toont de kampioen van weleer in de versukke ling. "Ik had pijn". (foto ANP) Hein Vergeer als regelneef, residerend in het deftige Haagse Statenkwartier: met zijn vlotte babbel worden deuren geopend die voor anderen gesloten blijven. reed, maakte een zuur toernooi door en verliet onder hoongelach de arena. "Dat ik werd uitgefloten door mijn eigen pu bliek heeft aan mij gevreten". Vorig seizoen deed de Haastrechter nog een desolate poging om de olympi sche titels, waarop hij al in 1985 zijn zin nen had gezet, te veroveren, maar de kampioen van weleer vertrok met stille trom uit Calgary. Pas de afgelopen zomer werd duidelijk waar het bij Hein Vergeer aan schortte. Geblesseerd Hij zegt daar zelf over: "Ik heb in novem ber 1986 bij een valpartij tijdens de trai ning mijn linkerbeen geblesseerd. Ik kwam toen erg ongelukkig op mijn heup terecht. Daarna hield ik pijn en schaatste ik niet meer lekker. Henk Gemser en an dere begeleiders zeiden dat de klachten niet van lichamelijke, maar van geestelij ke aard waren. Het, zat zogezegd tussen mijn oren. Maar Ted Troost riep toen meteen al dat ik me moest laten onder zoeken, omdat er wel degelijk iets niet in orde was met mijn been. Ik sloeg dat ad vies in de wind en ben doorgegaan, bang als ik was om afgeschilderd te worden als een zeikerdje". "In juni van het vorig jaar is na een on derzoek in een Haags ziekenhuis duide- (foto GPD) lijk geworden wat er aan de hand was. Ik bleek secundaire ader-insufficiëntie te hebben. In een ader zitten klepjes. Twee van die dingen bleken door die valpartij niet meer te werken. Daardoor functio neerde de bloedstuwing niet meer goed en werden mijn afvalstoffen niet meer af gevoerd. Het was dus niet voor niets dat- ik plotseling geen vijf kilometer meer kon rijden". "Helaas is dat te laat ontdekt. Was men er meteen achtergekomen, dan had die kwaal met medicijnen verholpen kun nen worden. Het is jammer, maar aan de andere kant ben ik blij dat men de oor zaak van mijn plotselinge achteruitgang ontdekt heeft. Ik was niet die zeurpiet waarvoor sommigen mij hielden. Ik zal Gemser niets verwijten, hoewel er in die tijd wel een verwijdering tussen ons is ontstaan. Zijn systeem was onaantast baar, maar hij zag niet in dat er werkelijk wat met mij aan de hand was. Ik vind dat hij, de medische begeleiding en ook ik zelf een inschattingsfout hebben ge maakt. De ploegleiding heeft nooit on derkend dat ik wel degelijk pijn had. He laas is dat niet gebeurd, waardoor ik vo rig jaar de anti-held werd die vergeefs op jacht was naar olympisch eremetaal. Het zij zo". Munt geslagen Vergeers loopbaan eindigde niet, zojals hij gewenst had, met olympisch kla tergoud. Op het zakelijke vlak daarente gen lijken zijn verlangens aardig uit te komen. Na het EK in Eskilstuna liet hjj zich bewust ontvallen dat hij mettertijd een baan in de public relations sfeer op het oog had. Hoewel dat er niet helemaal uitgekomen is, heeft Vergeer het naar ei gen zeggen erg naar z'n zin in zijn nieuwe functie. "Ik heb altijd gezegd dat ik munt wilde slaan uit mijn sportcarrière. Wat dat be treft zit ik anders in elkaar dan Yvonne van Gennip. Die is minder commercieel ingesteld dan ik. Bovendien kwamen de successen voor Yvonne totaal onver wacht. Zij was een in zichzelf gekeerd meisje dat in d'r eigen kringetje leefde. Plots viel de hele wereld over haar heen. Daar is ze van geschrokken. Ze zegt dat ze er geen plezier aan heeft beleefd. Maar dat komt nog wel. Je komt er pas achter wat al die titels en medailles werkelijk in houden als je gestopt bent. Dan ontdek je ook in welk eng wereldje en wat voor stress-situatie je al die jaren geleefd hebt. Het is een roes. Daarom heb ik het schaatsen nog geen seconde gemist. Er gaat nu een andere wereld voor me open die ik ook leuk vind". Vergeer zal binnenkort noodgedwon gen toch weer wat op (recreatief) sport gebied moeten gaan doen. Elke topspor ter moet na jarenlange trainingsarbeid en zware inspanningen geleidelijk af bouwen, om zijn lichaam te laten wen nen aan minder extreme omstandighe den. Van de ene op de andere dag stop pen met sport kan funest zijn. Te veel pijn "Soms voel ik 's avonds in bed mijn hart behoorlijk tekeer gaan. Maar door die problemen met mijn been heb ik nog weinig kunnen doen. Van de zomer had ik nog te veel pijn. Ik heb toen wel eens met wat jongens uit het dorp gefietst die ik er normaliter met een teen in mijn neus vanaf reed. Maar doordat die poot van me blokkeerde, moest ik ze zo laten gaan. Echt, ik kon niks. Ik heb onlangs wel aan squash gedaan, maar daarbij liep ik een schouderblessure op. Gelukkig kan ik goed zonder sport. Mijn vrouw zegt soms 's morgens vroeg tegen me dat ik een stukje moet gaan hardlopen. Ben je besodemieterd, antwoord ik dan. Ik moest jarenlang om zeven uur mijn bed uit om tien kilometer te gaan lopen. Ik ben veel te blij dat ik nu kan blijven lig gen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23