'In dit vak word je
dagelijks getild'
'lll
Gordijns raadselachtige realiteit
Muziekgroep Flairck bestaat tien jaar
'Boeing Boeing': gênante vertoning
t! - -
Steven Mayer: gedreven spel
MAANDAG 16 JANUARI 1989
PAGINA 27
De oogst van ruim tien jaar
Flairck is volgens
oprichter, gitarist en
componist Erik Visser
magerder dan algemeen
wordt verondersteld.
Zowel muzikaal als
commercieel gezien. De
onbetwiste voorman is
echter de laatste die daar
om zal treuren.
Integendeel, die
wetenschap is voor hem
alleen maar een stimulans
om er de komende jaren
nog harder aan te gaan
trekken. Zijn
doelstellingen daarbij zijn
duidelijk: op den duur een
als Hollands te herkennen
geluid, betere platen en
meer verdiend loon.
Vanavond komt Flairck op
de televisie aan bod in
'Flairck 10' (AVRO, 23.00
uur, Nederland 2). Onlangs
was de groep nog in de
I.eidse Schouwburg.
door
Louis Du Moulin
ROTTERDAM - Flairck lijkt sinds
haar bliksemstart in 1978 zeer veel
bewerkstelligd te hebben. Giganti
sche platenverkopen (aanvanke
lijk), volle zalen bij iedere theater-
toernee (nog steeds), concerten en
televisie-optredens over de hele
wereld, opzienbarende projecten
zoals met Georges Moustaki (in
1982) en met Mike Batt en Maggie
Reilly (in 1986). Wie in Nederland
kan dit het eigenzinnige kwartet
nazeggen? Erik Visser heeft geen
idee en is dan ook best een beetje
trots, maar plaatst tegelijkertijd bij
alle frappante wapenfeiten toch
opmerkelijk veel kanttekeningen.
Het artistieke avontuur is voor
hem altijd het uitgangspunt ge
weest. Om die reden heeft de in
middels 36-jarige groepsideoloog
bijvoorbeeld een broertje dood aan
de praktijken van collega's als Lau
rens van Rooyen en Berdien Sten-
berg, die in zijn ogen alle risico's
zorgvuldig vermijden. "Aardige
mensen, daar niet van, maar ze zijn
niet echt met muziek bezig. Waar
mee dan wel? Met zaken doen,
want ze verkopen keukenkalen
ders, reprodukties van mooie
kunstwerken".
Zo bekeken bezit Flairck natuur
lijk duidelijk een meerwaarde,
meent Erik Visser. Daar staat weer
tegenover dat de vaak van bezet-
ting gewijzigde groep in haar stre
ven naar originaliteit de plank
nogal eens heeft misgekleund. Wat
betreft het theaterbestaan denkt
hij daarbij aan de kakelbonte 'Bal
Masqué-tournee (met drie dansers,
duur decor) van vier jaar geleden.
"Er gebeurde toen zoveel op het
podium, dat niemand meer wist
waar hij naar kijken moest. We zijn
toen echt doorgeslagen. Daar is
ook wel weer een verklaring voor:
het is en blijft ontzettend moeilijk
om twee uur lang instrumentale
muziek over het voetlicht te bren
gen. Dat alleen is al snel saai, dus
ga je vanzelf op zoek naar visuele
omlijsting".
Niveau
De plaat, waar de 'inderdaad onbe
taalbare' concertreis aan was opge
hangen, was evenmin een succes.
"Althans, hij was moeilijk ver
koopbaar. Te wrang waarschijn
lijk. Ik vind echter nog steeds dat
we met 'Bal Masqué' het dichtst in
de buurt zijn gekomen van ons ide
aal: eigentijdse klassieke muziek".
Met de 'logische reactie' 'Sleight
Of Hand' het voorlaatste album
deed Flairck onder supervisie
van Mike Batt (vooral bekend als
componist van 'Lady Of The
Dawn' en 'Bright Eyes') een soort
toenaderingspoging. "Met ons vol
le verstand zijn we daar aan begon
nen. Vandaar dat we er ook zelf be
hoorlijk in hebben geïnvesteerd. In
de studio in Engeland voelde ik
echter al dat het niet goed liep. Wat
Mike Batt gewoon heeft gedaan is
aan de lopende band synthesizers
toevoegen aan onze muziek. Het
klinkt allemaal wel mooi en steekt
best goed in elkaar, maar er spatten
jjeen vonken af. Dat geldt trou
wens voor veel meer van onze el
pees. Op de een of andere manier
halen we op de plaat nog steeds
niet het niveau van onze concerten,
dat echt aanzienlijk hoger is. Hoe
gek 't ook klinkt, na tien albums
zijn we op dat punt nog steeds aan
het leren."
Identiteit
Over het onlangs verschenen
'Flairck 10' is Erik Visser redelijk
tevreden. Met dit jubileumalbum
zet het viertal (gecompleteerd door
violiste Sylvia Houtzager, fluitist
en tweede componist Peter
Weekers en bassist Stan Stolk) zich
in meerdere opzichten opnieuw af
tegen het recente verleden. Invloe
den van assisterende prominente
buitenstaanders zijn afwezig, als in
de beginjaren kan men met Erik
Visser weer spreken van een 'be
hoorlijk akoestische aangelegen
heid'.
Wat hem zelf vooral deugd doet
is te kunnen constateren dat
Flairck meer eigen identiteit dan
ooit uitstraalt. "Hoewel we al zo
lang bezig zijn, is de groep nog al
tijd niet daar, waar ik hem hebben
wil. In feite zijn we op zoek naar
een soort geluid, waarmee je je on
middellijk onderscheidt en waar
uit ook meteen valt op te maken
waar je vandaan komt".
In die zin heeft het hem goed be
kende U2 in zijn 'woonland' Ier
land is hij regelmatig met deze
band in contact gekomen voor
Flairck een voorbeeldfunctie.
"Aan die jongens hoor je tussen al
les door toch direct dat ze uit Ier
land komen. Knap hoor, als je op
25-jarige leeftijd al zover bent. Aan
de andere kant hebben ze daar na
tuurlijk zo'n schat aan volksmu
ziek, waar ze op terug kunnen val
len. Wat hebben wij hier? Niets".
"Ons vertrekpunt werd gevormd
door onze klassieke studies. Van
daar uit zijn we muzikale journalis
tiek gaan bedrijven en zodoende is
een soort samenraapsel ontstaan.
Met de ene keer een tango hier en
dan weer een wals daar. Ik moet
eerlijk toegeven dat ik lange tijd
heb gedacht dat we hiermee voor
typisch Nederlands konden door
gaan. Volgens de filosofie, dat dit
land altijd een centrum van allerlei
culturele invloeden uit Engeland,
Duitsland, Frankrijk, Amerika, en
zovoort, enzovoort is geweest. Te
genwoordig geloof ik daar niet
meer zo in. Er moet toch een echt
Nederlands geluid wie weet
heeft het wel iets met klompen te
maken zijn en in Flairck moet
dat te horen zijn. Zover zijn we nog
niet, vrees ik. Wie nu op ons stuit,
denkt eerder dat we uit Roemenië
komen".
Getild
Flairck kan die veronderstelling
weer eens op waarheid toetsen.
Want, na afloop van de huidige the-
atertoernee vliegt het viertal ("We
hebben het nog nooit zolang in een
bezetting uitgehouden als nu. Al
bijna driejaar".) opnieuw uit. Eerst
naar Griekenland, vervolgens naar
Japan, Australië en Amerika. Der
gelijke excursies, die al sinds de in
ternationale jubel rond het de
buutalbum 'Variaties op een dame'
worden ondernomen, zijn uiter
aard interessant, maar dan vooral
uit persoonlijk en artistiek oog
punt.
Zakelijk is Flairck er nog maar
weinig mee opgeschoten. Niet in
de laatste plaats omdat telkens
weer een bittere strijd om de royal
ties geleverd blijkt te moeten wor
den. Zo is er de 'affaire-Moustaki',
naar aanleiding van het album dat
met de bebaarde troubadour werd
opgenomen'. De co-produktie ver
kocht in Frankrijk redelijk (onge
veer 60.000 stuks), maar de Neder
landse medewerkers zagen nooit
een cent van de opbrengst. "In dit
vak word je, als je over de grens
komt, gewoon dagelijks getild.
Omdat het overal een grote chaos
is. Denk je wat verdiend te hebben,
dan gaat je uitgeverij ineens fail
liet. Zogenaamd, dat soort trucs
maak je echt om de haverklap mee.
Je kunt ze misschien voorkomen
door tegen een heel hoog percenta
ge een dure uitgever in dienst te ne
men. Die kan dan uitrekenen, wat
je vervolgens nog niet krijgt".
Dergelijke schade en schande
Flairck in actie
hebben Flairck wel geleerd dat het
verstandiger is om per land een
platencontract af te sluiten. Van
daar de breuk met EMI, dat na
Polydor tonnen in de groep had
geïnvesteerd. "Over gebrek aan
vertrouwen bij die grote concerns
hebben we nooit te klagen gehad.
Dat zegt natuurlijk wel iets. Het is
er alleen nooit uitgekomen.
'Sleight Of Hand' was echt opgezet
als een project voor de hele wereld.
Maar wat gebeurt er dan? In Neder
land wordt de plaat niet opgepakt
en dat is dan bij die dinosaurussen
ook dodelijk voor alle buitenlandse
vestigingen. Dat er zo een kostbare
investering verloren gaat doet er
voor zo'n bedrijf kennelijk niet toe.
Bij EMI in Engeland liggen nog
duizenden geperste exemplaren,
waar waarschijnlijk nooit meer iets
mee gebeurt. Wij kunnen zelfs niet
eens meer bij de banden komen,
omdat de opnamen in opdracht
van de maatschappij zijn ge
maakt," zegt Erik Visser.
"Met Star Records, onze nieuwe
maatschappij, hebben we nu alleen
een contract voor de Benelux ge
sloten. Dat stelt ons in»staat om el
ders zelf de boer op te kunnen
gaan. Het ziet er naar uit dat in
Australië die aanpak meteen
vruchten gaat afwerpen".
Ongein bij Toneelgroep Amsterdam
'Boeing Boeing' van Mare Camoletti door
de Toneelgroep Amsterdam. Vertaling: Ro
bert Bogaerts Co. Decor: Pair) Gallis.
Kostuums: Tinelou van der Elsken. Regie:
Sam Bogaerts. Gezien in de Stadsschouw
burg in Utrecht op 14 januari.
UTRECHT John Lanting
stopt met het theater van de
Lach en Sam Bogaerts begint er
ermee. Het verschil is alleen dat
Lanting een doorgewinterde
vakman is, die weet waarom
mensen moeten lachen, die weet
hoe je een effect moet opbou
wen, en die ook weet hoe je van
een eenmaal bereikt resultaat
moet profiteren. Over de waarde
van zijn voorstellingen kan men
van mening verschillen, maar
zijn professionele aanpak staat
buiten kijf.
In 'Boeing Boeing' door de To
neelgroep Amsterdam kan men
met enige bewondering kijken
naar Annet Nieuwenhuijzen, die
als 'de meid' tracht te redden wat
er te redden valt, en naar het de
cor dat ingenieus doch zinloos
deint en kantelt als de stoomboot
van Sinterklaas. Waarom alle
deuren in dat decor constant met
een harde beng dichtgeknald
moeten worden, blijft één van de
vele raadsels in deze door Bo
gaerts geregisseerde voorstel
ling, waaraan verder elk profes
sionalisme vreemd is. Iemand
die met enige recht als 'beroeps
acteur' aangeduid kan worden,
valt er naast Nieuwenhuzen bo
vendien niet te ontdekken, noch
in de spelprestaties, noch in de
technische realisatie daarvan.
Zelfs op de tiende rij was vóór de
pauze de helft onverstaanbaar;
na de pauze trok dat bij, maar
toen werd des te sterker merk
baar dat vrijwel niemand ook
maar enig idee had wat er met
een komedietekst gedaan kan
worden. Een dieptepunt wordt
bereikt, als men onder zulke om
standigheden probeert de eigen
lolligheid te vergroten met ou
bollige aanpassingen van de
tekst.
Het resultaat is geen humor
meer, zelfs geen kluchtwerk a la
André van Duijn, want die weet
„het altijd wel heel professioneel
te brengen, maar puur dilettan
tistische ongein, schuifdeurenlol
die met hart en ziel aan het thea
ter verknochte criticus het
plaatsvervangend schaamrood
naar de wangen jaagt. Toegege-
ven: 'Boeing Boeing' is ouder
wets en achterhaald. We zijn in
middels meer gewend dan de si
tuatiehumor van de man die drie
stewardessen tegelijk als minna
res heeft (de tekst spreekt nog
keurig over 'verloofde') en die in
de problemen komt als hun
dienstroosters opeens gewijzigd
worden. In het theater van de
Lach-circuit kan zo'n stuk nog
steeds goede diensten bewijzen,
maar wat de toneelgroep Am
sterdam erin zag, is mij een raad
sel.
Bovendien is lichtvoetig en flit
send spel bij zo'n stuk (komedie
of klucht?) een eerste vereiste en
het ontbreken daarvan wreekt
zich op genante wijze. Aan het
tempo was nog wel gewerkt,
maar het gevoel van timing ging
niet verder dan het op het juiste
moment opengooien van deuren.
De vlakke tekstbehandeling liet
talloze mogelijkheden onbenut
en in plaats daarvan kwam een
vreemd amalgaam van pseudo-
koddige gebaren, loopjes en op
gewonden gedoe dat in de verte
wel aan het Theater van de Lach
deed denken, maar dat door een
verkeerde plaatsing of dosering
dikwijls volkomen in de lucht
bleef hangen.
Behalve de (zinloze) bewegingen
van het decor scheen ook de aan
kleding van de drie stewardes
sen met de geprononceerde figu
ren en de haardracht van pin-ups
uit de jaren vijftig te suggereren
dat Bogaerts met deze voorstel-
tffe'IH 1 li
RlSp§;.
AJSH^sU
Mr flH&jËHHBjH»
I f
9
Kees Hulst en Arlette Weygers in 'Boeing Boeing', (foto Kees de Graaft)
ling een bedoeling had. Het had
iets van een parodie op het ama
teurtoneel, maar dan een slechte
parodie, omdat het spel van de
ware amateur altijd nog enthou
siasme uitstraalt. 'Amateur' bete
kent op de eerste plaats 'liefheb
ber', maar bij de Toneelgroep
Amsterdam krijg ik soms het ge
voel dat de liefde voor het theater
daar volledig ontbreekt.
De conclusie is simpel: als
mand niet van (een
vorm van) theater houdt en ook
niet in staat is tot een professio
nele aanpak, moet hij iets anders
gaan doen. Zo snel mogelijk.
Dan kunnen de subsidiegelden
aan betere doeleinden besteed
worden (bijvoorbeeld aan het
amateurtoneel). Voorstelling in
Leiden: 1 februari.
PAUL KORENHOF.
Herman Gordijn: Hoer met cyclamen.
'Herman Gordijn', met een voorwoord van
Gerrit Komrij. Teksten van Dick Adelaar,
Michiel Roding, Judith Herzberg en Joseph
LEIDEN De schilder en grafi
cus Herman Gordijn (geboren
1932) schept in zijn werk een illu
sie van werkelijkheid, die velen
er toe bracht hem als een 'Nieu
we Realist' te bestempelen.
Daarmee gaat men echter voor
bij aan de geabstraheerde en ge
accentueerde elementen in het
werk van deze kunstenaar, die de
werkelijkheidsillusie weliswaar
niet verstoren, maar wel een ge
heel eigen lading geven.
De toeschouwer zal mogelijk
door enige huiver bevangen wor
den, wanneer hij voor de eerste
keer wordt geconfronteerd met
de groteske en monumentale fi
guren, die in het werk van Her
man Gordijn domineren. Toch
zal bij nadere beschouwing me
nigeen geraakt worden door het
bizarre, het raadselachtige en het
paradoxale karakter van zijn
kunst.
De volumineuze vrouw van
het doek 'Hoer met cyclamen II'
is zo'n typische gestalte van Her
man Gordijn. Zij lijkt te getuigen
van een ongenadig cynisme, dat
echter bevreemdend werkt wan
neer het oog de pot met cycla
men heeft bereikt. De huiselijk
heid die daaruit spreekt, zet de
toeschouwer voor een raadsel.
Op de achtergrond zien we een
muurtje, een trottoirrand, een
putje; alles is zo realistisch weer
gegeven, in felle, maar warme
kleuren en gehuld in een licht
val, die het groteske van deze
vrouw nog meer benadrukt. Met
dit realisme wordt een schijn van
werkelijkheid gecreëerd, die
haar wezenlijke geheimen echter
niet prijs geeft, terwijl men in
eerste instantie geneigd is te den
ken dat deze realiteit zich ge
makkelijk laat vangen.
Met de overzichtstentoonstel
ling van Herman Gordijns werk
in het Arnhems Gemeentemuse
um en het daarbij verschenen
boek 'Herman Gordijn' wordt
het publiek in de gelegenheid ge
steld om een indruk te krijgen
van het opmerkelijke werk van
deze kunstenaar.
Het boek is voorzien van talrij
ke illustraties, waarvan een groot
deel in kleur. Gerrit Komrij
schreef het voorwoord, waarin
hij uiteenzet dat taal eenvoudig
tekort schiet, wanneer het gaat
om kunstkritiek en dat gaat in
het bijzonder op voor het raad
selachtige werk van Herman
Gordijn. Twee artikelen behan
delen de schilderijen en het gra
fisch werk van de kunstenaar.
Erg boeiend is het artikel over
Gordijns kijk op mensen. De
kunstenaar heeft gedurende zijn
loopbaan een aantal favoriete
modellen gehad, die elk in een
bepaalde periode veelvuldig ge
portretteerd zijn. In het laatste
artikel wordt ingegaan op de in
vloed van de woonplaatsen en -
ruimten van de kunstenaar op
zijn werk. Hierin komen ook tal
van biografische gegevens aan
de orde.
Het is een prettig leesbaar en
aardig vormgegeven boek ge
worden, dat de lezer veel en ge
varieerde informatie verschaft.
Wie echter toch nog meer wil we
ten en bovendien het werk van
Herman Gordijn in werkelijk
heid wil zien, kan tot 12 februari
terecht in het Arnhems Gemeen
temuseum.
LISETTE OOMEN
K&O Koffieconcert door de pianist Steven
Mayer m.m.v. het Mirecourt Strijkkwartet.
Gehoord 15 ianuari in de Stadsgehoorzaal.
LEIDEN - Wat een feest gister
middag in de foyer van de Stads
gehoorzaal. Heel muziekmin-
nend Leiden had dit mee moeten
vieren, met zo'n fastastische pia
nist als Steven Mayer.
De jonge kunstenaar begroette
laconiek en wat verbaasd kij
kend de bomvolle foyer, zette
zich snel achter het klavier en be
gon met een hemelse blik op on
eindig het Mozart Rondo in a
kleine terts te spelen: was hier
een tweede Horowitz opgestaan
of toch gewoon een leerling van
de vermaarde romanticus Leon
Fleischer? Tussen de interpreta
tie van Mayer en Ronald Brau-
tigam, die dit Rondo onlangs óók
speelde in de kapelzaal van K
&0, ligt een wereld van verschil
en aanvankelijk wist ik door
mijn verbazing niet eens of deze
uitvoering mooier of knapper
Maar het is bijna onmogelijk om
je niet te laten meeslepen door
zulk gedreven en lyrisch spel,
wat zich pas echt ontlaadde in
'klavierstück' opus 79 van Carl
Maria von Weber. Een werk ge
schreven voor piano en orkest,
maar omgewerkt door Mayer zelf
voor piano solo. Een gigantisch
moeilijk stuk, zó virtuoos en
beeldend, met zoveel souplesse
vertolkt, dat je bijna niet kan ge
loven dat een mens tot zoveel
schoons in staat is. Adembene
mend vuurwerk naast vederlich
te staccato's, naast ongelooflijk
markant 'slagwerk' in een com
positie waarin het eind als 't ware
steeds wordt uitgesteld en waar
elke 'slotfase' weer een nieuwe
verrassing brengt.
En na wat elegante vluchtige
buigingkjes voor het overdonde
rend applaus, weer snel achter
zijn instrument om zich nu te
wijden aan Chopin in de 'Andan
te Spianato Grande Polonaise
Brillante' opus 22. Ook dit speel
de Mayer weer met de grootste
spiritualiteit en een niet aflaten
de concentratie.
Zo op de voorgrond aanwezig
voor de pauze, zo dienstbaar en
ondersteunend stelde Mayer
zich op na'de pauze. In het piano
kwartet opus 44 van Robert
Schumann gaf hij het Mirecourt
strijkkwartt alle ruimte om zich
uit te leven, al bleef zijn spel sub
tiel en veelzeggend aanwezig.
Heel indringend en bijna tra
gisch werd het tweede deel 'in
modo d'una marcie' vertolkt,
waarin de eerste violiste soms
iets te voorzichtig inzette, weer
krachtig en zelfverzekerd verbe
terd door de altviool. Het laatste
deel, het 'allegro ma non troppo'
met zijn prachtige overgangen
van fèl en agressief strijkgeweld
naar meer ingetogen en introvert
legato spel, vormde een stralend
slot van dit concert. Met zijn ve
derlichte, jazzy toegift toonde
Mayer zich in alle opzichten een
onvergelijkbaar wonderkind.
LIDY VAN DER SPEK
Holland Festival beperkt verder
AMSTERDAM (GPD) - Zoals het
er nu naar uitziet, komt er dit jaar
een uiterst mager Holland Festival.
Volgens bestuursvoorzitter Frits
Becht is er echter geen sprake van
dat het Holland Festival failliet is.
"Het wordt allemaal misschien wel
iets beperkter van omvang dan je
van een festival met internationale
allure mag verwachten, maar er is
geen enkele reden om te veronder
stellen dat het niet door zou gaan".
De schuld bedraagt momenteel cir
ca vier miljoen gulden. "Omdat we
verplicht zijn die schuld af te los
sen, is er minder geld beschikbaar
voor activiteiten". Geruchten dat
WVC de eis heeft gesteld dat zijn
jaarlijkse subsidie van 1,2 miljoen
gulden uitsluitend wordt gebruikt
om de schulden af te lossen, zijn
volgens Becht "pertinent onjuist".
Dat de financiële situatie van het
Holland Festival zorgwekkend is,
ontkent Becht niet. "Om die reden
hebben we twee verschillende bu
reaus ingeschakeld om de struc
tuur van onze organisatie eens
zorgvuldig door te lichten. We heb
ben ze bij voorbeeld gevraagd te
kijken hoe festivals in het buiten
land zijn georganiseerd. Moet je
vaste publiciteitsmensen in dienst
hebben of kun je die beter ad hoe
aanstellen? Hoeveel risico kun je
nemen als je zover vantevoren
moet plannen? Op dat soort vragen
willen we graag eens antwoord
hebben".
In een brief aan het festivalbe-
stuur van 27 december vorig jaar
heeft minister Brinkman aange
drongen op een dergelijk onder
zoek. Volgens een woordvoerster
van het ministerie wacht WVC
eerst de uitkomst van het onder
zoek af voor er verdere stappen
worden ondernomen. Hangende
het onderzoek blijven de subsidie
gelden gereserveerd. "Maar ze kun
nen wel gewoon doorgaan met hun
planning, dat klopt. Het is niet
goed denkbaar dat er straks geen
Holland Festival meer zou zijn.
Maar nogmaals, we wachten eerst
dat onderzoek af'. Vermoed wordt
dat het onderzoek begin februari is
afgerond.
AMSTERDAM Dankbaar en geemotioneerd drukte de zieke dirigent
Hans Vonk (links) gisteravond in het Amsterdamse VU-ziekenhuis de
hand van violist Jaap van Zweden. Samen met leden van het Residentie
Orkest bracht de violist een muzikaal eerbetoon aan de door een zeldzame
ziekte getroffen dirigent van het R.O. De ziekte van Hans Vonk gaat ge
paard met verlammingsverschijnselen. Herstel is volgens de artsen moge
lijk, wanneer de patiënt gedurende een lange periode volstrekte rust in
acht neemt. <f0to anp>
Jaarlijkse Nationale Dansdag
AMSTELVEEN (ANP) - Meer dan
tien dansgroepen uit alle delen van
het land hebben gisteren in Am
stelveen in het kader van de natio
nale dansdag hun kunnen laten
zien. De bedoeling van de dansdag
was grotere belangstelling bij het
publiek te wekken voor de dans,
die, op de grote gezelschappen als
Nationale Ballet en Nederlands
Danstheater na, vaak met grote
moeilijkheden te kampen hebben
in de strijd om te overleven.
Op de dansdag traden op: Intro-
dans, Djazzex, Reflex, Dansers
Collectief, Scapino Educatief,
Dansproduktie, Penta Theater, De
Nieuwe Danserije, Danstheater
Arena, D-3, Pandora en Shusaku
and Dormu. Ter afsluiting werd
een forumbijeenkomst gehouden,
waarbij onder meer de problemati
sche positie van dansgroepen aan
de orde kwam.
Tijdens de dansdag werd bekend
gemaakt dat het in de bedoeling
ligt de Nationale Dansdag in het
vervolg elk jaar in een andere pro
vincie te houden.