'In dit vak word je dagelijks getild' 'lll Gordijns raadselachtige realiteit Muziekgroep Flairck bestaat tien jaar 'Boeing Boeing': gênante vertoning t! - - Steven Mayer: gedreven spel MAANDAG 16 JANUARI 1989 PAGINA 27 De oogst van ruim tien jaar Flairck is volgens oprichter, gitarist en componist Erik Visser magerder dan algemeen wordt verondersteld. Zowel muzikaal als commercieel gezien. De onbetwiste voorman is echter de laatste die daar om zal treuren. Integendeel, die wetenschap is voor hem alleen maar een stimulans om er de komende jaren nog harder aan te gaan trekken. Zijn doelstellingen daarbij zijn duidelijk: op den duur een als Hollands te herkennen geluid, betere platen en meer verdiend loon. Vanavond komt Flairck op de televisie aan bod in 'Flairck 10' (AVRO, 23.00 uur, Nederland 2). Onlangs was de groep nog in de I.eidse Schouwburg. door Louis Du Moulin ROTTERDAM - Flairck lijkt sinds haar bliksemstart in 1978 zeer veel bewerkstelligd te hebben. Giganti sche platenverkopen (aanvanke lijk), volle zalen bij iedere theater- toernee (nog steeds), concerten en televisie-optredens over de hele wereld, opzienbarende projecten zoals met Georges Moustaki (in 1982) en met Mike Batt en Maggie Reilly (in 1986). Wie in Nederland kan dit het eigenzinnige kwartet nazeggen? Erik Visser heeft geen idee en is dan ook best een beetje trots, maar plaatst tegelijkertijd bij alle frappante wapenfeiten toch opmerkelijk veel kanttekeningen. Het artistieke avontuur is voor hem altijd het uitgangspunt ge weest. Om die reden heeft de in middels 36-jarige groepsideoloog bijvoorbeeld een broertje dood aan de praktijken van collega's als Lau rens van Rooyen en Berdien Sten- berg, die in zijn ogen alle risico's zorgvuldig vermijden. "Aardige mensen, daar niet van, maar ze zijn niet echt met muziek bezig. Waar mee dan wel? Met zaken doen, want ze verkopen keukenkalen ders, reprodukties van mooie kunstwerken". Zo bekeken bezit Flairck natuur lijk duidelijk een meerwaarde, meent Erik Visser. Daar staat weer tegenover dat de vaak van bezet- ting gewijzigde groep in haar stre ven naar originaliteit de plank nogal eens heeft misgekleund. Wat betreft het theaterbestaan denkt hij daarbij aan de kakelbonte 'Bal Masqué-tournee (met drie dansers, duur decor) van vier jaar geleden. "Er gebeurde toen zoveel op het podium, dat niemand meer wist waar hij naar kijken moest. We zijn toen echt doorgeslagen. Daar is ook wel weer een verklaring voor: het is en blijft ontzettend moeilijk om twee uur lang instrumentale muziek over het voetlicht te bren gen. Dat alleen is al snel saai, dus ga je vanzelf op zoek naar visuele omlijsting". Niveau De plaat, waar de 'inderdaad onbe taalbare' concertreis aan was opge hangen, was evenmin een succes. "Althans, hij was moeilijk ver koopbaar. Te wrang waarschijn lijk. Ik vind echter nog steeds dat we met 'Bal Masqué' het dichtst in de buurt zijn gekomen van ons ide aal: eigentijdse klassieke muziek". Met de 'logische reactie' 'Sleight Of Hand' het voorlaatste album deed Flairck onder supervisie van Mike Batt (vooral bekend als componist van 'Lady Of The Dawn' en 'Bright Eyes') een soort toenaderingspoging. "Met ons vol le verstand zijn we daar aan begon nen. Vandaar dat we er ook zelf be hoorlijk in hebben geïnvesteerd. In de studio in Engeland voelde ik echter al dat het niet goed liep. Wat Mike Batt gewoon heeft gedaan is aan de lopende band synthesizers toevoegen aan onze muziek. Het klinkt allemaal wel mooi en steekt best goed in elkaar, maar er spatten jjeen vonken af. Dat geldt trou wens voor veel meer van onze el pees. Op de een of andere manier halen we op de plaat nog steeds niet het niveau van onze concerten, dat echt aanzienlijk hoger is. Hoe gek 't ook klinkt, na tien albums zijn we op dat punt nog steeds aan het leren." Identiteit Over het onlangs verschenen 'Flairck 10' is Erik Visser redelijk tevreden. Met dit jubileumalbum zet het viertal (gecompleteerd door violiste Sylvia Houtzager, fluitist en tweede componist Peter Weekers en bassist Stan Stolk) zich in meerdere opzichten opnieuw af tegen het recente verleden. Invloe den van assisterende prominente buitenstaanders zijn afwezig, als in de beginjaren kan men met Erik Visser weer spreken van een 'be hoorlijk akoestische aangelegen heid'. Wat hem zelf vooral deugd doet is te kunnen constateren dat Flairck meer eigen identiteit dan ooit uitstraalt. "Hoewel we al zo lang bezig zijn, is de groep nog al tijd niet daar, waar ik hem hebben wil. In feite zijn we op zoek naar een soort geluid, waarmee je je on middellijk onderscheidt en waar uit ook meteen valt op te maken waar je vandaan komt". In die zin heeft het hem goed be kende U2 in zijn 'woonland' Ier land is hij regelmatig met deze band in contact gekomen voor Flairck een voorbeeldfunctie. "Aan die jongens hoor je tussen al les door toch direct dat ze uit Ier land komen. Knap hoor, als je op 25-jarige leeftijd al zover bent. Aan de andere kant hebben ze daar na tuurlijk zo'n schat aan volksmu ziek, waar ze op terug kunnen val len. Wat hebben wij hier? Niets". "Ons vertrekpunt werd gevormd door onze klassieke studies. Van daar uit zijn we muzikale journalis tiek gaan bedrijven en zodoende is een soort samenraapsel ontstaan. Met de ene keer een tango hier en dan weer een wals daar. Ik moet eerlijk toegeven dat ik lange tijd heb gedacht dat we hiermee voor typisch Nederlands konden door gaan. Volgens de filosofie, dat dit land altijd een centrum van allerlei culturele invloeden uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, Amerika, en zovoort, enzovoort is geweest. Te genwoordig geloof ik daar niet meer zo in. Er moet toch een echt Nederlands geluid wie weet heeft het wel iets met klompen te maken zijn en in Flairck moet dat te horen zijn. Zover zijn we nog niet, vrees ik. Wie nu op ons stuit, denkt eerder dat we uit Roemenië komen". Getild Flairck kan die veronderstelling weer eens op waarheid toetsen. Want, na afloop van de huidige the- atertoernee vliegt het viertal ("We hebben het nog nooit zolang in een bezetting uitgehouden als nu. Al bijna driejaar".) opnieuw uit. Eerst naar Griekenland, vervolgens naar Japan, Australië en Amerika. Der gelijke excursies, die al sinds de in ternationale jubel rond het de buutalbum 'Variaties op een dame' worden ondernomen, zijn uiter aard interessant, maar dan vooral uit persoonlijk en artistiek oog punt. Zakelijk is Flairck er nog maar weinig mee opgeschoten. Niet in de laatste plaats omdat telkens weer een bittere strijd om de royal ties geleverd blijkt te moeten wor den. Zo is er de 'affaire-Moustaki', naar aanleiding van het album dat met de bebaarde troubadour werd opgenomen'. De co-produktie ver kocht in Frankrijk redelijk (onge veer 60.000 stuks), maar de Neder landse medewerkers zagen nooit een cent van de opbrengst. "In dit vak word je, als je over de grens komt, gewoon dagelijks getild. Omdat het overal een grote chaos is. Denk je wat verdiend te hebben, dan gaat je uitgeverij ineens fail liet. Zogenaamd, dat soort trucs maak je echt om de haverklap mee. Je kunt ze misschien voorkomen door tegen een heel hoog percenta ge een dure uitgever in dienst te ne men. Die kan dan uitrekenen, wat je vervolgens nog niet krijgt". Dergelijke schade en schande Flairck in actie hebben Flairck wel geleerd dat het verstandiger is om per land een platencontract af te sluiten. Van daar de breuk met EMI, dat na Polydor tonnen in de groep had geïnvesteerd. "Over gebrek aan vertrouwen bij die grote concerns hebben we nooit te klagen gehad. Dat zegt natuurlijk wel iets. Het is er alleen nooit uitgekomen. 'Sleight Of Hand' was echt opgezet als een project voor de hele wereld. Maar wat gebeurt er dan? In Neder land wordt de plaat niet opgepakt en dat is dan bij die dinosaurussen ook dodelijk voor alle buitenlandse vestigingen. Dat er zo een kostbare investering verloren gaat doet er voor zo'n bedrijf kennelijk niet toe. Bij EMI in Engeland liggen nog duizenden geperste exemplaren, waar waarschijnlijk nooit meer iets mee gebeurt. Wij kunnen zelfs niet eens meer bij de banden komen, omdat de opnamen in opdracht van de maatschappij zijn ge maakt," zegt Erik Visser. "Met Star Records, onze nieuwe maatschappij, hebben we nu alleen een contract voor de Benelux ge sloten. Dat stelt ons in»staat om el ders zelf de boer op te kunnen gaan. Het ziet er naar uit dat in Australië die aanpak meteen vruchten gaat afwerpen". Ongein bij Toneelgroep Amsterdam 'Boeing Boeing' van Mare Camoletti door de Toneelgroep Amsterdam. Vertaling: Ro bert Bogaerts Co. Decor: Pair) Gallis. Kostuums: Tinelou van der Elsken. Regie: Sam Bogaerts. Gezien in de Stadsschouw burg in Utrecht op 14 januari. UTRECHT John Lanting stopt met het theater van de Lach en Sam Bogaerts begint er ermee. Het verschil is alleen dat Lanting een doorgewinterde vakman is, die weet waarom mensen moeten lachen, die weet hoe je een effect moet opbou wen, en die ook weet hoe je van een eenmaal bereikt resultaat moet profiteren. Over de waarde van zijn voorstellingen kan men van mening verschillen, maar zijn professionele aanpak staat buiten kijf. In 'Boeing Boeing' door de To neelgroep Amsterdam kan men met enige bewondering kijken naar Annet Nieuwenhuijzen, die als 'de meid' tracht te redden wat er te redden valt, en naar het de cor dat ingenieus doch zinloos deint en kantelt als de stoomboot van Sinterklaas. Waarom alle deuren in dat decor constant met een harde beng dichtgeknald moeten worden, blijft één van de vele raadsels in deze door Bo gaerts geregisseerde voorstel ling, waaraan verder elk profes sionalisme vreemd is. Iemand die met enige recht als 'beroeps acteur' aangeduid kan worden, valt er naast Nieuwenhuzen bo vendien niet te ontdekken, noch in de spelprestaties, noch in de technische realisatie daarvan. Zelfs op de tiende rij was vóór de pauze de helft onverstaanbaar; na de pauze trok dat bij, maar toen werd des te sterker merk baar dat vrijwel niemand ook maar enig idee had wat er met een komedietekst gedaan kan worden. Een dieptepunt wordt bereikt, als men onder zulke om standigheden probeert de eigen lolligheid te vergroten met ou bollige aanpassingen van de tekst. Het resultaat is geen humor meer, zelfs geen kluchtwerk a la André van Duijn, want die weet „het altijd wel heel professioneel te brengen, maar puur dilettan tistische ongein, schuifdeurenlol die met hart en ziel aan het thea ter verknochte criticus het plaatsvervangend schaamrood naar de wangen jaagt. Toegege- ven: 'Boeing Boeing' is ouder wets en achterhaald. We zijn in middels meer gewend dan de si tuatiehumor van de man die drie stewardessen tegelijk als minna res heeft (de tekst spreekt nog keurig over 'verloofde') en die in de problemen komt als hun dienstroosters opeens gewijzigd worden. In het theater van de Lach-circuit kan zo'n stuk nog steeds goede diensten bewijzen, maar wat de toneelgroep Am sterdam erin zag, is mij een raad sel. Bovendien is lichtvoetig en flit send spel bij zo'n stuk (komedie of klucht?) een eerste vereiste en het ontbreken daarvan wreekt zich op genante wijze. Aan het tempo was nog wel gewerkt, maar het gevoel van timing ging niet verder dan het op het juiste moment opengooien van deuren. De vlakke tekstbehandeling liet talloze mogelijkheden onbenut en in plaats daarvan kwam een vreemd amalgaam van pseudo- koddige gebaren, loopjes en op gewonden gedoe dat in de verte wel aan het Theater van de Lach deed denken, maar dat door een verkeerde plaatsing of dosering dikwijls volkomen in de lucht bleef hangen. Behalve de (zinloze) bewegingen van het decor scheen ook de aan kleding van de drie stewardes sen met de geprononceerde figu ren en de haardracht van pin-ups uit de jaren vijftig te suggereren dat Bogaerts met deze voorstel- tffe'IH 1 li RlSp§;. AJSH^sU Mr flH&jËHHBjH» I f 9 Kees Hulst en Arlette Weygers in 'Boeing Boeing', (foto Kees de Graaft) ling een bedoeling had. Het had iets van een parodie op het ama teurtoneel, maar dan een slechte parodie, omdat het spel van de ware amateur altijd nog enthou siasme uitstraalt. 'Amateur' bete kent op de eerste plaats 'liefheb ber', maar bij de Toneelgroep Amsterdam krijg ik soms het ge voel dat de liefde voor het theater daar volledig ontbreekt. De conclusie is simpel: als mand niet van (een vorm van) theater houdt en ook niet in staat is tot een professio nele aanpak, moet hij iets anders gaan doen. Zo snel mogelijk. Dan kunnen de subsidiegelden aan betere doeleinden besteed worden (bijvoorbeeld aan het amateurtoneel). Voorstelling in Leiden: 1 februari. PAUL KORENHOF. Herman Gordijn: Hoer met cyclamen. 'Herman Gordijn', met een voorwoord van Gerrit Komrij. Teksten van Dick Adelaar, Michiel Roding, Judith Herzberg en Joseph LEIDEN De schilder en grafi cus Herman Gordijn (geboren 1932) schept in zijn werk een illu sie van werkelijkheid, die velen er toe bracht hem als een 'Nieu we Realist' te bestempelen. Daarmee gaat men echter voor bij aan de geabstraheerde en ge accentueerde elementen in het werk van deze kunstenaar, die de werkelijkheidsillusie weliswaar niet verstoren, maar wel een ge heel eigen lading geven. De toeschouwer zal mogelijk door enige huiver bevangen wor den, wanneer hij voor de eerste keer wordt geconfronteerd met de groteske en monumentale fi guren, die in het werk van Her man Gordijn domineren. Toch zal bij nadere beschouwing me nigeen geraakt worden door het bizarre, het raadselachtige en het paradoxale karakter van zijn kunst. De volumineuze vrouw van het doek 'Hoer met cyclamen II' is zo'n typische gestalte van Her man Gordijn. Zij lijkt te getuigen van een ongenadig cynisme, dat echter bevreemdend werkt wan neer het oog de pot met cycla men heeft bereikt. De huiselijk heid die daaruit spreekt, zet de toeschouwer voor een raadsel. Op de achtergrond zien we een muurtje, een trottoirrand, een putje; alles is zo realistisch weer gegeven, in felle, maar warme kleuren en gehuld in een licht val, die het groteske van deze vrouw nog meer benadrukt. Met dit realisme wordt een schijn van werkelijkheid gecreëerd, die haar wezenlijke geheimen echter niet prijs geeft, terwijl men in eerste instantie geneigd is te den ken dat deze realiteit zich ge makkelijk laat vangen. Met de overzichtstentoonstel ling van Herman Gordijns werk in het Arnhems Gemeentemuse um en het daarbij verschenen boek 'Herman Gordijn' wordt het publiek in de gelegenheid ge steld om een indruk te krijgen van het opmerkelijke werk van deze kunstenaar. Het boek is voorzien van talrij ke illustraties, waarvan een groot deel in kleur. Gerrit Komrij schreef het voorwoord, waarin hij uiteenzet dat taal eenvoudig tekort schiet, wanneer het gaat om kunstkritiek en dat gaat in het bijzonder op voor het raad selachtige werk van Herman Gordijn. Twee artikelen behan delen de schilderijen en het gra fisch werk van de kunstenaar. Erg boeiend is het artikel over Gordijns kijk op mensen. De kunstenaar heeft gedurende zijn loopbaan een aantal favoriete modellen gehad, die elk in een bepaalde periode veelvuldig ge portretteerd zijn. In het laatste artikel wordt ingegaan op de in vloed van de woonplaatsen en - ruimten van de kunstenaar op zijn werk. Hierin komen ook tal van biografische gegevens aan de orde. Het is een prettig leesbaar en aardig vormgegeven boek ge worden, dat de lezer veel en ge varieerde informatie verschaft. Wie echter toch nog meer wil we ten en bovendien het werk van Herman Gordijn in werkelijk heid wil zien, kan tot 12 februari terecht in het Arnhems Gemeen temuseum. LISETTE OOMEN K&O Koffieconcert door de pianist Steven Mayer m.m.v. het Mirecourt Strijkkwartet. Gehoord 15 ianuari in de Stadsgehoorzaal. LEIDEN - Wat een feest gister middag in de foyer van de Stads gehoorzaal. Heel muziekmin- nend Leiden had dit mee moeten vieren, met zo'n fastastische pia nist als Steven Mayer. De jonge kunstenaar begroette laconiek en wat verbaasd kij kend de bomvolle foyer, zette zich snel achter het klavier en be gon met een hemelse blik op on eindig het Mozart Rondo in a kleine terts te spelen: was hier een tweede Horowitz opgestaan of toch gewoon een leerling van de vermaarde romanticus Leon Fleischer? Tussen de interpreta tie van Mayer en Ronald Brau- tigam, die dit Rondo onlangs óók speelde in de kapelzaal van K &0, ligt een wereld van verschil en aanvankelijk wist ik door mijn verbazing niet eens of deze uitvoering mooier of knapper Maar het is bijna onmogelijk om je niet te laten meeslepen door zulk gedreven en lyrisch spel, wat zich pas echt ontlaadde in 'klavierstück' opus 79 van Carl Maria von Weber. Een werk ge schreven voor piano en orkest, maar omgewerkt door Mayer zelf voor piano solo. Een gigantisch moeilijk stuk, zó virtuoos en beeldend, met zoveel souplesse vertolkt, dat je bijna niet kan ge loven dat een mens tot zoveel schoons in staat is. Adembene mend vuurwerk naast vederlich te staccato's, naast ongelooflijk markant 'slagwerk' in een com positie waarin het eind als 't ware steeds wordt uitgesteld en waar elke 'slotfase' weer een nieuwe verrassing brengt. En na wat elegante vluchtige buigingkjes voor het overdonde rend applaus, weer snel achter zijn instrument om zich nu te wijden aan Chopin in de 'Andan te Spianato Grande Polonaise Brillante' opus 22. Ook dit speel de Mayer weer met de grootste spiritualiteit en een niet aflaten de concentratie. Zo op de voorgrond aanwezig voor de pauze, zo dienstbaar en ondersteunend stelde Mayer zich op na'de pauze. In het piano kwartet opus 44 van Robert Schumann gaf hij het Mirecourt strijkkwartt alle ruimte om zich uit te leven, al bleef zijn spel sub tiel en veelzeggend aanwezig. Heel indringend en bijna tra gisch werd het tweede deel 'in modo d'una marcie' vertolkt, waarin de eerste violiste soms iets te voorzichtig inzette, weer krachtig en zelfverzekerd verbe terd door de altviool. Het laatste deel, het 'allegro ma non troppo' met zijn prachtige overgangen van fèl en agressief strijkgeweld naar meer ingetogen en introvert legato spel, vormde een stralend slot van dit concert. Met zijn ve derlichte, jazzy toegift toonde Mayer zich in alle opzichten een onvergelijkbaar wonderkind. LIDY VAN DER SPEK Holland Festival beperkt verder AMSTERDAM (GPD) - Zoals het er nu naar uitziet, komt er dit jaar een uiterst mager Holland Festival. Volgens bestuursvoorzitter Frits Becht is er echter geen sprake van dat het Holland Festival failliet is. "Het wordt allemaal misschien wel iets beperkter van omvang dan je van een festival met internationale allure mag verwachten, maar er is geen enkele reden om te veronder stellen dat het niet door zou gaan". De schuld bedraagt momenteel cir ca vier miljoen gulden. "Omdat we verplicht zijn die schuld af te los sen, is er minder geld beschikbaar voor activiteiten". Geruchten dat WVC de eis heeft gesteld dat zijn jaarlijkse subsidie van 1,2 miljoen gulden uitsluitend wordt gebruikt om de schulden af te lossen, zijn volgens Becht "pertinent onjuist". Dat de financiële situatie van het Holland Festival zorgwekkend is, ontkent Becht niet. "Om die reden hebben we twee verschillende bu reaus ingeschakeld om de struc tuur van onze organisatie eens zorgvuldig door te lichten. We heb ben ze bij voorbeeld gevraagd te kijken hoe festivals in het buiten land zijn georganiseerd. Moet je vaste publiciteitsmensen in dienst hebben of kun je die beter ad hoe aanstellen? Hoeveel risico kun je nemen als je zover vantevoren moet plannen? Op dat soort vragen willen we graag eens antwoord hebben". In een brief aan het festivalbe- stuur van 27 december vorig jaar heeft minister Brinkman aange drongen op een dergelijk onder zoek. Volgens een woordvoerster van het ministerie wacht WVC eerst de uitkomst van het onder zoek af voor er verdere stappen worden ondernomen. Hangende het onderzoek blijven de subsidie gelden gereserveerd. "Maar ze kun nen wel gewoon doorgaan met hun planning, dat klopt. Het is niet goed denkbaar dat er straks geen Holland Festival meer zou zijn. Maar nogmaals, we wachten eerst dat onderzoek af'. Vermoed wordt dat het onderzoek begin februari is afgerond. AMSTERDAM Dankbaar en geemotioneerd drukte de zieke dirigent Hans Vonk (links) gisteravond in het Amsterdamse VU-ziekenhuis de hand van violist Jaap van Zweden. Samen met leden van het Residentie Orkest bracht de violist een muzikaal eerbetoon aan de door een zeldzame ziekte getroffen dirigent van het R.O. De ziekte van Hans Vonk gaat ge paard met verlammingsverschijnselen. Herstel is volgens de artsen moge lijk, wanneer de patiënt gedurende een lange periode volstrekte rust in acht neemt. <f0to anp> Jaarlijkse Nationale Dansdag AMSTELVEEN (ANP) - Meer dan tien dansgroepen uit alle delen van het land hebben gisteren in Am stelveen in het kader van de natio nale dansdag hun kunnen laten zien. De bedoeling van de dansdag was grotere belangstelling bij het publiek te wekken voor de dans, die, op de grote gezelschappen als Nationale Ballet en Nederlands Danstheater na, vaak met grote moeilijkheden te kampen hebben in de strijd om te overleven. Op de dansdag traden op: Intro- dans, Djazzex, Reflex, Dansers Collectief, Scapino Educatief, Dansproduktie, Penta Theater, De Nieuwe Danserije, Danstheater Arena, D-3, Pandora en Shusaku and Dormu. Ter afsluiting werd een forumbijeenkomst gehouden, waarbij onder meer de problemati sche positie van dansgroepen aan de orde kwam. Tijdens de dansdag werd bekend gemaakt dat het in de bedoeling ligt de Nationale Dansdag in het vervolg elk jaar in een andere pro vincie te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27