Huisvesting blijkt het grootste struikelblok 'Een half jaar buitenland leert je meer dan drie jaar collegezaal' - ONDERWIJS Een buitenlands verblijf wordt een must voor iedere student MAANDAG 16 JANUARI 1989 PAGINA 11 Studeren in het buitenland had ooit een exclusief tintje. Voorbehouden aan hen die de kroon op hun studie wensten te zetten met een specialistisch onderzoek ter plekke. Zo reisde de student in de archeologie naar Mexico, de aankomend geoloog onderzocht gesteente in IJsland en de antropologie-student leefde temidden van de Papua's. Daarnaast waren er talen studenten die hun vaardigheid in het Italiaans of Spaans opvijzelden met een verblijf in het betrokken land. Die bordjes zijn inmiddels verhangen. Tegenwoordig kan iedere student naar het buitenland. Sterker nog: hij zal wel moéten. Wie nooit verder is geweest dan de collegezaal in Leiden of Groningen steekt wat kleurloos af tegen de student met een half jaar Oxford of Florence op zijn of haar naam. Is de ervaring die een student opdoet in het buitenland dan zo belangrijk? Ja, wordt onomwonden gesteld in universitaire kring. In de 'rat-race' voor een baan kan een buitenlands verblijf de doorslag geven. Studenten die verder hebben gekeken dan hun eigen studiestad zijn zelfbewuster. "Zo'n verblijf werkt horizon-verbredend. Het is leuk om te zien hoe sommige studenten als een compleet ander mens terug komen van zo'n buitenlandse stage. Een stuk volwassener en zelfstandiger", stelt een begeleidster van studenten. Evenredig met de belangstelling voor studeren in het buitenland groeit ook het aanbod. Er bestaan talloze overeenkomsten tussen landen, universiteiten of andere instellingen die beogen studenten uit te wisselen. Ook de naderende 'eenwording' van Europa in 1992 werpt haar schaduw vooruit. Voor 'de kweek van een Europese burger' heeft de Europese Gemeenschap vorig jaar een groot uitwisselingsprogramma opgezet voor studenten binnen de EG. door Margot Klompmaker De student in het buitenland kan grof weg in twee groepen worden ingedeeld: de individualist die het zelf uitzoekt, met daarnaast de maatwerkstudent die best een paar maanden in Parijs wil zitten als het maar enigszins voor hem wordt gere geld. Wie alles op eigen houtje wil doen, moet rekenen op gemiddeld een jaar voorbereidingstijd. In de'eerste plaats dient de student ervoor te zorgen dat zijn programma in het buitenland aansluit bij zijn studie in Nederland en meetelt, zodat geen studievertraging ontstaat. Toestemming van de docent is dus een vereiste. Dat is niet alleen van belang voor het studieverloop maar ook voor de financiën. Over het algemeen is een buitenlands verblijf namelijk niet echt goedkoop. Een uitschieter vormt de Verenigde Sta ten, waar een studiejaar al gauw 20.000 tot 50.000 gulden kost. Een visum voor de VS wordt alleen verstrekt als de stu dent duidelijk kan maken over voldoen de geld te beschikken om z'n studie te betalen. Oosteuropese landen op hun beurt vragen harde westerse valuta en berekenen soms een hoog collegeld van zo'n 700 tot 1000 gulden per maand. Maar dit zijn uitzonderlijke voorbeelden. De student in het buitenland kan door gaans beschikken over twee financie ringsbronnen: z'n normale studiebeurs en een aanvulling. Die aanvulling komt - afhankelijk van het kader waarin de stu dent wordt uitgezonden - van hoge school, universiteit of het ministerie. Voorbeeld: een student die z'n scriptie in Oxford wil schrijven, krijgt van de Rijks universiteit Leiden zo'n 200 gulden per maand als extraatje. Het ministerie van onderwijs geeft over een studiejaar een aanvullend be drag van minimaal 500 en maximaal 3000 gulden, afhankelijk van verblijfsduur en land van bestemming. Ook is het moge lijk een speciale lening af te sluiten van maximaal 5000 gulden. Daarnaast zijn er talloze uitwisselings overeenkomsten met vele landen over cfe hele wereld, waaraan bepaalde financië le tegemoetkomingen zijn gekoppeld. Ook bestaat er een woud van particuliere stichtingen en fondsen die (kleine) be dragen toekennen voor studie of onder zoek in een nauwomschreven vakge bied. Met beurs en aanvullende financiering moet de student het over de grens zien te rooien. Geen vetpot, zeker niet in dure landen. Duidelijk is dat de student zelf ook enige financiële inspanning moet le veren. Van tevoren een baantje nemen om wat te sparen wordt dringend aange raden. Erasmus Deelnemen aan een bestaand uitwisse lingsprogramma bespaart veel geregel en extra kosten, zoals het dubbel betalen van collegegelden. Je moet immers ook ingeschreven blijven staan bij je eigen fa culteit! Zo'n kant-en-klaarprogramma is het Erasmus-project van de Europese Gemeenschap. Een kersvers plan dat overigens niets te maken heeft met de bekende wijsgeer, maar een afkorting vormt van European Action Scheme for the Mobility of University Students. Dit project stelt studenten in staat een deel van hun studie in een ander EG-land te volgen, voor een periode van minimaal 3 maanden tot maximaal 1 jaar. Het geldt voor alle studierichtingen in het hoger beroeps onderwijs en het wetenschappe lijk onderwijs. Het studieprogramma wordt opge steld door de docenten. Zij vergelijken In het Bureau van de Rijksuni versiteit Leiden is ook het Interna tionaal Contact punt gevestigd, waar informatie over studeren in het buitenland kan worden ver kregen. (foto Holvast) hun programma's met buitenlandse col lega's, kijken welke studie-onderdelen op elkaar aansluiten en maken afspraken over de uitwisseling van studenten. Deze uitwisseling wordt gesubsidieerd door de EG, die door het 'kweken' van Eu ropese burgers de eenwordingsgedachte binnen de Gemeenschap denkt te ver sterken. Het Erasmus-project loopt nog maar net, maar de belangstelling is groot. Dit jaar zijn zo'n 1000 beurzen uitgedeeld, vooral aan studenten uit Rotterdam, Utrecht en Leiden. De aanvraag van beurzen voor de buitenlandgangers wordt geregeld door het Nuffic in Den Haag. Woordvoerster Petra van Dijk somt de aantrekkelijke kanten van het Erasmus-project op. "Het is maatwerk, veel wordt voor je geregeld. Je kunt er zeker van zijn dat het studie-onderdeel datje in het buitenland volgt aansluit bij je eigen studie, want je eigen docent heeft immers de uitwisseling geregeld". Ook financieel heeft de student iets meer armslag. Petra van Dijk: "Behalve je beurs krijg je een subsidie en hoeft geen collegegeld in het buitenland te worden betaald". De EG-bijdrage is ove rigens niet echt riant: zo'n 750 gulden voor 3 maanden België of 3000 gulden (het maximale bedrag) voor 10 maanden Italië. Hoeveel iemand krijgt hangt af van tijdsduur en het land van bestem ming. Elk EG-land heeft recht op een be paald bedrag aan beurzen, gebaseerd op het aantal jongeren tussen 18 en 25 jaar in dat land en het aantal studenten. Een re- kenformule die nadelig uitpakt voor Ne derland met weinig jongeren en relatief veel studenten. Van Dijk: "De manier waarop het geld nu wordt verdeeld is voor Nederland heel ongunstig. We krij gen weinig geld, waarvan we toch zo veel mogelijk studenten willen laten profite ren. Dus kies jé voor lage bedragen. Itali aanse studenten krijgen bijvoorbeeld veel meer". Het Erasmus-project loopt pas één stu diejaar en moet nog uitgebreid worden geëvalueerd. De Nuffic zal dan zeker de huidige verdeelsleutel van de subsidies aan de orde stellen. "Het zou eerlijker zijn het geld te verdelen op basis van mo biliteit", vindt Petra van Dijk. "Wie de meeste studenten uitwisselt - dat zijn Ne derland, Frankrijk, Westduitsland en Grootbrittannië - zou de meeste beurzen moeten krijgen". Belangstelling Petra van Dijk schat dat zo'n 10 procent van het totaal dantal studenten in hbo en wo een tijd in het buitenland studeert. Wat het Erasmus-project betreft is in principe uitwisseling in elke studierich ting mogelijk. In praktijk blijken studies als rechten, letteren, sociale wetenschap pen, geografie, theologie, filosofie e.d. de De eigen college-banken zullen in de toe komst vaker moeten worden verruild voor een plaatsje tussen buitenlandse medestudenten. (foto Loek Zuyderduin) minste problemen op te leveren. Uitwis seling op gebied van exacte wetenschap pen ligt volgens Van Dijk veel moeilij- De Nuffic-medewerkster schrijft dit toe aan het feit dat docenten in deze vak ken weinig vertrouwen hebben in het on derwijsniveau in andere landen, met na me Zuideuropa. "Een jaartje natuurkun de in Spanje studeren vindt een docent niet erg zinvol". Het Nuffic krijgt veel telefoontjes van studenten voor informatie. "Studenten weten vaak niet precies waar ze moeten zijn voor inlichtingen. Bovendien zijn er een hoop praktische problemen die de student zelf moet zien op te lossen: de huisvesting in het buitenland bijvoor beeld", constateert Petra van Dijk. Haar ervaring is dat de meeste univer siteiten de informatievoorziening rede lijk tot goed hebben geregeld. Zo heeft de Rijkuniversiteit Leiden een eigen in formatiecentrum: het Internationaal Contactpunt, dat een handig overzichts boekje heeft samengesteld met allerlei studiemogelijkheden in het buitenland. Huisvesting De Erasmus-maatprogramma's maken het studenten gemakkelijker om de stap naar het buitenland te zetten, maar dat betekent niet dat hun bedje is gespreid. Als de hobbels van aansluiting van stu die-programma en financiering zijn ge nomen, blijken studenten toch nog te stranden op de laatste horde: de huisves ting. Het vinden van woonruimte blijkt soms zo'n onoverkomelijk probleem dat studenten maar afzien van hun reis. "Docenten draaien wel een leuk uit wisselingsprogramma in elkaar, maar vergeten dat jongeren ook nog eens zo veel maanden ergens moeten wonen", constateert Nuffic-medewerkster Van Dijk. "Als je een jaartje in Londen stu deert en je moet 1000 gulden per maand voor een kamer betalen, ben je zo door je beurs en aanvullende financiering heen. En een kamer in Nederland doorverhu- ren lukt ook niet altijd. Bovendien: dat moet je maar willen, een vreemde in je kamer". "Dat punt van huisvesting moet eigen lijk meteen worden geregeld als het stu dieprogramma wordt opgesteld. Er stranden nu mensen omdat ze geen ka mer kunnen krijgen of het gewoon niet kunnen betalen, terwijl verder alles in or de is". Een aantal universiteiten in binnen- en buitenland heeft (beperkte) opvangmo- gelijkheid. De Leidse universiteit bij voorbeeld heeft een pand aan de Hooi gracht, speciaal voor studenten uit het buitenland. Ook kan een beroep worden gedaan op de hoteldienst van het Acade misch Ziekenhuis, waar 16 kamers zijn gehuurd. Met deze beschikbare ruimte redt de universiteit het net. Met het Nuffic constateren ook de me dewerksters van het Leidse infocen trum, Gloria van der Laan en Wanda de Bruin, dat de huisvesting momenteel de bottle-neck van het buitenlandse verblijf vormt. "Er zou meer rekening moeten worden gehouden met de huisvesting van studenten wanneer er afspraken worden gemaakt". Ook zij hebben de er varing dat studenten soms moeten afzien van hun reis omdat er geen kamer te vin den is. Te laat Maar niet alleen huisvesting blijkt een probleem. Ook het late tijdstip waarop studenten te horen krijgen dat alles rond is, kan een reden zijn om de reis af te zeg gen. Zo werd pas half september '88 be kend hoeveel beurzen er ter beschikking kwamen, terwijl het studiejaar al begon nen was. Dit betekende voor sommige studenten dat meteen de koffers konden worden gepakt. Daar had niet iedereen De medewerksters van het Leidse in focentrum raden iedere student die in het buitenland wil studeren dan ook aan zich ruim van tevoren voor te bereiden. "Ga als tweedejaars maar alvast een taal cursus Spaans volgen, zodat je als vier dejaars klaar bent om te vertrekken", luidt hun advies. "Of neem een taal als keuzevak". Dit studiejaar zijn zo'n 80 studenten van de Leidse universiteit afgereisd naar het buitenland met een Erasmus-subsi die. Echt ruim zijn de bedragen niet, ge ven de dames van het infocentrum toe. Maar, klachten hebben ze nog niet ge had. En, zo voegen ze eraan toe: "We gaan er van uit dat studenten die echt in het buitenland willen studeren er ook wat voor over moeten hebben". Wereld Ook buiten de EG worden er heel wat studenten (hbo en wo) uitgewisseld. Zij zwerven uit over de hele wereld. Ook hier vormt de huisvesting vaak een strui kelblok. Petra van Dijk (Nuffic): "Het ministerie stelt per student maximaal 3000 gulden over een studiejaar ter be schikking. Dat is veel te weinig. Reden waarom veel studenten er niet eens aan beginnen". Wel kan de school of universiteit finan cieel bijspringen door bijvoorbeeld het collegegeld te betalen. Zo heeft de Leid se universiteit een speciaal potje voor het uitzenden van studenten. Het bedrag hangt af van het land van bestemming en verblijfsduur, maar is so wie so niet veel, erkent de heer Floor, directeur studen- tenzaken van de RUL. Maar, voegt hij er aan toe: "Een student die een beetje wil heeft om financiële middelen te zoeken kan dat best. Je kunt je kamer doorver- huren of een baantje nemen. Enige in spanning van de kant van de student moet er zijn". Informatieadressen voor stu deren in het buitenland: - Het Internationaal Contact punt, Stationsplein 20 in Lei den (tel. 071-273 200); - Het Nuffic, Badhuisweg 251 in Den Haag (tel. 070-510 510); - De brochure 'Beurzen voor studie en onderzoek in het buitenland', verkrijgbaar bij het ministerie van onderwijs en wetenschappen (tel. 079- 531 911) en de gids 'Studeren in het buitenland', samenge steld door het Internationaal Contactpunt in Leiden. Avontuur en spanning. Dat is wat de Leidse student Erick Schieferli zocht, toen hij in het kader van zijn studie niet-westerse sociologie voor een half jaar naar de Filipijnen vertrok. Hij had geen kant-en- klaarprogramma ter beschikking en geen idee van wat hem te wachten stond. Schieferli kwam op de Filipijnen terecht via het Centrum voor Milieukunde in Leiden, waar hij al eens eerder mee had samengewerkt. De milieu-or ganisatie onderhoudt contacten met de plaatselijke universiteit in het noorden van Luzon, het grootste eiland van de Filipijnen. De organisatie vroeg Schieferli of de student er iets voor voelde om de milieuproblematiek ter plekke in kaart te brengen, samen met een sociaal geograaf uit Amsterdam. Te gelijkertijd diende hij te onderzoeken welke moge lijkheden er waren om de samenwerking met de plaatselijke universiteit verder uit te bouwen. "Verder wisten we niets. De universiteit had geen telefoon, dus contact verliep moeizaam. Er waren ook geen afspraken over huisvesting gemaakt. Ei genlijk was er niets geregeld". Schieferli had geluk: de medewerkers van de uni versiteit bleken zeer behulpzaam. Onderdak was geen probleem, de twee Nederlanders konden hun intrek nemen in een soort studentenhuis. Boven dien kregen zij twee stafleden toegewezen die dag en nacht voor hen klaar stonden. De hulp van deze plaatselijke mensen noemt de Leidse student on schatbaar. De Nederlanders zaten in een gebied ter grootte van Nederland, waar men 16 verschillende talen sprak. Politiek was de situatie behoorlijk gespan nen, omdat er regelmatig gevechten plaats vonden tussen het Filipijnse leger en het communistische verzet. De twee Filipino's fungeerden als interme diair tussen de Nederlanders en de bevolking. Als een bepaald gebied moest worden onder zocht trokken de Filipino's een dag eerder daar heen om contacten te leggen en uit te leggen wat de westerlingen kwamen doen. "Als we daar alleen waren geweest en geen hulp hadden gehad, was ons onderzoek nooit van de grond gekomen", stelt Schieferli achteraf. De Filipijnse autoriteiten bleken heel hulpvaar dig - 'we kregen zelfs een vliegtuigje tot onze be schikking' - maar dat is een zeldzaamheid, meent de Leidenaar. "De meeste overheidsinstanties in ont wikkelingslanden zijn niet zo dol op sociale weten schappers. Dat wjj zo zijn vertroeteld is echt een uit zondering. In Indonesië bijvoorbeeld zijn de men sen veel formeler, zeker overheidsfunctionarissen". Ondanks de goede begeleiding bleven er genoeg ontberingen over. "Het eten was soms verschrikke lijk. Hondevlees is heel gewoon. Bovendien is het vreselijk heet Je moet dus behoorlijk afzien. Vaak dacht ik: erger dan nu kan het niet worden. Je wordt helemaal op jezelf teruggeworpen". "Ook krijg je onherroepelijk een 'culture-shock', zoals het in het Engels heet. Je komt terecht in een totaal andere wereld met heel andere waarden en regels. Je krijgt te maken met corruptie. Zaken die in Nederland binnen vijf minuten geregeld zijn, kosten je daar dagen". Toch is zijn eindindruk positief. "Omdat milieu in de mode is, hadden wij genoeg geld tot onze be schikking. Bovendien zagen de mensen ons graag komen en wilden ons met alles helpen. Dat is vrij uniek. Al met al denk ik dat ik in die zes maanden meer heb geleerd dan in drie jaar studie". Gent De 22-jarige Adrienne Bogaardt, zesdejaars-studen- te réchten aan de Leidse universiteit, volgt dit jaar een deel van haar studie in Gent. Zij is uitgewisseld in het kader van een samenwerkingsovereenkomst tussen de universiteiten van Gent en Leiden. Adrienne vond het moeilijk een programma op te stellen dat aansloot bij haar studie in Leiden. "Bel gië heeft een andere studie-indeling dan wij". Uit eindelijk viel haar keus op gerechtelijk privaat recht, internationaal privaatrecht en Europees eco nomisch privaatrecht. Haar belangstelling voor Gent werd opgewekt door gastcolleges van verschillende Gentse profes soren in Leiden. "Ik heb toen zelf contact opgeno men met de Gentse hoogleraar Storme". Met hem stelde Adrienne een studie-programma op. Omdat het verblijf van Adrienne plaats vindt in het kader van een universitaire overeenkomst, hoeft zij in België geen collegegeld te betalen. Af en toe komt ze naar Nederland om het geld van haar studiebeurs op te halen. Bovendien krijgt ze van de Leidse universiteit een tegemoetkoming in de kos ten van 600 gulden. "Daar zit een formele brief bij datje het geld moet teruggeven als je studieresulta ten tegenvallen. Maar dat verwacht ik niet, hoor", voegt ze er lachend aan toe. Huisvesting bleek ook geen probleem. "De assis tente van de hoogleraar had me gezegd dat ik zó een kamer kon krijgen. Gewoon door de stad lopen. Overal hangen kaartjes voor de ramen met 'kamer te huur'." Spijt van haar buitenlandse verblijf heeft Adrien ne allerminst. "Ik had het veel eerder moeten doen. Het is een goede ervaring. Je ontmoet andere men sen met andere stantdpunten. Ik overweeg zelfs om in Gent te blijven". Osnabrück Samira Zwaini (22), vijfdejaars rechten, zit samen met drie andere studenten voor 5 maanden in hët Westduitse Osnabrück, in het kader van een Eras mus-programma. Zij reageerde op een advertentie in het Leidse universiteitsblad Mare. De voorbereiding van haar reis kon beter, vindt zij. "We waren slecht geïnformeerd. In Osnabrück moesten we nog uitzoeken wat we wilden doen, dat was niet van tevoren geregeld. Het is wat rechten betreft ook moeilijk te bepalen watje in het buiten land kunt volgen. Aan dit verblijf heb ik ook meer gehad voor mijn algemene ontwikkeling dan voor mijn studie zelf'. De huisvesting was geregeld, maar Samira was er niet erg gelukkig mee. "De kamers lagen ver van het centrum af. We hebben zelf iets anders ge huurd". Wat de financiën betreft: Samira heeft een een malige beurs van 600 gulden gekregen uit de EG- subsidiepot. Daarmee zegt ze aardig rond te komen. Ook haar is het buitenlandse verblijf goed bevallen. "Ik denk dat ik nog een halfjaar ergens anders heen wil, Portugal bijvoorbeeld. Duitsland ging eigenlijk wat te gemakkelijk, ook al omdat je de taal kent".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 11