Het Fiat-imperium en de macht van Gianni Agnelli De broze sfeer van het oude Indië De mens als geperfectioneerde kleipop Arbeid voor de vijand: 'goed' of toch 'fout'? Amerika heeft afgedaan als Gods favoriete natie En geef de kat maar liever een vissekop INFORMATIEF Rome mag dan de hoofdstad zijn, de plaats van waaruit het reilen en zeilen van Italië in de praktijk wordt geregeld lijkt Turijn te zijn. Want daar bevindt zich'het hoofd kantoor van Fiat en het Agnelli-im- perium, waarvan de inmiddels 67- jarige Gianni Agnelli de onbetwis te leider is. Deze Agnelli, kleinzoon van de man die Fiat ooit oprichtte, is de ongekroonde koning van Italië. In geen enkel westers industrieland heeft één man zoveel macht. Zijn rijk omvat, behalve de Fiat-autofa- brieken, omvat banken, verzeke ringsconcerns, winkelketens, ruimte- en luchtvaartindustrie, te lecommunicatie, wapenfabrieken. Zijn public-relations is uiteraard goed verzorgd. Het bezit van kran ten als La Stampa en de Corriere della Sera draagt daar toe bij. En het spreekt vanzelf dat hij ook voorzitter is van de gerenommeer de Turijnse voetbalclub Juventus. Zijn positie is dermate indruk wekkend, dat Alan Friedman (hij werkte correspondent van de Fi nancial Times in Milaan) een boek wijdde aan Agnelli en de Italiaanse macht. Aanvankelijk richtte Fried man zijn aandacht op wat hij het Nieuwe Italië noemde. Maar hoe dieper hij spitte, hoe vaker en na drukkelijker hij stuitte op "een ou der en feodaler machtssysteem, met Gianni Agnelli aan top van de piramide". Volgens Friedman is Agnelli, hoe minzaam en innemend de man zich ook buiten toe gedraagt, in fei te de leider van een meedogenloze industriële moloch, die achter de schermen de scepter zwaait in Ita lië. Vanaf het moment dat Agnelli, die lange tijd $ls lid van de mondia le jet-set een losbandig leven leid de, in 1966 aan het hoofd van het fa milieconcern kwam te staan, trok hij de touwtjes aan. Agnelli zocht meer macht en wil de van Fiat een multinational ma ken naar het model van het Ameri kaanse General Motors. Daarbij vertrouwde hij op zijn charme, hu mor en zijn soepele omgang met de groten der aarde, maar dat bleek aanvankelijk niet voldoende. De eerste 13 jaren was het vallen en op staan en bezorgde hij Fiat evenveel problemen als hij er oploste. In 1973 leed Fiat zelfs voor het eerst verlies. Geen scrupules Als gevolg van stakingen, markt- verlies en terroristische aanslagen stond de onderneming in die tijd met de rug tegen de muur. Agnelli droeg bij tot die onrust met plan nen op grote schaal te zoeken naar nieuwe activiteiten in een poging de risico's te spreiden. Bovendien probeerde hij de vakbonden op zijn hand te krijgen door ze om te kopen. Gianni Agnelli: grote gebaren.. Een cabaretier zei laatst op televi sie dat een Duitse historicus onom stotelijk heeft vastgesteld dat Adolf Hitler fout is geweest in de oorlog. Een wrange grap die het denken in termen van 'goed' en 'fout' op de hak neemt en goed van toepassing is op de Arbeitseinsatz: waren de mensen die in de Twee de-Wereldoorlog voor de Duitse bezetter moesten werken nu vooral slachtoffer of toch meer collabora teur? Tijdens de bezettingstijd werden ongeveer 600.000 Nederlandse jon gens en mannen in Duitsland en met name in Berlijn tewerkgesteld. Zij moesten de opengevallen plaat sen in Duitse industrie opvullen. In het boekje Retour Berlijn komen ze aan het woord. Aad Verhoeff en Jan van Bilsen schreven hun relaas op. In de interviews vertellen de voormalige Fremdarbeiters over de in het algemeen slechte woonsi tuatie in de Lagers. Ook komen be paalde verhoudingen met andere dwangarbeiders en Duitse vrou wen aan de orde. Het gaat steeds om de dagelijkse gang van zaken. Kleine Henk (in het boek worden schuilnamen gebruikt) werkte bij voorbeeld in een granatenfabriek en vond dat aanvankelijk wel avon tuurlijk. Varf ongedierte had hij weinig last, maar je moest wel goed uitkijken want voor je het wist had je vlooien. Het werd allemaal aan grijpender, toen hij in oktober 1944 als opzichter van een groep Hon gaarse jodinnen werd aangesteld. "Toen pas heb ik begrepen wat het betekende om jood te zijn", al dus Kleine Henk. Hij herinnert zich een vrouw van wie de vingers met een zweep waren kapot gesla gen nadat ze was betrapt op het ste len van twee aardappelen. Hij vond het te gortig om zo'n vrouw nog te laten werken en zorgde ervoor dat ze naar haar barak mocht. Een dergelijke zweem van naïve teit hangt rond veel van de verha len van dwangarbeiders. De bedoe lingen van de schrijvers is het uit de taboesfeer halen van de Duits- binnengehaald na afloop van de oorlog. Zij hadden immers voor de vijand gewerkt. Weliswaar waren velen gedwongen op de trein ge stapt, maar sommigen hadden zich vrijwillig aangemeld. Het thuis front had bovendien helemaal geen interesse in hun verhalen, want er moest worden gewerkt aan het her stel van Nederland. Daarom werd er over die periode maar gezwegen. Verhoeff en Van Bilsen zijn er ze ker in geslaagd te schilderen hoe benard de positie van sommige dwangarbeiders is geweest. Maar ze zijn ook een beetje ver doorge schoten in hun begrip. Zo komt er in het boek een man aan het woord die in Duitsland had gewerkt als controleur in een fabriek die moto ren maakte voor vliegtuigen. Hij vraagt zich af zijn Duitse collega's wel "het leed realiseerden dat aan de andere volken werd toege bracht". De taak van Verhoeff en Van Bil sen had hier moeten zijn om te vra gen of hij zich dat wel realiseerde. Zo worden ook andere geïnter viewden te weinig doorgezaagd op dergelijke gewetenskwesties. De schrijvers nemen trouwens toch te weinig afstand. Zo wordt uitgebreid verteld dat Kleine Henk aanhanger van Feyenoord is en dat hij daar op de maandagochtend eindeloos over kan praten. Dat hij op een uitgedoste krijger lijkt als hij gaat vissen en ga zo maar door. Ongetwijfeld goed bedoeld, maar ik had liever - om maar wat te noemen - willen lezen over hoe ze nu precies in Nederland werden ontvangen. Hoe kwamen ze weer aan werk? Wat was de houding van de familie? Allemaal niet gestelde vragen. Een gemiste kans, maar dat zal wel te wijten zijn aan het feit dat Retour Berlijn (de auteurs wer ken bij Calvé en stuitten ze op en kele collega's die destijds in Duits land moesten werken) vooral door toeval tot stand kwam. MEINDERT VAN DER KAAIJ i Aad Verhoeff: ka, land van de begrensde moge lijkheden. Want maar zelden in de geschiedenis was een natie zo su perieur als de VS in de eerste twin tig jaar na de Tweede Wereldoor log. "De Verenigde Staten, zo leek de'Libyan Arab" Foreign ™ren immuun voor de ge- - -- - schiedenis, onkwetsbaar voor het noodlot, werkelijk het land van de onbegrensde mogelijkheden". Het aanzien van het land van Uncle Sam in het buitenland was groot. En al was de 'American Dream' maar voor een klein deel van de be volking werkelijkheid, de illusie bestond dat die voor iedereen die daar maar zijn best voor deed be reikbaar was. Halverwege de jaren zestig gaat het echter mis. Het onbegrensd op timisme loopt stuk op de langduri ge en falende interventie in Viet nam. Daardoor vallen de VS niet al leen in het buitenland van hun voetstuk, maar ook in het land zelf openbaren zich hoogoplopende conflicten. Er komt een diepgaande discus sie op gang over de Amerikaanse buitenlandse politiek in het bijzon der en de Amerikaanse cultuur in het algemeen. "Alles wat in de ge zapige jaren vijftig veilig en van zelfsprekend werd gevonden, werd in de jaren zestig ter discussie ge steld". Het vertrouwen in de politiek Want als het te bereiken, houdt Agnelli er geen scrupules op na, zo maakt in zijn boek Friedman duidelijk. Zo aar zelde hij niet om in 1976, zeer tegen de zin van de Amerikanen, zaken te doen de Libische leider Gaddafi, die het naar kapitaal smachtende Fiat Bank graag 415 miljoen dollar leen de in ruil voor een belang van tien procent. Agnelli vloog zelf naar Moskou om de overeenkomst te bezegelen, Gaddafi te omhelzen en te dineren met de kompanen van Leonid Brezjnjev. Grote gebaren zijn het handels merk van Gianni Agnelli. Omdat hij graag overkomt als een bemin nelijk, ruimhartig man beperkt hij zich tot het ceremonieel vertoon en laat hij het vuile werk opknappen door ondergeschikten. De dage lijkse leiding bij Fiat heeft hij al ge- ruimte tijd uit handen gegeven aan Cesare Romiti, die de onderne ming sinds 1980 met harde hand re geert. Hij deelt de klappen uit; Ag nelli neemt de schouderklopjes voor zijn rekening. Inmiddels is Libië, onder druk van de Amerikanen, weer uitge kocht als aandeelhouder. Het Pen tagon dreigde Fiat geen opdrach ten te geven in het kader van Star Wars. Kolonel Gaddafi zal er niet om hebben gerouwd, omdat hij zijn Fiat-belangen van de hand kon doen met een winst van 2,5 miljard dollar (zo'n vijf miljoen gulden). Agnelli zelf zag dank zij de deal kans het familie-aandeel in Fiat op te voeren van ongeveer dertig naar meer dan veertig procent, waarbij zijn dank ongetwijfeld zal zijn uit gegaan naar de Italiaanse staats bank, die hem het geld had geleend tegen een te verwaarlozen tarief van 2,6 procent. Tal van commer ciële banken, die zich garant had den gesteld voor de verkoop van nieuw uitgegeven Fiat-aandelen, zaten daarentegen met een forse strop, omdat de koers van die aan delen ineen stortte. Alfa Romeo Het beste bewijs van Agnelli's macht in Italië vormt voor Fried man echter de overname van staatsbedrijf Alfa Romeo. Op het moment dat er eigenlijk al een ak koord lag met Ford, stuurde hij zijn luitenant Cesare Romiti naar Rome om met veel misbaar de klokken van het nationalisme te luiden. Dat werkte. Fiat, met een aandeel van zestig procent op de nationale au tomarkt, kreeg een monopolieposi tie als enige autoproducent van Ita lië; Ford bleef met lege handen achter. De boodschap van Friedman is ondubbelzinnig: het doen en laten van de Agnelli's is niet altijd in overeenstemming met de het prin cipe van gezonde concurrentie en kan democratisch bezien niet altijd door de beugel. Het Fiat-apparaat legt regeringen, banken en andere bedrijven in Italië zijn wil op. Te genstanders worden of in de kring opgenomen of anderszins onscha delijk gemaakt. Dat Friedman er nooit in is geslaagd het onderwerp van zijn boek te interviewen zal dan ook niemand verbazen. De po ging hem aan te klagen wegens las ter ligt inderdaad meer in de lijn der verwachtingen. HANS AMESZ De Verenigde Staten moeten weer de rustige, ordelijke, welvarende en militair superieure natie worden die ze in de jaren vijftig zijn ge weest, zo hield Ronald Reagan in 1980 zijn landgenoten voor. Terug naar de toekomst, back to the futu re, was in feite zijn parool. Een groot deel van de Ameri kaanse bevolking wilde dat maar al te graag, aldus de historicus Maar- gaat zijn doel 'en van Kossem in zijn boek Ameri- neemt af, met Watergate als triest dieptepunt. Ook economisch gaat het bergafwaarts. Halverwege de jaren zeventig is 75 procent van de Amerikanen van mening dat de na tie op de verkeerde weg is. De onze kerheid is groot en daarmee krij gen nieuwe denkbeelden een kans. Er ontstaat een nieuwe politieke filosofie, die zijn wortels vindt in de onvrede die leeft bij grote delen van met name de lagere midden klasse en de arbeidersklasse. Die had de roerige jaren zestig en de discussie die in die tijd was ont staan over traditionele waarden en normen als een bedreiging ervaren. "Alles wat zij voor waardevol hielden ging in de jaren zestig on der de slopershamer en werd dan ook nog tijdens de sloop belache lijk gemaakt. Met lede ogen zagen zij aan hoe de overheid allerlei min derheidsgroeperingen te hulp schoot en hun alleen aandacht schonk als de belastingen ver hoogd moesten worden". De New-Right-beweging speelt daarop in en weet deze vergeten groep te mobiliseren. Hoewel deze, zoals Van Rossem aantoont, een weinig consistente filosofie heeft, blijkt ze wel attractief door de na druk op individualisme, gods dienst, ijver en trouw aan huis en haard. De keuze van Jimmy Carter tot president in deze periode is minder verbazingwekkend dan vaak wordt gesuggereerd, aldus Van Rossem. Want hij was weliswaar Jimmy Carterzelfde ideologische boodschap als Reagan.. (foto ap> een democraat, maar ook deze voormalige pindaboer legde sterk de nadruk op de traditionele waar den die verloren dreigden te gaan: hard werken, hechte families en gemeenschappen en geloof in God. Dat Carter het in 1980 moest af leggen tegen een ex-filmster had dan ook niet te maken met het feit dat de Amerikanen zijn filosofie niet onderschreven. Reagan won met een ideologische boodschap die niet zoveel verschilde met die van zijn tegenstander: hij wist het alleen beter te verpakken. Van Rossem geeft in zijn boek een helder overzicht van de politie ke ontwikkelingen in de VS in de laatste 15 jaar. Het aardige is dat hij dg 'periode-Reagan' in een histo risch perspectief plaatst en laat zien dat deze acht jaren minder een breuk met een verleden beteken den dan vaak wordt gedacht. Reagan kreeg in 1980 van de Amerikaanse kiezers het mandaat om te bewijzen dat de VS nog steeds Gods favoriete natie waren. Hij is daarin, vindt Van Rossem, niet geslaagd. Weliswaar is door hem het Amerikaanse zelfvertrou wen aardig opgevijzeld, maar op fi- nancieel-economisch gebied heef- t'ie er een puinhoop van gemaakt. Met Reagan's opvolger George Bush hebben de Amerikanen op het eerste gezicht gekozen voor de status quo. Maar, aldus Van Ros sem. Bush zal er niet aan ontkomen maatregelen te nemen, waar de voormalige filmster dat heeft na gelaten. "Bush begint zijn regime op het moment dat Reagans onbe taalde rekeningen eindelijk vol daan moeten worden, willen de Verenigde Staten niet in grote fi- nancieel-economische moeilijkhe den komen". De Amerikanen, zo is in feite Van Rossems conclusie, zouden er goed aan doen de werkelijkheid onder ogen te zien: het idee van de onbe grensde mogelijkheden was en is een illusie. Want: "Een samenle ving waarin iedereen op elk mo ment kan doen waar hij zin in heeft, zal snel tot chaos vervallen en ze ker nooit iets van enige betekenis voortbrengen". NICOLE LUCAS M. van Rossem: Amerika. Het land van de begrensde mogelijkheden. Uit geverij HES, f 19,50. Nog net in het jaar waarin Rob Nieuwenhuys tachtig werd, ver scheen zijn jongste fotoboek over het oude Indië. Zijn mooiste, zegt hij zelf met stelligheid. En daar zou hij best gelijk in kunnen hebben. In elk geval is 'Met vreemde ogen' zijn meest interessante, omdat hij aspecten belicht die zelden zo uit gebreid en levend aan de orde kwa- Nieuwenhuys verzamelde een schat aan unieke beelden, maar doet in zijn boek meer dan ze alleen maar laten zien. De platen zijn ook aanleiding tot boeiende vertellin gen over een lang vervlogen tijd. Het is de gave van Nieuwenhuys om achter die verstilde flitsen het verhaal te ontdekken en dat zo le vend als het maar kan na te vertel- 'Met vreemde ogen' bevat vooral foto's uit de vorige eeuw, van Indo nesiërs die in hun doen en laten werden bekeken door meestal Eu ropese fotografen. Luisterrijke vor sten komen aan bod, maar ook de gewone man. Haarfijn legt Nieu wenhuys uit hoe in de vorige eeuw bepaalde opstanden konden ont staan, hoe een hofhouding functio neerde, de rol van het gif bij de op volging en hoe de gewone r leefden. Een roman op zich is bijna het hoofdstuk over Kartini, de vrouw die tegenwoordig in Indonesië geldt als de heldin van de emanci patie, zowel van de vrouw als van het volk. Een vrouw om wie zo'n grote legende werd gecreëerd wordt hier een gewone vrouw van vlees en bloed. De figuren om haar heen komen in de foto's tot leven. Heel bijzonder zijn ook de hoofd stukken over de Chinezen en het tijgergevecht. Spectaculaire beel den van de wijze waarop een hele bevolking een roofdier te grazen neemt. Een wreed spel in de ogen van een vreemde, maar een haast bovennatuurlijke gebeurtenis voor de betrokkenen die de tijger zien als het symbool van alles dat hen zou kunnen bedreigen. Ook in dit verhaal laat Nieuwenhuys blijken zijn geestelijke banden met zijn 'tanah air', zijn geboorteland, nog lang niet kwijt te zijn. Maar Nieuwenhuys is ook terug houdend, wil de broze sfeer die de foto's ontstijgt niet verstoren, uit respect voor de geest van het verle den. Hij vertelt over hoe het was en het eventuele oordelen laat hij aan de lezer over. Wie de foto's van de armoede onder de bevolking in de Nederlandse tijd ziet, heeft ook geen oordeel nodig. Kort maar indrukwekkend is zijn verhaal over de Nederlandse aanval op Bali, waarbij het Indi sche leger tegenover een in zijn rechtsgevoel gekrenkt volk stond dat zich liever en masse in het zicht van de militairen van het leven be nam, dan dat het zich liet onder werpen. De foto's daarbij zijn echt uniek, want hoeveel (Nederlandse) fotografen waren daarbij? HANS VISSER Indonesiërs, bekeken door Europese ogen. Keurig poseren voor de fotograaf hoorde er bij in vroeger tijden. De vraag naar het ontstaan van het leven is altijd een van de centrale vragen in het menselijk denken ge weest. Toen de klassieke schep pingsverhalen uit de verschillende godsdiensten niet meer te vereni gen waren met wetenschappelijke bevindingen - ondanks de meest ingewikkelde kronkels, zoals de opvatting dat God de fossielen had geschapen om de mens op een dwaalspoor te brengen - was de we tenschap aan zet. Als God niet de wereld had ge schapen, hoe was het leven dan ontstaan? En hoe past de mens daarin? Is een mens een ingewik kelde machine, gewoon de zoveel ste schakel in de evolutie of toch de Kroon der Schepping? Jaap Goud smit, aids-specialist in het Acade misch Medisch Centrum, heeft met het boekje Waarom baart een muis geen olifant? de keuze voor de evo lutieschakel gemaakt en probeert op een toegankelijke wijze duide lijk te maken De opzet is aardig: twee Neder landse geleerden, Charlock en Mo rel, hebben deelgenomen aan een prijsvraag over het energievraag stuk. Ze hebben die gewonnen met het formuleren en het praktisch toepasbaar maken van hun ener gietheorie. Die maakt aan het ener- Over wat een kat nu wel of niet mag eten zijn de meningen verdeeld. Is zout slecht? Werkt melk op de dar men? Is vet uit den boze? Lusten ze liever goedkoop voer, of juist de peperdure merken? De journalis ten Adriaan de Boer en Wouter Klootwijk hebben de antwoorden op dit soort klemmende vragen. In het vermakelijk boekje Koken voor kritische katten rekent het duo af met vooroordelen en oordelen over wat goed en slecht is voor Neder lands populairste huisdier. De conclusies van de schrijvers op een rijtje: dierlijk voedsel is het beste; een kattemenu van uitslui tend vis en vlees is onvoldoende; kalk in het eten is noodzakelijk; melk is absoluut niet slecht en ver stoort de darmwerking niet; zout en vet zijn toegestaan; van aardap pelen, groente en granen worden katten heus niet gezonder; lever en niertjes mogen de kat niet worden voorgezet, rauwe vis mag, maar met mate, varkens- en kippevlees daarentegen nooit en: veel eten is net zo min goed voor de kat als voor de baas. Tenslotte: alle katte- voer wordt gemaakt van slachtaf val. Niettemin schrokken de 20 mil- joèn katten van Nederland wat naar binnen, blijkt uit cijfers van de voedselverwerkende industrie. Jaarlijks wordt er in supermark ten, dierenspeciaal-zaken en slage rijen voor 410 miljoen gulden aan kattevoedsel omgezet. Hapklaar Over het algemeen betreft het hap klaar blik- en droogvoer (respectie velijk 85 en 93 percent van de kat teneigenaren geven hun dieren dat eten). Steeds minder katten krijgen verse vis of vlees in hun bakje, om dat de baas of bazin niet al te veel tijd meer aan het bereiden van de maaltijd wil besteden. Gemak dient derhalve de mens, of de kat dat nou leuk vindt of niet. In de diervoederindustrie kan dus geld worden verdiend. Reden waarom de marketing-afdelingen van die bedrijven met de krankzin nigste ideeën komen om de katten liefhebber voor zich te winnen. De firma Koopmans kwam zo met de 'lifestyle-kat' op de proppen. Deze kat, in reclamecampagnes omhan gen met modieuze accessoires, hoed of zonnebril, smikkelt zich vol met Misha. Dat peperdure pro- dukt moet concurreren met het kostje van de truttige yuppie-kat, Producent Effen doet op een duit in het zakje met de Whiskas- variëteiten, ieder maand een nieu we, zo lijkt het. Haalt de eigentijd se, verwende kat het lieve neusje op voor het blikje garnalen van de ze fabrikant, dan kunnen altijd nog zalm, konijn, hart, rundvlees of zeevis worden geprobeerd. In Koken voor kritische katten tonen De Boer en Klootwijk aan dat katten eigenlijk het dolst zijn op etensresten, zelf-gevangen mui zen, eendagskuikens, vissekop- pen, visse-ogen en andere goedko pe smakelijke hapjes. Vijf katten, waaronder een 'schooier', een 'nuf, een 'lust-niks' en een 'alleen-vis-ty- pe', namen de proef op de som. Vol gens de schrijvers hadden ze de maaltijd van hun leven. MARJAN MEIJER Adriaan de Boer en Wouter Kloot wijk: Koken voor kritische katten; uitgeverij Het Spectrum; f 19,90 gievraagstuk een eind en verzekert tegelijkertijd de wereldvrede. Op een bootreis naar Nederland, waar ze hun prijs in ontvangst zul len nemen, buigt het tweetal zich vervolgens over het ontstaan van het leven. Ze hebben die vraag ge steld aan collega's elders in de we reld en krijgen per brief antwoord. De brieven dragen samen de ele menten aan waaruit de Schotse scheikundige Graham Cairns- Smith zijn theorie voor het ont staan van het leven ontwikkelde: het leven is ontstaan uit klei(kris- tallen). Silicium Het vermetele daarvan is dat de Schot de oorsprong van het leven niet zoekt in een of andere oersoep van (organische) koolstof, zoals de meeste theorieën, maar in het anor ganische silicium. In de oeratmos- feer ontstonden geleidelijk aan alle bouwstenen voor het complexe DNA-molecuul. Het duurde echter miljarden jaren voor het ontstond. Aanvankelijk zetelde het leven na melijk niet in koolstof bevattend DNA, maar in kristallen van silici um, die net als koolstof de essentië le neiging hebben zichzelf te ko piëren. Siliciumkristallen 'gebruikten' daarbij onder meer RNA-molecu- len, die door hun negatieve lading de neiging hebben zich af te zetten op kleikristallen. Het silicum 'leer de' RNA om zichzelf te vermenig vuldigen, om zo zichzelf effectiever te kunnen kopiëren. Het RNA bleek echter zoveel effectiever in zelfkopiëren dat ze de siliciumkris tallen overvleugelden en - Cairns- Smith schat ongeveer drie miljard jaar geleden - DNA creëerden: de basis van het leven zoals wij dat kennen. Voor veel geleerden is de ge dachte dat in siliciumkristallen de oorsprong van het leven ligt te spe culatief. Voor Goudsmit niet, maar helaas weet hij niet goed duidelijk te maken waarom. Het boekje blijft steken in de opzet. Het idee is leuk, de tekeningen van Maarten Koop man zijn dat ook, maar Goudsmit harkt de theorie wat rommelig en onlogisch bij elkaar. Zo schrijft hij ergens: "De eerste levensvormen waren gecodeerd in klei en deze primitieve kleipoppen hebben het DNA-eiwitsysteem ge bouwd zodra de eisen hoger wer den. Logisch, niet?". Nee, niet lo gisch. Althans, hij maakt niet dui delijk waarom. Want wie of wat for muleerde dan die eisen? Het le ven? Maar wat is dat dan en welke eisen stelt dat? Of bedoelt h'ij de wetten van de evolutietheorie? Maar die worden weer nergens dui delijk uiteengezet. Goudsmit tovert ook onver wacht vergaande uitspraken te voorschijn, zoals: .Leven is en gaat vooraf aan de dood". Maar het is juist de oneindigheid van het leven die de evolutie mogelijk maakt. En hoe de door Cairns-Smith veron derstelde sprong van anorganisch naar organisch leven is gemaakt, maakt Goudsmit al evenmin dui delijk. Chips In zijn boek 'de blinde horlogema ker' beschrijft de bioloog Richard Dawkins de theorie ook. Hij doet dat veel technischer en gedetail leerder dan Goudsmit, maar de theorie wordt er wel veel begrijpe lijker en aannemelijker door. Goudsmit heeft over het hoofd ge zien dat je sommige theorieën niet eindeloos kunt versimpelen. Bene den een bepaald niveau roept dat meer vragen op dan het antwoor den geeft. Hij wijdt ook een heel hoofdstuk aan de stelling dat een mens niet vergelijkbaar is met een machine. Dat heeft echter niets te maken met welke theorie over het ont staan van het leven dan ook. Hij be gaat daarmee bovendien een denk fout. De mens is ontegenzeggelijk veel gecompliceerder en ingewik kelder dan welke machine ook. Maar het is natuurlijk geen bewijs dat een mens geen machine is. Aan het eind van het boekje laat hij Charlock en Morel voorspellen dat het DNA ooit zal worden over vleugeld en een vergeten bouw steen van het leven zal zijn. En wat komt er voor het DNA in de plaats? Goudsmit zegt er niets over. Dawkins waagt zich wel aan een gokje: DNA bouwde lichamen om te overleven, die voor hun overle ving hersenen creëerden. Op hun beurt schiepen de hersenen infor matiepatronen en brachten die uit eindelijk over op computers. En computers werken, o ironie, op sili- ciumchips. Ooit, als de mens al lang plaats heeft gemaakt voor de intelligente computer, zal een computer de theorie ontwerpen dat het silicum- leven is ontstaan uit koolstof, spe culeert Dawkins. Zullen zijn mede computers hem dan hartelijk uitla chen? SJAAK SMAKMAN Jaap Goudsmit en Maarten Koop man (tekeningen): Waarom baart een muls geen olifant?. Uitgeverij Con-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 9