Het Fiat-imperium en de
macht van Gianni Agnelli
De broze sfeer van het oude Indië
De mens als geperfectioneerde kleipop
Arbeid voor de vijand:
'goed' of toch 'fout'?
Amerika heeft afgedaan
als Gods favoriete natie
En geef de kat maar
liever een vissekop
INFORMATIEF
Rome mag dan de hoofdstad zijn,
de plaats van waaruit het reilen en
zeilen van Italië in de praktijk
wordt geregeld lijkt Turijn te zijn.
Want daar bevindt zich'het hoofd
kantoor van Fiat en het Agnelli-im-
perium, waarvan de inmiddels 67-
jarige Gianni Agnelli de onbetwis
te leider is.
Deze Agnelli, kleinzoon van de
man die Fiat ooit oprichtte, is de
ongekroonde koning van Italië. In
geen enkel westers industrieland
heeft één man zoveel macht. Zijn
rijk omvat, behalve de Fiat-autofa-
brieken, omvat banken, verzeke
ringsconcerns, winkelketens,
ruimte- en luchtvaartindustrie, te
lecommunicatie, wapenfabrieken.
Zijn public-relations is uiteraard
goed verzorgd. Het bezit van kran
ten als La Stampa en de Corriere
della Sera draagt daar toe bij. En
het spreekt vanzelf dat hij ook
voorzitter is van de gerenommeer
de Turijnse voetbalclub Juventus.
Zijn positie is dermate indruk
wekkend, dat Alan Friedman (hij
werkte correspondent van de Fi
nancial Times in Milaan) een boek
wijdde aan Agnelli en de Italiaanse
macht. Aanvankelijk richtte Fried
man zijn aandacht op wat hij het
Nieuwe Italië noemde. Maar hoe
dieper hij spitte, hoe vaker en na
drukkelijker hij stuitte op "een ou
der en feodaler machtssysteem,
met Gianni Agnelli aan top van de
piramide".
Volgens Friedman is Agnelli,
hoe minzaam en innemend de man
zich ook buiten toe gedraagt, in fei
te de leider van een meedogenloze
industriële moloch, die achter de
schermen de scepter zwaait in Ita
lië. Vanaf het moment dat Agnelli,
die lange tijd $ls lid van de mondia
le jet-set een losbandig leven leid
de, in 1966 aan het hoofd van het fa
milieconcern kwam te staan, trok
hij de touwtjes aan.
Agnelli zocht meer macht en wil
de van Fiat een multinational ma
ken naar het model van het Ameri
kaanse General Motors. Daarbij
vertrouwde hij op zijn charme, hu
mor en zijn soepele omgang met de
groten der aarde, maar dat bleek
aanvankelijk niet voldoende. De
eerste 13 jaren was het vallen en op
staan en bezorgde hij Fiat evenveel
problemen als hij er oploste. In
1973 leed Fiat zelfs voor het eerst
verlies.
Geen scrupules
Als gevolg van stakingen, markt-
verlies en terroristische aanslagen
stond de onderneming in die tijd
met de rug tegen de muur. Agnelli
droeg bij tot die onrust met plan
nen op grote schaal te zoeken naar
nieuwe activiteiten in een poging
de risico's te spreiden. Bovendien
probeerde hij de vakbonden op
zijn hand te krijgen door ze om te
kopen.
Gianni Agnelli: grote gebaren..
Een cabaretier zei laatst op televi
sie dat een Duitse historicus onom
stotelijk heeft vastgesteld dat
Adolf Hitler fout is geweest in de
oorlog. Een wrange grap die het
denken in termen van 'goed' en
'fout' op de hak neemt en goed van
toepassing is op de Arbeitseinsatz:
waren de mensen die in de Twee
de-Wereldoorlog voor de Duitse
bezetter moesten werken nu vooral
slachtoffer of toch meer collabora
teur?
Tijdens de bezettingstijd werden
ongeveer 600.000 Nederlandse jon
gens en mannen in Duitsland en
met name in Berlijn tewerkgesteld.
Zij moesten de opengevallen plaat
sen in Duitse industrie opvullen. In
het boekje Retour Berlijn komen
ze aan het woord.
Aad Verhoeff en Jan van Bilsen
schreven hun relaas op.
In de interviews vertellen de
voormalige Fremdarbeiters over
de in het algemeen slechte woonsi
tuatie in de Lagers. Ook komen be
paalde verhoudingen met andere
dwangarbeiders en Duitse vrou
wen aan de orde. Het gaat steeds
om de dagelijkse gang van zaken.
Kleine Henk (in het boek worden
schuilnamen gebruikt) werkte bij
voorbeeld in een granatenfabriek
en vond dat aanvankelijk wel avon
tuurlijk. Varf ongedierte had hij
weinig last, maar je moest wel goed
uitkijken want voor je het wist had
je vlooien. Het werd allemaal aan
grijpender, toen hij in oktober 1944
als opzichter van een groep Hon
gaarse jodinnen werd aangesteld.
"Toen pas heb ik begrepen wat
het betekende om jood te zijn", al
dus Kleine Henk. Hij herinnert
zich een vrouw van wie de vingers
met een zweep waren kapot gesla
gen nadat ze was betrapt op het ste
len van twee aardappelen. Hij vond
het te gortig om zo'n vrouw nog te
laten werken en zorgde ervoor dat
ze naar haar barak mocht.
Een dergelijke zweem van naïve
teit hangt rond veel van de verha
len van dwangarbeiders. De bedoe
lingen van de schrijvers is het uit
de taboesfeer halen van de Duits-
binnengehaald na afloop van de
oorlog. Zij hadden immers voor de
vijand gewerkt. Weliswaar waren
velen gedwongen op de trein ge
stapt, maar sommigen hadden zich
vrijwillig aangemeld. Het thuis
front had bovendien helemaal geen
interesse in hun verhalen, want er
moest worden gewerkt aan het her
stel van Nederland. Daarom werd
er over die periode maar gezwegen.
Verhoeff en Van Bilsen zijn er ze
ker in geslaagd te schilderen hoe
benard de positie van sommige
dwangarbeiders is geweest. Maar
ze zijn ook een beetje ver doorge
schoten in hun begrip. Zo komt er
in het boek een man aan het woord
die in Duitsland had gewerkt als
controleur in een fabriek die moto
ren maakte voor vliegtuigen. Hij
vraagt zich af zijn Duitse collega's
wel "het leed realiseerden dat aan
de andere volken werd toege
bracht".
De taak van Verhoeff en Van Bil
sen had hier moeten zijn om te vra
gen of hij zich dat wel realiseerde.
Zo worden ook andere geïnter
viewden te weinig doorgezaagd op
dergelijke gewetenskwesties.
De schrijvers nemen trouwens
toch te weinig afstand. Zo wordt
uitgebreid verteld dat Kleine Henk
aanhanger van Feyenoord is en dat
hij daar op de maandagochtend
eindeloos over kan praten. Dat hij
op een uitgedoste krijger lijkt als
hij gaat vissen en ga zo maar door.
Ongetwijfeld goed bedoeld,
maar ik had liever - om maar wat te
noemen - willen lezen over hoe ze
nu precies in Nederland werden
ontvangen. Hoe kwamen ze weer
aan werk? Wat was de houding van
de familie? Allemaal niet gestelde
vragen. Een gemiste kans, maar
dat zal wel te wijten zijn aan het feit
dat Retour Berlijn (de auteurs wer
ken bij Calvé en stuitten ze op en
kele collega's die destijds in Duits
land moesten werken) vooral door
toeval tot stand kwam.
MEINDERT VAN DER KAAIJ
i Aad Verhoeff:
ka, land van de begrensde moge
lijkheden. Want maar zelden in de
geschiedenis was een natie zo su
perieur als de VS in de eerste twin
tig jaar na de Tweede Wereldoor
log.
"De Verenigde Staten, zo leek
de'Libyan Arab" Foreign ™ren immuun voor de ge-
- -- - schiedenis, onkwetsbaar voor het
noodlot, werkelijk het land van de
onbegrensde mogelijkheden". Het
aanzien van het land van Uncle
Sam in het buitenland was groot.
En al was de 'American Dream'
maar voor een klein deel van de be
volking werkelijkheid, de illusie
bestond dat die voor iedereen die
daar maar zijn best voor deed be
reikbaar was.
Halverwege de jaren zestig gaat
het echter mis. Het onbegrensd op
timisme loopt stuk op de langduri
ge en falende interventie in Viet
nam. Daardoor vallen de VS niet al
leen in het buitenland van hun
voetstuk, maar ook in het land zelf
openbaren zich hoogoplopende
conflicten.
Er komt een diepgaande discus
sie op gang over de Amerikaanse
buitenlandse politiek in het bijzon
der en de Amerikaanse cultuur in
het algemeen. "Alles wat in de ge
zapige jaren vijftig veilig en van
zelfsprekend werd gevonden, werd
in de jaren zestig ter discussie ge
steld".
Het vertrouwen in de politiek
Want als het
te bereiken, houdt Agnelli er geen
scrupules op na, zo maakt in zijn
boek Friedman duidelijk. Zo aar
zelde hij niet om in 1976, zeer tegen
de zin van de Amerikanen, zaken te
doen de Libische leider Gaddafi,
die het naar kapitaal smachtende
Fiat
Bank graag 415 miljoen dollar leen
de in ruil voor een belang van tien
procent. Agnelli vloog zelf naar
Moskou om de overeenkomst te
bezegelen, Gaddafi te omhelzen en
te dineren met de kompanen van
Leonid Brezjnjev.
Grote gebaren zijn het handels
merk van Gianni Agnelli. Omdat
hij graag overkomt als een bemin
nelijk, ruimhartig man beperkt hij
zich tot het ceremonieel vertoon en
laat hij het vuile werk opknappen
door ondergeschikten. De dage
lijkse leiding bij Fiat heeft hij al ge-
ruimte tijd uit handen gegeven aan
Cesare Romiti, die de onderne
ming sinds 1980 met harde hand re
geert. Hij deelt de klappen uit; Ag
nelli neemt de schouderklopjes
voor zijn rekening.
Inmiddels is Libië, onder druk
van de Amerikanen, weer uitge
kocht als aandeelhouder. Het Pen
tagon dreigde Fiat geen opdrach
ten te geven in het kader van Star
Wars. Kolonel Gaddafi zal er niet
om hebben gerouwd, omdat hij
zijn Fiat-belangen van de hand kon
doen met een winst van 2,5 miljard
dollar (zo'n vijf miljoen gulden).
Agnelli zelf zag dank zij de deal
kans het familie-aandeel in Fiat op
te voeren van ongeveer dertig naar
meer dan veertig procent, waarbij
zijn dank ongetwijfeld zal zijn uit
gegaan naar de Italiaanse staats
bank, die hem het geld had geleend
tegen een te verwaarlozen tarief
van 2,6 procent. Tal van commer
ciële banken, die zich garant had
den gesteld voor de verkoop van
nieuw uitgegeven Fiat-aandelen,
zaten daarentegen met een forse
strop, omdat de koers van die aan
delen ineen stortte.
Alfa Romeo
Het beste bewijs van Agnelli's
macht in Italië vormt voor Fried
man echter de overname van
staatsbedrijf Alfa Romeo. Op het
moment dat er eigenlijk al een ak
koord lag met Ford, stuurde hij zijn
luitenant Cesare Romiti naar Rome
om met veel misbaar de klokken
van het nationalisme te luiden. Dat
werkte. Fiat, met een aandeel van
zestig procent op de nationale au
tomarkt, kreeg een monopolieposi
tie als enige autoproducent van Ita
lië; Ford bleef met lege handen
achter.
De boodschap van Friedman is
ondubbelzinnig: het doen en laten
van de Agnelli's is niet altijd in
overeenstemming met de het prin
cipe van gezonde concurrentie en
kan democratisch bezien niet altijd
door de beugel. Het Fiat-apparaat
legt regeringen, banken en andere
bedrijven in Italië zijn wil op. Te
genstanders worden of in de kring
opgenomen of anderszins onscha
delijk gemaakt. Dat Friedman er
nooit in is geslaagd het onderwerp
van zijn boek te interviewen zal
dan ook niemand verbazen. De po
ging hem aan te klagen wegens las
ter ligt inderdaad meer in de lijn
der verwachtingen.
HANS AMESZ
De Verenigde Staten moeten weer
de rustige, ordelijke, welvarende
en militair superieure natie worden
die ze in de jaren vijftig zijn ge
weest, zo hield Ronald Reagan in
1980 zijn landgenoten voor. Terug
naar de toekomst, back to the futu
re, was in feite zijn parool.
Een groot deel van de Ameri
kaanse bevolking wilde dat maar al
te graag, aldus de historicus Maar-
gaat zijn doel 'en van Kossem in zijn boek Ameri-
neemt af, met Watergate als triest
dieptepunt. Ook economisch gaat
het bergafwaarts. Halverwege de
jaren zeventig is 75 procent van de
Amerikanen van mening dat de na
tie op de verkeerde weg is. De onze
kerheid is groot en daarmee krij
gen nieuwe denkbeelden een kans.
Er ontstaat een nieuwe politieke
filosofie, die zijn wortels vindt in
de onvrede die leeft bij grote delen
van met name de lagere midden
klasse en de arbeidersklasse. Die
had de roerige jaren zestig en de
discussie die in die tijd was ont
staan over traditionele waarden en
normen als een bedreiging ervaren.
"Alles wat zij voor waardevol
hielden ging in de jaren zestig on
der de slopershamer en werd dan
ook nog tijdens de sloop belache
lijk gemaakt. Met lede ogen zagen
zij aan hoe de overheid allerlei min
derheidsgroeperingen te hulp
schoot en hun alleen aandacht
schonk als de belastingen ver
hoogd moesten worden".
De New-Right-beweging speelt
daarop in en weet deze vergeten
groep te mobiliseren. Hoewel deze,
zoals Van Rossem aantoont, een
weinig consistente filosofie heeft,
blijkt ze wel attractief door de na
druk op individualisme, gods
dienst, ijver en trouw aan huis en
haard.
De keuze van Jimmy Carter tot
president in deze periode is minder
verbazingwekkend dan vaak
wordt gesuggereerd, aldus Van
Rossem. Want hij was weliswaar
Jimmy Carterzelfde ideologische
boodschap als Reagan.. (foto ap>
een democraat, maar ook deze
voormalige pindaboer legde sterk
de nadruk op de traditionele waar
den die verloren dreigden te gaan:
hard werken, hechte families en
gemeenschappen en geloof in God.
Dat Carter het in 1980 moest af
leggen tegen een ex-filmster had
dan ook niet te maken met het feit
dat de Amerikanen zijn filosofie
niet onderschreven. Reagan won
met een ideologische boodschap
die niet zoveel verschilde met die
van zijn tegenstander: hij wist het
alleen beter te verpakken.
Van Rossem geeft in zijn boek
een helder overzicht van de politie
ke ontwikkelingen in de VS in de
laatste 15 jaar. Het aardige is dat hij
dg 'periode-Reagan' in een histo
risch perspectief plaatst en laat
zien dat deze acht jaren minder een
breuk met een verleden beteken
den dan vaak wordt gedacht.
Reagan kreeg in 1980 van de
Amerikaanse kiezers het mandaat
om te bewijzen dat de VS nog
steeds Gods favoriete natie waren.
Hij is daarin, vindt Van Rossem,
niet geslaagd. Weliswaar is door
hem het Amerikaanse zelfvertrou
wen aardig opgevijzeld, maar op fi-
nancieel-economisch gebied heef-
t'ie er een puinhoop van gemaakt.
Met Reagan's opvolger George
Bush hebben de Amerikanen op
het eerste gezicht gekozen voor de
status quo. Maar, aldus Van Ros
sem. Bush zal er niet aan ontkomen
maatregelen te nemen, waar de
voormalige filmster dat heeft na
gelaten. "Bush begint zijn regime
op het moment dat Reagans onbe
taalde rekeningen eindelijk vol
daan moeten worden, willen de
Verenigde Staten niet in grote fi-
nancieel-economische moeilijkhe
den komen".
De Amerikanen, zo is in feite Van
Rossems conclusie, zouden er goed
aan doen de werkelijkheid onder
ogen te zien: het idee van de onbe
grensde mogelijkheden was en is
een illusie. Want: "Een samenle
ving waarin iedereen op elk mo
ment kan doen waar hij zin in heeft,
zal snel tot chaos vervallen en ze
ker nooit iets van enige betekenis
voortbrengen".
NICOLE LUCAS
M. van Rossem: Amerika. Het land
van de begrensde mogelijkheden. Uit
geverij HES, f 19,50.
Nog net in het jaar waarin Rob
Nieuwenhuys tachtig werd, ver
scheen zijn jongste fotoboek over
het oude Indië. Zijn mooiste, zegt
hij zelf met stelligheid. En daar zou
hij best gelijk in kunnen hebben.
In elk geval is 'Met vreemde ogen'
zijn meest interessante, omdat hij
aspecten belicht die zelden zo uit
gebreid en levend aan de orde kwa-
Nieuwenhuys verzamelde een
schat aan unieke beelden, maar
doet in zijn boek meer dan ze alleen
maar laten zien. De platen zijn ook
aanleiding tot boeiende vertellin
gen over een lang vervlogen tijd.
Het is de gave van Nieuwenhuys
om achter die verstilde flitsen het
verhaal te ontdekken en dat zo le
vend als het maar kan na te vertel-
'Met vreemde ogen' bevat vooral
foto's uit de vorige eeuw, van Indo
nesiërs die in hun doen en laten
werden bekeken door meestal Eu
ropese fotografen. Luisterrijke vor
sten komen aan bod, maar ook de
gewone man. Haarfijn legt Nieu
wenhuys uit hoe in de vorige eeuw
bepaalde opstanden konden ont
staan, hoe een hofhouding functio
neerde, de rol van het gif bij de op
volging en hoe de gewone r
leefden.
Een roman op zich is bijna het
hoofdstuk over Kartini, de vrouw
die tegenwoordig in Indonesië
geldt als de heldin van de emanci
patie, zowel van de vrouw als van
het volk. Een vrouw om wie zo'n
grote legende werd gecreëerd
wordt hier een gewone vrouw van
vlees en bloed. De figuren om haar
heen komen in de foto's tot leven.
Heel bijzonder zijn ook de hoofd
stukken over de Chinezen en het
tijgergevecht. Spectaculaire beel
den van de wijze waarop een hele
bevolking een roofdier te grazen
neemt. Een wreed spel in de ogen
van een vreemde, maar een haast
bovennatuurlijke gebeurtenis voor
de betrokkenen die de tijger zien
als het symbool van alles dat hen
zou kunnen bedreigen. Ook in dit
verhaal laat Nieuwenhuys blijken
zijn geestelijke banden met zijn
'tanah air', zijn geboorteland, nog
lang niet kwijt te zijn.
Maar Nieuwenhuys is ook terug
houdend, wil de broze sfeer die de
foto's ontstijgt niet verstoren, uit
respect voor de geest van het verle
den. Hij vertelt over hoe het was en
het eventuele oordelen laat hij aan
de lezer over. Wie de foto's van de
armoede onder de bevolking in de
Nederlandse tijd ziet, heeft ook
geen oordeel nodig.
Kort maar indrukwekkend is
zijn verhaal over de Nederlandse
aanval op Bali, waarbij het Indi
sche leger tegenover een in zijn
rechtsgevoel gekrenkt volk stond
dat zich liever en masse in het zicht
van de militairen van het leven be
nam, dan dat het zich liet onder
werpen. De foto's daarbij zijn echt
uniek, want hoeveel (Nederlandse)
fotografen waren daarbij?
HANS VISSER
Indonesiërs, bekeken door Europese ogen. Keurig poseren voor de fotograaf hoorde er bij in vroeger tijden.
De vraag naar het ontstaan van het
leven is altijd een van de centrale
vragen in het menselijk denken ge
weest. Toen de klassieke schep
pingsverhalen uit de verschillende
godsdiensten niet meer te vereni
gen waren met wetenschappelijke
bevindingen - ondanks de meest
ingewikkelde kronkels, zoals de
opvatting dat God de fossielen had
geschapen om de mens op een
dwaalspoor te brengen - was de we
tenschap aan zet.
Als God niet de wereld had ge
schapen, hoe was het leven dan
ontstaan? En hoe past de mens
daarin? Is een mens een ingewik
kelde machine, gewoon de zoveel
ste schakel in de evolutie of toch de
Kroon der Schepping? Jaap Goud
smit, aids-specialist in het Acade
misch Medisch Centrum, heeft met
het boekje Waarom baart een muis
geen olifant? de keuze voor de evo
lutieschakel gemaakt en probeert
op een toegankelijke wijze duide
lijk te maken
De opzet is aardig: twee Neder
landse geleerden, Charlock en Mo
rel, hebben deelgenomen aan een
prijsvraag over het energievraag
stuk. Ze hebben die gewonnen met
het formuleren en het praktisch
toepasbaar maken van hun ener
gietheorie. Die maakt aan het ener-
Over wat een kat nu wel of niet mag
eten zijn de meningen verdeeld. Is
zout slecht? Werkt melk op de dar
men? Is vet uit den boze? Lusten ze
liever goedkoop voer, of juist de
peperdure merken? De journalis
ten Adriaan de Boer en Wouter
Klootwijk hebben de antwoorden
op dit soort klemmende vragen. In
het vermakelijk boekje Koken voor
kritische katten rekent het duo af
met vooroordelen en oordelen over
wat goed en slecht is voor Neder
lands populairste huisdier.
De conclusies van de schrijvers
op een rijtje: dierlijk voedsel is het
beste; een kattemenu van uitslui
tend vis en vlees is onvoldoende;
kalk in het eten is noodzakelijk;
melk is absoluut niet slecht en ver
stoort de darmwerking niet; zout
en vet zijn toegestaan; van aardap
pelen, groente en granen worden
katten heus niet gezonder; lever en
niertjes mogen de kat niet worden
voorgezet, rauwe vis mag, maar
met mate, varkens- en kippevlees
daarentegen nooit en: veel eten is
net zo min goed voor de kat als
voor de baas. Tenslotte: alle katte-
voer wordt gemaakt van slachtaf
val.
Niettemin schrokken de 20 mil-
joèn katten van Nederland wat
naar binnen, blijkt uit cijfers van
de voedselverwerkende industrie.
Jaarlijks wordt er in supermark
ten, dierenspeciaal-zaken en slage
rijen voor 410 miljoen gulden aan
kattevoedsel omgezet.
Hapklaar
Over het algemeen betreft het hap
klaar blik- en droogvoer (respectie
velijk 85 en 93 percent van de kat
teneigenaren geven hun dieren dat
eten). Steeds minder katten krijgen
verse vis of vlees in hun bakje, om
dat de baas of bazin niet al te veel
tijd meer aan het bereiden van de
maaltijd wil besteden. Gemak
dient derhalve de mens, of de kat
dat nou leuk vindt of niet.
In de diervoederindustrie kan
dus geld worden verdiend. Reden
waarom de marketing-afdelingen
van die bedrijven met de krankzin
nigste ideeën komen om de katten
liefhebber voor zich te winnen. De
firma Koopmans kwam zo met de
'lifestyle-kat' op de proppen. Deze
kat, in reclamecampagnes omhan
gen met modieuze accessoires,
hoed of zonnebril, smikkelt zich
vol met Misha. Dat peperdure pro-
dukt moet concurreren met het
kostje van de truttige yuppie-kat,
Producent Effen doet op een
duit in het zakje met de Whiskas-
variëteiten, ieder maand een nieu
we, zo lijkt het. Haalt de eigentijd
se, verwende kat het lieve neusje
op voor het blikje garnalen van de
ze fabrikant, dan kunnen altijd nog
zalm, konijn, hart, rundvlees of
zeevis worden geprobeerd.
In Koken voor kritische katten
tonen De Boer en Klootwijk aan
dat katten eigenlijk het dolst zijn
op etensresten, zelf-gevangen mui
zen, eendagskuikens, vissekop-
pen, visse-ogen en andere goedko
pe smakelijke hapjes. Vijf katten,
waaronder een 'schooier', een 'nuf,
een 'lust-niks' en een 'alleen-vis-ty-
pe', namen de proef op de som. Vol
gens de schrijvers hadden ze de
maaltijd van hun leven.
MARJAN MEIJER
Adriaan de Boer en Wouter Kloot
wijk: Koken voor kritische katten;
uitgeverij Het Spectrum; f 19,90
gievraagstuk een eind en verzekert
tegelijkertijd de wereldvrede.
Op een bootreis naar Nederland,
waar ze hun prijs in ontvangst zul
len nemen, buigt het tweetal zich
vervolgens over het ontstaan van
het leven. Ze hebben die vraag ge
steld aan collega's elders in de we
reld en krijgen per brief antwoord.
De brieven dragen samen de ele
menten aan waaruit de Schotse
scheikundige Graham Cairns-
Smith zijn theorie voor het ont
staan van het leven ontwikkelde:
het leven is ontstaan uit klei(kris-
tallen).
Silicium
Het vermetele daarvan is dat de
Schot de oorsprong van het leven
niet zoekt in een of andere oersoep
van (organische) koolstof, zoals de
meeste theorieën, maar in het anor
ganische silicium. In de oeratmos-
feer ontstonden geleidelijk aan alle
bouwstenen voor het complexe
DNA-molecuul. Het duurde echter
miljarden jaren voor het ontstond.
Aanvankelijk zetelde het leven na
melijk niet in koolstof bevattend
DNA, maar in kristallen van silici
um, die net als koolstof de essentië
le neiging hebben zichzelf te ko
piëren.
Siliciumkristallen 'gebruikten'
daarbij onder meer RNA-molecu-
len, die door hun negatieve lading
de neiging hebben zich af te zetten
op kleikristallen. Het silicum 'leer
de' RNA om zichzelf te vermenig
vuldigen, om zo zichzelf effectiever
te kunnen kopiëren. Het RNA
bleek echter zoveel effectiever in
zelfkopiëren dat ze de siliciumkris
tallen overvleugelden en - Cairns-
Smith schat ongeveer drie miljard
jaar geleden - DNA creëerden: de
basis van het leven zoals wij dat
kennen.
Voor veel geleerden is de ge
dachte dat in siliciumkristallen de
oorsprong van het leven ligt te spe
culatief. Voor Goudsmit niet, maar
helaas weet hij niet goed duidelijk
te maken waarom. Het boekje blijft
steken in de opzet. Het idee is leuk,
de tekeningen van Maarten Koop
man zijn dat ook, maar Goudsmit
harkt de theorie wat rommelig en
onlogisch bij elkaar.
Zo schrijft hij ergens: "De eerste
levensvormen waren gecodeerd in
klei en deze primitieve kleipoppen
hebben het DNA-eiwitsysteem ge
bouwd zodra de eisen hoger wer
den. Logisch, niet?". Nee, niet lo
gisch. Althans, hij maakt niet dui
delijk waarom. Want wie of wat for
muleerde dan die eisen? Het le
ven? Maar wat is dat dan en welke
eisen stelt dat? Of bedoelt h'ij de
wetten van de evolutietheorie?
Maar die worden weer nergens dui
delijk uiteengezet.
Goudsmit tovert ook onver
wacht vergaande uitspraken te
voorschijn, zoals: .Leven is en gaat
vooraf aan de dood". Maar het is
juist de oneindigheid van het leven
die de evolutie mogelijk maakt. En
hoe de door Cairns-Smith veron
derstelde sprong van anorganisch
naar organisch leven is gemaakt,
maakt Goudsmit al evenmin dui
delijk.
Chips
In zijn boek 'de blinde horlogema
ker' beschrijft de bioloog Richard
Dawkins de theorie ook. Hij doet
dat veel technischer en gedetail
leerder dan Goudsmit, maar de
theorie wordt er wel veel begrijpe
lijker en aannemelijker door.
Goudsmit heeft over het hoofd ge
zien dat je sommige theorieën niet
eindeloos kunt versimpelen. Bene
den een bepaald niveau roept dat
meer vragen op dan het antwoor
den geeft.
Hij wijdt ook een heel hoofdstuk
aan de stelling dat een mens niet
vergelijkbaar is met een machine.
Dat heeft echter niets te maken
met welke theorie over het ont
staan van het leven dan ook. Hij be
gaat daarmee bovendien een denk
fout. De mens is ontegenzeggelijk
veel gecompliceerder en ingewik
kelder dan welke machine ook.
Maar het is natuurlijk geen bewijs
dat een mens geen machine is.
Aan het eind van het boekje laat
hij Charlock en Morel voorspellen
dat het DNA ooit zal worden over
vleugeld en een vergeten bouw
steen van het leven zal zijn. En wat
komt er voor het DNA in de plaats?
Goudsmit zegt er niets over.
Dawkins waagt zich wel aan een
gokje: DNA bouwde lichamen om
te overleven, die voor hun overle
ving hersenen creëerden. Op hun
beurt schiepen de hersenen infor
matiepatronen en brachten die uit
eindelijk over op computers. En
computers werken, o ironie, op sili-
ciumchips.
Ooit, als de mens al lang plaats
heeft gemaakt voor de intelligente
computer, zal een computer de
theorie ontwerpen dat het silicum-
leven is ontstaan uit koolstof, spe
culeert Dawkins. Zullen zijn mede
computers hem dan hartelijk uitla
chen?
SJAAK SMAKMAN
Jaap Goudsmit en Maarten Koop
man (tekeningen): Waarom baart een
muls geen olifant?. Uitgeverij Con-