Het harde bestaan van de Pueblo's
Indiaanse nederzetting in New
Mexico blijft vasthouden aan
ruim 1000 jaar oude cultuur
PAGINA 38
OUDEJAARSBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
ZATERDAG 31 DECEMBER 1988
continu bewoonde huizen van het land
bij hen te vinden zyn. Sommige van hun
huizen, zeggen ze, hebben sinds 1450
nooit leeggestaan, en dat kunnen die van
Acoma ons niet nadoen.
Adembenemend
Eén ding is echter zeker: van alle 19 pue
blos (dorpen, de naam die in de 16de
eeuw door de Spanjaarden aan de neder
zettingen werd gegeven, omdat ze hen
deden denken aan de dorpen in het va
derland) die er nóg bestaan, heeft Acoma
Pueblo de mooiste ligging. Acoma ligt
bovenop een 100 meter hoge tafelberg,
de Acuco. Vanaf die berg heb je een
adembenemend uitzicht. Kilometers ver
strekt het oude, verweerde landschap
zich voor je ogen uit. Daarboven een uit
spansel dat zo oneindig is dat jeer duize
lig van wordt als je er lang naar kijkt.
Maar veel meer dan dat dramatische
uitzicht biedt Acoma Pueblo zijn inwo
ners niet. 's Winters wordt het er bitter
koud en zijn temperaturen van min 15
graden, extra onaangenaam door de nim
mer rustende wind, heel gewoon, 's Zo-
Elektriciteit is er niet in Acoma
Pueblo, een indianendorp in de
Amerikaanse staat New Mexico.
Want de stamoudsten hebben
besloten dat het traditionele leven er
gehandhaafd moet blijven. Er is ook
geen stromend water. Water komt uit
natuurlijkfe uithollingen in de honderd
meter hoge tafelberg waarop het
dorp is gelegen. Voor de 50
dapperen die er permanent wonen is
het een keihard bestaan. "We
moeten ons wel op het toerisme
toeleggen, want er is niets anders.
Wat wij te bieden hebben is onze
cultuur en onze kunst, en niet veel
meer".
door Henk Dam
De oude man houdt op met houtjes
hakken, en kijkt met iets van ver
wachting in zijn gelooide gezicht
naar de bezoekers. Hij wijst naar het
wrakke tafeltje voor zijn huis, waar
op zich wat potten en vazen bevin
den. De lokale gids die de toeristen
rondleidt, helpt hem een beetje. Ze
zegt: "Vroeger hielden alleen de
vrouwen zich bezig met pottenbak
ken. Maar nu doen de mannen het
ook, omdat er zoveel werkloosheid
hier is".
De man lacht aanmoedigend door deze
woorden, een ontroerend soort lach die
een paar bruinzwarte stompjes aan de
vrieskou prijsgeeft. Maar zelfs dit ver
toon van charme bevordert de verkoop
niet. Het handjevol bezoekers loopt
door, nadrukkelijk de andere kant uitkij
kend.
Een binnensmonds gemompelde,
maar nog net te horen verwensing in het
Keresan wordt hen nageslingerd. Met
nijdige bewegingen zet de man z'n tafel
tje iets verder naar voren. Dan gaat hij
weer naar z'n houtblokken, in de weten
schap dat er pas over een uur weer een
nieuwe rondleiding langskomt.
Bouwstijl
Een kleine tragedie in Acoma Pueblo,
een indianendorp in de staat New Mexi
co. En niet zo maar een dorp. Acoma
Pueblo is de oudste permanent bewoon
de nederzetting die er in de Verenigde
Staten te vinden is. Nee, niet alle india
nen wonen in wigwams. De Pueblo-in
dianen van Nieuw Mexico en Arizona
waarvan er ongeveer 40.000 zijn heb
ben van oudsher altijd in huizen ge
woond. Hun voorvaders deden dat al
toen in Europa de Middeleeuwen nog
goed en wel moesten beginnen.
En ook de oudste huizen van de Pue
blo-indianen zien er verrassend modern
uit Ze lijken veel op flats, met drie, vier,
soms vijf verdiepingen op elkaar. De da
ken zijn plat, de lijnen zijn vloeiend en de
hoeken afgerond. Het is een soort archi
tectuur die hele generaties 20ste-eeuwse
kunstenaars heeft beïnvloed, onder wie
de befaamde Amerikaanse schilderes
Georgia O'Keeffe. De Pueblo-bouwstijl
is, met name in het zuidwesten van de
VS, verder in tal van eigentijdse bouw
werken terug te vinden.
Acoma Pueblo mag, volgens voorzich
tige schattingen, bogen op een geschie
denis van zeker 1000 jaar. De oudste nog
in gebruik zijnde huizen van het dorp
zijn wellicht vier, vijf eeuwen oud. Wie
zal het precies zeggen? Geschiedenis
boekjes hebben de Pueblo-indianen
nooit bijgehouden. Zij zeggen simpel
weg: "Acoma bestaat zolang de tijd heeft
bestaan".
Daarom kan het ook gebeuren dat de
indianen van een ruim 200 kilometer ver
derop gelegen dorp, Taos Pueblo, met
grote stelligheid beweren dat de oudste
Een lente-ritueel van Pueblo-indianen in Acoma Pueblo.
mers wordt het er snoeiheet. Elektriciteit
is er in Acoma Pueblo niet, want de
stamoudsten hebben besloten dat het
traditionele leven er gehandhaafd moet
blijven. Er is ook geen stromend water.
Water komt uit natuurlijke uithollingen
in de berg.
Het is een keihard bestaan, op de kale
berg, en daarom zijn er maar een kleine
50 dapperen die er het hele jaar wonen.
In de zomers worden zij met nog zo'n 250
stamgenoten versterkt. De overige 3000
Acoma Pueblo-indianen zijn wijzer. Zij
wonen beneden, in nieuw gestichte ne
derzettingen. In moderne huizen, met
elektriciteit. Met water dat gewoon uit de
kraan komt. Beneden ook is het toeris
tencentrum, dat elk uur het vertrekpunt
is van een excursie naar het verleden op
de berg.
Het is tekenend voor de situatie waarin
de Pueblo-indianen en dan niet alleen
die van Acoma Pueblo zich bevinden.
Met één been staan ze, en graag, in het
verleden. Maar het andere been staat
noodzakelijkerwijs in het heden. Het is
een gebrek aan balans en een garantie
voor grote problemen. De Pueblo-india
nen vormen op die regel geen uitzonde
ring.
Jacht
Archeologen denken dat 15.000 jaar gele
den de eerste mensen zich vestigden in
wat nu het zuid-westen van de VS is.
Aanvankelijk leefden deze oer-indianen
van de jacht en de vruchten des velds,
maar later werd ook aan landbouw ge
daan. Met name mais en bonen gingen,
naarmate de eeuwen verstreken, een
steeds belangrijker onderdeel van het
menu vormen. Dit betekende onder
meer dat de tot dan geldende nomadi
sche levenswijze kon worden opgegeven
en dat er kleine nederzettingen werden
gesticht.
Kleine nederzettingen dijden uit tot
grote nederzettingen. Rond het jaar 1000
hadden de Anazani ("het oude volk") zo
een aantal werkelijk formidabele steden
gebouwd. De grootste daarvan hadden
600 huizen, naast en op elkaar gebouwd.
Het waren curieuze flats die je vanaf het
dak moest binnengaan. Dat was niet
voor niets: op het dak kwam je alleen
met behulp van ladders, en die werden
ijlings ingetrokken als er vijanden in de
buurt waren.
De huizen waren gebouwd rond een
centraal plein, dat gebruikt werd voor ce
remoniële dansen. In de gebouwencom
plexen waren verder onderaardse ka
mers, de zogenaamde kiwa's, die de baar
moeder van moeder aarde representeer
den. De mannen hielden in die kiwa's
hun religieuze ceremonieën. Ze vierden
er hun eenheid met de natuur, ook nu
nog de centrale gedachte achter de gods
dienst van de Pueblo-indianen.
Pas onlangs werd ontdekt dat de be
schaving van de Anazani een veel hoger
peil heeft bereikt dan ooit was gedacht.
Leidend naar de resten van de grote, ou
de pueblo in Chaco Canyon zijn'er bij
voorbeeld, met behulp van speciale foto
grafische technieken, lange wegen ge
vonden. Dat is vreemd, want de Anazani
kenden het wiel niet, en hadden ook
geen dieren die ze konden berijden. Ar
cheologen hebben nog maar pas ontdekt
dat de wegen corresponderen met de
loop van bepaalde hemellichamen. Dat
doet een astronomische kennis veron
derstellen waarvan nooit is geweten dat
de Anazani die hadden.
Rond het jaar 1300 verlieten de Anazani
hun grote pueblo's en trokken ze naar
het oosten, in de buurt van de Rio Gran
de, waar ze op aanzienlijk minder gran
dioze schaal overnieuw begonnen. Waar
om dat gebeurde is niet duidelijk, maar
aanhoudende droogte wordt wel als een
van de redenen genoemd.
Deze nazaten van de Anazani en india
nen die al langer in het gebied woonden
(ruwweg tussen wat nu de steden Albu
querque en Taos zijn) leefden in zo'n 80
tot 90 pueblo's een betrekkelijk rustig en
vreedzaam leven, toen ze in 1539 door
een Spaanse expeditie onder leiding van
Francisco de Coronado werden ontdekt.
Van dat moment af was het gedaan met
de rust. Keer op keer kwamen de Span
jaarden terug, soms omdat ze goud ver
moedden (een misverstand), dan weer
omdat ze hun missionarissen de gelegen
heid wilden geven de inboorlingen de ze
geningen van het katholieke geloof bij te
brengen.
De Pueblo-indianen werden door de
nieuwkomers die ze aanvankelijk uit
gesproken vriendelijk hadden bejegend
- van alle kanten geschoffeerd, onder
druk gezet en uitgebuit. Geen wonder
dat er in de 16de en 17de eeuw opstanden
uitbraken. Maar de Spanjaarden die
het voordeel hadden over vuurwapens
en paarden te beschikken wonnen
keer op keer. En als ze dat deden, waren
ze voor de opstandelingen niet mild. In
Acoma bijvoorbeeld werd in 1599, nadat
er een rebellie was neergeslagen, van alle
mannen die niet gelijk gedood werden
de linkervoet afgehakt.
In 1680 werkten alle pueblo's samen
bij een laatste revolte die althans tijde
lijk lukte. Maar 12 jaar later hadden de
Spanjaarden alweer al het verloren ter
rein teruggewonnen, door toepassing
van een terreur waarbij hele dorpen wer
den weggevaagd.
Van dat moment af waren de Pueblo
indianen als het riet. Ze bogen mee, of ze
nu onder Spaans, Mexicaans (vanaf 1821)
of Amerikaans bestuur (vanaf 1846) ston
den. Het is vooral daarom dat van de oor
spronkelijke 80 tot 90 pueblo's er nu nog
19 over zijn, en ze niet allemaal verdwe
nen zijn.
Eigen leefgebied
Anders dan vele indianenstammen el
ders in de VS zijn de Pueblo-indianen
nooit gedwongen geweest uit hun oor
spronkelijke leefgebied te vertrekken.
Ook dat is een van de redenen waarom ze
nog zo veel van hun cultuur hebben be
houden. Die cultuur is per pueblo an
Huizen in Taos Pueblo, waarvan sommige sinds 1450 permament bewoond
zijn gebleven. De architectuur van de Pueblo's heeft hele generaties 20ste
eeuwse kunstenaars beïnvloed.
prettig dat er inbreuk op hun privacy
wordt gemaakt. Aan de andere kant is er
geen keus".
Hoe de Pueblo-indianen over de horden
toeristen denken wordt aardig geïllu
streerd door de 'regels voor bezoekers'
die onder meer door de organisatie van
Dasheno worden verspreid. Daarin staat:
"Gehoorzaam de indiaanse wetten. Praat
niet tijdens de dansen, en applaudisseer- I
niet na afloop. Kom niet in de kiwa's.
Maak geen rommel: Pueblo-mensen ge
loven dat het land leeft en er bezwaar te
gen maakt bevuild te worden. Neem
geen foto's, tenzij daarvoor toestemming
is verkregen". En dat zijn ze nog lang niet
allemaal.
De verhouding tussen de Pueblo-in
dianen en de horden toeristen *zijn dus
niet helemaal vrij van spanningen, maar
dat neemt niet weg dat, als de voorteken
nen niet bedriegen, toerisme alleen maar
een nog belangrijker plaats zal krijgen.
Voor het eerst werken een aantal pue
blo's samen. Ze willen een centrum op
zetten waar les in hun cultuur wordt ge
geven. Ze willen een Pueblo-dorp op wa
re grootte nabouwen en daar een soort
openluchtmuseum van maken. Ze willen
een restaurant beginnen waarin de pe-
perrijke Pueblo-keuken centraal staat.
Dr. Susan Guyette, een medewerkster
van Walter Dasheno: "En we gaan er aan
de indianen leren hoe ze juwelen moeten
maken en potten bakken. Want toerisme
en kunst, dat is de toekomst van het Pue
blo-volk".
De kunst van de Pueblo-indianen
brengt» inderdaad opvallend fraaie pro-
dukten voort. Vooral in pottenbakken
zijn het erkende meesters. Zozeer dat
een klein potje al gauw 100 dollar kost en
de prijzen oplopen tot dik 1000 dollar
voor grotere potten en tot meer dan 3000
dollar voor de echte verzamelobjecten.
Het is een markt die volgens dr. Guyette
nog lang niet aan-zijn verzadigingspunt
toe is. "Alleen al hier in Amerika bestaat
steeds meer belangstelling voor de Pue
blo-indianen en hun kunst. In het buiten
land zijn we nog niet eens begonnen met
reclame maken".
Schaduwkant
Wel, prachtig natuurlijk allemaal. Of is er
een schaduwkant? Absoluut, want ver
geet niet: dat gehengel naar de toeristen
komt niet voort uit luxe. De werkloos
heid in alle pueblo's samen is 50 procent,
tien keer zo hoog als in Amerika als ge
heel. Hoe dat komt? Dr. Guyette somt
op: "Verkeerde overheidsplannen, de ge
ïsoleerde ligging van de reservaten waar
de pueblo's zich beviritien, en racisme. In
een stad als Taos, dat z'n bestaan dankt
aan de nabijgelegen Taos Pueblo, komen
indianen niet aan de slag vanwege voor
oordelen als: ze kunnen het niet, of: het
zijn allemaal alcoholisten".
Grote sociale problemen zijn het ge
volg. Alcoholisme, drugsgebruik, ge
weld en zelfmoord zijn op de pueblo's a
fact of life. Het zijn dezelfde problemen
waar indianen in heel Amerika mee te
maken hebben. Als Pueblo-indiaan heb
je drie keer zoveel kans door geweld om
het leven te komen als de gemiddelde
Amerikaan, zes keer zoveel kans op tot
de dood leidend alcoholisme, drie keer
zoveel kans op voortijdig overlijden als
gevolg van een verkeersongeluk (en
daarbij is er bijna altijd ook alcohol in het
spel).
Een dorp als Taos Pueblo, ook weer
prachtig gelegen aan de voet van de 4000
meter hoge Wheeler Peak, illustreert het
dualisme treffend. In het meer dan 500
jaar oude dorp zelf is het een komen en
gaan van toeristen. Er wonen nog enkele
tientallen indianen. Net als hun broeders
in Acoma Pueblo hebben ook zij geen
elektriciteit. Water halen ze uit de mid
den door het dorp stromende Rio Pueblo
de Taos. Ze leven er, kortom, zoals hun
voorouders er leefden.
De overige 2000 Taos-indianen wonen
buiten de muren van het dorp, in het re
servaat. In hun huizen is dan Wel elektri
citeit en stromend water, maar veel meer
om trots op te zijn hebben ze niet. De
werkloosheid is 80 procent. Er is in het
reservaat een kliniek waar dokters zich
gespecialiseerd hebben in de zorg voor
de beschadigde baby's van moeders die
aan de drank zijn.
Evenwicht
Het is geen wonder dat er antropologen
zijn die betwijfelen of de cultuur van de
Pueblo-indianen wel zal blijven voortbe
staan. Dat is een zorg die niet van van
daag of gisteren is. Al in 1936 schreef de
antropologe Elsie Clews Parsons over de
indianen van Taos Pueblo: "Spoedig zul
len de ceremoniën verwateren. Het ka
tholieke geloof zal alleen maar sterker
worden. Buitenshuis werkende meisjes
zullen met Mexicanen trouwen. Taos
Pueblo zal dus een gemengde bevolking
krijgen en als indianendorp verdwijnen.
Hoe gauw? Zullen we zeggen 50 jaar?"
Wel, we zijn 52 jaar verder en het is dus
niet gebeurd. En wie zich nog maar eens
hun geschiedenis voor de geest roept, zal
ook nu niet zo gauw de opmerking dur
ven maken dat de cultuur van de Pueblo
indianen gedoemd is te verdwijnen.
ders. Er worden bijvoorbeeld nogal wat
verschillende talen gesproken, waaron
der drie afzonderlijke tongvallen met de
wonderschone namen tiwa, tewa en to-
wa. De pueblo's hebben elk hun eigen
dansen, hun eigen kunst.
Ze hebben ook elk hun eigen ideeën
over het leed dat 'toerisme' heet. Een
dorp als Taos Pueblo leeft van de toeris
ten (het kost 5 dollar om er binnen te mo
gen). Andere dorpen stimuleren bezoek
van buiten niet. Santa Ana Pueblo is
voor niet-indianen zelfs verboden ter
rein, en gaat maar één dag per jaar open
voor nieuwsgierige buitenstaanders.
Maar dat is een uitzondering. De mees
te pueblo's zijn direct of indirect uit op
de vrijetijds-dollar (en dito mark, yen of
gulden). Daarvoor zijn goede gronden.
Walter Dasheno, directeur van een raad
waarin de acht meest noordelijke pue
blo's hun belangen hebben gebundeld:
"We moeten wel, want er is niets anders.
Wat wij te bieden hebben is onze cultuur
en onze kunst, en niet veel meer".
En Greg Histia, een van de leiders van
de Acoma Pueblo-indianen: "Vroeger
werkten onze mannen in een uranium-
mijn. Dat was ongezond werk, maar het
was werk. Die mijn is nu dicht en er is
niets voor in de plaats gekomen. We heb
ben hier dus nu een werkloosheid van 70
procent en dat zou, als er geen toerisme
was, nog hoger zijn. Toegegeven, toeris
me is een soort noodzakelijk kwaad. Aar\
de ene kant vinden onze mensen het niet