Geruchtenstroom tekent 'jacht' op bommenlegger Bij martelpraktijken is vaak een arts aanwezig Seksueel misbruik jongens vaak verzwegen probleem PanAm-ramp bij Lockerbie: wie van de zeven? PAGINA 2 ZATERDAG 31 DECEMBER 19881 Achtergrond DEN HAAG - Al voordat deskundigen van het Britse le ger vaststelden dat er een bom moest zijn geweest aan boord van het PanAm-vliegtuig dat vorige week in het Schotse Lockerbie neerstortte, barstten van Washing ton tot Baghdad de speculaties los over wie een bom kon hebben geplaatst. door Anneke van Ammelrooij De ramp waarbij 270 mensen het leven lieten, is door alle speculaties over de daders een politiek feit ge worden, ondanks dat nog niet eens vaststaat waar de explosieven zich bevonden, wat voor soort explosie ven het waren en meer van die 'de tails' die in een middelmatige de tectiveroman juist tot de ontkno ping van een gecompliceerde moord plegen te leiden. De eerste speculaties dat het wel Palestij nen geweest zouden zijn die niet tot de Palestijnse Bevrij dingsorganisatie PLO behoren en die al jaren in onmin leven met PLO-leider Yasir Arafat, maakten elders in de wereld geheel andere speculaties los. In Tunis bij voorbeeld gaven ver scheidene Arabische diplomaten te kennen zeer bezorgd te zijn dat de Mossad, de Israëlische geheime dienst, achter de ramp zat, om pre cies dezelfde reden als de kleine groepjes dissidente Palestijnen: een voorlopig onherstelbare klap toebrengen aan de diplomatieke successen van de PLO sinds het uitroepen van de staat Palestina half oktober. In kringen van de Arabische Li ga in Tunis was men nog niet beko men van de schrik na het Ameri kaanse dreigement dat een militai re actie tegen een al of niet ver meende gifgassenfabriek in Libië niet uitgesloten werd geacht. In de verklaring die de Liga uitgaf om te protesteren tegen dit dreigement, werd volgens welingelichte krin gen uiteindelijk de passage wegge laten waarin de Liga zich in duide lijke bewoordingen keerde tegen een mogelijk Israëlisch bombarde ment op de fabriek. PLO-dissidenten Het Amerikaanse dreigement werd begin deze week in Arabische regeringskringen nog algemeen opgevat als een pure provocatie, maar door de wending die de ramp in Lockerbie nam, maakte deze ge ruststellende interpretatie weer plaats voor ongerustheid dat Libië als schuldige aangewezen zou wor den. In tegenstelling tot Britse en Amerikaanse PLO-watchers meenden veel Arabische kenners van de verhoudingen tussen voor- en tegenstanders van de huidige PLO-politiek dat de in Libanon en Syrië gevestigde dissidenten zich al zo lang koest hebben gehouden dat zij met een actie als deze in feite te laat zouden zijn. Als de door de VS genoemde groepen Arafat hadden willen dwarsbomen, hadden zij dat moe ten doen in de eerste maanden van de Palestijnse opstand, redeneren zij, toen de televisiebeelden ovei het Israëlische legeroptreden in de bezette gebieden de diplomatieke bakens begonnen te verzetten. Pa lestijnen die dicht bij het Verenigc Leiderschap van de intifada staan uitten toen hun angst voor aansla gen door de dissidenten "die ons ir één klap van ons nog fragiele more le gelijk tegenover Israël zouder beroven". In de VS deed zich donderdag een incidentje voor dat tekenend is voor de sfeer waarin de speculaties plaatsvinden: de familie van één van de slachtoffers van de vlie gramp, de 21-jarige Khalid Jaafar, liet een vriend van de familie met een internationaal persbureau bel len om beweringen in de rege- ringstrouwe 'Washington Times' tegen te spreken, dat de familie ge zegd zou hebben dat terroristen mogelijk de bom hadden verstopt in Khalids bagage. Geruchten Khalid, zoon van de in de VS woonachtige Libanese zakenman Nasser Jaafar, was op doorreis naar de VS vanuit Bayrut. De vriend die namens de familie belde, Oussama Siblani, uitgever van het Ameri kaans-Arabische tijdschrift Saada al-Watan, liet weten dat het om "to taal verzonnen geruchten" ging en dat "niemand van de familie dat heeft gezegd". Gisteren was het dan zover dat een Arabische krant in de media oorlog rond de vliegramp terug sloeg: het Egyptische dagblad 'Akhbar al-Yawm' (oplage ruim een miljoen) meldde dat de Egypti sche inlichtingendienst en het Egyptische staatspersbureau ME- NA over bewijzen beschikken dat de Israëlische Mossad de bom heeft geplaatst. Of die bewijzen ooit op tafel ko men, moet waarschijnlijk net zo ge duldig worden afgewacht als het bewijs dat de bom niet is gelegd door de in Londen opererende 'Wachters van de Islamitische Re volutie' die zelf in een anoniem te lefoontje aan twee internationale Amerikaanse persbureaus hebben verklaard verantwoordelijk te zijn voor de ramp. Om onduidelijke redenen zijn de Wachters meteen afgevoerd van de verdachtenlijst, terwijl het weinige dat men van deze groep weet, hele maal niet hoeft uit te sluiten dat zy bommen plaatsen. Zij gaven ook een plausibel motief op: wraak voor het neerschieten van de Air bus van Iran Air door de Ameri kaanse marine, een ramp die aan honderden Iraanse pelgrims het le ven kostte. In Iran heeft de rege ring en in Libanon heeft de sji'iten- leider sjeik Fadlallah al laten weten dat Iraniërs of sji'iten hoe dan ook niets met een mogelijke wraakac tie, al of niet begaan door de Wach ters, te maken hebben. Semtex Officieel heet het dat de bom die tegen het PanAm-vliegtuig ge- heden vereist ters niet zouden beschikken. Maar als de gebruikte explosieven inder daad uit 'semtex' bestonden, dan is dit argument niet erg hard. Talloze IRA-terroristen bij voorbeeld we ten semtex te gebruiken (zij zou den het van Libië aangeleverd krij gen), zoals artsen in Noordierse zie kenhuizen kunnen getuigen. In Noordierland heeft semtex (een fel oranje gekleurde, reukloze plastische springstof die moeilijk is waar te nemen via de röntgenap paratuur op luchthavens) prak tisch alle andere explosieven ver drongen. Bovendien kan elke ter roristische groep met geld aan een bomexpert komen. Een andere verdachte is ook snel en geruisloos afgevoerd, al in de eerste uren na de ramp: de Zuid- afrikaanse bevrijdingsbeweging ANC. Enkele uren voordat het Pa- nAm-toestel aan zijn fatale reis be gon, was op hetzelfde traject met hetzelfde nummer een PanAm- Boeing richting New York vertrok ken met een grote Zuidafrikaanse delegatie aan boord onder leiding van de Zuidafrikaanse minister van buitenlandse zaken Botha. In het toestel dat boven Locker bie ontplofte, vond ook de Zweed Bernt Carlsson de dood, de VN- 5 die op de dag van de ramp in New York had moeten aankomen om aanwezig te zijn bij de ondertekening van het akkoord over Namibia en Angola. Soldaten Uitgesloten werd ook zeer snel dat de bom het werk zou zijn van Westduitse terroristen die al eerder Amerikaanse soldaten en militaire doelen in de Bondsrepubliek heb ben belaagd. Aan boord van het rampvliegtuig waren veel in West- duitsland gestationeerde soldaten. Dan is er nog de Israëlische rege ring die geen verschil wil maken tussen Palestijnse groepen die wel en die niet tot de PLO behoren en voor wie de daders, als het Palestij nen zijn, dus altijd in kringen van de PLO, bij Arafat zelve gezocht moeten worden. In een uitzonderlijk lang pers communiqué heeft de Israëlische ambassade in Washington donder dag verklaard dat de PLO interna tionale terroristische organisaties heeft geleerd hoe je aanslagen op vliegtuigen en andere acties pleegt. Bovendien, zegt de ambassade in het communiqué, heeft de PLO in de loop der jaren niet alleen nauwe contacten met die organisaties op gebouwd maar ook met hen sa mengewerkt en hen militaire en fi nanciële steun gegeven. De ambassade herhaalt nog eens wat de Israëlische premier in ande re bewoordingen heeft gezegd, na melijk dat de PLO "niet is opge houden met haar terreurcampag- ne, maar alleen de oriëntatie, om vang en tactische vorm van haar gewapende strijd heeft veran derd". De FBI en het Amerikaanse mi nisterie van buitenlandse zaken hebben verklaard voorlopig "geen enkele theorie uit te sluiten". For meel kan de bom ook geplaatst door een waanzinnige zieke geest, heet het. Maar dat is dan wel een a- politieke mogelijkheid die nie mand zegt serieus te onderzoeken. De vliegtuigramp bij het Schotse plaatsje Lockerbie kostte 270 mensen het leven. De aanwezigheid van een bom is inmiddels vastgesteld, maar voor het overige kan er alleen maar worden gespeculeerd over het hoe en aanslag op het PanAm-toestel. (foto AP) URECHT - Een kwart van de kinderen die seksueel misbruikt worden, zijn jongens. Veel hulpverleners in Nederland zijn niet op de hoogte van deze mannelijke slachtoffers van seksueel geweld, omdat mannen nauwelijks over hun nare seksuele ervaring durven praten. Ze voelen zich aangetast in hun man-zijn, omdat ze niet voldoen aan het bekende beeld van 'de man als veroveraar'. Jongens die door een man of soms door een vrouw seksueel misbruikt zijn, twijfelen ook - veel meer als meisjes - aan hun eigen seksuali teit. "Ben ik nu homo?" vragen veel slachtoffers zich angstig af. Mannelijke slachtoffers van seksueel geweld zijn nog steeds een vergeten groep. Volgens arts en psychotherapeut Woet Gianot- ten, werkzaam by de Rutgerhuizen in Utrecht en Hilversum en in het Akademisch Ziekenhuis in Utrecht, is deze problematiek ge heimgehouden, omdat er een groot taboe rust op seksueel geweld bij jongens, zowel bij de slachtoffers als bij de hulpverlening. Gianotten geeft in het Maand blad Geestelijke Volksgezondheid (MGV) een verklaring voor dat ta boe: "In theorie wisten we dat ook jongens slachtoffer kunnen zijn, maar in de praktijk past dit verhaal niet in het beeld dat we van jon gens hebben. Jongens kunnen im mers goed voor zichzelf opkomen. Ze willen meestal zelf seks en jon gens vinden het immers fijn als een vrouw iets bij hen doet. Hoeveèl mannen hebben daar zelf niet over gefantaseerd?" Dubbele moraal Ook bij de hulpverlening ontstaat hierdoor een dubbele moraal. Als een meisje van tien jaar seksueel benaderd wordt door een jongen van vijftien, is de reactie van veel hulpverleners beduidend anders dan wanneer de tienjarige een jon gen is en de vijftienjarige een meis je. Ook als een jongen misbruikt wordt door een man, weten veel hulpverleners nog niet goed hoe ze moeten reageren. Ze zijn gewend om mannen als pleger van seksueel geweld te behandelen en niet als slachtoffer. Nico (24) is één van die jongens die na seksueel misbruikt te zijn niet meer weet of hij nu van vrou wen of mannen houdt. Tussen zijn zevende en zeventiende jaar is hij regelmatig seksueel gebruikt door een acht jaar oudere neef. Tijdens masturbatie denkt hij soms aan snapt dat niet en schaamt zich daar erg voor. Als Nico twintig is krijgt hij een vriendin. Het duurt ongeveer een jaar voordat het seksueel goed gaat. Sinds kort is hy impotent. De impotentie is ontstaan als hy op een keer bij seksuele gemeenschap zeer levendige fantasieën over mannen heeft. Vanaf dat moment durft hij niet meer met zijn vrien din te vrijen. Hij wordt heel onze ker door die fantasieën en weet niet meer hoe het nu verder moet met zijn relatie. De verhouding wordt hierdoor uiteindelijk verbroken. Echte man Gianotten licht toe hoe jongens als Nico na dergelijke ervaringen eventueel denken dat ze homo seksueel zijn. "Jongens worden op gevoed met het idee dat ze seksueel contact behoren te hebben met meisjes. Een seksuele ervaring met een man is in tegenspraak met zijn idee over normale seksuele contac ten. Na zo'n ervaring zal hy voor zichzelf proberen te verklaren waarom bijvoorbeeld de neef, buurman of onderwijzer juist met hem seksueel contact wilde. Het slachtoffer geeft vaak zichzelf de Gianotten: "Ook al was de buur vrouw of de onderwijzeres mis schien een mooie vrouw, een mis handeling is heel iets anders dan een fantasie". (foto gpd) KOPENHAGEN - Een van de opzienba rende conclusies van de afdeling docu mentatie van het in Kopenhagen geves tigde Centrum voor Revalidatie en On derzoek van Slachtoffers van Marteling (RTC, naar de Deense benaming) luidt dat marteling niet zelden geschiedt in aanwezigheid van mensen die medisch geschoold zijn, zoals artsen, verplegend personeel en psychologen. door Gunilla Faringer/AP In de zes jaar dat deze kliniek zich toe legt op de behandeling van mishandelde politieke vluchtelingen en slachtoffers van marteling is het duidelijk geworden dat er bijna altijd medisch personeel bij betrokken is, al is het maar door het ge ven van stilzwijgende toestemming, al dus Inge Kemp Genefke van het RTC. Een bekend voorbeeld speelde zich af in Uruguay, waar een gevangenispsycho loog de beulen adviseert hoe zij te werk moeten gaan. Volgens een schatting van de kliniek zijn ten minste 25.000 mensen met een medisch beroep rechtstreeks be trokken bij marteling. Genefke is er zeker van dat men is gestuit op "een probleem van enorme omvang." Marteling zou vol gens haar op de huidige schaal niet moge lijk zijn als daar geen artsen by betrokken zouden zijn. Genefke begon 15 jaar geleden met het onderzoek van gevallen, van marteling, toen Amnesty International haar en an dere artsen verzocht na te gaan of bepaal de mensen wel of niet waren gemarteld. In december kreeg ze de Right Liveli hood Award, een prijs die in 1980 in het leven werd geroepen door de Zweeds- Duitse filantroop baron Jakob von Uex- kull en die wordt toegekend aan mensen die zich hebben onderscheiden in huma nitair werk. De huidige kliniek werd in 1982 ge opend in het Universiteitsziekenhuis van Kopenhagen. Een staf van 30 artsen, psy chologen, fysiotherapeuten, sociaal wer kers en andere deskundigen behandelt jaarlijks tussen de 70 tot 100 slachtoffers en hun gezinsleden. Volgens Amnesty is marteling aan de orde van de dag in ten minste 90 landen. De kliniek richtte aanvankelijk haar acti viteiten uitsluitend op de behandeling van slachtoffers van marteling. In 1986 werd besloten om daarnaast in samen werking met artsen uit Latijns-Amerika en Europa systematisch aan onderzoek en documentatie te gaan doen. Er werd een internationaal comité in het leven geroepen om clandestiene praktijken aan het licht te brengen en art sen die zich schuldig maken aan martel praktijken hun vergunning te ontnemen. Aangenomen wordt dat zowel in Chili als in Uruguay verscheidene honderden mi litaire artsen betrokken zyn bij marte ling. "Wij veronderstelden aanvankelijk dat mensen met medische beroepen slechts bij uitzondering deelnamen aan martel praktijken, maar thans weten wij dat bij na alle slachtoffers van marteling gedu rende het werkelijke martelproces in contact met hen waren", aldus Peters Vesti, een psychiater verbonden aan het centrum in Kopenhagen. Het centrum deed uitgebreid onder zoek naar lichamelijke en psychische martelmethoden om voor de verschilen- de clienten de effectiefste medische en psychologische behandeling te vinden. De meeste slachtoffers hoeven niet te worden opgenomen. De behandeling be staat veelal uit een mengeling van fysio therapie, psychotherapie en het geven van adviezen op maatschappelijk gebied. Zij duurt meestal 10 tot 12 maanden. De kliniek schat dat ongeveer 90 procent van de clienten baat heeft bij de behandeling. Als zij zich voor behandeling bij het centrum melden, lijden de slachtoffers veelal aan seksuele problemen, fobieën, nachtmerries, hallucinaties en minder waardigheidscomplexen. "Er is zoveel angst, woede, agressie, schaamte en söhuld waaraan uiting moet worden ge geven; het is heel, heel erg moeilijk", al dus Genefke. "Wij noemen onze patiën ten geen slachtoffers van marteling, wij noemen hen overlevenden van marte ling". De kliniek in zo huiselyk mogelijk in gericht, om gelijkenis met een ziekenhuis of een inrichting te voorkomen. Patiën ten vertellen meestal verhalen over mar telingen als ophanging gedurende ver scheidene dagen aan handen of ellebo gen, elektrische schokken op geslachts delen, ranselpartijen, het in sterk ver vuild water houden van het hoofd zodat men bijna stikt. Dreigementen en intimidatie zijn nor male vormen van psychologische marte ling, aldus Vesti, die stelt dat het doel van marteling niet het vergaren van informa tie is "maar de vernietiging van de per soonlijkheid en de verspreiding van ter reur om de bevolking te onderdrukken". schuld, omdat hij er zogenaamd voor mannelijke norpien te tenger uitziet of zich te zachtaardig ge draagt. Hij denkt dat de dader aan deze kenmerken van 'geen echte man zijn' hem heeft herkend als homofiel." Ook als jongens misbruikt wor den door vrouwen, raken zij ver ward over hun eigen seksualiteit. Wel blijkt uit onderzoek van de Amerikanen Johnson en Shrier (1987) dat in het geval van een vrou welijke pleger die onzekerheid veel minder vaak voorkomt dan by een mannelijke pleger. Sjoerd (23) is zes jaar oud als zijn oudere zus hem dwingt tot seksue le spelletjes. Vanaf zijn achtste jaar is er regelmatig seksuele gemeen schap. Vaak doet het pyn. Vijfjaar lang vrijt Sjoerd ongeveer drie keer per week tegen zijn zin met z'n zus. Hij is nog niet in staat om zich daar tegen te verzetten. Pas als zijn zus vriendjes krijgt, stoppen de seksuele contacten voor Sjoerd. In de jaren daarna be leeft hij niets by masturbatie. Hij vermijdt jarenlang ieder erotisch of seksueel contact. Kort geleden heeft hij voor het eerst, nu op eigen initiatief, weer gevryd. Hij maakt zich nu ernstige zorgen waarom hij daar niets by voelde. Opwindend Gianotten: „Met name in de vroege tienerjaren wordt aan jongens dui delijk gemaakt dat- seks met een vrouw iets heel opwindends is. Als Sjoerd tijdens het seksuele contact met zijn zus bijvoorbeeld geen erectie kreeg, kan dat voor hem een aanwijzing zijn dat hij homoseksu eel is." De meest schadelijke reactie die jongens kunnen vertonen als ge volg van seksueel misbruik is dat ze zich in de rol van de dader ver plaatsen. Het blijkt ook dat jon gens eerder praten over wat ze een ander aandoen dan wat henzelf is aangedaan. Ze weten niet hoe ze met het gevoel van 'slachtoffer' moeten omgaan. Veel jongens voe len zich na seksueel misbruik com pleet machteloos en het komt voor dat ze hun nare ervaringen uiten in agressief seksueel gedrag. Gianotten: „Natuurlijk kun je niet zeggen dat alle jongens die seksueel misbruikt zijn, later ook anderen gaan misbruiken. Er is geen rechtstreeks verband tussen slachtofferschap en daderschap. Maar omgekeerd is het wel zo dat heel veel plegers van seksueel mis bruik in hun jeugd slachtoffer wa- Hier is een belangrijke taak weg gelegd voor de hulpverlening. Als zij tydig herkennen dat jongens in hun jeugd seksueel misbruikt zijn en daar goed mee om weten te gaan, kan dit een oplossing zijn om seksueel misbruik definitief te voorkomen. Nooit gevraagd Gianotten benadrukt daarom in zijn artikel met klem dat hulpverle ners zich ervan bewust moeten worden dat er ook mannelijke slachtoffers van seksueel geweld zijn. „Heb een open oog voor deze problematiek, want er zijn nog te veel mannelijke slachtoffers die er nog nooit over hebben gepraat en aan wie ook nog nooit is gevraagd naar seksuele ervaringen uit hun jeugd." Volgens Gianotten is het ook heel belangrijk dat de kleinere groep - mannen die seksueel mis bruikt zijn door vrouwen - wel seri eus wordt genomen. „De hulpver lener moet het slachtoffer niet aan kijken met de blik: 'dat had ik ook wel gewild'. Ook al was de buur vrouw of de onderwijzeres mis schien een mooie vrouw, een mis handeling is heel iets anders dan een fantasie." Noot: Mannen in dc leeftijd van 30 - 40 jaar die over hun ervaringen als slachtoffer willen praten, kunnen meewerken aan een onderzoek over seksueel geweld die gehouden wordt door de Vakgroep Klinische Psycholo gie van de Rijksuniversiteit in Utrecht. Informatie drs. B. C. de Goe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 2