Aan principes hangt een prijskaartje KSS.SÏ45L» Op veel dierenleed in de sport is nauwelijks controle uit te oefenen ZATERDAG 31 DECEMBER 1988 OUDEJAARSBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD PAGINA 29 voor zijn paard Winnipeg. Hij weigerde in het kwalificatieconcours te Aken onder dwang van zijn chef d'equipe Henk Nooren de zware proef af te leggen. De Nederlandse Postduivenhouders Organisatie en het ministerie van landbouw hebben een werkgroep opgericht om het dopinggebruik bij wedvluchten aan te pakken. In een leefnet gevangen gehouden vissen zijn stressig en lijden pijn als ze worden gehaakt en gedrild. Sport met dieren. Wie zegt daar 'nee' en wie 'ja, mits'? door Martin Donker In de nacht vóór Jumping Amster dam '88 werden de wervingsaffiches voor het hippische evenement on leesbaar gemaakt door stickers. Met de tekst 'Afgelast wegens dieren- misbruik; artikel 254 van het Wet boek van Strafrecht' meenden onbe kend gebleven actievoerders op te komen voor de rechten van de vier voeters. In vergelijking met eerdere manoeu vres van het Dierenbevrijdingsfront was deze demonstratie kinderspel. Ooit sloopte dit actiecomité alle hindernissen van de Military van Boekelo, terwijl de Koninklijke. Nederlandse Jagersvereni- ging en het district Midden Nederland van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie eens werden beroofd van al ha,ar administratieve bescheiden. De daders werden gegrepen. De straf: twee weken voorwaardelijk. "Aan je principes hangt nu eenmaal een prijs kaartje", berustte destijds de veroordeel de Anja in haar lot. "Een dier gebruik je niet om sport mee te bedrijven. Dat leidt tot gesol; het is immoreel. Een beest kent ook gevoelens van pijn en angst, daar mee wordt maar zelden rekening gehou den. Een beest kan niet opkomen voor zijn rechten, daarom doen wij het maar", verklaarde een ander voor de rechter. Waar ligt de scheidslijn tussen het mo reel geoorloofde en het moreel ongeoor loofde in de dierensport? Mag je van een duif verlangen dat hij afstanden van meer dan 500 kilometer aflegt om zijn ei genaar een leuk prijsje te bezorgen? Mag een vis urenlang in een leefnet gevangen worden gehouden, totdat het in de plaat selijke kroeg wordt opgemeten en gewo gen om spartelend de verstikkingsdood te sterven? Kun je een paard dwingen zich in een tijdsbestek van drie dagen te onderwerpen aan dressuur, steeple chase, cross en springconcours? "Een duifje zal het vast niet leuk vin den om zulke afstanden te moeten over bruggen", geeft duiventransportverzor- ger Gert Lutters toe. "Nee, je kunt niet zeggen dat ik nu zo'n dierenvriend ben". Niet simpel Springruiter Albert Voorn ziet het an ders: "Natuurlijk vindt geen paard het leuk om te werken. Dat geldt ook voor een politiehond of een pakezel. Maar als ik zie hoe ik mijn paarden behandel, dan hebben ze een luxe leventje in vergelij king met hun soortgenoten in de wei. En dan praat ik niet eens over vroeger, toen een paard twintig uur per dag voor de ploeg stond". Het voeren van de discussie over de principiële vraag of het bedrijven van sport met dieren is verantwoord, is niet simpel. Alleen al vanuit historisch oog punt. Sportvissen is een ingebakken hobby. Een paard heeft zich in de loop der jaren inderdaad 'omhoog gewerkt' van de werkende klasse tot de adel. En wie plaatst er vraagtekens achter de mo tieven van een vriendelijke, bejaarde duivenmelker? Het uit 1920 stammende wetsartikel waarin dierenmishandeling ter sprake komt, toont bovendien zoveel mazen dat daar ongestraft doorheen te glippen valt. De stichting Landelijke Inspectiedienst van de Dierenbescherming (LID) houdt zich dan ook voornamelijk bezig met het sluiten van compromissen. Adjunct-di recteur Wim Koedijk: "Verbieden is uit gesloten; we kunnen ons wel inspannen om het leed onder dieren zo veel mpge- lijk te verzachten. Maar zelfs dat uit gangspunt blijkt moeilijk te verwezenlij ken. We moeten werken met een klein budget, door gebrek aan mankracht moeten we prioriteiten stellen". De LID houdt zich bezig met opspo ring en controle. De stichting is afhanke lijk van bijdragen van de Vereniging tot Bescherming van Dieren (een kleine an derhalf miljoen gulden) en het ministerie van landbouw (vier ton). Koedijk: "Ik vind dat we van de overheid te weinig fi nanciële steun krijgen. Het is bekend dat de controle op het welzijn van dieren bij de politie onderaan de prioriteitenlijst staat. Dat is ook één van de redenen ge weest om de LID in het leven te roepen. Wij vervullen een overheidstaak. Die vier ton is naar mijn mening een veel te geringe subsidie". Handen vol Want de LID heeft zijn handen vol. Niet alleen uit de sportieve sectpr, ook uit de recreatieve hoek sijpelen schrijnende ge vallen het kantoor in Hilversum binnen. Dirk Boon weet daar op afstand over mee te praten. Hij schreef in 1983 een proefschrift over Dierenwelzijn en Recht. De in Groningen praktizerende advocaat maakt zich vooral zorgen over het gesol met beesten op campings. "Het organiseren van spelletjes met dieren is in zwang: varkensraces, het zo genaamde 'zwientje-tikken', ganstrek ken, gans-slaan (daarvoor gebruikt men weliswaar dode dieren) en paling-trek ken. En dan nog allerlei vormen van ro deo: op een paard of een rund zitten en kijken hoe lang je dat uithoudt. In verge lijking met de sport baren dergelijke spelletjes me meer zorgen, omdat de eer ste de beste campingbaas bij wijze van attractie dat soort dingen kan verzinnen. Zonder dat er enig toezicht op is". Boon wil met het constateren van deze ontwikkeling de praktijken in dé dieren sport niet onderschatten. "Maar misstan den vallen daar beter te controleren, om- dat het openbare gebeurtenissen zijn, die ruimschoots tevoren worden aangekon digd. Niemand doet daar geheimzinnig over. Volgens de Dierenbescherming moeten de controles zich ook veel meer richten op de inspanningen die het dier moet verrichten en op de risico's waar aan het bloot staat. Terwijl de mensen die omgaan met paardeh vinden dat die beesten het zo ontzettend prettig vinden om een inspanning te leveren. Het hangt een beetje op dat spanningsveld. Ik vind het geweldig moeilijk om concreet te kie zen. Niet in de laatste plaats omdat dè te verrichten inspanningen per tak van sport nogal verschillen". Dopingschandaal Zo werd de duivensportwereld onlangs opgeschrikt door een dopingschandaal. Om een tijdwinst van een kwartier te kunnen boeken over een vlucht van 500 kilometer, deinst een aantal duiven melkers er niet voor terug om naar stof fen als cortison, prentison en neo-cortef te grijpen. De middelen worden meestal in de vorm van oogdruppels toegediend. De Nederlandse Postduivenhouders Or ganisatie en het ministerie van land bouw hebben een werkgroep in het le ven geroepen om het bedrog op te spo- Het is de vraag wat de belangrijkste overweging is geweest om stappen te on dernemen: het fraude-aspect of het dier onvriendelijke. In de hengelsport lijkt men het nog minder nauw te nemen met het welzijn van het beest. Deze zomer brachten prof. dr. F.J. Verheijen en dr. R.J.A. Buwalda een rapport in de open baarheid waaruit twee zaken kunnen Springruiter Albert Voorn: "Ik verlang absolute gehoorzaamheid". (foto worden geconcludeerd. Het gebruik van levend aas komt naar de gevolgen van het dier (de prooi) meestal overeen met biomedische proeven met levende ge wervelde dieren. Het bewaren van vis in een leefnet, ook wel 'sterfnet' genoemd, heeft dezelfde fatale gevolgen voor de karperachtige gevangene. Mr. Boon: "Je kunt niet meer volhou den, zoals we als jongetjes beweerden: vissen zijn koudbloedige dieren, dus ze voelen niets. Dat sprookje was al in 1979 achterhaald. Er ontstond toen een pro bleem waarmee niet alleen sportvissers, maar ook beroepsvissers te maken kre gen. Ook achter het bewaren van levende vis op de markt en in het restaurant kun je vraagtekens zetten". Boon vraagt zich af waarom levend aas niet kan worden vervangen door kunstaas. "Er zijn meer alternatieven om het leed te beperken. Gebruik van leefnetten, maar ook het le vend op de kant bewaren van de vis komt veel voor. Met name bij wedstrij- den. Maar waarom in vredesnaam? Of je neemt de vis mee, öf je gooit de vis terug in het water. Wat is de zin van het leef net? Als je de vis wilt meenemen, sla hem dan meteen op een fatsoenlijke ma nier de kop in; als je hem wilt terugzet ten, doe dat dan direct". Rechtszaak Optreden van de LID bij een viswed strijd in Meppel heeft echter aangetoond dat ook die logische gedachtengang wei- beruchte masker (waardoor het paard niet kan zien terwilie van de concentratieis in de rensport let terlijk een paarde- middel. (foto GPD) Rechts: sedert een recent doping schandaal heeft het duivenmelken ook z'n onschuld verloren, (foto gpd> Links: een haak wordt uit de bek van een paling ge rukt. "We kunnen niet meer volhou den dat een vis ge voelloos is" (foto GPD) nig ondersteuning geniet. Koedijk: "De deelnemers moesten met de vis in hun leefnettep naar de prijsuitreiking. Bij wijze van proef hebben we er een rechts zaak van willen maken. De officier van justie heeft onze aanklacht geseponeerd. Hij vond de zaak niet vervolgbaar. Mis schien is hij bang geweest voor prece dentwerking. Als dit strafbaar zou wor den gesteld heeft dat nogal wat conse quenties voor de hengelsport in de rest van het land". Ook in de paarderensport zijn dergelij ke proefprocessen nog niet aan de orde geweest. Het beruchte masker (een hoofdkap, waardoor het paard niet kan zien ter wille van de concentratie), de oordoppen (die op het laatste rechte eind kunnen worden afgeworpen, zodat het paard door de kakofonie aan geluid wordt opgezweept), de hoofdklem (het paard is gedwongen het hoofd in één richting te houden) en zelfs de elektri sche schokken (waardoor het paard in training wordt geactiveerd) zijn letterlijk paardemiddelen die slechts in het sche merduister worden uitgeprobeerd. Be wijzen zijn moeilijk te leveren. De zweep en de sporen zijn daarmee vergeleken onschuldige manieren om een paard tot betere prestaties aan te zet ten. Springruiter en trainer Albert Voorn bekent geregeld gebruik te maken van die laatste twee methoden. "Er zijn paar den die het verrekken. Dan ga je als trai ner wel eens over de schreef. Tenminste, paard wel de capaciteiten heeft maar te lui is. Als het puur om 'het- niet-willen' gaat, terwijl hij het wel kan. Tijdens die confrontatie deins ik er niet voor terug hem te straffen. Lijfstraffen, ja. Dat varieert van slaan met de zweep tot het duwen van de sporen tegen de flanken". "Vroeger", geeft Voorn toe, "ging ik daarin te ver, al sta ik nog steeds bekend als iemand die niet poeslief is voor zijn beesten. Dat komt: ik heb geen talent als ruiter maar ben wel enorm ambitieus. De schuld van het falen zocht ik niet bij me zelf maar bij het paard. Ik begon het dier te kasteiden. Nu compenseer ik dat door rijkunst. Hoe meer ervaring je krijgt, hoe beter je de grens weet te trekken". Streng Voorn staat bekend als een strenge meester. Des te opmerkelijker was het dat de stoeterijbaas uit Knegsel voor Se oul in de belangstelling kwam toen hij het opnam voor het paard Winnipeg. Voorn weigerde zijn troeteldier te laten meedoen aan een zware proef in Aken ("het beest was daar nog niet aan toe"), wat in het verkeerde keelgat schoot bij chef d'equipe Henk Nooren. Voorn ver speelde om die reden zijn plaats in de Olympische ploeg, verkocht Winnipeg terug aan zijn vroegere Amerikaanse ei genaars en diaagt nu de consequenties. De tuchtcommissie van de Nederlandse Hippische Sportbond heeft hem tot 30 juni 1989 uitgesloten van deelneming aan landenwedstrijden. Voorn beroept zich op zuivere motie ven. "Al ben ik wel hard in de omgang met paarden. Ik denk dat een strenge op voeding moet. Dan bedoel ik: ook thuis, in het gezin. Als ik zie hoe sommige col lega's van mij hun kinderen grootbren gen en hoe ik mijn zoontje opvoed. Dat verschilt nogal. Ik verlang absolute ge hoorzaamheid. Ik schuw daarbij de lijf straf niet, inderdaad. 'De Heer kastijdt degene die Hij lief heeft'. De harde lijn is goed, tenminste als zo'n jongen de straf verdient en die op het juiste moment krijgt". Met beesten, beweert Voort, is dat pre cies zo. "Ik heb twee Dobermanns gehad waartegen ik echt heel erg streng ben ge weest. Maar ze waren gek op me, ze de den alles wat ik wilde. Ik hoefde maar twee keer te klikken of ze zochten een hindernisje om overheen te springen. Ik was dag en nacht met die honden bezig. Maar straf je overmatig of op de verkeer de momenten, dan werkt dat averechts. Een beest gaat je dan wantrouwen, wordt bang". Extra druk Military-ruiter Eddy Stibbe begrijpt niet waar we ons in Nederland zo sappel ovér maken. In Sport International van no vember zegt hij: "Je kan hier nooit onbe vangen, recht voor z'n raap rijden. Alleen al vanwege de Dierenbescherming die altijd meekijkt. Dat legt een extra druk op je als je wilt presteren. Maar waar ma ken ze zich eigenlijk druk om? In Enge land sterven er wel vijf sportpaarden per week, al kun je daar ook zo je eigen ge dachten over hebben. En wat denk je wat er gebeurt in België? Bij de steeple in Waregem komt het uitschot van de race- rij aan de streep. Men probeert die ene grote prijs te winnen, voor de rest wordt er niet naar het paard gekeken". Voorn kan dat beamen. "In de steeple chase in Waregem moetje over de Gaver beek. Die rivier is zo breed dat de kans om de overkant niet te halen groter is dan wel. Wat is dat voor een onzin? De Grand National zou een prachtrace kun nen zijn. Als ze de onverantwoorde risi co's eens zouden wegnemen. Nu moet een paard over een heg van 1.80 meter om vervolgens en passant een sloot te ne men die aan het zicht is onttrokken. Dat noem ik booby-traps". In Boekelo, waar tien dierenartsen aanwezig zijn om de paarden drie keer aan een keuring te onderwerpen, denken de organisatoren de risico's redelijk te hebben beperkt. In 1986 vonden tijdens de Military van Bréda twee paarden de dood tijdens de beruchte uithoudings- proef, een jaar nadat in Boekelo het paard Morning Star het loodje had ge legd. In overleg met de Dierenbescher ming paste de stichting Military Boekelo de maatregelen van de internationale hippische federatie (FEI) aan. Na twee valpartijen en vijf weigeringen volgde voortaan diskwalificatie. Succesje Koedijk: "Dat succesje hebben we ge boekt aan de onderhandelingstafel. Je moet ook niet vergeten dat de sport zelf bepaalde risico's wil uitbannen. Het is slecht voor de naam van de military wan neer er ieder jaar een paard sneuvelt. Maar helaas heb je hier te maken met een wereldwijd gebeuren. De FEI heeft dit jaar het experimenteren met de regle menten weer verboden. Het zou niet meer 'military-achtig' zijn. Dan sta je dus weer op nul". Volgens Koedijk verdient de paar- desport van alle sporten met dieren bij de LID de hoogste prioriteit. "Maar met het wetboek in de hand zijn overtredin gen helaas moeilijk beheersbaar. Dat komt vooral door het woordje 'nodeloos'. In artikel 455 staat bijvoorbeeld: hij die nodeloos een dier pijn of letsel veroor zaakt, nodeloos een dier kwelt of node loos de gezondheid van een dier bena deelt, is strafbaar. Wij vinden dat het wel zijn van het paard in de rensport in be paalde gevallen ernstig wordt geschaad. Maar is dat nodeloos als er flinke geld prijzen op het spel staan, als het paard er sneller door gaat lopen? Met de wet in de hand kom je dikwijls niet ver". In 1920, toen het artikel in het Wetboek van Strafrecht terecht kwam, betekende dierenmishandeling niets meer en niets minder dan dat de zedelijke gevoelens van mensen gekwetst moesten worden voordat er sprake kon zijn van deze kwa lificatie. Met andere woorden: als de ze delijke gevoelens niet werden gekwetst kon er ook geen sprake zijn van dieren mishandeling. Het ging dus niet om de vraag wat er feitelijk met de dieren ge beurde, maar hoe de mens daarop rea geerde. Voorschriften Een bevredigender grondslag is nog al tijd niet in de wet opgenomen, hoewel er wel nieuwe wettelijke voorschriften op tafel liggen. Regering en Dierenbescher ming hebben aangepaste wetsontwer pen naar voren geschoven. De Dierenbe scherming wil dat alleen de reguliere takken van dierensport (met name de paardesport) worden erkend door de re gering, zodat campiijgspelletjes als ro deo, 'zwientje-tikken' en palingtrekken wettelijk kunnen worden verboden. Er moeten bovendien regels worden opge steld voor de bouw van het parcours, de kwaliteit van de dieren, het toezicht op die dieren, en de geneeskundige verzor ging. Koedijk van de LID: "Wij kunnen nu eenmaal niet naar de minister stappen en zeggen: verbied deze sport. Die zal ant woorden: de vis- of paardesport is door de eeuwen heen een geaccepteerd ver schijnsel geweest. Dus ga je om de tafel. Het is een soort politiek. Je moet com promissen sluiten. Het einddoel zul je stapje voor stapje moeten zien te berei ken. Voor veel mensen is dat frustrerend, maar naar mijn mening is het de enige zinnige weg". Daar zal het Dierenbevrijdingsfront zo zijn eigen gedachten over hebben. Met het actiecomité zegt Koedijk en zijn stichting geen contacten te onderhou den. "Ik zeg niet dat het DBF geen taak heeft. Zij brengen in ieder geval misstan den onder de aandacht van het publiek, vervullen een signaalfunctie. Maar het front tracht zijn doel té bereiken zonder de spelregels in acht te nemen. Het is bo vendien niet persoonlijk aanspreekbaar. De acties leiden niet tot oplossingen. Wij doen ons werk ten behoeve van justitie. Met open vizier, en ik denk toch dat je zo het meeste kunt bereiken in het belang van de dieren". Lapzwansen Volgens Voorn moet het Dierenbevrij dingsfront niet zo zeuren. De Brabantse springruiter kwalificeert de leden ervan als malloten "die de hele dag niets om handen hebben en een grote mond op zetten. Als ze consequent zijn moeten ze ook geen vlees eten en geen leren schoe nen dragen. Een schaap vindt het ook geen lolletje als-ie wordt geschoren, maar de lapzwanzen van het Bevrij dingsfront lopen bijna allemaal in die wollen vesten". De principes botsen dus. Voorn trekt de grens bij 'het zo aangenaam mogelijk' maken voor het dier. "Om een paard goeie prestaties te laten leveren moet-ie in conditie zijn. Maar ook de 'geestelijke' training is belangrijk. Een paard moet te vreden worden gesteld, het is de kunst hem zo ver krijgen dat-ie voor jou door het vuur gaat". Maar Boon betwijfelt of het gebruik van het beest voor de sportieve genoe gens van de mens wel aan de ethische normen beantwoordt. Al is de scheids lijn nog zo strak afgebakend. "Ik weet het niet. Er is een uitspraak van het Ge rechtshof in Den Bosch over het 'gans slaan'. Let wel: dat betreft dooie ganzen. Toen heeft het hof gezegd: dode dieren of niet, dat doet niets ter zake; het is een ne gatief voorbeeld voor mensen, waarmee je aangeeft dat je het niet zo nauw met dieren hoeft te nemen. Die voorbeeld werking is interessant. Waarom staan mensen zich te verkneukelen bij de Mili tary wanneer zo'n paard weer in de sloot stort en de berijder ergens in een boom hangt? Dat vindt men over het algemeen dus prachtig. Van die mentaliteit moeten we af'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29