Vast in een strook van modder en misère Hoe de verloren jongeren van Ierland aan een toekomst proberen te bouwen ZATERDAG 31 DECEMBER 1988 OUDEJAARSBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD PAGINA 25 Op je vijftiende met twaalf broertjes en zusjes hokken in een kierende l' caravan. En niet eens weten hoe je i' nu precies je naam schrijft. Of stelen j- in de nacht, om overdag te kicken op J- lijm. De alledaagse honger verdoof je jmet gejatte drank. Want je toekomst is aangevreten door armoe. Deze ellende slaat nu eens niet op een Derde Wereldland. Hooguit twee uur vliegen naar het westen, en je strijkt neer in een Europees land waar de wijwaterbakjes nog altijd vol zijn maar waar de armoe bitter is: Ierland. sche kliniek. Gemis aan moederliefde, te vroeg te veel verantwoordelijkheden, dat alles smoorde te jong haar emoties. "Pas hier op het centrum, waar ik aankwam als een buitengewoon onzeker type, schoot ineens de prop los. En durfde ik voor het eerst in het bijzijn van anderen te huilen". Spijt van de dichtgeslagen deur? Nora, de ogen op de grond gericht: "Heil no....als ik thuis was gebleven zat ik nu nog zonder scholing, zonder toekomst. Om ooit de kans op geluk te krijgen moest ik van mijn moeder weglopen". Met Kerstmis ging ze liever niet naar huis. Haar hals zit ineens vol rode vlek ken. Aandacht Slap handje. En meteen een blik van: waarom ik? Aangenaam: Paddy, 16 jaar, en vast van plan ooit nog een penalty te stoppen van Gullit. Paddy heeft ook mij te grazen. Want het lukt hem me wijs te maken dat zijn leven geen trauma's kent. Inderdaad, zijn vader is weggelopen. So what! Van de 20 pond die hij verdient geeft hij braaf de helft aan zijn moeder, als aanvulling op the dole, de bijstand. En de herberg van zuster Mary Carmel houdt hem keurig van de straat. Verder nog vragen? Een half uur later weet ik beter. Miss Rose, zijn sociaal begeleidster, legt uit: "Patrick lijdt enorm onder het gemis van zijn vader. Vandaar dat hij door specta culaire leugens om aandacht vraagt. On langs kwam hij huilend hier. Vroeg om een dag vrij zodat hij naar het ziekenhuis kon. Daar lag zijn broertje in het mortua rium. Omgekomen bij een auto-ongeluk. Zuster O'Donoghue natuurlijk meteen naar Patricks huis om te condoleren. En wie maakt de deur open? Patricks dood gewaande broertje". Aandacht en een vrije dag om op straat te slenteren. Aan de treurige werkelijkheid heeft Paddy liever een broertje dood. Omdat ze op de school in haar dorp met jas en al is opgehangen aan een han ger komt ook Maria, 15 jaar en kop schuw, tot rust op het St. Martin's Centre in Limerick. Hand verlegen voor het ge zicht: "Ik werd vreselijk gepest op die school. Zelfs zo erg dat ik er niet meer naartoe durfde. Hier treitert niemand me. Bovendien kan mijn moeder het geld goed gebruiken. Mijn vader is pas overleden. En nu zijn we 'on the dole'. Dat is knap waardeloos". Of ze nu weer terug mag. Ze moet nog een knuffelolifant afmaken. Die twintig pond aan het einde van de week blijken ook Seans voornaamste drijfveer. "Daarvan geef ik er vijftien aan mijn mam. De rest leg ik opzij, zodat ik wat kleren voor mezelf kan kopen". Lijm Acht jaar is Sean als zijn vader opstapt. Niet lang daarna verhuist het gebroken gezin van Tipperary naar het naburige Limerick. Sean maakt zijn technische school niet af. Krijgt geen baan in een door Hans Toonen Een op de drie Ieren leeft onder de ar- moedegrens. Moet maar zien rond te ko men van minder dan 48 pond of ongeveer 150 gulden per week. Een zwellend leger van kinderen uit huizen zonder vaders. Of tieners die hün ouders zelden zonder fles drank zien. Samen met de duizenden 'traveller kids' oftewel woonwagenkin deren, vormen zij de bijna verloren jeugd van Ierland. Bijna, want in Limerick slaat zuster Mary Carmel O'Donoghue een arm om deze misdeelde kinderen. Een strook van modder en misère, af gepaald met prikkeldraad. Aan deze roestige rand van het stadje Limerick groeit Richard Pratt op. Vijftien is hij, maar lijkt hooguit elf. Zuster Mary Car mel O'Donoghue kijkt er niet van op. "Komt door ondervoeding. Helaas heel gewoon onder woonwagenkinderen". Dan troont ze me mee naar Richards moeder, die sneller praat dan Onze Lieve 'J Heer kan luisteren. Met twaalf kinderen woont het echtpaar Pratt in een doorge- zakte caravan. Natuurlijk zitje dan krap. Maar het kan nog erger. Twee caravans verderop hokt een gezin van twintig kin- deren. Bovendien gaat de dochter van zestien binnenkort toch trouwen. Inder- - daad, dan kan de rest wat breder zitten en slapen. Schande Staat er een bord minder om op te schep- pen, veronderstel ik. Moeder Pratt zet haar eeltige handen op de heupèn. "Be- langrijker is dat ze nu trouwt. Dan lopen mijn man en ik ook niet het risico dat ze y vóór het huwelijk zwanger wordt. Die schande blijft ons zo mooi bespaard". Zuster Mary Carmel schiet te hulp: "Ongetrouwd een kind krijgen is een van de grootste schandes in het aan elkaar klittende wereldje van 'tinkers', kamp- - volk dus. Vooral de moeder wordt er op nagewezen. Had ze maar beter op d'r dochter moeten passen". Twaalf kinderen bij Pratt, twintig iets verderop, de zes bleekneusjes vol sproe ten en snot rondom me niet meegeteld. Akkoord, dit is katholiek Ierland, ge- 1 doopt in whiskey en wijwater. Vandaar <-J de voorzichtige vraag of zuster O'Donog- f hue de pil durft aan te raden. "Is ook ge- beurd. Maar dat heeft weinig uitgehaald. Want je tast de eer aan van elke woonwa- genman. Hóe meer kinderen, des te man- nelijker zijn aanzien. Vrouwen die het waagden de pil te slikken of aan geboor teregeling te werken zagen hun man op een dag weglopen met een vrouw die wel wist wat een echte man nodig heeft. Veel kinderen. Heel veel, please". Maar wel kinderen naar wie Ierland niet omkijkt. Voor wie de toekomst vast zit in een strook modder. Voor wie nog te veel Ierse politici onbeschaamd hun neus ophalen. Toen het college van Li jf merick onlangs eindelijk de moed had J voor te stellen de hooguit zeventig woon- jJ wagenfamilies, die nu illegaal tegen de I rand van de stad leunen, eindelijk èen vaste kampplaats te geven, verlieten de toch stuk voor stuk roomse raadsleden demonstratief de vergadering. 'Get rid of J these junk people!', riep pas nog een Iers parlementslid. Zuster Mary Carmel bijt woedend op - haar lip. Schuift een velletje melk opzij van de inmiddels koude koffie in haar Lourdes-beker: "Niet alleen de politiek, ook mijn kerk weigert partij te kiezen voor de armen. Hoeveel pastoors zouden er vandaag met jou en mij zijn meegelo Keith hakt nu zoete broodjes. Twee jaar was hij zwaar Balen elastiekjes aftellen tot bundeltjes van precies verslaafd, aan de lijm, de drug van de allerarmsten. honderd. Net als straks in een echte fabriek. Hopelijk. Geruchten Nooit meer terug naar een kamp'. En nooit méér dan alleen even op bezoek bij haar moeder. Nora is niet voor niks van huis weggelopen. Veertien is ze als haar moeder razend reageert op een brief van Nora's schoolmeester waarin deze vrien delijk doch dringend verzoekt Nora op zwangerschap te laten onderzoeken. Want er gaan hardnekkige geruchten... Ook al wonen ze in een rijtjeshuis, toch geldt nog altijd de moraal van de 'travel lers': eerst trouwen, dan baren. Alleen al door het gerucht heeft Nora haar moeder tot in de derde generatie te schande ge zet. Er vallen harde woorden en klappen. Nora slaat de voordeur achter zich dicht en vlucht naar haar schoolmeester. Ook als de dokter geen zwangerschap consta teert is er voor Nora geen weg terug. Nog even probeert ze het. Maar nog geen dag later vliegen er potten en verwijten door de keuken. "Ik ben toen opnieuw wegge lopen. Nu woon ik voorgoed bij pleegou ders van wie ik niet, zoals thuis altijd het geval was, van alles de schuld kreeg". Voordat Nora uiteindelijk aanklopt bij zuster Mary Carmel is ze eerst enkele maanden 'ontdooid' in een psychiatri land waar zeker 18 procent van de bevol king langdurig werkloos is en waar één op de drie Ieren in armoe leeft. Ook bij Sean thuis is de soep dun. Zeker nu zijn moeder ook nog geveld is door een hart aanval, blijft het schrapen. Een avondje naar de disco kan hij zich niet veroorloven. Net als bijna elke Ier rookt hij graag. Maar moet wachten tot dat iemand sigaretten kan uitdelen. "Wielrennen is mijn enige 'thrill'. Kost ook alleen wat zweet", zegt hij glunde rend, terwijl hij leunt op de bakfiets waarmee hij elke ochtend de 600 platte koeken naar de vaste klanten in de stad kart. Keith, 16 jaar, trekt zijn mouwen over zijn pólsen. En mompelt: "Those fucking stupid things". Op zijn linkerpols staat een K in een cirkel getatoueerd. Ooit een symbool om op te kicken. Nu een onuit wisbare herinnering aan zijn kleurrijk ste, maar tevens zwartste periode. Keith is namelijk twee jaar zwaar verslaafd ge weest aan lijm, de drug van de allerarm sten. "Toch moesten mijn drie maatjes en ik er eerst voor stelen. Autoradio's jat ten of brutaal een steen keilen door de etalage van een juwelier. Gauw grissen en supersnel wegwezen". Eenmaal 34 Ierse ponden rijker (dik 100 gulden) kopen de straatrovers van Limeripk een groot blik Evo-lijm. "Daar schep je dan wat van in een plastic zak. Goed schudden en voor je mond zetten alsof je hyperventileert". Even later knaagt de honger mirtder. Vergeet Keith even de felle haat tegen zijn weggelopen vader. Huilt hij niet meer uit machteloze woede om de pak ken slaag die zijn dronken daddy zijn moeder gaf. "Als je lijm snuift, denk je dat je alles kunt. Dan voel je je gelukzalig". Wijst naar de grijswitte wanden en verduide lijkt: "Maar je kunt ook het gevoel krij gen dat deze muren je plat willen druk ken. Of dat de vloer ineens vol geld ligt. En als je bukt grijp je in een slangen kuil". Afkicken Op een dag in juni kruist Debra zijn zwervende bestaan. Keith moet kiezen: hecht hij meer aan zijn lijm of aan haar liefde? Zijn rug beukt van de pijn tijdens het afkicken. Nu bakt hij zoete cakes, die Sean aan de man brengt in de stad waar de ex-lijmsnuiver ooit alleen 's nachts leefde om overdag te dromen. Nu droomt Keith van zijn Debra. En van een baan in een hamburgertent. Richard Pratt, vuisten diep in zijn zak, wil liever niet praten. "Je hebt toch ge zien waar en hoe ik woon. En dat ik al leen van paarden hou. Vooral van Fast, waarop ik makkelijk zonder zadel durf te rijden". Terug van een blokje om langs uitge woonde huizen en langs muren vol haat, moet Richard weer in de schoolbank. Om zijn naam te leren schrijven. De vijf anderen gaan terug naar de zolder. Hon derd elastiekjes aftellen. Om de rek in hun toekomst te houden. Een woonwagenkampje bij Limerick voor Ierlands verschoppelingen. Een vaste staanplaats krijgen ze niet. En wie nergens woont heeft nauwelijks rechten. Inzet: zuster Mary Carmel O'Donoghue is zo ongeveer de enige die zich om hen bekommert. ,foto s GPD) pak trouw: scholing en werken. Ook de beloning is sober: twintig pond als je zes tien bent en 23 op je achttiende. Alléén het werk is gevarieerder en nog meer toe gesneden om de kleine kans op een vaste baan te vergroten. Zuster O'Donoghue is daar gewiekst genoeg voor. Moet ze ook wel. Want haar centrum kan niet rondkomen van de uit geknepen subsidie van de Ierse over heid. Vandaar dat ze fabrieksdeuren platloopt om contractwerk binnen te sle pen. Daarnaast speelt ze in op de markt. Door bijvoorbeeld de meisjes knuffeldie ren te laten maken, en die vervolgens rond Kerstmis in bedrijfskantines in Li merick en hét naburige Shannon aan de man te brengen. Naast de 'hand made' knuffeldieren le ren de meisjes ook machinaal breien en industrieel naaien. De jongens bewerken vooral hout tot speelgoed. En samen staan ze in de bakkerij. Of zitten op een lage zolder aan lange werktafels balen elastiekjes af te tellen tot bundeltjes van precies honderd. Touwtje erom en terug in de plastic baal. De radio oerend hard op rap, soul of punk. Net als straks in een echte fabriek. Hopelijk. Zes van de veertig zonen en dochters van straatarm Ierland heb ik van zolder gehaald. Om over hun trauma's te pra ten. Nora, net zestien: "Eigenlijk wil ik niet meer herinnerd worden aan mijn af komst als 'travelier'. Hier op Sint Martin's Centre weet zelfs mijn beste vriendin niet dat ik afkomstig ben van woonwagenvolk. Want als ze er achter komt, wil ze zeker mijn vriendin niet meer zijn. Ik was vijf jaar toen mijn ou ders naar een burgermanswoning ver huisden. Nee, om te weten hoe hard het kampleven ook nu nog altijd is hoef ik niet zo'n 'side' te bezoeken". waardigheid van hen af. En zag je hoe ze zich, ook door het fabrieksmatige wer ken, tóch in hun eigen vel thuis voel den". Nu, twaalf jaar later, is zuster O'Do- noghues droom de garage ontgroeid. Aan New Road, in de verbrokkelde wijk Thomondgate, heeft ze een oude pastorie omgedoopt tot een herberg voor 'afval- tieners'. Veertig heeft ze er nu. Veertig brokjes ellende. Schuw van armoe en te veel klappen van een dronken vader. Krap uitgerust met ouderliefde, zelfres pect en scholing. Maar ruim ervaren in drank en misdaad. Voor zuster O'Donoghue, slim-zachte' ogen en een driftige tred, zijn deze ach terop geraakte tieners allerminst doorge streept. "Vanaf hun twaalfde tot, als het moet, hun twintigste wil ik ze meehelpen uit te groeien tot landgenoten die ook door de Ierse burgerij als hun gelijken worden beschouwd". Gewiekst Ook in het nieuwe St. Martin's Centre blijft ze de in de garage beproefde aan pen over de kampjes waar men nog net niet krepeert. Niet een!". Geestelijk krom Zuster Mary Carmel legt al dertig jaar een arm om de armsten van Limerick. Eerst als onderwijzeres voor de 'travelier kids' oftewel kampkinderen. In 1976 kreeg zij van de moeder overste van de Zusters der Salesianen de zegen om haar droom te verwezelijken. Even later hing zij boven een lege garage van bakker Ke- ane het bord St. Martin's Centre. Weer even later telde haar opvangcentrum twee dozijn woonwagenkinderen die 'geestelijk krom door het nog jonge le-. ven liepen'. Van de zuster leerden ze hun naam schrijven, koken, naaien, met geld omgaan. En werd hun vooral bijgebracht hoe hun toekomst er uitziet. Vijf dagen per week zaten ze een aantal uren per dag aan lange tafels stekkers te monteren. Aan het einde van de week was er loon naar werken: zeker zestig gulden. "Al na een paar maanden zag je deze tieners overeind, komen. Langzaam viel dat loodzware gevoel van minder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25