Volwassen spel kinderen
Een Haagse Amsterdammer
Freek de Jonge tussen
de muzikale klassieken
'Messiah' kroon op kerstprogramma Introdans
'Carmina Burana' bij Chailly in goede handen
Filmfestival
Hsiao-hsien
Jeugdopera 'De Naam van de Maan'
'Gijsbrecht' bij Het Nationale Toneel
DINSDAG 27 DECEMBER 1988
Concert door het NPO onder leiding van
Roelof van Diesten, met Saartje Hochster-
bach (viool) en Freek de Jonge (presenta
tor). Muziek van Prokofjef, Bruch, Breuker.
Gezien: Concertgebouw Haarlem, 26 de
cember. Nog te zien van 4 tot en met 7 ja
nuari in Hoorn, Purmerend, Alkmaar en
Amsterdam.
HAARLEM (GPD) - "Ze heet
Hochstenbach, en we weten alle
maal: Bach was een kanjer, Ho-
gerbach moet dus wel heel bij
zonder zijn, en tja,Zo introdu
ceerde presentator Freek de Jon
ge de (andere) solist van het
kerstmatinee van het Noordhol
lands Philharmonisch orkest
(NPO), violiste Saartje Hoch
stenbach. En daarmee stelde hij
ook haar optreden in dienst van
wat eigenlijk zijn one-man-show
Saartje Hochstenbach (veer
tien jaar oud en eerste prijs-win-
nares van de Iordense Vioolda-
gen 1988) liet zich echter niet van
haar stuk brengen door De Jon
ge of door het storend kuchende
en niezende publiek. Ze. speelde
Bruchs klassieker niet alleen op
een technisch zeer hoog niveau,
maar ook met veel smaak en het
nodige vuur.
Bruch werd geflankeerd door
Prokofief vóór, en Breuker na de
pauze. Twee stukken, Prokofjefs
Dans van de Ridders (uit het bal
let Romeo en Julia) en De Spin,
op muziek van Willem Breuker,
waren in feite de begeleiding
voor acts van Freek de Jonge. De
Spin, immers een tekst van De
Jonge (uit De Mythe), spreekt in
dat opzicht voor zichzelf. De uit
stekende muziek sloot hierbij
perfect aan.
Voor de openingsact van De
Jonge was de muziek van Pro
kofjef het uitgangspunt. De ko
miek betrad samen met dirigent
Roelof van Driesten het podium,
ging links van hem staan en
wachtte tot de muziek afgelopen
was. Telkens als de muziek tot
een einde leek te komen, liep hy
naar de microfoon en wilde hij
met zijn verhaal beginnen. Dan
bleek het stuk toch nog even
door te gaan. Dat bekende thema
herhaalde zich een aantal malen.
In de tussentijd keek De Jonge
met zijn bekende blik om zich
heen, draaide zich plotseling om
als de trombones of de violen in
zetten.
Dan is Freek de Jonge presen
tator: hij kletst het publiek van
Joop Prokofjef naar Boudewijn
Bruch en van een Parijse jazz
club ("Rue de Boulevard, kan
ook Avenue de Boulevard zijn")
naar Willem Breukers 'Aanpak
ken en wegwezen'. Dat bleek
trouwens een aantrekkelijk stuk
te zijn, waarbij je je nu eens in de
jaren zeventig (Louis Andriessen
bijvoorbeeld), dan weer in de
amusementsmuziek van de Gay
Twenties waant. Het werk werd
door het NPO onder leiding van
Van Driesten even voorbeeldig
uitgevoerd als de andere stuk
ken, met dit verschil dat het or
kest nu eens alleen voor zichzelf
kon spreken.
Tenslotte verraste De Jonge
het publiek nog met een nieuw
kerstlied en een oudejaarsavond
lied (samenzang), het laatste met
zo'n clichématige vredeswens,
dat die wel gemeend moét zijn.
JAN-PIET KNIJFF
Kerstpremière Introdans. Programma: 'Bal
masqué' van Ton Wiggers, 'Longing' van
Yair Vardi. 'Messiah' van Ed Wubbe. Ge
zien: 26 december Schouwburg Arnhem
Nog te zien in Maastricht (11 januari),
Roosendaal (20 januari), Amsterdam 21 ja
nuari), Groningen (29 januari) en Utrecht
(31 januari).
ARNHEM Religie, sprookje,
de magie van het theater, choreo
graaf Ed Wubbe brengt het alle
maal bij elkaar in zijn nieuwe
ballet 'Messiah' op delen uit 'The
Messiah' van G.F. Handel, dat
gisteravond prijkte op het tradi
tionele kerstpremièreprogram-
ma van Introdans in de volle
schouwburg van Arnhem. Het is
een in beginsel abstract ballet,
waaraan Wubbe geen religieuze
interpretatie wil geven, maar
hoor je een prachtig, gewijd koor
als 'And he shall purify' en zie je
daarbij op de voorgrond stati
sche silhouetten en achter een
transparant gemarmerd doek
danseressen in sluierend wit
voorbij wervelen, dan leg je al
snel verbindingen.
Zo is ook bijvoorbeeld bij het
duet 'O death where is thy sting'
de gezongen tekst niet los te den
ken van de dans die je ziet, hoe
abstract die inderdaad ook is. Is
Wubbe dan stiekem toch reli
gieus bezig? Gelukkig niet! 'Ge
lukkig', omdat zo niet gebeurt
wat hij in een interview voorzag:
de schriftgeleerden zouden zich
ermee gaan bemoeien. Hij laat
nu iedereen vrij te zien en te bele
ven wat men wil en intussen
geeft hij de heerlijke muziek van
Handel een visuele verrijking.
Het decor en de kostuums van
Wubbes 'Messiah' zijn ontwor
pen door Pamela Homoet. De ge
marmerde achtergrond noemde
ik al, de kostuums zijn in zwart
en wit. De zwarte kostuums ge
ven door hun stilering aan welk
element ze in het ballet represen
teren: ratio, emotie of spirituali
teit. Technisch zijn die elemen
ten fraai terug te vinden in de
dans: strakke, bijne geometri
sche bewegingen; gevarieerde
pirouetten en subtiele lifts.
In het ballet zit een mooie
spanningsboog, met als hoogte
punt het op het voorplan komen
van drie paren, die met hun wij
de witte kostuums wapperen als
engelen met hun vleugels. Dit is
tevens zo ongeveer het enige en
semble in het ballet. Verder zijn
er steeds soli, duetten, trio's of
dubbele duetten. Als in de slots
cène negen dansers individualis
tisch van een welhaast smach
tend verlangen getuigen, kijken
,de twee danseressen die het bal
let openden onaangedaan toe,
met de rug naar het publiek, kil
als de ratio.
Het lijkt mij, dat ik inmiddels
superlatieven achterwege kan la
ten. Introdans en Wubbe maken
zich met werken als 'Messiah'
onmisbaar voor de ontwikkelihg
van het repertoire.
En dat - al betreft het een pro
fessioneel gezelschap, het mag
toch vermeld worden - ondanks
banale tegenslagen als blessures
en een griepvirus. Nadat de dan
sers Peter Rombouts en Ernest
Ramses door blessures tijdelijk
werden uitgeschakeld, gingen in
de week van de generale repeti
tie voor de kerstpremière Char
lotte Besijn en Frank Holstein
door griep voor de byl. Gedeelte
lijk kon dit door understudies
(Susanne Ohmann en Marco
Dekker) worden opgevangen,
maar de rol van Holstein in 'Mes
siah' is in twee dagen opgeno
men door Jean Francois Jacques
Emile van het Nederlands Dans
Theater. Het geeft - mede in .het
licht van het onlangs gepresen
teerde beleidsplan van Introdans
- aan hoe kwetsbaar het gezel
schap is als er het maximale van
verwacht wordt met minimale
middelen.
'Messiah' was gisteravond het
sluitstuk van de kerstvoorstel
ling. Geopend werd met 'Bal
Masqué' van Ton Wiggers op mu
ziek van Flairck, dat 19 oktober
dit jaar in Arnhem in première
ging. Een ballet, dat met theatra
le symbolen laat zien hoe moei
lijk het voor een individu is om
zich ongemaskerd ten opzichte
van een groep op te stellen. Het is
een van de sterkste balletten uit
het oeuvre van Wiggers, met een
suggestieve opening met ge
schubde figuren en nog steeds
als hoogtepunt de rivaliteit tus
sen twee dansers op de muziek
van twee elkaar uitdagende ta
bla-spelers.
Als extraatje was er 'Longing',
de pas-de-deux die Yair Vardi als
zijn eerste choreografie maakte
in 1977 voor The Batsheva Dance
Company uit Israël, op deel een
en twee van het strijkkwartet
nummer twee van Alberto Gi-
nastera. Bij Introdans ging dit
duet 10 maart dit jaar in Arnhem
in première. Mitzy Pfeil in rode
jurk en Marcel Wolfkamp in rode
broek dansen tegen een licht
blauwe achtergrond expressief
een moeizame scheiding. Aan
grijpend is het verstilde midden
deel, waarin de danser zijn part
ner aan zich vastbindt.
Introdans kan op tournee.
RIJK VAN ROTTERDAM,
Kerstmatinee door het Koninklijk Concert
gebouworkest onder leiding van Ricardo
Chailly. Solisten: Arleen Augér, sopraan,
Rockwell Blake, tenor, Jorma Hynninen,
bariton. Het Groot Omroepkoor en het jon
genskoor van de kathedraal St. Bavo Haar
lem. Concertgebouw Amsterdam, 25 de
cember 1986.
AMSTERDAM (GPD) - Kerst
mis 1988 stond wat het Concert
gebouworkest betrof nu eens in
een heel andere muzikale sfeer
dan die van Bruckner of Mahler.
Het eerste optreden van dirigent
Ricardo Chailly in de Eurovisie-
Kerstmatinee was gewijd aan de
dionysische uitbundigheid van
Orffs Carmina Burana, gecom
poneerd op een reeks (meren-
deels in het Latijn gestelde) ge
dichten uit de Middeleeuwen.
Randfiguren uit die tijd (zwer
vende studenten, ex-geestelij
ken, vrijbuiters en drinkebroers)
hadden deze gedichten als vrij
wel enige bagage bij zich en pro
beerden zich aan de grillen van
vrouwe Fortuna te ontworstelen
door uitbundig het goede leven
te bezingen. Dè wijn, de levens
honger en de liefde.
Carl Orff kreeg deze Carmina
Burana in 1934 in handen en
voelde er zich direct door aange
sproken. Zodoende ontstond
datgene wat hij een 'szenische
Kantate' noemde: wereldlijke
liederen voor soli en koor met be
geleiding van instrumenten en
magische beelden. In de Kerst
matinee in Amsterdam ontbra
ken die magische beelden uiter
aard omdat het werk daar in con-
certvorm werd uitgevoerd, en de
enige beelden die er daar aan te
pas kwamen waren die van de te
levisie.
Magie in deze beelden, behalve
via het verspreiden daarvan over
vele Europese toestellen, lag
vooral irt de figuur van Ricardo
Chailly zelf die zich volledig leek
te identificeren met de uitbundi
ge oerkracht van tekst en mu
ziek. Op die manier inspireerde
hij het hele reusachtige instru
mentale en vocale apparaat dat
onder zijn leiding stond, zonder
daarbij de grenzen van uitbun
digheid of goede smaak ook
maar een moment te overschrij
den.
Wel kon de vraag rijzen wat de
ze uitbarsting van elementaire le
vensvreugde eigenlijk met het
Kerstfeest te maken heeft en of
die niet al te naadloos aansluit bij
de maatschappelijke tendens om
Kerstmis stéeds meer in het te
ken te plaatsen van veel geld be
steden aan eten, drinken en ge
schenken, waarmee het ontdaan
wordt van de dimensie die zowel
de Christelijke traditie als de hei
dense zonnewendefeesten er aan
hebben gegeven. Zijn we, net als
de middeleeuwse vaganten, al zo
fatalistisch geworden ten opzich
te van de ellende in de wereld dat
we niets anders meer overheb
ben dan het hedonisme? Maar
dit terzijde.
Orffs direkt aansprekende
compositie had in Chailly en in
alle vocale en instrumentale me
dewerkenden geen betere pleit
bezorgers kunnen vinden. Een
strak en alert zingend Groot Om
roepkoor, slagvaardig jongens
koor van de Haarlemse kathe
draal, een vitaal en to the point
reagerend Concertgebouwor
kest, en drie solisten die hun par
tijen meegaven wat ze toekwa
men: amoureuze of cynisch- pa
thetische accenten.
Kerstmatinee door het Ko
ninklijk Concertgebouworkest
o.l.v. Riccardo Chailly. Solisten:
Arleen Augér, sopraan, Rock
well Blake, tenor, Jorma Hynni
nen, bariton. Het Groot Omroep
koor en het jongenskoor van de
Kathedraal St. Bavo Haarlem.
Concertgebouw Amsterdam, 25
december 1988.
GEMMA COEBERGH
'Regisseur van
de toekomst'
zaal) en van de soms verrassende
requisieten werden ten volle uit
gebuit, en als het tempo gedu
rende dé eerste akte soms even
inzakte, was dat beslist niet aan
de uitvoerenden te wijten.
De muziek van Olthuis in een
idioom dat herhaaldelijk aan de
impressionisten en tijdgenoten
deed denken, bleek uitermate
geschikt om door kinderen ge
zongen te worden. De met zorg
behandelde instrumentatie en de
opbouw uit korte, melodische
segmenten die naadloos in el
kaar overvloeiden, zorgden voor
afwisseling en verstaanbaarheid.
Zij maakten bovendien dat het
zingen van een opera zonder één
woord gesproken tekst pro
bleemloos leek te verlopen. Het
was daarbij- opvallend hoe goed
zingbaar Nederlands kan zijn, al
zou het nog overtuigender ge
klonken hebben, als Olthuis
minder vrij was omgesprongen
met accentuering en klemtonen.
Het libretto van Annie Schmidt
en Flip van Duijn over een kin
dereiland, waar de 'komst van
een volwassene het natuurlijk
evenwicht verstoort, was echter
sterk schematisch en bleek te
weinig verhalend om alle hoofd
rollen reliëf te geven. Dat lukte
wel met De Man (Lieuwe Visser,
de enige volwassene op het to
neel) en het meisje Jessica, emo
tioneel de meest gerijpte onder
de kinderen. De meeste andere
solorollen en ook het kooraan
deel bezaten dikwijls een cliché
matige dramatiek en dat sugge
reerde een onwennigheid van de
beide auteurs bij het werken zon
der dialogen.
Bij nader inzien blijkt het slot
voor een kinderopera trouwens
ook weinig bevredigend. Er
vindt wel een terugkeer plaats
naar de situatie voor de komst
van De Man, maar heersten daar
in niet hiërarchische verhoudin
gen die terecht aan de kaak ge
steld waren? (Televisie uitzen
ding op nieuwjaarsdag om half
elf 's ochtends via Nederland 2).
PAUL KORENHOF
'Gijsbrecht van Aemstel' van Joost van den
Vondel door het Nationale Toneel. Bewer
king: Guus Rekers. Regie: Hans Croiset. Met:
Gees Linnebank, Marie Louise Stheins, Wim
van Rooij, Anne-Marie Heyligers e.v.a. Ge
zien op 23 december in de Koninklijke
Schouwburg, Den Haag. Aldaar nog vandaag
en morgen. Van 1 tot en met 10 januari in de
Stadsschouwburg, Amsterdam.
DEN HAAG - Een Haagse variant
op een Amsterdamse traditie: de
'Gijsbrecht' door Het Nationale To
neel. Een opmerkelijk feit in ter
men van' toneelpolitiek. Het Haag
se gezelschap maakt zich sterk
voor het repertoiretheater, en
grijpt hiermee terug op een eeu-
Scène uit 'De Naam van de Maan'.
"De Naam van de Maan" van Kees Olthuis
door Stichting Het Muziektheater m.m.v.
het Nederlands Jeugd Strijkorkest. Libret
to: Annie M.G. Schmidt en Flip van Duijn.
Dirigent: Roland Kieft. Decors: Hildegard
van der Heijden en Frank Raven. Kos
tuums: Petra van Veelen. Regie: Eddie
Habbema. Gezien in Het Muziektheater op
25 december.
AMSTERDAM Op eerste
kerstdag brak er na de première
van 'De Naam van de Maan' op
het toneel van Het Muziekthea
ter een ontwapenende chaos los.
Zeventig kinderen, die in de
uren daarvoor met volwassen
discipline een al even volwassen
opera hadden uitgevoerd, kon
den zich na de door Eddy Habbe
ma al speels geregisseerde bui
gingen niet langer inhouden.
Spreekkoren "Eddy, Eddy"
mondden uit in een dolle vreug
de waar de bedienaren van licht
en gordijn niet meer van terug
hadden en die door een weinig
gehaast publiek even welwillend
werden bekeken als de opera
zelf.
Die reactie was zowel begrijpe
lijk als terecht. Kinderen die tien
maanden lang onder grote druk
hebben gerepeteerd om te vol
doen aan door volwassenen aan
gelegde maatstaven, moeten zich
kunnen ontladen. In dit geval
verdienden zij het ook voor hon
derd procent of meer, want hun
prestaties overtroffen alle ver
wachtingen en bereikten meer
dan eens een bijna professioneel
niveau. Dat geldt niet alleen voor
het door Roland Kieft toch al
goed getrainde Nederlands
Jeugd Strijkorkest (uitgebreid
met blazers en slagwerk), maar
zeker ook voor de voor deze gele
genheid bijeengebrachte groep
koorleden en solisten op het to
neel.
Dat resultaat is in niet geringe
mate te danken aan Eddy Habbe
ma, die hier weer eens blijk gaf
van een enorme inventiviteit bij
het ensceneren van een speels
soort muziektheater. Zijn groot
ste verdienste was echter dat hij
de kinderen wist te inspireren tot
een spel dat wel in alle opzichten
kinderlijk bleef, maar dat iedere
onwennigheid of stunteligheid
van de goedbedoelde amateur
voorstelling miste. In fleurige,
fantasievolle toneelbeelden, ont
worpen op basis van op scholen
vervaardigde kindertekeningen
(expositie in de foyer van Het
Muziektheater) werd er geac
teerd, gezongen, gedanst en ge
sprongen dat het een lieve lust
was. De mogelijkheden van het
enorme toneel (met omloop in 'de
Première van
Klankmachines'
Leidse componist
Dick Borstlap
LEIDEN - Het nieuwste werk van
de Leidse componist Dick Borst
lap heet 'Klankmachines'. Morgen
avond om 21.00 uur zal het voor het
eerst worden opgevoerd in Galerie
Stelling aan de Burchsteeg 14.
'Klankmachines' wordt niet uit
gevoerd door musici maar door ge
voelige machines. Deze machines
(de Verenmachine, de Spiralenma-
chine en de Snarenmachine) zijn
door de componist zelf ontwik
keld. Het geluid, of liever gezegd:
de muziek die zij produceren
wordt hoorbaar gemaakt door
magnetische microfoons.
Dick Borstlap studeerde compo
sitie aan het Koninklijk Conserva
torium in Den Haag bij Kees van
Baaren en Dick Raaijmakers. Hij
componeerde kamermuziek, liede
ren, een werk voor symfonieorkest
en werken voor het orkest 'De Vol
harding'.
Componist Dick Borstlap met een
van zijn klankmachines
(foto Loek Zuyderduin)
Lieuwe Visser (geheel links) tijdens de Maandans samen met de kinderen.
(foto Kor» en Joris van Bennekom)
AMSTELVEEN (ANP) - In elf ste
den in ons land speelt volgende
maand een festival, dat is gewijd
aan de films van de Taiwanese re
gisseur Hou Hsiao-hsien. Hij maak
te negen speelfilms en die zijn van
1 januari tot 6 februari te zien op
vier plaatsen in Amsterdam en in
Arnhem en in Nijmegen. Een keu
ze ervan wordt vertoond in, Breda,
Den Haag, Dordrecht, Eindhoven,
Maastricht, Rotterdam, Tilburg en
Utrecht.
Hou is 41 jaar en sleepte in Euro
pa al veel prijzen in de wacht. Hij
wordt wel de belangrijkste verte
genwoordiger genoemd van de Tai
wanese 'new cinema', een stroming
in de film die aan het begin van de
jaren tachtig ontstond als reactie
op de toen populaire melodrama's
en Kung-fu film6.
Hou legt zich toe op het alledaag
se leven en gebruikt vaak amateur-
spelers. Hij maakt films die het le
ven tonen zoals het is in een snel
veranderende Chinese samenle
ving. Hij roert gebeurtenissen zo
aan dat ook de Westerse kijker zich
in de personages kan herkennen.
Hou werd in februari van dit jaar
op het filmfestival in Rotterdam
gekozen als een van de 'regisseurs
van de toekomst' en kwam na Wim
Wenders en Jam Jarmusch op de
derde plaats. Een jaar eerder werd
in Rotterdam zijn film 'The time to
live and the time to die' aangewe
zen als de beste niet-westerse film.
Met deze film worden nu ver
toond: 'Cute girl' uit 1980, 'Cheer
wind' en 'The green, green grass of
home', beide uit 1982, 'The sand
wich man' (1983), 'The boy from
Fengkuei' en 'A summer at grand
pa's', beide uit 1984, en 'Dust in the
wind' en 'Daughter of the Nile', die
in 1987 werden uitgebracht.
Het filmfestival Hou Hsiao-shien
is een project van de stichting
Vrienden van het Filmarchief in
Nijmegen in samenwerking met
anderen en met financiële steun'
van het ministerie van WVC.
wenoude traditie rond de jaarlijkse
opvoering van een omstreden
'treurspel'. Ruim twintig jaar gele
den stopte men met die traditione
le Nieuwjaarspremière in de Am
sterdamse Stadsschouwburg. De
traditie was teveel doel op zichzelf
geworden, hetgeen tot verstarring
leidde. Dat is althans de teneur in
de beschrijvingen van dit wapen
feit uit onze nationale toneelge
schiedenis. Het is inmiddels al zo
lang geleden, dat alleen de 'oude
ren' het nog bewust hebben mee
gemaakt.
Deze 'Gijsbrecht'-enscenering
door Het Nationale Toneel is van
alle verhevenheid ontdaan. Als het
doek opgaat, zien we rokende
puinhopen, alwaar het gehele dra
ma zich afspeelt. Hier woedt een
oorlog - daarover kan geen misver
stand bestaan. "Het hemelse ge
recht heeft zich ten lange leste/er-
barremd over mij en mijn benauw
de vesten, /en arme burgerij; en op
mijn volks gebed, /en dagelijks ge
schrei, de bange stad ontzet". Het
zijn de beroemde woorden van Van
Aemstel die de strategie van de vij
and nog niet doorziet. Deze woor
den suggereren bevrijding, maar
Gees Linnebank spreekt ze uit, als
of zijn Gysbrecht er van meet af
aan zelf niet in gelooft.
Deze 'heer van Aemsterdam en
Aemsterlant, met meer treffelijcke
heeren en edelen' is hier een rauw
stelletje ongeregeld, een groepje
guerrillastrijders. Heel wat anders
dan op de vrome plaatjes van voor
gaande ensceneringen. Een directe
verwijzing naar die verheven beel
den heeft Hans Croiset bij wijze
van contrastwerking in de voor
stelling willen opnemen. Op het
hoge achtertoneel worden af en toe
fragmenten gespeeld uit een vor
stelijk gekostumeerde 'Gijs
brecht'. Terwijl het taalgebruik
(van onder andere Wim van Rooij
als Gijsbrecht en Joke Last als Ba-
deloch) hier naar de declama
tietoon tendeert, proberen de spe
lers op de puinhopen van het
slachtveld op het voortoneel de
Vondeliaanse verzen - voor zover
mogelijk - 'natuurlijk' te laten klin
ken. Guus Rekers heeft daartoe
Vondels taal bewerkt: er is ge
schrapt, en sommige onbekend ge
worden begrippen zijn aangepast.
Schoolvoorbeeld van een 'Deus ex
machina' is de komst van de engel
Rafaël: pas op bevel van Gods en
gel geeft Gijsbrecht zijn verzet op,
en is hy bereid met vrouw en kin
deren naar elders te vertrekken. Al
leen op het achtertoneel in de devo
te 'Gysbrecht'-versie is de engel
zichtbaar, met fraaie neon-verlich-
te vleugels. In de kille oorlogsver
sie op het voortoneel is geen plaats
voor engelen. Guusje Eybers
spreekt de Rafaël-tekst. Gekleed
als gewone sterveling zit ze temid
den van het verslagen, in armoedi
ge lompen gehulde, gevolg van
Gysbrecht. Op haar woorden
wordt in deze versie slecht gerea
geerd met: 'Hier klinkt een godsbe-
sluit'!, waarna Gijsbrecht zegt:
'Dan baat geen tegenweer'.
Ook met de zogenaamde 'Reien' is
iets opvallends gebeurd. Ze zijn ex
tra nadrukkelijk buiten de hande
ling geplaatst. De eerste ('Rei van
Amsterdamse Maagden') wordt ge
deeltelijk gesproken door een
vrouw in spijkerbroek en colltrui,
de tweede ('Rei van Edelingen')
door een heer in moderne smo
king. De derde komt voor rekening
van Marie Louise Stheins die Ba-
deloch speelt, en de vierde (het be
roemde 'Waar werd oprechter
trouw...') wordt aanvankelijk door
de kinderen van Gijsbrecht ver
tolkt, later door verschillende per
sonages.
Van zijn vorige Vondel-regies wis
ten we al dat Hans Croiset geen
brave enscenering zou maken. De
door hem aangebrachte wijzigin
gen in deze Gijsbrecht dienen ons
te verrassen en weer nieuwsgierig
naar de tekst te laten luisteren. De
op het toneel zichtbaar gemaakt
confrontatie met vroegere ensce
neringen is een aparte vondst.
Toch voegt deze intellectuele knip
oog naar het inmiddels verstilde
Gijsbrecht-debat niet echt iets we
zenlijks toe. Deze 'Gijsbrecht' is al
lerminst een gezapige traditionele
plichtpleging, ook al blijft het stuk
ondanks alle pogingen het van eeu
wenoud stof te ontdoen een weer
barstig tekstspektakel. En dat er
een Haags gezelschap op 1 januari
in de Amsterdamse Stadsschouw
burg staat, is een pikant detail.
Animal Farm
AMSTELVEEN (ANP) - Het Britse
gezelschap Lamda komt naar Ne
derland (en België) met 'Animal
Farm' van George Orwell in een
muzikale bewerking van Peter
Hall, artistiek leider van het Natio
nal Theatre. De eerste voorstelling
is op 26 januari in het Cultureel
Centrum in Amstelveen.
Daarnaast staan nog 62 voorstel
lingen in 48 steden op het program
ma van deze Engelse theater
school. Tien jaar geleden kwam
Lamda voor het eerst naar Neder
land en Vlaanderen.
Marie Louise Stheins als Badeloch in de 'Gijsbrecht' door Het Nationale
Toneel. (foto Pan Sok)