Volwassen spel kinderen Een Haagse Amsterdammer Freek de Jonge tussen de muzikale klassieken 'Messiah' kroon op kerstprogramma Introdans 'Carmina Burana' bij Chailly in goede handen Filmfestival Hsiao-hsien Jeugdopera 'De Naam van de Maan' 'Gijsbrecht' bij Het Nationale Toneel DINSDAG 27 DECEMBER 1988 Concert door het NPO onder leiding van Roelof van Diesten, met Saartje Hochster- bach (viool) en Freek de Jonge (presenta tor). Muziek van Prokofjef, Bruch, Breuker. Gezien: Concertgebouw Haarlem, 26 de cember. Nog te zien van 4 tot en met 7 ja nuari in Hoorn, Purmerend, Alkmaar en Amsterdam. HAARLEM (GPD) - "Ze heet Hochstenbach, en we weten alle maal: Bach was een kanjer, Ho- gerbach moet dus wel heel bij zonder zijn, en tja,Zo introdu ceerde presentator Freek de Jon ge de (andere) solist van het kerstmatinee van het Noordhol lands Philharmonisch orkest (NPO), violiste Saartje Hoch stenbach. En daarmee stelde hij ook haar optreden in dienst van wat eigenlijk zijn one-man-show Saartje Hochstenbach (veer tien jaar oud en eerste prijs-win- nares van de Iordense Vioolda- gen 1988) liet zich echter niet van haar stuk brengen door De Jon ge of door het storend kuchende en niezende publiek. Ze. speelde Bruchs klassieker niet alleen op een technisch zeer hoog niveau, maar ook met veel smaak en het nodige vuur. Bruch werd geflankeerd door Prokofief vóór, en Breuker na de pauze. Twee stukken, Prokofjefs Dans van de Ridders (uit het bal let Romeo en Julia) en De Spin, op muziek van Willem Breuker, waren in feite de begeleiding voor acts van Freek de Jonge. De Spin, immers een tekst van De Jonge (uit De Mythe), spreekt in dat opzicht voor zichzelf. De uit stekende muziek sloot hierbij perfect aan. Voor de openingsact van De Jonge was de muziek van Pro kofjef het uitgangspunt. De ko miek betrad samen met dirigent Roelof van Driesten het podium, ging links van hem staan en wachtte tot de muziek afgelopen was. Telkens als de muziek tot een einde leek te komen, liep hy naar de microfoon en wilde hij met zijn verhaal beginnen. Dan bleek het stuk toch nog even door te gaan. Dat bekende thema herhaalde zich een aantal malen. In de tussentijd keek De Jonge met zijn bekende blik om zich heen, draaide zich plotseling om als de trombones of de violen in zetten. Dan is Freek de Jonge presen tator: hij kletst het publiek van Joop Prokofjef naar Boudewijn Bruch en van een Parijse jazz club ("Rue de Boulevard, kan ook Avenue de Boulevard zijn") naar Willem Breukers 'Aanpak ken en wegwezen'. Dat bleek trouwens een aantrekkelijk stuk te zijn, waarbij je je nu eens in de jaren zeventig (Louis Andriessen bijvoorbeeld), dan weer in de amusementsmuziek van de Gay Twenties waant. Het werk werd door het NPO onder leiding van Van Driesten even voorbeeldig uitgevoerd als de andere stuk ken, met dit verschil dat het or kest nu eens alleen voor zichzelf kon spreken. Tenslotte verraste De Jonge het publiek nog met een nieuw kerstlied en een oudejaarsavond lied (samenzang), het laatste met zo'n clichématige vredeswens, dat die wel gemeend moét zijn. JAN-PIET KNIJFF Kerstpremière Introdans. Programma: 'Bal masqué' van Ton Wiggers, 'Longing' van Yair Vardi. 'Messiah' van Ed Wubbe. Ge zien: 26 december Schouwburg Arnhem Nog te zien in Maastricht (11 januari), Roosendaal (20 januari), Amsterdam 21 ja nuari), Groningen (29 januari) en Utrecht (31 januari). ARNHEM Religie, sprookje, de magie van het theater, choreo graaf Ed Wubbe brengt het alle maal bij elkaar in zijn nieuwe ballet 'Messiah' op delen uit 'The Messiah' van G.F. Handel, dat gisteravond prijkte op het tradi tionele kerstpremièreprogram- ma van Introdans in de volle schouwburg van Arnhem. Het is een in beginsel abstract ballet, waaraan Wubbe geen religieuze interpretatie wil geven, maar hoor je een prachtig, gewijd koor als 'And he shall purify' en zie je daarbij op de voorgrond stati sche silhouetten en achter een transparant gemarmerd doek danseressen in sluierend wit voorbij wervelen, dan leg je al snel verbindingen. Zo is ook bijvoorbeeld bij het duet 'O death where is thy sting' de gezongen tekst niet los te den ken van de dans die je ziet, hoe abstract die inderdaad ook is. Is Wubbe dan stiekem toch reli gieus bezig? Gelukkig niet! 'Ge lukkig', omdat zo niet gebeurt wat hij in een interview voorzag: de schriftgeleerden zouden zich ermee gaan bemoeien. Hij laat nu iedereen vrij te zien en te bele ven wat men wil en intussen geeft hij de heerlijke muziek van Handel een visuele verrijking. Het decor en de kostuums van Wubbes 'Messiah' zijn ontwor pen door Pamela Homoet. De ge marmerde achtergrond noemde ik al, de kostuums zijn in zwart en wit. De zwarte kostuums ge ven door hun stilering aan welk element ze in het ballet represen teren: ratio, emotie of spirituali teit. Technisch zijn die elemen ten fraai terug te vinden in de dans: strakke, bijne geometri sche bewegingen; gevarieerde pirouetten en subtiele lifts. In het ballet zit een mooie spanningsboog, met als hoogte punt het op het voorplan komen van drie paren, die met hun wij de witte kostuums wapperen als engelen met hun vleugels. Dit is tevens zo ongeveer het enige en semble in het ballet. Verder zijn er steeds soli, duetten, trio's of dubbele duetten. Als in de slots cène negen dansers individualis tisch van een welhaast smach tend verlangen getuigen, kijken ,de twee danseressen die het bal let openden onaangedaan toe, met de rug naar het publiek, kil als de ratio. Het lijkt mij, dat ik inmiddels superlatieven achterwege kan la ten. Introdans en Wubbe maken zich met werken als 'Messiah' onmisbaar voor de ontwikkelihg van het repertoire. En dat - al betreft het een pro fessioneel gezelschap, het mag toch vermeld worden - ondanks banale tegenslagen als blessures en een griepvirus. Nadat de dan sers Peter Rombouts en Ernest Ramses door blessures tijdelijk werden uitgeschakeld, gingen in de week van de generale repeti tie voor de kerstpremière Char lotte Besijn en Frank Holstein door griep voor de byl. Gedeelte lijk kon dit door understudies (Susanne Ohmann en Marco Dekker) worden opgevangen, maar de rol van Holstein in 'Mes siah' is in twee dagen opgeno men door Jean Francois Jacques Emile van het Nederlands Dans Theater. Het geeft - mede in .het licht van het onlangs gepresen teerde beleidsplan van Introdans - aan hoe kwetsbaar het gezel schap is als er het maximale van verwacht wordt met minimale middelen. 'Messiah' was gisteravond het sluitstuk van de kerstvoorstel ling. Geopend werd met 'Bal Masqué' van Ton Wiggers op mu ziek van Flairck, dat 19 oktober dit jaar in Arnhem in première ging. Een ballet, dat met theatra le symbolen laat zien hoe moei lijk het voor een individu is om zich ongemaskerd ten opzichte van een groep op te stellen. Het is een van de sterkste balletten uit het oeuvre van Wiggers, met een suggestieve opening met ge schubde figuren en nog steeds als hoogtepunt de rivaliteit tus sen twee dansers op de muziek van twee elkaar uitdagende ta bla-spelers. Als extraatje was er 'Longing', de pas-de-deux die Yair Vardi als zijn eerste choreografie maakte in 1977 voor The Batsheva Dance Company uit Israël, op deel een en twee van het strijkkwartet nummer twee van Alberto Gi- nastera. Bij Introdans ging dit duet 10 maart dit jaar in Arnhem in première. Mitzy Pfeil in rode jurk en Marcel Wolfkamp in rode broek dansen tegen een licht blauwe achtergrond expressief een moeizame scheiding. Aan grijpend is het verstilde midden deel, waarin de danser zijn part ner aan zich vastbindt. Introdans kan op tournee. RIJK VAN ROTTERDAM, Kerstmatinee door het Koninklijk Concert gebouworkest onder leiding van Ricardo Chailly. Solisten: Arleen Augér, sopraan, Rockwell Blake, tenor, Jorma Hynninen, bariton. Het Groot Omroepkoor en het jon genskoor van de kathedraal St. Bavo Haar lem. Concertgebouw Amsterdam, 25 de cember 1986. AMSTERDAM (GPD) - Kerst mis 1988 stond wat het Concert gebouworkest betrof nu eens in een heel andere muzikale sfeer dan die van Bruckner of Mahler. Het eerste optreden van dirigent Ricardo Chailly in de Eurovisie- Kerstmatinee was gewijd aan de dionysische uitbundigheid van Orffs Carmina Burana, gecom poneerd op een reeks (meren- deels in het Latijn gestelde) ge dichten uit de Middeleeuwen. Randfiguren uit die tijd (zwer vende studenten, ex-geestelij ken, vrijbuiters en drinkebroers) hadden deze gedichten als vrij wel enige bagage bij zich en pro beerden zich aan de grillen van vrouwe Fortuna te ontworstelen door uitbundig het goede leven te bezingen. Dè wijn, de levens honger en de liefde. Carl Orff kreeg deze Carmina Burana in 1934 in handen en voelde er zich direct door aange sproken. Zodoende ontstond datgene wat hij een 'szenische Kantate' noemde: wereldlijke liederen voor soli en koor met be geleiding van instrumenten en magische beelden. In de Kerst matinee in Amsterdam ontbra ken die magische beelden uiter aard omdat het werk daar in con- certvorm werd uitgevoerd, en de enige beelden die er daar aan te pas kwamen waren die van de te levisie. Magie in deze beelden, behalve via het verspreiden daarvan over vele Europese toestellen, lag vooral irt de figuur van Ricardo Chailly zelf die zich volledig leek te identificeren met de uitbundi ge oerkracht van tekst en mu ziek. Op die manier inspireerde hij het hele reusachtige instru mentale en vocale apparaat dat onder zijn leiding stond, zonder daarbij de grenzen van uitbun digheid of goede smaak ook maar een moment te overschrij den. Wel kon de vraag rijzen wat de ze uitbarsting van elementaire le vensvreugde eigenlijk met het Kerstfeest te maken heeft en of die niet al te naadloos aansluit bij de maatschappelijke tendens om Kerstmis stéeds meer in het te ken te plaatsen van veel geld be steden aan eten, drinken en ge schenken, waarmee het ontdaan wordt van de dimensie die zowel de Christelijke traditie als de hei dense zonnewendefeesten er aan hebben gegeven. Zijn we, net als de middeleeuwse vaganten, al zo fatalistisch geworden ten opzich te van de ellende in de wereld dat we niets anders meer overheb ben dan het hedonisme? Maar dit terzijde. Orffs direkt aansprekende compositie had in Chailly en in alle vocale en instrumentale me dewerkenden geen betere pleit bezorgers kunnen vinden. Een strak en alert zingend Groot Om roepkoor, slagvaardig jongens koor van de Haarlemse kathe draal, een vitaal en to the point reagerend Concertgebouwor kest, en drie solisten die hun par tijen meegaven wat ze toekwa men: amoureuze of cynisch- pa thetische accenten. Kerstmatinee door het Ko ninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Solisten: Arleen Augér, sopraan, Rock well Blake, tenor, Jorma Hynni nen, bariton. Het Groot Omroep koor en het jongenskoor van de Kathedraal St. Bavo Haarlem. Concertgebouw Amsterdam, 25 december 1988. GEMMA COEBERGH 'Regisseur van de toekomst' zaal) en van de soms verrassende requisieten werden ten volle uit gebuit, en als het tempo gedu rende dé eerste akte soms even inzakte, was dat beslist niet aan de uitvoerenden te wijten. De muziek van Olthuis in een idioom dat herhaaldelijk aan de impressionisten en tijdgenoten deed denken, bleek uitermate geschikt om door kinderen ge zongen te worden. De met zorg behandelde instrumentatie en de opbouw uit korte, melodische segmenten die naadloos in el kaar overvloeiden, zorgden voor afwisseling en verstaanbaarheid. Zij maakten bovendien dat het zingen van een opera zonder één woord gesproken tekst pro bleemloos leek te verlopen. Het was daarbij- opvallend hoe goed zingbaar Nederlands kan zijn, al zou het nog overtuigender ge klonken hebben, als Olthuis minder vrij was omgesprongen met accentuering en klemtonen. Het libretto van Annie Schmidt en Flip van Duijn over een kin dereiland, waar de 'komst van een volwassene het natuurlijk evenwicht verstoort, was echter sterk schematisch en bleek te weinig verhalend om alle hoofd rollen reliëf te geven. Dat lukte wel met De Man (Lieuwe Visser, de enige volwassene op het to neel) en het meisje Jessica, emo tioneel de meest gerijpte onder de kinderen. De meeste andere solorollen en ook het kooraan deel bezaten dikwijls een cliché matige dramatiek en dat sugge reerde een onwennigheid van de beide auteurs bij het werken zon der dialogen. Bij nader inzien blijkt het slot voor een kinderopera trouwens ook weinig bevredigend. Er vindt wel een terugkeer plaats naar de situatie voor de komst van De Man, maar heersten daar in niet hiërarchische verhoudin gen die terecht aan de kaak ge steld waren? (Televisie uitzen ding op nieuwjaarsdag om half elf 's ochtends via Nederland 2). PAUL KORENHOF 'Gijsbrecht van Aemstel' van Joost van den Vondel door het Nationale Toneel. Bewer king: Guus Rekers. Regie: Hans Croiset. Met: Gees Linnebank, Marie Louise Stheins, Wim van Rooij, Anne-Marie Heyligers e.v.a. Ge zien op 23 december in de Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Aldaar nog vandaag en morgen. Van 1 tot en met 10 januari in de Stadsschouwburg, Amsterdam. DEN HAAG - Een Haagse variant op een Amsterdamse traditie: de 'Gijsbrecht' door Het Nationale To neel. Een opmerkelijk feit in ter men van' toneelpolitiek. Het Haag se gezelschap maakt zich sterk voor het repertoiretheater, en grijpt hiermee terug op een eeu- Scène uit 'De Naam van de Maan'. "De Naam van de Maan" van Kees Olthuis door Stichting Het Muziektheater m.m.v. het Nederlands Jeugd Strijkorkest. Libret to: Annie M.G. Schmidt en Flip van Duijn. Dirigent: Roland Kieft. Decors: Hildegard van der Heijden en Frank Raven. Kos tuums: Petra van Veelen. Regie: Eddie Habbema. Gezien in Het Muziektheater op 25 december. AMSTERDAM Op eerste kerstdag brak er na de première van 'De Naam van de Maan' op het toneel van Het Muziekthea ter een ontwapenende chaos los. Zeventig kinderen, die in de uren daarvoor met volwassen discipline een al even volwassen opera hadden uitgevoerd, kon den zich na de door Eddy Habbe ma al speels geregisseerde bui gingen niet langer inhouden. Spreekkoren "Eddy, Eddy" mondden uit in een dolle vreug de waar de bedienaren van licht en gordijn niet meer van terug hadden en die door een weinig gehaast publiek even welwillend werden bekeken als de opera zelf. Die reactie was zowel begrijpe lijk als terecht. Kinderen die tien maanden lang onder grote druk hebben gerepeteerd om te vol doen aan door volwassenen aan gelegde maatstaven, moeten zich kunnen ontladen. In dit geval verdienden zij het ook voor hon derd procent of meer, want hun prestaties overtroffen alle ver wachtingen en bereikten meer dan eens een bijna professioneel niveau. Dat geldt niet alleen voor het door Roland Kieft toch al goed getrainde Nederlands Jeugd Strijkorkest (uitgebreid met blazers en slagwerk), maar zeker ook voor de voor deze gele genheid bijeengebrachte groep koorleden en solisten op het to neel. Dat resultaat is in niet geringe mate te danken aan Eddy Habbe ma, die hier weer eens blijk gaf van een enorme inventiviteit bij het ensceneren van een speels soort muziektheater. Zijn groot ste verdienste was echter dat hij de kinderen wist te inspireren tot een spel dat wel in alle opzichten kinderlijk bleef, maar dat iedere onwennigheid of stunteligheid van de goedbedoelde amateur voorstelling miste. In fleurige, fantasievolle toneelbeelden, ont worpen op basis van op scholen vervaardigde kindertekeningen (expositie in de foyer van Het Muziektheater) werd er geac teerd, gezongen, gedanst en ge sprongen dat het een lieve lust was. De mogelijkheden van het enorme toneel (met omloop in 'de Première van Klankmachines' Leidse componist Dick Borstlap LEIDEN - Het nieuwste werk van de Leidse componist Dick Borst lap heet 'Klankmachines'. Morgen avond om 21.00 uur zal het voor het eerst worden opgevoerd in Galerie Stelling aan de Burchsteeg 14. 'Klankmachines' wordt niet uit gevoerd door musici maar door ge voelige machines. Deze machines (de Verenmachine, de Spiralenma- chine en de Snarenmachine) zijn door de componist zelf ontwik keld. Het geluid, of liever gezegd: de muziek die zij produceren wordt hoorbaar gemaakt door magnetische microfoons. Dick Borstlap studeerde compo sitie aan het Koninklijk Conserva torium in Den Haag bij Kees van Baaren en Dick Raaijmakers. Hij componeerde kamermuziek, liede ren, een werk voor symfonieorkest en werken voor het orkest 'De Vol harding'. Componist Dick Borstlap met een van zijn klankmachines (foto Loek Zuyderduin) Lieuwe Visser (geheel links) tijdens de Maandans samen met de kinderen. (foto Kor» en Joris van Bennekom) AMSTELVEEN (ANP) - In elf ste den in ons land speelt volgende maand een festival, dat is gewijd aan de films van de Taiwanese re gisseur Hou Hsiao-hsien. Hij maak te negen speelfilms en die zijn van 1 januari tot 6 februari te zien op vier plaatsen in Amsterdam en in Arnhem en in Nijmegen. Een keu ze ervan wordt vertoond in, Breda, Den Haag, Dordrecht, Eindhoven, Maastricht, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Hou is 41 jaar en sleepte in Euro pa al veel prijzen in de wacht. Hij wordt wel de belangrijkste verte genwoordiger genoemd van de Tai wanese 'new cinema', een stroming in de film die aan het begin van de jaren tachtig ontstond als reactie op de toen populaire melodrama's en Kung-fu film6. Hou legt zich toe op het alledaag se leven en gebruikt vaak amateur- spelers. Hij maakt films die het le ven tonen zoals het is in een snel veranderende Chinese samenle ving. Hij roert gebeurtenissen zo aan dat ook de Westerse kijker zich in de personages kan herkennen. Hou werd in februari van dit jaar op het filmfestival in Rotterdam gekozen als een van de 'regisseurs van de toekomst' en kwam na Wim Wenders en Jam Jarmusch op de derde plaats. Een jaar eerder werd in Rotterdam zijn film 'The time to live and the time to die' aangewe zen als de beste niet-westerse film. Met deze film worden nu ver toond: 'Cute girl' uit 1980, 'Cheer wind' en 'The green, green grass of home', beide uit 1982, 'The sand wich man' (1983), 'The boy from Fengkuei' en 'A summer at grand pa's', beide uit 1984, en 'Dust in the wind' en 'Daughter of the Nile', die in 1987 werden uitgebracht. Het filmfestival Hou Hsiao-shien is een project van de stichting Vrienden van het Filmarchief in Nijmegen in samenwerking met anderen en met financiële steun' van het ministerie van WVC. wenoude traditie rond de jaarlijkse opvoering van een omstreden 'treurspel'. Ruim twintig jaar gele den stopte men met die traditione le Nieuwjaarspremière in de Am sterdamse Stadsschouwburg. De traditie was teveel doel op zichzelf geworden, hetgeen tot verstarring leidde. Dat is althans de teneur in de beschrijvingen van dit wapen feit uit onze nationale toneelge schiedenis. Het is inmiddels al zo lang geleden, dat alleen de 'oude ren' het nog bewust hebben mee gemaakt. Deze 'Gijsbrecht'-enscenering door Het Nationale Toneel is van alle verhevenheid ontdaan. Als het doek opgaat, zien we rokende puinhopen, alwaar het gehele dra ma zich afspeelt. Hier woedt een oorlog - daarover kan geen misver stand bestaan. "Het hemelse ge recht heeft zich ten lange leste/er- barremd over mij en mijn benauw de vesten, /en arme burgerij; en op mijn volks gebed, /en dagelijks ge schrei, de bange stad ontzet". Het zijn de beroemde woorden van Van Aemstel die de strategie van de vij and nog niet doorziet. Deze woor den suggereren bevrijding, maar Gees Linnebank spreekt ze uit, als of zijn Gysbrecht er van meet af aan zelf niet in gelooft. Deze 'heer van Aemsterdam en Aemsterlant, met meer treffelijcke heeren en edelen' is hier een rauw stelletje ongeregeld, een groepje guerrillastrijders. Heel wat anders dan op de vrome plaatjes van voor gaande ensceneringen. Een directe verwijzing naar die verheven beel den heeft Hans Croiset bij wijze van contrastwerking in de voor stelling willen opnemen. Op het hoge achtertoneel worden af en toe fragmenten gespeeld uit een vor stelijk gekostumeerde 'Gijs brecht'. Terwijl het taalgebruik (van onder andere Wim van Rooij als Gijsbrecht en Joke Last als Ba- deloch) hier naar de declama tietoon tendeert, proberen de spe lers op de puinhopen van het slachtveld op het voortoneel de Vondeliaanse verzen - voor zover mogelijk - 'natuurlijk' te laten klin ken. Guus Rekers heeft daartoe Vondels taal bewerkt: er is ge schrapt, en sommige onbekend ge worden begrippen zijn aangepast. Schoolvoorbeeld van een 'Deus ex machina' is de komst van de engel Rafaël: pas op bevel van Gods en gel geeft Gijsbrecht zijn verzet op, en is hy bereid met vrouw en kin deren naar elders te vertrekken. Al leen op het achtertoneel in de devo te 'Gysbrecht'-versie is de engel zichtbaar, met fraaie neon-verlich- te vleugels. In de kille oorlogsver sie op het voortoneel is geen plaats voor engelen. Guusje Eybers spreekt de Rafaël-tekst. Gekleed als gewone sterveling zit ze temid den van het verslagen, in armoedi ge lompen gehulde, gevolg van Gysbrecht. Op haar woorden wordt in deze versie slecht gerea geerd met: 'Hier klinkt een godsbe- sluit'!, waarna Gijsbrecht zegt: 'Dan baat geen tegenweer'. Ook met de zogenaamde 'Reien' is iets opvallends gebeurd. Ze zijn ex tra nadrukkelijk buiten de hande ling geplaatst. De eerste ('Rei van Amsterdamse Maagden') wordt ge deeltelijk gesproken door een vrouw in spijkerbroek en colltrui, de tweede ('Rei van Edelingen') door een heer in moderne smo king. De derde komt voor rekening van Marie Louise Stheins die Ba- deloch speelt, en de vierde (het be roemde 'Waar werd oprechter trouw...') wordt aanvankelijk door de kinderen van Gijsbrecht ver tolkt, later door verschillende per sonages. Van zijn vorige Vondel-regies wis ten we al dat Hans Croiset geen brave enscenering zou maken. De door hem aangebrachte wijzigin gen in deze Gijsbrecht dienen ons te verrassen en weer nieuwsgierig naar de tekst te laten luisteren. De op het toneel zichtbaar gemaakt confrontatie met vroegere ensce neringen is een aparte vondst. Toch voegt deze intellectuele knip oog naar het inmiddels verstilde Gijsbrecht-debat niet echt iets we zenlijks toe. Deze 'Gijsbrecht' is al lerminst een gezapige traditionele plichtpleging, ook al blijft het stuk ondanks alle pogingen het van eeu wenoud stof te ontdoen een weer barstig tekstspektakel. En dat er een Haags gezelschap op 1 januari in de Amsterdamse Stadsschouw burg staat, is een pikant detail. Animal Farm AMSTELVEEN (ANP) - Het Britse gezelschap Lamda komt naar Ne derland (en België) met 'Animal Farm' van George Orwell in een muzikale bewerking van Peter Hall, artistiek leider van het Natio nal Theatre. De eerste voorstelling is op 26 januari in het Cultureel Centrum in Amstelveen. Daarnaast staan nog 62 voorstel lingen in 48 steden op het program ma van deze Engelse theater school. Tien jaar geleden kwam Lamda voor het eerst naar Neder land en Vlaanderen. Marie Louise Stheins als Badeloch in de 'Gijsbrecht' door Het Nationale Toneel. (foto Pan Sok)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29