Vier eenlingen te kijk in 'Boymans' .Illllllllllll 1 I illlllMW. Bachkoor Holland op vertrouwd terrein us 'L'amour la mort' vol zwarte humor Bescheiden uitvoering Schönberg- Kamerkoor Stemmen die stil maken Heptagon op weg naar top Imperium in Dickens-sfeer Lichtvoetige koorzang MAANDAG 19 DECEMBER 1988 PAGINA 23 Uitvoering van het Weihnachtsoratorium van E ïlrfcCddbas'E je Pieterskerk. LEIDEN De laatste jaren heeft het Bach koor Holland een traditie in Leiden opge bouwd. Voerde het koor het Weihnachtsora torium een paar jaar geleden nog in de Doelen in Rotterdam uit, de laatste jaren is dit werk in de Leidse Pieterskerk te horen geweest, die voor koorzang een mildere akoestiek heeft. Uit het hele land kwamen de bezoekers zater dagavond om van bijna drie uur Bach te ge nieten. Er blijkt dan weer eens dat de tegenstelling authentiek-traditioneel bij barokuitvoerin- gen niet zo scherp ligt als wel eens wordt ge dacht. De verworvenheden van iemand als Nicolaus Harnoncourt hebben algemeen in gang gevonden, zij het dat Harnoncourt meer dramatische accenten geeft en Charles de Wolff een rondere klank nastreeft. Toch zijn er ook onder zijn leiding genoeg contrasten in de uitvoering, zodat niet alles even pastoraal is, als de bekende instrumentale sinfonia aan het begin van de tweede (herders)cantate. Feestelijk klonk het openingskoor, terwijl daarentegen het koor 'Fallt mit Danken' licht voetig als een menuet werd gespeeld en ge zongen. Heel ijl, als waren het jongenssopranen, klonk de bovenstem in het zevende koraal 'Er ist auf Erden kommen arm', waarbij het bas- recitatief steeds commentaar geeft. Ook intie me en krijgslustige gedeelten kregen het no dige reliëf. Waarschijnlijk uit praktische overwegingen werden de echo's in de so praanaria 'Flösst, mein Heiland' niet zoals voorgeschreven door een tweede sopraan ge zongen, maar pianissimo door de eerste (en enige) sopraan. Ellen Bolongino, die ook deel van het Bachkoor uitmaakt, vertolkte na een aarzelend begin deze rol overtuigend met een stralend timbre. Meer sonoor klonk de alt Hil- ke Helling, vooral in de lange lage tonen van 'Schlafe, mein Liebster'. Hein Meens had als geroutineerde tenor weer een betrouwbaar aandeel in de recitatieven en aria's, terwijl de bas Ulrik Cold zijn opera-ervaring niet ver loochende in bijvoorbeeld zijn eerste aria, waar de beginwoorden 'Grosser Herr und starker König' een heel andere expressie had den dan het volgende 'liebster Heiland'. Ook moet het Amsterdams Kamerorkest nog genoemd worden, dat een exacte ondersteu ning van het geheel vormde en door zijn di verse hobo's en trompetten respectievelijk het pastorale en uitgelaten karakter weergaf. Sfeervol klonk de door de concertmeester in nig gespeelde vioolsolo in de altaria 'Schlies- se, mein Herze'. FRANK DEN HERDER LEIDEN De beste grap valt dood als er iets schort aan de af werking of als de reactie van het publiek geblokkeerd wordt door onduidelijkheid of overdaad. Humor in het theater bestaat bij de gratie van discipline, timing en helderheid, en discipline is dan ook een eerste vereiste voor iedere theatermaker die zijn toe schouwers aan het lachen wil brengen. Met 'L'amour la mort' (n.a.v. een verhaal van Cocteau) heeft Car rousel het zich niet gemakkelijk gemaakt: een voorstelling op ba sis van improvisaties met daarbij een bewuste poging toneelspel, dans en mime in elkaar te laten overgaan. Een 'yerhaal' is er nau welijks: een groepje jongeren, vier jongens en drie meisjes, komt bijeen in een niet nader omschreven ruimte met de ken nelijke bedoeling zich daar met dansen te vermaken. Zij doen dat met al het gestuntel, maar ook met alle hitsigheid die het puberaal gedrag kan kenmer ken, en gaandeweg laten zij daar bij in woorden en daden hun fan tasieën de vrije loop. Dialogen zijn er niet, wel hardop uitge sproken gedachten van een on geremd en morbide soort, terwijl het gedrag op even absurde wijze varieert van hanigheid en seksu ele agressie tot het met een stalen gezicht oppeuzelen van een ci troen. Aan verrassingseffecten is geen gebrek perfecte timing die naar het pu bliek toe alles omzet in soms zeer zwarte humor. Een enkele keer komen andere associaties bovendrijven en wordt er ruimte gecreëerd voor een droomscène vol overtrokken romantiek en re lativerende banaliteit. Ook dan toont regisseur Lidwien Root haan wat zij waard is, maar dat geldt voor de spelers in gelijke mate. 'L'amour la mort' bewijst dat zelfs het gevoel voor propor ties in dit kader relatief wordt. Binnen een 'normale' voorstel ling zou de ene inval misschien te abrupt, de andere veel te lang uitgewerkt zijn, maar hier wordt steeds precies de ondergrond ge schapen die een maximaal effect garandeert. PAUL KORENHOF Expositie wegbereiders modernisme ROTTERDAM (ANP) - In Museum Boymans-Van Beuningen in Rot terdam is tot 13 februari een ten toonstelling te zien van grote schil derkunstige kracht en rijkdom: tachtig werken van vier eenlingen, allen pessimisten, uit het begin van deze eeuw: de Belg James Ensor, de Zwitser Ferdinand Hodler, de Noor Edvard Munch en de Neder lander Herman Kruyder. Ze blij ken de wegbereiders van het mo dernisme. De samensteller van de exposi tie, Karei Schampers, stelde on langs bij de voorbezichtiging na drukkelijk dat Kruyder herwaar dering verdient. Van Kruyder be vinden zich alle werken nog in ons land. De tentoonstelling maakt duidelijk dat terecht de internatio nale aandacht op dit werk wordt gevestigd en dat het zich kan me ten met de schilderijen van de drie anderen, beroemde buitenlandse meesters. De (verken zijn uit openbare en particuliere collectie bijeenge bracht. De genoemde kunstenaars hebben elkaar niet of nauwelijks gëkend. Ze komen overeen in hun streven elementaire emoties uit te drukken, terwijl ze vasthielden aan motieven uit de werkelijkheid. Zij kozen allen niet de anecdote maar kleur en vorm als drager van wat ze wilden zeggen'. Ze veroverden zo doende een schilderkunstige vrij heid die hen maakte tot wegberei ders van het modernisme. Van Munch (1863-1944) hangen er melancholieke schilderijen, vaak met thema's als eenzaamheid, angst, doodsverlangen. Topstuk is hier ,De Schreeuw' uit 1893. Munch werd een van de belangrij ke voorbeelden voor de Duitse ex pressionisten. In maskers en ge raamten vond Ensor (1860 - 1949) vormen om zijn pessimistische le venshouding kernachtig uit te drukken. Hij vóelde zich slachtof fer van de samenleving die hij aan viel met rauwe, bijna primitieve vervormingen. Minder agressief zijn de sombere vrouwenportret ten van de meester van de kleur en het licht. Kerstconcert met werken van Paulenc, Taverner, Schütz, Victoria, Wajton e.a. door het Arnold Schönberg Kamerkoor o.l.v. Maarten Michielsen. Gehoord in de Taffeh-zaal van het Museum van Oudhe den op 17 december. LEIDEN Aan de traditionele kerstconcerten nam het Arnold Schönberg Kamerkoor dit jaar deel met een optreden dat in al zijn bescheidenheid toch pret tig gevarieerd van opzet was. De ijle sopraanklanken in de eerste maten van Paulencs 'Un Soir de neige' vormde boven dien een veelbelovend begin, maar daarna bleken in dit werk op het punt van inzetten en har monieën toch hoge eisen ge steld te worden. Misschien was het niet verstandig juist met de ze compositie te openen, te meer daar Poulenec hier vraagt om een behandeling van de stemgroepen als contrasteren de, individuele stemmen. Twee delen uit een mis van Taverner kwamen al beter uit de verf, maar pas na de pauze bleken Maarten Michielsen en zijn mensen in staat hun inmid dels opgebouwde naam hele maal waar te maken. Het eerste motet van Schütz schiep nog een paar kleine problemen met de balans, maar daarna raakte men duidelijk op dreef. Opval lend was de interpretatie van twee 'vredesmotetten', die merkbaar dateren uit een tijd van ver vóór de moderne vre desbewegingen. De traditionele afsluiting met kerstliederen bestond uit een drietal 'carols', waarin een fraaie samenkleuring van stem men, gedemonstreerd werd. Bij een weloverwogen verruiming van het repertorie mag het vol gende kerstconcert wel iets lan ger duren. PAUL KORENHOF Voornaamste thema van Hodler (1853 - 1918) is de onaantastbaar heid van de natuur. Bekend werd hij met sybolistisch werk, waarin de menselijke figuur opgaat in de ritmische verschijningen, waarin de natuur zich presenteert. In Rot terdam zijn late landschappen te zien, die tot nu toe vrijwel onbe kend bleven in ons land. Zijn ver bondenheid met zijn vaderland spreekt sterk uit ijle atmosferische landschappen, waarin elk spoor van de mens ontbreekt. Kruyder (1881-1935) toont een emotioneel kleur- en vormgebruik, waardoor hij tot een van de weinige Hollandse expressionisten is ge worden. Hij ontwikkelde zich in absolute afzondering in Laren. Hij leefde onder grote psychische spanningen. De poëtische stem ming maakt in de loop der jaren .plaats voor een sfeer van agressie en angst. Zijn oeuvre is weinig om vangrijk. Voor de expositie zijn de belangrijkste werken' bijeenge bracht. Kruyder bezocht de Haarlemse school voor Kunstnijverheid en werkte bijna drie jaar als glasschil der-ontwerper in Delft. In 1907 is hij terug in Haarlem. Het duurde tot 1922 ging voor hij tot een werke lijk eigen stijl kwam. Zijn werk liet zich toen niet meer zo gemakkelijk vergelijken met dat van tijdgeno ten. In zijn werk toonde hij een ge voel van machteloosheid tegen over de natuur en haar onbereikba re harmonie van tegenstrijdighe den. In 1926 kreeg hij een psychi sche inzinking waarna hij zich in 't Gooi vestigde, waar hij vier jaar la ter opnieuw naar eigen vorm en stijl ging zoeken. Hij wës geregeld ziek. In 't Gooi ontstonden wel zijn belangrijkste werken. In 1934 was er een breekpunt in zijn ontwikke ling. Hij verhuisde naar een atelier woning in Amsterdam waar hij be gin 1935 „Het laatse landschap" maakte. Korte tijd later overleed hij aan de medische behandeling van zijn mislukte zelfmoordpo ging. 'Voces Lugdunenses' Concert door het Jeugdkamerorkest Lei den en het Vrouwenkoor 'Voces Lugdunenses' met werken van Clementi, Mozart en Britten. Solisten: Esther van Stralen: altviool en Elaine van der Wart: harp. Dirigent: Henk Briër. Gehoord op 18 december in de Taffehzaal. gladgestreken. In de sinfonia van Mozart tot slot dreigde het tempo in de snelle delen even een eigen (sneller) leven te willen gaan lei den. Gelukkig wist Henk Briër alles in het gareel te houden. LEIDEN - Je bent jong en je wilt wat. Bijvoorbeeld een mu ziekinstrument bespelen. De eer ste schreden op het pad der mu ziek zijn spannend, daarna komt het aan op oefenen en dóórzet ten. De jongeren in het jeugdka merorkest zijn alweer wat stap pen «verder en hebben een dege lijke muzikale en instrumentale basis verworven. Het spelen in een orkest is zonder meer een waardevolle manier om kennis te maken met muziek. Je maakt deel uit van een grotere samen hang en tijdens het spelen besef je ook heel direkt jouw rol in het grote geheel. Kennelijk heerste er in het jeugdkamerorkest een sterk saamhorigheidsgevoel, zo dat het geheel méér werd dan de som der delen. Vol muzikale sa menhang ontvouwde zich het ene deel na het andere. Eerst van de sinfonia van Clementi, ge schreven in eenzelfde eenvoudi ge en begrijpelijke stijl als zijn bekende sonatines voor piano. Vervolgens was het de beurt aan de Fantasie voor altviool en or kest van Hummel, waarin Esther van Stralen een glanzende solo uit het hoofd speelde. De hape ring die zich even voordeed in dit werk (opeens zaten soliste en or kest op verschillende sporen) werd even later weer rimpelloos Véél enthousiasme e oogstte ook het vrouwenkoor 'Voces Lugdunenses' met de uit voering van Brittens 'A Ceremo ny of Carols' bestaande uit negen Carols, een in- en uittocht (in het Latijn gezongen in een Gregori aans aandoende toonsoort) en een tussenspel voor harp. De tek sten gaan over het kerstverhaal, over het Kind en zijn moeder Ma ria. Diep en kinderlijk aandoend geloof in de wonderen van kerst mis weerspiegelt zich in de sim pele lijn van sommige melodie ën, die klaar en helder werden gezongen. Moeilijker wordt het wanneer Britten in 'This little Babe' de strijd tussen het Kind en de Satan in ingewikkelde can ontechnieken toonzet. Vol strijd en lekker fel trok het koor hier van leer en liet zich door deze moeilijkheden niet uit het veld slaan. Van moed getuigde ook de voor een zieke collega invallende sopraansoliste die in 'Spring Ca rol' een prachtig duet vormde met de altsolo. Tussen orkest- en kooruitvoe ring in werden we onthaald op een harp/altviool intermezzo, waarvan de prachtig melancho lieke aanhef van 'Greensleeves' (Vaughan Williams) de overvolle Taffehzaal tot doodstil luisteren dwong. MONICA SCHIKS LEIDEN Veel belangstelling bestond er gistermiddag voor het bijzondere, door het Leidsch Dagblad georga niseerde, kerstconcert in de Pieterskerk. Het concert was daarom zo bijzonder omdat het was bedoeld voor dege nen die door hun lichamelijke handicap zelden of nooit een uitvoering kunnen bijwonen. De sfeervolle kerstmid dag werd verzorgd door het Rijnlands Chr. Mannenkoor Vox Humana. Het fcOor zong voor een dankbaar publiek, dat volop genoot van de kerstklanken in deze zo monumentale kerk. Sander van Marion,xd vele jaren de dirigent van het Rijnlands Chr. Mannenkoor, en de zijnen treden van avond en morgenavond voor eigen publiek in de Stadsgehoorzaal op.(foto Henk Bouwman) 'EEN BEELD VAN EEN VROUW' Nel Bakema, Jeanne Bijlo, Co- rinne Franzen, Nel Klaassen, Loeki Metz, Jos van Riemsdijk, Gerarda Rueter, Ton Sondaar en Liesbeth Wezelaar exposeren van 17 decem ber tot 15 januari in de aula van de Rijksakademie in Amsterdam on der de titel "Een beeld van een vrouw". Het zijn Nederlandse beeldhouwsters uit de school van prof. Jan Bronner (1881 - 1972). De tentoonstelling is het sluit stuk. van een onderzoek dat een werkgroep van de Stichting Vrou wen in de Beeldende Kunst (SVBK) deed naar de oudste nog levende generatie leerlingen van Bronner. Interessante jazz in De Waag in het voorprogramma het Hot House Leerorkest. Gehoord bij Hot House in het Waaggebouw op 17 decem- LEIDEN - Ter afsluiting van het kalenderjaar was er bij Hot House op zaterdagavond een ex tra lang programma te horen. Onverwacht onderhoudend was het korte optreden van het Leer orkest, een amateurorkest onder de professionele leiding van Rolf Delfos, dat voornamelijk educa tief van opzet is. Het leerorkest is een belangrijke broedplaats voor aankomend talent. Na ten hoog ste drie jaar verblijf moet dat ta lent zijn eigen weg zoeken. Een afwisselend repertoire, vari ërend van latin tot bop-achtige stukken, met eigen arrangemen ten, gaf duidelijk de mogelijkhe den weer van een dergelijke op zet. Natuurlijk waren er de nodi ge kleine ongerechtigheden en misverstanden bij de ambitieuze jongelingen, maar deze deden weinig af aan de wijze waarop Delfos regionaal talent tot creati viteit stimuleert: Een uitschieter van het optreden was een som ber klinkende compositie van de leider zelf, die qua klankkleur zeer origineel gearrangeerd was. Bij Heptagon van de nog zeer jonge bassist Egon Kracht spe len compositie en arrangemen ten ook de belangrijkste rol. De stukken, waarvan de meeste van de bassist, zijn bijna alle op suite achtige wijze geconstrueerd. En kele daarvan namen zulke onver wachte wendingen, dat deze nogal gewild overkwamen, maar in de meeste gevallen slaagt Hep tagon de aandacht vast te hou den door een logische span ningsopbouw. Kracht liet al enkele weken gele den een heel goede indruk achter als lid van 'Teeming Womb of Royal Kings', toen zijn ronde toon en ritmische gedrevenheid een verrassing was. Met drum mer Frank van Oosterhout en in iets mindere mate pianist Koos Janssens heeft Heptagon naar mijn mening een van de beste rit mesecties in de Nederlandse jazz. Van Oosterhout en Kracht hebben met elkaar gemeen dat ze hun techniek niet alleen ge bruiken voor spectaculaire hoog standjes, maar ook om de rest van het septet onopvallend en swingend te stimuleren. Ook de ze avond was Kracht een volwas sen klinkende solist, die niet te rug hoeft te vallen op standaard trucs en loopjes. Dit laatste was soms wel het ge val bij de blazers in de langere improvisaties. Met een frontlijn van Paul Stocker (sopraansax, altsax en basklarinet), Frits Hei mans (altsax) en Paul de Leest (tenorsax en klarinet) heeft Hep tagon een interessante menge ling van karakters, van de emo tionele en lyrische uithalen van Stocker tot de meer stugge en be dachtzaam opererende De Leest. Even barok als het spel van Stoc ker was het breed uitgemeten werk van Janssens, die zich wel op de juiste momenten wist in te houden. Een minder opvallende rol was weggelegd voor gitarist Paul Pallesen, die weinig soleer de en heel rustig begeleidde. Heptagon, dat pas voor de twee de maal in deze bezetting concer teerde, zal met de nodige aanpas singen in de improvisatieruimte zich in de Nederlandse jazztop kunnen nestelen. De bouwste nen daarvoor zijn er al. KEN VOS •Scrooge Marley' r Johan van Amerom, Jan Laman, Fré Kreu- ger en Anton Attema. Gezien op 18 decem ber in het Microtheater. Oude Vest. Aldaar nog op 20, 2123 en 24 december. LEIDEN Hoe een harteloze, egoïstische gierigaard plotseling op kerstavond in het toonbeeld van naastenliefde kan verande ren dat toont Charles Dickens in zijn beroemde yerhaal 'A Christmas Carol'. Imperium heeft er een sfeervolle toneelbe werking van gemaakt: daarmee de traditie voortzettend om rond deze tijd van het jaar een eigen kerstproduktie uit te brengen. Voor Scrooge zijn alleen geld en zakendoen belangrijk. De geest van zijn inmiddels overle den compagnon Marley komt hem waarschuwen. Niet voor niets heeft het verhaal als onder titel: a Ghost-Story of Christmas. Deze geest raadt hem aan zijn le ven te veranderen. Daartoe neemt hij Scrooge mee op een reis door verleden, heden en toe komst. Als Scrooge eenmaal bij zijn eigen graf staat, beseft hij de noodzaak van een radicale om mekeer. Deze reis door de tijd voert Scrooge langs een aantal scènes. Imperium heeft inventieve op lossingen gevonden om met wei nig hulpmiddelen de verschil lende situaties uit te beelden. Zo zijn we als toeschouwers getuige van zijn louteringstocht. Er is één klein mirtpuntje in de voor stelling: de toch al niet echt rele vante schoolscène had beter ge schrapt kunnen worden. Er is nu namelijk een abrupte overgang van het heden naar de schoolja ren van Scrooge. Ook als pro beert Kees Visser in zijn spel die overgang van oud naar heel jong geloofwaardig te maken, is het nog maar de vraag, of de jeugdi ge toeschouwers dat direct be grijpen. Dat is even verwarrend, maar gelukkig zijn de gebeurtenissen in de rest van de voorstelling overzichtelijk en spannend. Er wordt ook door de allerjong sten onder het publiek bijna anderhalf uur aandachtig geluis terd. Bovendien heeft men extra duidelijkheid bereikt door het toevoegen van liedteksten, die de afzonderlijke scènes samen vatten: "Scrooge leek onverbe- terlijk/Marley liet hem schrik ken/deed hem inzien dat veel geld/liefde doet verstikken". De komende kerstweek wordt dit bekende verhaal nog viermaal door Imperium gespeeld. WIJNAND ZEILSTRA onstatijn Huygensprijs uitgereikt (ANP) toont de onderscheiden auteur bij een afbeelding van Leidse Cantorij LEIDEN - In de Hooglande Kerk lag gisteravond het accent op de inhoud van het Kerstlied. Het hele concert droeg dan ook een stijlvol en gewijd karakter. Dit betekent niet dat door de Leidse Cantorij tussen de eeu wenoude pilaren van deze in drukwekkend schone kerk een loodzware plechtige stemming werd gecreëerd. Integendeel, onder leiding van Hans Brons kon men genieten van lichtvoe tige, zuivere en homogene koorzang, die terecht de blijde boodschap verkondigde. En dat steeds op een andere wijze: in 't Engels met zijn typi sche Christmas Carols, zoals het subtiel gezongen 'Away in a manger, no crib for a bed', in het Frans met het overbekende maar steeds weer schitterende 'II est né, le divin Enfant', waar van het refrein perfect en luch tig gezongen werd maar de ver zen daartussen toch nog wat schril en krampachtig klonken. Ook in onze eigen moedertaal werd 'Ghelovet moet sijn dat soete kindekijn, gheëret moet sijn dat liefste moederkijn' heel overtuigend gezongen met een lichte scandering in de woor den moederkijn en kinderkijn. Over licht scanderen gespro ken, de vertolking van 'Deck the hall with boughs of holly' liet horen hoe dat moet. Hoogtepunt van de avond was de 'Shepherd's pipe carol', een met veel schwung gezon gen lied waarin het woord Bethlehem ritmisch alle a dacht kreeg en dat eindigde met strelende dissonanten, hoe paradoxaal dat ook moge klin ken. Dit alles begleid door vro lijk orgelspel an Joop Brons, waarin het oude register de Si- flet, een zeer hoge fluit, precies het juiste accent gaf aan deze bijzondere Carol. Han Kapaan omlijstte dit concert met helder en krachtig hobospel, afgewisseld met een enkele solo, waarvan 'Quand Jésus naquit a Noël' (een im provisatie op 'Laat de beltrom horen') vermeldenswaard is c het ingetogen en gevoelige spel met zijn tere echo-effecten. Alle eer aan de Leidse Canto rij onder leiding van Brons, der en zoon, een zoon die ieder jaar met meer flair en muzikali teit dirigeert, zingt en de menzang begeleidt. LIDY VAN DER SPEK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 23