Ik maak kaarten die ik zelf zou kopen' Lompe olifanten en lollige kikkers van Leendert Jan Vis 9 C ),U Expositie billen, gat in de markt GEVARIEERD Als vanouds Middenweg Hollies-sound Ex-tienerster C~ f.X \b O O o LOLITA - De roman 'Lolita' van i Vladimir Nabokov is vrijgegeven voor publikatie in de Sovjetunie. Het werk, dat verhaalt over de aan trekkingskracht op een volwasse ne van een 12-jarig meisje in de VS, •was er tot dusver verboden. SIGNEREN - De schrijver Cees van Hoore signeert vandaag tussen J drie en vijf; uur bij boekhandel Kooreman Stolk aan de Nieuwe Rijn zijn boek 'Dat trekt wel bij; be spiegelingen van een aanstaande vader'. De schaduwzijde van het kerstfeest. AMSTERDAM (GPD) - De schil der-schrijver Jan Cremer valt op billen. Jaren geleden publiceerde hij samen met journalist Theun de Winter een foto-boek met teksten onder de intrigerende titel 'De bil- len van Jan Cremer'. Zijn*" boek heeft een prominent plaatsje ge kregen in de rijk voorziene boeken kast met erotische literatuur (ui terst serieuze studies, maar ook 'Wie zeurt krijgt een beurt') in de Amsterdamse galerie De 3 Gratiën. Daar is tot half januari de expositie 'Billen m/v' te zien. Van veertig voornamelijk onbekende kunste naars wordt werk getoond waarin billen centraal staan: schilderijen, keramiek, gouaches, noem maar op. De kwaliteit van het getoonde werk loopt sterk uiteen, maar het idee er achter is op zich zelf al een bezoekje aan de galerie waard. De kunstenaars reageerden op een ad vertentie in diverse kranten. De be langstelling van het publiek is vol gens galeriehoudster Tess Yocarini bijzonder groot. "De expositie moest zelfs twee keer geopend worden. Het blijkt toch een gat in de markt te zijn." Galerie De 3 Gratiën bestaat sinds twee jaar en heeft zich gespe- cialiseerd in erotische kunst. Eige naar is Albert Heijn (een neef, ja). Naar zijn zeggen is het zeker niet de bedoeling na 'Billen m/v' exposi ties te houden rond bijvoorbeeld borsten en geslachtsdelen. "Dat zou wat al te voorspelbaar worden. Met deze expositie wilden we de billen uit het verdomhoekje halen. En dat is ons aardig gelukt. Hierna gaan we gewoon weer over tot de orde van de dag." Een groep. Amsterdamse school kinderen valt de galerie binnen om zich aan het getoonde werk te ver lustigen. "Ik zie geen reet", roept er één op orkaansterkte. De meisjes in het gezelschap kijken vol verba zing om zich heen. "Is dit nou kunst, mijnheer?", vraagt er een. "Dat kunnen wij toch ook?! Ik heb nog wel een naaktfoto thuis. Mag ik die hier niet ophangen?" Een kleurig abstract doek van André Vranken schept verwarring. "Waar zitten die billen nou?", roept er één. De orkaan: "Misschien aan de achterkant!" Ook de prijzen werken op de lachspieren. "Moetje eens zien: drie ruggen voor een par tij dikke billen! Wat een afzetterij. Op het naakstrand is het gratis!" Voor liefhebbers geeft de wat warrig geschreven catalogus tekst en uitleg over het fenomeen billen. Prostituée Margot doet het verschil tussen vrouwen- en mannenbillen uit de doeken. "Vrouwenbillen vind ik interessanter. Ze hebben meer identiteit, meer model. Bij mannen kun je 't in een paar groep jes indelen en dan heb je 't wel ge- jhad. In vrouwenbillen zit gewoon meer beweging, doordat je heupen •hebt. Je hebt vierkante, hartvormi ge, peervormige, noem maar op. .•Maar mannenheupen zijn recht en J blijven recht." Liedconcours in Valkenburg VALKENBURG - Een con cours uit nood geboren? Deze vraag zou men kunnen stellen bij het Internationaal Vocalisten concours, dat van 27 tot en met 30 december in Centrum Cocar- de in het Limburgse Valkenburg wordt gehouden. Hoewel de organisatie inmid dels artistieke redenen voor dit liedconcours heeft gevonden, lijr ken twee omstandigheden het in het leven roepen van dit con cours te hebben bepaald: de aan wezigheid van een provinciale subsidie van 25.000, die dit jaar moest worden besteed en het ge brek aan voldoende financiële middelen om een internationaal operar en belcantoconcours van de grond te tillen. Enkele maanden geleden kreeg het Valkenburgs Philhar- monisch Koor een provinciale subsidie om een opera- en bel cantoconcours te organiseren. Opera- en operettezangeres Mar- jon Lambriks, die haar naam aan het concours zou geven, weiger de echter verdere medewerking toen de nodige financiële midde len niet voorhanden bleken. Dan maar een liedconcours, moeten de organisatoren hebben gedacht en in nog geen zes we ken tijd werd het Internationaal Vocalistenconcours uit de grond gestampt. Veel te kort om een grote groep zangers uit Europese lan den en daarbuiten voor het con cours enthousiast te maken. Tot nu toe hebben slechts vijftien vo calisten, afkomstig uit Neder land, België, Oostenrijk, Frank rijk, Westduitsland en de Vere nigde Staten, zich ingeschreven, terwijl het Maastrichts conserva torium heeft toegezegd nog een aantal zangers te zullen leveren. De kandidaten, die niet jonger dan 21 en niet ouder dan 35 jaar mogen zijn, moeten bij aanmel ding een programma van acht liederen uit het ernstig liedreper toire kunnen overleggen. Tij dens de voorselectie zingt iedere deelnemer twee en maximaal drie werken uit het opgegeven repertoire. Maximaal twaalf kan didaten wordéh toegelaten tot de halve finale, maximaal zes tot de finale. Voor de winnende finalis ten zijn de volgende prijzen be schikbaar: 5000 voor de eerste plaats, 3000 voor de tweede en 2000 voor de derde plaats. Bo vendien wordt een aantal prijs winnaars, afhankelijk van het ni veau, de mogelijkheid geboden op te treden in de Opera Royal de Wallonië. LEIDEN - Bij wie dezer dagen een kaartje van Leen dert Jan Vis op de mat ploft, die zal wel even moeten slikken. De vrede is name lijk ver te zoeken op zijn kerstontwerpen. Waar een ander zich vasthoudt aan hemelse sterren, de be sneeuwde kersttak en de sfeervolle kaars, tekent Vis overspannen kalkoenen kwetsbare kippen. door Carla van Rijn "Dat komt omdat ik dergelijke contrasten in het dagelijks leven ook het leukst vind", grapt de 28-ja- rige tekenaar schaterlachend. "Met Het Conflict en De Angst kun je al le kanten op", onderstreept hij nogmaals zijn twee lievelingsthe ma's. Zijn werk staat er bol van. Kalkoenen, die op de vlucht slaan voor het naderend kerstfeest, een muis die wordt verpletterd onder het gewicht van een neerstorende olifant waarbij de dikhuid tot over maat van ramp ook nog uitroept: "Je zei ik vang je op als je valt!". Absurde situaties die op elke kaart weer terugkeren of het nu vakan ties, liefdesverklaringen, felicita ties of 'zomaar' betreft. Prentjes doorspekt met humor en steeds weergegeven in een 'frisse, klunge lige' tekenstijl, zoals hij het zelf de finieert, en dieren als hoofdrolspe lers. Lompe olifanten, aandoenlij ke beertjes, kneuterige muizen en lollige kikkers. Slechts enkele figu ren uit de artiestenstal- van de te kenaar. Een bewuste keuze: "Voor mij komen dieren het leukst over op een kaart", legt Vis uit, "als ik in dezelfde situaties mensen teken, komt dat veel minder vriendelijk over. Dieren zijn neutraal. Die kaarten met teddyberen bijvoor beeld verkopen heel goed. mensen zijn er weg van. Waarschijnlijk om dat een teddybeer staat voor zacht en aandoenlijk. Zo'n ofifant valt ook onder de knuffeldieren. En een muis zul je niet gauw knuffelen, maar dat dier is altijd positief. Bo vendien is hij altijd een underdog. Net als de kalkoen trouwens. En een dier in het verdomhoekje spreekt aan". Donald Duck Vis' intrede in het kaartenwereldje in 1985, mag op zijn minst succes vol worden genoemd. Gingen er in het eerste halfjaar van 1988, 1.6 miljoen van zijn ontwerpen over de toonbank, de verwachting is dat er dit jaar in totaal drie a vier miljoen van zijn kaarten worden verkocht. De tekenaar had dergelijke giganti sche verkoopcijfers nooit ver wacht, gokte in het begin op een verkoop van hoogstens dertig kaar ten en verbaast zich nog steeds over het succes en het feit dat hij nu behoort tot de full-time tke- Aanvankelijk werkte hij op een la- baratorium en volgde in de avonduren, puur uit liefhebberij weliswaar, tekenlessen aan de Haagse Kunstacademie. Het lon ken van het artistieke wereldje, dat hem meer voldoening en werkple- zier zou verschaffen, wordt op een gegeven moment onweerstaan baar. Vis zei zijn goede baan vaar wel trok de stoute schoenen aan en poogde de stripwereld binnen te dringen. Een wereld die zijn be langstelling al had sinds zijn kin derjaren, maar waarin hij nooit een werkterrein zag. Via via ontmoette hij enkele striptekenaars, die hem voorzagen van zeer afbouwende kritiek. "De verhaaltjes die je schrijft zijn goed, maar het tekenen is hopeloos". Vis: "Dat was wel even hard. Ge lukkig tipte één van de tekenaars me dat er op dat moment grote be hoefte was aan scenarioschrijvers voor de Donald Duck. Daar heb ik toen enige tijd gewerkt en erg veel opgestoken. Vandaar dat mijn stijl naar de Walt-Disney-stijl neigt, want alles watje leert speelt mee in je eigen stijl". Helaas kocht het blad van de snate rende eend teveel verhaaltjes en was er steeds minder werk voor de medewerkers. Gedwongen ging Vis op zoek naar een alternatief. Heel toevallig stuitte hij in een win keltje op een serie getekende kaar ten en het klikte gelijk. "Die serie was min of meer in mijn stijl en ik dacht meteen: hé dat is leuk, maar dat kan ik veel beter", vertelt Vis. "Het idee om kaarten te ontwerpen trok mij wel. Ik hoorde al zo vaak van mensen: "Goh er zijn helemaal geen leuke kaarten", en dan stonden ze een uur voor een kaartenmolen te turen die hele maal was volgepropt met saaie uit- klapkaarten die je 25 jaar geleden ook al zag. Toen dacht ik, ik maak iets wat ze wel leuk vinden en daar mee viel ik dus precies met m'n neus in een gat in de markt. Men sen zoeken namelijk vrolijke kaar ten omdat het een boodschap voor een ander betreft. En 'Met Het Conflict en De Angst kun je alle kanten op'. bijdragen: Willem Schrama, Bram van Leeuwen, Bart Jungmann Die Woodstock-generatie boft maar. Gold jarenlang de klacht dat ze van de rap, de punk en de discodreun geen soep kon ko ken, thans kan de voorraad opge potte platenbonnen weer kwistig worden verzilverd. Een greep slechts uit de mogelijkheden: een herboren George Harrison, het ongerepte speelplezier van de Traveling Wilbury's, de res tauratie van het verschijnsel Brian Wilson, en niet te vergeten het nu al onsterfelijke album 'Never die young' van James Taylor. Het kon natuurlijk niet uitblij ven dat ook de gelegenheidsfor matie Crosby, Stills, Nash Young weer eens ouderwets zou gaan uitpakken. Niet dat ze ooit echt van het podium verdwenen zijn geweest, maar sinds de ge boorte van het huzarenstukje 'Déja Vu' in de lente van 1970 heeft het viertal zichzelf zowel als collectief als ,in solo-avontu ren nimmer geëvenaard. Ze had den de tijd ook niet mee, dat moet gezegd, want op hippiefilo sofen zat de wereld het afgelopen decennium bepaald niet te wach ten. Bovendien hadden met na me David Crosby en Stephen Stills in de loop der jaren af te re kenen met respectievelijk een monumentaal drugs- en een identiteitsprobleem. Nu is dat allemaal voorbij, en musiceren CSN&Y er weer vro lijk op los. De grote verrassing van het onlangs verschenen al bum 'American dream' is eigen lijk dat hun idioom-nog nauwe lijks door de tand des tijds is aan getast, sinds het clubje zich in 1968 ten huize van Joni Mitchell spontaan formeerde. Akoesti sche gitaren en degelijke zang harmonieën voeren als vanouds de boventoon, in dienst van tekstmateriaal dat op het podi- v um van Woodstock niet zou heb ben misstaan. Heel vermakelijk hoor: een Neil Young die tergen- der dan ooit laat horen hoe vals zingen mooi kan zijn ('Name of love'), Graham Nash die onder een eigentijdse coiffure nog geen spetter blijkt te zijn veranderd ('Soldiers of peace'), de ingewik keld geconstrueerde sfeercom posities van David Crosby ('Compass'), en de Jif-stem van Stills die nergens zo bloeit als te gen de achtergrondvocalen van z'n oude makkers ('Got it made'). Wie er destijds niet genoeg van kon krijgen, zal zich ook nu geen buil vallen. 'American dream' telt maar liefst 57 minuten flo- wer-power-pop in een jaren tach tig-sausje. In die notenberg moet voor de liefhebber toch iets te vinden zijn. W.S. Roberta Flack - 'Oasis' (Atlan tic) Zangeres Roberta Flack is zo lang buiten beeld geweest dat de samenstellers van Oor's Popen cyclopedie haar al jaren over het hoofd zien. 'Oasis', de elpee waarmee Flack nu een soort co me-back maakt, is van een der mate gemiddeld niveau dat de de makers van dit naslagwerk hun standpunt niet zullen herzien. Ei genlijk is het tragisch dat een zangeres met zo'n bijzondere stem 51 jaar is geworden voor dergelijke onbeduidende mu ziek. Een heel pelotonnetje produ centen en muzikanten (van Quin- cy Jones tot Marcus Miller) is in geschakeld om Flack weer in de belangstelling te krijgen. Zoals zo vaak is de som van al dat uit eenlopend talent een saaie mid denweg, in dit geval: beschaafde disco die geen moment de oren doet spitsen. Een kabbelend ri viertje dat de eenvoudigste weg naar zee zoekt. Slechts bij vlagen doen de composities recht aan de speci fieke zangkwaliteiten van Rober ta Flack. Daarom zal ze tot in lengten van dagen herinnerd worden als de droeve nachtegaal in 'Killing me softly'. En voor Sandie Shaw, 'The Barefoot Contessa'. Wie het over The HoUies heeft, noemt in één adem de harmoni euze zang van het duo dat de spil vormde van deze Britse groep: Allan Clark en Graham Nash. Een duidelijk herkenbare sound van een groep die zegt destijds geïnspireerd te zijn geraakt door de broertje Everly. De Britse groep schreef in 1966 zelfs een compleet album voor het Amerikaanse duo Don en Phil en bovendien werkten alle leden instrumentaal mee aan de elpee 'Two yanks in England'. Veel hielp dat overigens niet want de plaat werd nauwelijks verkocht. Zelf hadden The HoUies in die tijd al een flink aantal hits op hun naam staan zoals 'Just one look', 'Here I go again', 'Look through any window', 'Busstop' en 'Stop, stop stop'. Onlangs werd van The Hollies een verzameldubbelaar uitge bracht waarop volgens de hoes 25 jaar successen zijn bijeenge bracht. Nu is die kwart eeuw wat overdreven want van de jaren na 1977 zijn nog slechts twee num mers op de dubbelaar te vinden. En dat zijn bovendien nog cover- versies van oude hits: 'Heartbeat' van Buddy Holly en 'Shine si lently' van Nils Lofgren, dat nog dit jaar werd opgenomen. In feite was het met de groep afgelopen na het grote suces van het melodieuze The air that I breeze daterend uit 1974. Voor de echte onvervalste HoUies-sound moeten we terug naar de jaren 67 tot 70 toen ze kort na elkaar grote successen boekten met composi ties die merendeels werden ge schreven door het duo Clark en Nash (die in de VS deel uitmaak te van het befaamde trio met Crosby en StiUs) en gitarist Tony Hicks. Het waren nummers als 'Carie Anne', 'Dear Eloise', 'Jennifer Eccles' en naar mijn mening hun beste 'He ain't heavy, he's my brother'. Al die hits zijn terug te vinden op de dubbel-lp. Het ver zamelde oeuvre bevat echter ook een flink aantal nummers dat nooit iets heeft gedaan en muzi kaal gezien alleen de fanatieke Hollies-fans zal kunnen boeien. De samenstellers hadden kun nen volstaan met één lp of cd, ook al omdat de groep vijf jaar geleden al eens bijeen kwam om aUe oude successen nog eens op de plaat te zetten. B.v.L. Sandie Shaw - 'Hello Angel' (Rough Trade) Als 17-jarig spichtig Engels tie nersterretje, met als handels merk haar optreden op blote voe ten, zong Sandie Shaw in 1964 het nummer There's always so mething there to remind me'. Ze klom daarmee naar de eerste plaats in de Britse hitparade en was er 11 weken niet weg te slaan. In de daarop volgende jaren scoorde Sandie hits aan de lo pende band waarvan 'Long live love' uit 1965 (14 weken nummer 1), en het Eurovisiesongfestival- nummer 'Puppet on a string' in 1969 (18 weken aan de top) er nog eens uitsprongen. Totdat ze in 1969 plotseling uit beeld ver dween. Daarvoor had ze ook in het buitenland nog een aantal successen zoals 'Those were the days* en 'Downtown'. Terugkijkend op die succespe riode zegt Sandie in recente in terviews dat ze in die periode ei genlijk nooit zichzelf is geweest. De liedjes en de interpretatie als mede de uitvoering werden haar van bovenaf opgelegd. The Barefoot Contessa, zoals ze de geschiedenis in ging, keer de onlangs terug voor het voet licht. Maar ze ziet dat niet als een come-back, maar ziet zich als een zangeres die eindelijk geheel zichzelf kan zijn. Van de elpee 'Hello Angel' schreef ze een groot deel van de teksten zelf, nam de plaat m een ontspannen sfeer binnen 14 da gen op. En een groot deel van de muziek werd gemaakt door Chris Andrews, die in de jaren 60 ook een paar hits had (bijvoor beeld 'To whom it concerns') en die destijds ook een aantal num mers voor Sandie schreef. Hoewel Sandie en de Britse muziekbladen over het alge meen nogal enthousiast zijn over de 'terugkeer van de pop-konin gin' kan ik voor de nieuwe schijf niet erg warm lopen. Muzikaal is het allemaal erg vlak, de teksten zijn weinig zeggend en haar stem heeft nog altijd niet meer allure dan in de periode van 'Message understood'. B.v.L. lijkheid blijkt dat stijltje uit die car toon- en stripwereld heel erg ge schikt". Wie a zegt moet ook b zeggen, dus maakte de ex-onderzoeker een se rie van acht kaarten en stuurde die naar verschillende uitgeverijen, waarbij hij al snel respons kreeg van een bedrijf dat de kwaliteiten van Vis erkende. "Ik dacht ik stuur acht kaarten op en daar zal het voorlopig wel bij blijven", blikt Vis nuchter terug op de beginperiode, "en dan in de toekomst nog eens Idee-diarree Maar met die gedachte kwam hij bedrogen uit. Vier exemplaren werden er uiteindelijk driehon derd. Driehonderd kaarten, drie honderd ideeën. Vis lijdt aan een niet te stuiten idee-diarree. "In het begin was ik heel erg bang dat mijn ideeën zouden opra ken, maar er zijn zoveel aankno pingspunten", meent de ontwerper moeiteloos vier, vijf inspiratie bronnen opsommend. "Soms vormt een mooie scène uit een stripboek de beginopzet voor een nieuwe kaart. Een andere keer een ruzie tussen twee mensen. Ook de televisie-series staan niet zelden model voor mijn werk. Dan hoor je een leuke opmerking in de Bill Cosby Show als 'lachen is het beste medicijn' en zo'n treffende uitspraak gebruik ik dan weer voor een beterschapskaart. En ook mu ziekteksten leveren een grote bij drage. Dan moet ik er nog heel veel aan sleutelen, maar de tekst is er. En als die er eenmaal is gaat het best wel snel. Als ik alles precies in mijn hoofd heb voorbereid, kan ik tien kaarten per dag maken. Maar als ik van niets naar het eindpro- dukt moet mag ik blij zijn als ik er tien in de week maak. Dan zit ik eerst een dag of drie na te denken op mijn werkkamer. En een beetje te schetsen, want dan kom je van zelf wel op een idee". Naast het kaarten werk, dat nu de hoofdzaak vormt, maakt Vis zich ook verdienstelijk als reclameteke naar. Heeft hij het niet zo druk, dan zoekt hij gewoon een nieuw pro ject. Dit jaar ontwierp hij een ver jaardagskalender en voor volgend jaar staan er een agenda en een klasgenotenboekje op het pro gramma. Op het moment is hij aan het uitzoeken wat kinderen aan spreekt, want hij denkt er over om kinderboeken te gaan illustreren of eventueel zelf te schrijven. Zijn ideeën lijken dus volop de ruimte te krijgen, maar soms moet hij con- sessies doen. Ontwerpt hij kaarten die hij zelf heel leuk vindt, maar die helemaal niet aanslaan bij het pu bliek of die de uitgever al bij voor baat afkeurt. "Even ter illustratie", lacht Vis, "ik heb een keer een al ternatieve kalender gemaakt. Op de voorkant stond geschreven: "Kaarten die geen hond wou ko pen. De maand januari was verge zeld van een prentje met oprechte deelname. En dan zaten er twee gieren in een dakgoot heel verlek kerd naar beneden te kijken. Maar de uitgever vond het te grof, dus ging het niet door. Aan de ene kant kan ik dat wel begrijpen. Aan de andere kant is er een kaart in de handel waarop een grafsteen staat met de tekst: 'Leef je nog?'. Blijkt zo'n kaart best wel goed te verko pen. Maar ik vraag me altijd af wel ke gek dat nou koopt". Nieuwsgierig De nieuwsgierigheid naar zijn publiek is er dus wel. Maar Vis vindt het niet noodzakelijk om dat te weten want hij geeft toe dat hij niet doelgericht ontwerpt: "Ik maak alleen kaarten die ik zelf zou kopen. Ik zit min of meer op mezelf te mikken". Voor de zekerheid laat hij de nieuwe aanwinsten altijd even aan zijn vrouw Jill zien. Snapt zij het niet dan komt het idee niet over en moet Vis opnieuw gaan nadenken. "Jill's mening is heel belangrijk. Zij is een kaartkopend mens en weet dus wat wel of niet leuk is en welke teksten wel of niet te begrij pen zijn. Je hoeft mij niet tot de fer vente kaartkopers te rekenen. Ik koop ze omdat het moet. Trouwens ik vind dat er buiten mijn eigen kaarten om nog steeds heel weinig kaarten zijn waarvan ik zeg: "Hé, dat is nou een leuke". Shaffy laconiek over beslissing gemeenteraad AMSTERDAM (GPD) - Steve Austen, lid van de nieuwe zeskop- pige directie van het Shaffy-theater in Amsterdam, is „niet bepaald verrast" over de steun van een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad voor het plan van wethouder Luimstra om Shaffy op te heffen en de vrijgekomen ruimte aan De IJsbreker te gunnen. Vol gens Austen is „de zaak zeker niet verloren. Ja, uit het perspectief van sommigen misschien. Zelf zien we het als tijdelijke rimpelingen aan het oppervlak. Wij gaan gewoon door met waar we aan begonnen zijn". De vraag of men de ambitieuze plannen om van Shaffy een inter nationaal podium te maken wel kan financieren, doet Austen af als „uitermate simplistisch. Het gaat niemand een bal aan hoe wij onze postzegelkast bijhouden of de toi letjuffrouw denken te financieren. Onze actie is duidelijk en of die slaagt, vind je over twintig jaar wel terug in een of andere scriptie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 37