DEKEN
Ironie in het kwadraat
De beer populair in
veel kinderboeken
Science fiction zal altijd lectuur met een kleine T blijven
LITERATUUR
Gerard Reve neemt zichzelf op de korrel
De deftige kolonie: gewone
mensen die bijzonder zijn
Poëzie met de herkenning van het onbekende
Een engel in soepjurk met soldatenkistjes
Verhalen voor onder de kerstboom
■VWJUAUikULMUWHJ
Liefhebbers van science fiction
zijn, als het op de waardering van
hun geliefde literatuursoort aan
komt. nogal eens paranoïde. Al ja
ren wordt volstrekt vergeefs
geprobeerd aan te tonen dat SF
volwaardige literatuur is en niet
enkel vlakke, sprookjesachtige
toekomstvisie. De eigenwijsheid
en gebrek aan literaire realiteitszin
maken dat de SF-fan nog steeds in
de onnozele veronderstelling ver
keert dat zijn genre wordt geboy
cot door de "officiële" litera
tuurkritiek. En tóch is science fic
tion Literatuur, houdt men hals
starrig vol...
Deze koppige misvatting is geba
seerd op een hartstochtelijke liefde
voor dit soort lectuur en een gren
zeloze naïeveteit; de vaste lezers
zijn heus niet dom, integendeel,
maar zijn niet in staat het SF-genre
te nemen zoals het is: spannende
lectuur die een "sense of wonder"
oproept.
De drie hieronder besproken boe
ken zijn aardige voorbeelden om
aan te tonen dat notoire SF-auteurs
zekere literaire kwaliteiten 1
Een beetje "mainstream"-schrijver
bijvoorbeeld bevolkt zijn romans
en verhalen met levensechte perso
nages, zogenaamde "round charac
ters". waarin de lezer(es) zichzelf
kan herkennen. Bij SF-produkten
is dat zelden of nooit het geval, om
dat het idee, de pointe en de actie
voorop staan.
Uitdieping van karakters doet niet
zo ter zake, tenzij ter ondersteu
ning van het avontuur: er is een
Held of Heldin die een queeste on
derneemt, die soms wat onhandig
in een valstrik tuimelt of op de ver
keerde verliefd wordt of over een
taaie "alien" struikelt, maar die
steeds dankzij zijn of haar unieke
eigenschappen voor een prettig
happy-end zorgt. Er wordt gevoch
ten, gelachen, gehuild en wraak ge
nomen, maar nooit door "round
characters".
Alle pogingen om SF-personages
tot waarachtig leven te brengen
zijn bij mijn weten tot mislukken
gedoemd (een uitzondering is en
was Kurt Vonnegut, maar die heeft
zich dan ook allang van de SF afge
keerd en bedrijft nu Literatuur).
Een goed voorbeeld van een voor
treffelijk SF- en Fantasyschrijver
die zijn personages niet boven het
tweedimensionale uit weet te til
len. is Greg Bear. Na pure Fantasy-
toppers al$ De muziek van. het
bloed. Het Eindeloze Concert en
De Slangemagiër is nu in vertaling
verschenen Gods Smidse, dat
wordt aangekondigd als "een ste
vig SF-avontuur".
Het is een doem-roman van het zui
verste water. De Aardewordt opge
schrikt door allerlei "gekkigheid,
waarvan de oorsprong buitenaards
blijkt: Jupiters maantje Europa is
plotsklaps verdwenen, in het Ame
rikaanse Death Valley staat opeens
een vulkaan die er niet hoort en
waaruit een buitenaards wezen
verschijnt. Eryn Australië gebeurt
hetzelfde, met dien verstande dat
daar een drietal robots acte de pre
sence vertonen.
Beide afgezanten van buitenaardse
beschavingen komen met verschil
lende boodschappen: de Ameri
kaanse alien voorspelt de onder
gang van de Aarde, de robots ko
men met teksten vol heil en zegen.
De actie die Bear presenteert, is
vrij gering het gaat in dit boek
veeleer om de reacties van de men
selijke betrokkenen. En die zijn,
hoe aardig het verhaal zich ook laat
lezen, niet diep. De geleerde hoofd
persoon Arthur Gordon houdt van
zijn gezinnetje en zijn vriend die
aan kanker lijdt, de geologen die de
alien hebben gevonden en om "vei
ligheidsredenen" worden opgeslo
ten, voelen zich verloren en verla
ten, en de Amerikaanse president
laat zich leiden door een Bijbelse
Armageddon-gedachte.
Kortom, tal van "flat characters"
die als kippen zonder kop rondhol
len. Een vleugje heroïek, een beetje
opstandigheid, wat sentimenteel
verdriet, een dosis onzekerheid en
enige voorspelbare wraakzucht.
Een vage poging tot diepgang, een
tekort aan SF. Volgende keer be
ter.
Eenvoud van karakteruitbeelding
kenmerkt ook De Beste Science
Fiction Verhalen van het jaar 1988
(een vertaling van The annual
world's best SF 1987, vergaard
door Don Wollheim). Deze bundel
met aardige SF- en vooral Fantasy-
verhalen zit eveneens stampvol
personages met enkelvoudige ge
voelens, waarbij (verlangen naar of
gebrek aan) liefde de boventoon
voert. Nu kan men in een kort ver
haal en zeker van SF-komaf, toch al
moeilijk round characters kwijt,
terwijl de vertellingen zelf (van
o.m. grootheden als Silverberg, Or
son Scott Card, Tanith Lee, Kate
Wilhelm en James Tiptree Jr.) nau
welijks literatuur pretenderen, ge
zien hun zweverige, wat mystieke
karakter.
Een boek tenslotte dat qua SF nog
de meest serieuze poging doet via
personage-verdieping tot litera
tuur te geraken, is Het Rijk der do
den van Rachel Pollack. Handelaar
Jaimi Cooper belandt, op zoek naar
het zeldzame rhovium waarmee
men moeiteloos door de ruimte
kan reizen, op een planeet waarvan
het wonderlijke groepje bewoners
denkt dat het dood is dat het le
ven een illusie is, veroorzaakt door
de kwaadaardige pret-god Canu-
De hele roman lang probeert Coo
per steeds fanatieker de bevolking
van het tegendeel te overtuigen:
een haast onmogelijke opgave. Ei
genlijk heeft deze roman vooral
mijn sympathie, omdat de schrijf
ster een aantal typische SF-ele-
menten riant weet te combineren:
het mystieke, het wetenschappelij
ke, het buitenaardse èn het mense
lijke.
Dat laatste aspect benadert in al
zijn onopvallendheid en gevari
eerdheid de literaire eis van uitvoe
rige karakterbeschrijving. Daar
mee is Het Rijk der doden nog lang
geen Literatuur, daarvoor is de ro
man te chaotisch en te gering uitge
diept. Ook als SF is het boek geen
hoogvlieger, gehinderd als het
wordt door mystiekerigheid en ge
brek aan futuristische wetenschap
pelijke ideeen. Maar als (onbedoel
de) proeve van een synthese tussen
de twee uiteindelijk onver
enigbare grootheden L en 1, is het
een van de aardigste romans die ik
de laatste tijd heb gelezen.
ROB VOOREN
Gods Smidse, Greg Bear. Uitg. Meu-
lcnhoff.
De beste science fiction verhalen van
het jaar. Donald A. Wollheim. Uitg.
Locb.
Het Rijk der doden. Rachel Pollack.
Uitg. Het Spectrum.
Gerard Reve wordt binnenkort 65
jaar. Zijn lezers heeft hij verrast
met een bijzonder cadeau/de ro
man 'Bezorgde ouders'. Het is voor
wie het werk van Reve kent een
buitengewoon vermakelijk boek.
Het geheel lijkt vooral één grandio
ze bespotting van de eigen persoon
en de ideeën te zijn. Reve heeft
zichzelf tot onderwerp van zijn iro
nie gemaakt en er zijn niet veel be
langrijke schrijvers die dat aandur-
Hij heeft de hoofdpersoon van de
roman - de 41-jarige dichter Hugo
Treger die weinig succes kent in de
literatuur - tot een karikatuur van
zichzelf gemaakt. De erotische nei
gingen van Treger zijn bijvoor
beeld onvervalst revistisch. Hij
woont samen met een achttien jaar
jongere vriend die hij Eenhoorn
noemt en door wie hij zich Lui
paard laat noemen. In zijn verbeel
ding biedt hij Eenhoorn allerlei
jongens aan om sadomasochisti
sche spelletjes mee te bedrijven.
De persoonlijkheidstructuur van
Treger is nauwelijks van die van
Reve te onderscheiden. Reve schil
dert hem af als een dwaas die
schijn en werkelijkheid niet uit el
kaar kan houden, die zich gemak
kelijk mee laat slepen door de
maalstroom van zijn gedachten en
die zich maar af en toe door het ge
zonde verstand laat leiden.
Allerlei éigenschappen die men
van Reve kent worden hier in een
grappig licht geplaatst. Zo schrijft
hij met veel humor over de zuinig
heid die zijn alter ego aan de dag
legt. Vuilnisbakken worden op de
bruikbare spullen geïnspecteerd.
Hij neemt zich voor pas op Eerste
Kerstdag een gratis kerst
boom aan te schaffen. Uitgeperste
sinaasappelen kunnen nog een
keer worden gebruikt. 'De mensen
weten niet meer met hun geld om
te gaan' - Treger zelf des te beter.
Vanzelfsprekend worden aan
Treger ook allerlei op de rand van
racisme balancerende gedachten
toegeschreven. Maar al die opvat
tingen worden op zeer ironische
wijze doorgetrokken. Er wordt ou
derwets gescholden op de 'atheïsti
sche beroepswerklozen'. Rolstoel
rijders moeten het ontgelden. Tre
ger heeft de angst dat 'de zwarten'
proberen zich van de wereldmacht
meester te maken. Volgens hem
hebben ze daarbij de hulp van
'blanke suikerlijders' ingeroepen.
Deze samenzwering zal echter be
dwongen worden door 'de zwarte
katholieken, die getrouw bleven
aan Haar, Die de Koningin des He
mels was en Moeder van al het ge
schapene en ongeschapene'.
Net als Reve zelf is Treger tot de
rooms-katholieke kerk toegetre
den. Natuurlijk is Treger slecht te
spreken over allerlei toestanden in
het kerkelijk leven. De geestelijken
van tegenwoordig zijn 'hese, plat
pratende nieuwlichters'. De mis
heet te worden gecelebreerd 'in de
thans verplicht ingevoerde en zeer
slechte vertaling van een pedofiele
pianostemmer'.
Hij laat zich zeer laatdunkend uit
over het kerkvolk. Maar het zijn
niet alleen de instituten waar ho-
Nieuwe Uitgave
Non-fiction
'Amerika, land van onbegrensde moge
lijkheden'. Maarten van Rossum op zoek
naar de vraag of de Verenigde Staten na
een crisis sinds Nixon onder Reagan
weer terug zijn als 'Gods favoriete natie'.
Uitgeverij HES. f 19,50.
'Retour Berlijn', Jan van Bilsen en
Aad Verhoeff. Ervaringen en belevenis
sen van mannen die gedurende de
Tweede Wereldoorlog via de Arbeits-
einsatz in Duitsland zijn tewerkgesteld.
Dit lot trof zo'n 600.000 mensen. Uitge
ver Jan Mets, f29.50.
'Latijns-Amerïka tussen de regels', de
ervaringen van Jan van der Putten, 16
jaar verslaggever voor diverse media in
Latijns-Amerika. Uitgever Jan Mets,
f24.50.
'Het Amsterdam van Theo'Thijssen'.
Iets voor de grote schare fans van de
Amsterdamse onderwijzer-schrijver
Theo Thijssen van o.a. de legendarische
i Kees de jongen (de zwembadpas!
een belangrijke rol spelen in het leven
van Thijssen zelf en zijn romanfiguren:
wandelingen kris kras door de hoofd
stad. Verluchtigd met veel historische
foto's. Uitgever Thomas Rap, f 25,-
'Kunnen we maar niet beter zwijgen'
van Hans Bouma. Over mogelijke en on
mogelijke godsbeelden. Uitgever Kok,
f 13.90.
'Wij moeten ons haasten', meedoen
aan het Conciliair Proces, geschreven
door H.M. de Lange. Uitgever Kok,
f 19,50
'Tussen geest en anti-geest' van dr.
W C van Dam. Hoe moet een christen
staan tegenover stromingen en sekten.
Uitgever Kok, f 19,90.
'Hét lichaam liegt nooit'. Een kijk op
haptonomie van Nederlands meest
vooraanstaande haptotherapeut Ted
Troost. Uitgever Center Boek in Weesp,
f24.90.
'Waarom baart een muis geen olifant'
van Jaap Goudsmit en Maarten Koop
man Komisch bedoeld boekje over Ne
derlandse geleerden die het geheim van
het leven ontrafelen. Uitgever Contact,
f 24.90. (vervolg op pagina 13)
nend over gedaan wordt, het geloof
op zichzelf krijgt het eveneens te
verduren. Op een van zijn meest
heldere momenten komt Treger tot
de slotsom dat het bestaan van God
er niets toe doet. Waarom is hij ka
tholiek geworden? 'Als je het mij
vertelt, dan weet ik het ook', be
denkt hij. Hij had er nooit aan moe
ten beginnen, maar kan nu niet
meer van de kerk loskomen.
Dat geeft hem toch een zekere
troost: 'Ja, want wat had je, als je
het goed bekeek, aan een Kerk
waar je wèl van af kon? Dan kon je
net zo goed helemaal geen kerk
hebben. En daar kwam bij dat die
Kerk, waar hij dus nooit meer van
af kon komen, toevallig ook nog
het ware geloof was, en dat moest
men natuurlijk medetellen'.
Het is de ironie in het kwadraat.
Alles wat onwaar is wordt in zekere
zin toch weer waar. Alles wat hij
hekelt, heeft hij ook op een bepaal
de manier lief. Alles wordt ontluis
terd, maar verliest desondanks zijn
luister niet. Er wordt nauwelijks
een gedachte in dit boek ontwik
keld die niet direct weer wordt in
getrokken. Niets ontsnapt aan de
opperste relativering.
Reve zet zijn lezer telkens weer
op het verkeerde been. Geen illusie
is ertegen bestand. Het wonder
baarlijke is - en waarschijnlijk is
Reve daarom zo'n groot schrijver
dat zijn onbegrensde spot niet al
le gevoelens overwoekert. Hoe
kluchtig deze roman ook is uitge
vallen, het drama wordt er niet
door aangetast. Hoe spottend hij
ook getypeerd wordt, Treger blijft
een tragisch figuur. Hoezeer Reve
zichzelf te kijk zet, hij wordt alles
behalve belachelijk.
HANS WARREN
Bezorgde Ouders, Gerard Reve,
uitg. Veen, f 29,50 (paperback) en
f 49,50 (gebonden).
ADVERTENTIE
Het complete werk van
H. P. Berlage
nü gebonden voor
ƒ69,50
en ing. voor
49,50
(foto Vincent Mentzel)
Na twee romans onder het pseudo
niem M. Jacob, publiceerde de in
Jakarta wonende auteur Jacob
Vredenbregt onder zijn eigen naam
onlangs een verhalenbundel 'De
deftige kolonie'. Plaats van hande
len wordt evenals vroeger niet met
name genoemd. Maar het gaat
overduidelijk om Indonesië.
De achttien verhalen in de bundel
zijn voor het merendeel aan de kor
te kant, wat de lezer er toe kan
brengen om ze snel achter elkaar te
lezen. Dat is niet aan te raden.
Een verhaal als 'Appie, de éénpoot'
(over een ex-koloniale soldaat die
een been verloren heeft, wat hem
voortdurend pijn bezorgt) telt drie
bladzijden, maar roept een heel le
ven op en daarover moet je rustig
kunnen nadenken.
Essentieel in de verhalen is vol
gens de auteur zelf dat bijzondere
mensen bijzondere dingen doen. Ik
waag dat te betwijfelen. Natuurlijk
gaat het om bijzondere mensen en
bijzondere handelingen maar dan
zou het om pure anekdotes gaan.
Het eigene van Vredenbregt is de
lakonieke manier waarop dat bij
zondere wordt beschreven. Zowel
in de verhalen waar een ik-verteller
het woord voert, als waar deze ver
teller afwezig is.
De laconieke manier van beschrij
ven is het resultaat van observaties
waarin de interesse in die bijzonde
re mensen het wint van de verba
zing over hen. De observator, die
zich tussen de plaatselijke bevol
king beweegt, onthoudt zich dan
ook van clichés als 'Oosterse on
doorgrondelijkheid', maar gaat
juist op de individuele eigenaardig
heden in. Die eigenaardigheden te
kent hij vaak op uit de mond van
autochtonen, hun verhalen zijn
vaak de kern van zijn betoog.
Door deze manier van beschrijven
krijgen de verhalen ook iets tijd
loos en lijken ze soms op die van
Maria Dermoüt, die eveneens laco
nieke observaties en korte zinnen
hanteert. De tijdloosheid van Vre-
denbregts verhalen wordt trou
wens versterkt door de soms wat
ouderwetse manier van uitdruk
ken.
Daarom detoneren de verhalen
waar blanke neokolonialen het on
derwerp zijn. Niet door de kwali
teit ('Mary' bijvoorbeeld, bevat een
pointe over een manipulatie met
een gokschuld die niet onderdoet
voor één van Roald Dahl), maar
omdat ze minder de tijdloosheid en
de laconieke nieuwsgierigheid uit
stralen. Het zijn satires die je be
nieuwd maken naar een bundel
waarin Vredenbregt zich op die
neokolonialen concentreert.
'De deftige kolonie' laat zien waar
aan de meeste reisverhalen mank
gaan. Verbazing over andere men
sen is nu eenmaal niet hetzelfde als
dan de beschrijving van die ande
ren als iets vanzelfsprekends. Ge
wone mensen die iets bijzonders
doen. En daarom bijzonder wor
den.
AUGUST HANS DEN BOEF
De deftige kolonie en andere verha
len, Jacob Vredenbregt. Uitgeverij
Nijgh en Van Ditmar. 28,50.
Prinsessekade 3-4
2312 DA LEIDEN
TEL. 071-140208
Heeft de eerste lezing van een poë
ziedebuut niet iets feestelijks? Er is
immers nog niets geschreven wat
tot vergelijking noopt, er zijn geen
Verwante Dichters of Stromingen
waarmee geducht rekening moet
worden gehouden. De lezer kan on
bevangen op zoek gaan naar her
kenning.
En bij eerste lezing van het debuut
Esther Jansma, 'Stem onder
mijn bed', krijgt hij waar voor zijn
geld. Er is veel herkenbaars: tref
fende jeugdherinneringen, .ver
liefdheden en liefdes, kleine emo
ties dicht bij huis. Er duiken ook
genoeg in poëzie gelouterde titels
op als 'Florence', 'Nacht' en 'In me-
moriam' om geïnteresseerd verder
te kunnen bladeren.
Jansma's gedichten beginnen
dikwijls met een laconiek geno
teerde ervaring, opvallend vaak
ook keurig metrisch in de eerste
verzen. Maar dan bekruipt je het
weerbarstige gevoel: het is niet de
herkenning van het bekende, het
verwachte dat boeit. En het is even
min de verrassende wending van
een originele vondst waardoor de
ze poëzie intrigeert. Het is die ande
re originaliteit van een behoed
zaam uitgevoerde ontregeling van
de lezersverwachting die fasci
neert.
In 'Swammerdamstraat' bijvoor
beeld:
Ze zegt, dat er geen brood meer is
en dat ik het moet halen, dus ik ga
maar ik durf niet op straat: daar
kruipen
portieken de diepte van andere le
vens uit
en als je vlucht, dan raak je weg.
Rutger Kopland formuleert zulke
verschuivingen in het gedicht fraai
in zijn inleiding bij een recente
keuze uit zijn werk: "Iedere regel
waaraan hij ziet dat de betekenis
hem bekend is, waarvan hij denkt:
dat wist ik al, schrapt hij". In heel
wat gedichten van Jansma krijgt
de lezer het resultaat van zo'n
streng dichtersregime: onverwach
te gevolgtrekkingen, ander licht en
verschuivend perspectief op een
herkenbaar uitgangspunt.
Een aantal van Jansma's gedichten
schiet in dit opzicht tekort. Ze zijn
soms fraai, bevatten treffende ob
servaties. Maar ze heffen zich bij
het lezen als het ware op door hun
al te complete voltooiing. In 'Mou-
ADVERTENTIE
KOOYKER
Boekhandels:
Breestraat 93. 2311 CK Leiden.
Tel. 071-160500.
Leidse Plein AZL,
Rijnsburgerweg 10.2333 AA Leklen.
Tel. 071-160515.
lin rose' bijvoorbeeld waar 'een
verkleumde troep danseressen in
een piste van zand', 'een verregend
boeket van blanketsel en rouge',
per slot flamingo's in Holland blij
ken. Zulke metaforen hebben wel
iets maar zijn teveel vondst om te
ontroeren. En of het gedicht dan in
Florence of in Beiroet gesitueerd
is, doet weinig af aan zijn voorbij
gaande aard.
De herkenning van het onbekende
geeft volgens Rutger Kopland de
betekenis van de dichter aan. Die
ervaring is voor de lezer van som
mige van Jansma's gedichten weg
gelegd. Waar dat het geval is, raakt
hij gefascineerd, in de andere ge
vallen hoogstens gecharmeerd.
Maar is dat niet een belofte, zo'n de
buut met 'enige nieuwe herinnerin
gen aan het onbekende'?
Waarschijnlijk zijn er nog nooit zo
veel kinderboeken verschenen
over beren als dit jaar. Het wemelt
van de prentenboeken met teddy
beren, ijsberen, gewone en sprook
jesberen. Helme Heine heeft een
sprookjesboek over beren ge
maakt. De tekst van 'Prins Beer'
komt van Willem Wilmink. Het ver
haal gaat over de tijd, dat alles an
ders was. In iedere beer zat een
prins en in iedere prinses zat een
beer. Door een prinses te kussen,
kon een beer in een prins verande
ren en omgekeerd kon een prinses
op dezelfde manier in een beer ver
anderen.
Maar de tijden veranderen en het
leven van beren wordt er niet beter
op. Het wordt zelfs zo slecht, dat
beren niet meer in prinsen kunnen
veranderen en prinsessen niet
meer in beren.
Het verhaal is aardig geschreven.
De sobere tekst harmonieert uitste
kend met de vrolijke prenten. Hel
me Heine, gebruikte in 'Tante Pud
ding, ome Smeris en meneer Slim'
nog duidelijke lijnen en donkere
kleuren. In de serie 'Drie kleine
vrienden', waarin verhaaltjés staan
over een varken, een haan en een
muis, gebruikt hij veel meer zachte
pasteltinten. 'Prins Beer', is op de
zelfde manier met aquarellen, die
stuk voor stuk heel leuk zijn om
naar te kijken, geïllustreerd.
Max Velthuijs gaat in 'Een taart
voor kleine Beer' eveneens voort
op de door hem ingeslagen weg. In
heldere kleuren schildert hij het
verhaal, dat met heel weinig woor
den verteld wordt. De verhalen van
Max Velthuijs zijn altijd eenvou
dig, maar verrassend door de
vondsten waarmee hij het ver
wachtingspatroon van de lezer
doorbreekt. Vaak gebruikt Velt
huijs een gegeven, dat aanleiding
tot een conflict zou kunnen zijn.
In 'Klein-Mannetje vindt het ee-
luk', dat bekroond werd met
gouden penseel in 1986, verlept
klavertje vier. In plaats van ver
drietig te zijn, is Klein-Mannetje te
vreden, het was een mooie dag en
altijd geluk hebben is saai. Net
zo'n, bijna filosofische oplossing,
wordt in 'Een taart voor kleine
Beer' gegeven. Varkentje bakt een
chocoladetaart voor de verjaardag
van kleine Beer. Haas en eend me
nen datje eerst moet proeven of het
cadeau wel goed is geworden en
met zijn drieën doen ze zich tegoed.
In schrille tegenstelling tot deze
twee vriendelijke prentenboeken'
staat het verhaal van Remco Ek-
kers 'De kip heet Tok'. Ekkers pro
beert in het boek een kijk te geven
op de relatie tussen mens en dier.
Jur voedt de kippen en met een van
hen heeft hij een speciale band. Jur
weet hoe de kippen slapen, hun ei
eren leggen en door de haan be
vrucht worden, 'haan wipt op tok/
kleine Beer.
Deze beschrijving is toch wel wat
al te plastisch voor kinderen tussen
de twee en de vier jaar. Voor die
leeftijd is het overigens ook nogal
zinloos, om de zinnen zo kort en
zonder interpunctie op te schrij
ven. Je kunt er toch rustig vanuit
gaan dat de kinderen waar het voor
bedoeld is nog niet zelf kunnen le
zen. Wat is er tegen als er toch
wordt voorgelezen om mooie zin
nen te gebruiken in plaats van dat
hakketakkerige gedoe?
Een kinderboek hoeft niet altijd
goed af te lopen, maar Remco Ek
kers maakt het toch wat al te bont.
'hein komt langs/ hij heeft een bijl/ Wolli ff
jur houdt tok vast/ hem hakt'. Het s
is een bijzonder onsmakelijk boek,
met vlakke tekeningen, die niets
toevoegen aan het verhaal. Beter
was het geweest wanneer het boek
de waarschuwende titel had gekre
gen: 'De kip heette Tok'.
SELMA NIEWOLD
Bij kaarslicht en dennegeur hoort
een verhaal over donkere wolken,
tochtige stegen en bittere koude.
In een kerstvertelling moet iemand
heel zielig zijn, maar toch op het
nippertje Het Geluk vinden. De
kerstperiode is bij uitstek een tijd
van romantische verhalen.
Bij uitgeverij Van Goor verscheen
de bundel 'Beroemde Kerstverha
len'; een vreemde titel, aangezien
vijf van de elf teksten nog nooit eer
der gepubliceerd werden. Het zijn
typische voorleesverhalen voor
kinderen van ongeveer tien jaar en
ouder. Auteur Jan Terlouw kon het
niet laten om zelfs bij het kerstver
haal dat hij voor deze bundel
schreef, een maatschappelijk rele
vant thema in zijn tekst te stoppen:
de gespannen relatie tussen een
kruidendokter en een apotheker.
Prins Beer, Helme Heine, tekst: Wil
lem Wilmink: uiig.: Gottmer ƒ21.50
Een taart voor kleine Beer, Max Velt
huijs, uitg.: Leopold 18,90
De kip heet Tok, Remco Ekkers, ill.
Fred de Heij, uitg.: Leopold 18,50.
Van Felix Timmermans zit er een
sfeervol, droef verhaal in over een
kerstsater, die verliefd wordt op
een mensenmeisje. Zeer vlaams,
vol wollig taalgebruik, maar iets te
lang om lekker voor te lezen. Dat
geldt ook voor het mooiste verhaal
uit de bundel, het door Olaf de Lan-
dell geschreven 'Kerstboom voor
Pietje', het relaas van een dorpsge
meenschap rond de Kerst.
Alle onderlinge twisten worden
bijgelegd tijdens de voorbereiding
van het feest, dat plaatsvindt voor
het raam van de zieke Pietje. Als de
'heks' Miebartje haar lange haren
afknipt en weeft tot engelenhaar
voor de boom, heeft het verhaal
precies de juiste romantisch-trieste
sfeer. Jammer dat De Landell vaak
iets te lang van stof is, maar mis
schien een vervolgverhaal voor
eerste en tweede kerstdag?
Parodie
Een parodie op het kerstgenre,
zoals Godfried Bomans die in de
bundel heeft zitten is misschien
leuk voor volwassenen, maar de
echte kerstsfeer-fan zal dat verhaal
niet onder de boom willen voorle
zen.
Om samen met jonge kinderen het
kerstevangelie te lezen zijn er re
cent twee prentenboeken uitge
bracht. Bij uitgeverij Christofoor
verscheen 'Ons is geboren een kin-
dekijn'. Zoete, zachte, een beetje
vage platen begeleiden de tekst,
waarin wel erg veel gegevens ver
werkt zijn. De afbeelding van Ma
ria op het ezeltje bij de deur van
een herberg wordt begeleid door
een tekst, die begint bij de telling
van keizer Augustus en eindigt bij
de herberg. Ik zie de kleuter op
schoot onder het voorlezen al voor
zichtig doorbladeren.
De Australische illustratrice Julie
Vivas is in Nederland nog onbe
kend, maar haar debuut 'De Ge
boorte' doet verlangen naar meer.
Het is een zeer bijzonder boek ge
worden: het verhaal van Josef en
Maria wordt verteld aan de hand
van korte bijbelcitaten.
Naast deze gedragen taaiflarden
staan de speelse, prachtige platen
van Vivas. Een engel met een enor
me spanwijdte landt in een boom;
zijn soepjurk waait op en de veters
van zijn soldatenkistjes zitten los.
Onconventionele prenten, die een
alledaagse dimensie toevoegen aan
het verheven verhaal, zonder dat
het geheel ook maar één moment te
profaan wordt.
Topper
Maar de absolute topper om onder
de boom te vertellen blijft toch 'Het
meisje met de zwavelstokjes'.
Liefst uit het dikke boek dat vast
nog ergens in de kast staat, want
die oude vertaling geeft iets extra's
aan het verhaal. Anders is het pren
tenboek van dit sprookje van H.C.
Andersen met de illustraties van
Bernadette nog altijd te koop.
VICTOR FREDERIK.
'Beroemde Kerstverhalen'. Beckman-
/Boraans e.a.. uitg. Van Goor, ƒ25,-.
'Ons is geboren een kindekijn', Chris-
tiane Lesch. uitg. Christofoor, 21,50.
'De geboorte'. Julie Vivas, uitg. Cass-
terman 19,90. 'Het meisje met de
zwavelstokjes'. Andersen/Bernadet-
te, uitg. Christofoor. 20,-.