'One Track Charlie'komt er wel
'Cynisme vind ik zielig'
Brink dolt met vitale oude eiken
Leids-Rotterdamse formatie wint 'laatste' Grote Prijs van Nederland
Verdoolde
stemmen
in Leids
Kamerkoor
'Con Amore':
licht van
toets in
Bach-cantates
Alphense deelt tweede prijs
Collegium Musicum: behouden vaart
PAGINA 20
KUNST
MAANDAG 12 DECEMBER 1988
AMSTERDAM De popgroep 'One Track Charlie' heeft afgelo
pen zaterdag de zesde Grote Prijs van Nederland gewonnen. Be
langrijker voor de Nederpop in het algemeen is echter dat de or
ganisatie van het jaarlijkse popmuziekconcours besloten heeft
om zich eens ernstig op de toekomst van dit spektakel te gaan be
zinnen. Dit was met andere woorden 'voorlopig' de laatste Grote
Prijs.
Organisator Fer Abrahams voert
vooral subsidiaire argumenten aan
voor de 'stop'. De Grote Prijs is de
afgelopen jaren grotendeels gefi
nancierd uit een 'experimenten
potje' van het ministerie van WVC,
dat in de eerste plaats bedoeld was
om topkwaliteit in de kunst te steu
nen. De Grote Prijs-bijdrage dreig
de echter een structurele subsidie
te worden en daar heeft de Raad
van de Kunst nu een stokje voor ge-
door
Peter Bruyn
Het Leids Kamerkoor o.l.v. Ton Beckers
met 'Koormuziek 1890-1990'. Werken
van o.a. Diepenbrock en Strawinsky. Ge
hoord op 10 december in de Taffeh zaal.
LEIDEN - Dikke, zwarte lij
nen op het programma geven
het een Mondriaan-achtig
zicht. Dat past dan meteen bij
de intentie van dit concert:
koormuziek van 1890 tot 1990.
Géén Brahms, geen Christmas
Carols maar Alphons Diepenb
rock, Igor Strawinsky tot
zeer hedendaagse toondichters
toe. Na afloop van 'Immortel
len' wordt vanuit de mannelij
ke zanggelederen opeens c
ponist Bert Kemner naar v<
gehaald. Vóór de aanvang
het concert worden uit twee
grote luidsprekers electroni-
sche klanken 'gerepeteerd';
verwijzing naar 1990?
Dit programma werpt
nieuw licht op het Leids Ka
merkoor en zijn dirigent Ton
Beckers. Zou er op koorgebied
een tegenhanger komen van
het in twintigste eeuwse mu
ziek gespecialiseerde Lesko?
Voordat dit koor zal uitblinken
in het met overtuiging zingen
van moderne muziek heeft het
nog wat training nodig. Het is al
heel knap wat ze hebben be
reikt. Het was heerlijk luisteren
naar 'Wanderers Nachtlied' van
Diepenbrock, 'Assumpta est
Maria' van Sem Dresden, 'De
profundis clamavi' van Vic
Nees en 'Immortellen' van Bert
Kemner. Verfrissende samen
klanken, helder en meestal zui
ver gezongen. Af en toe ritmi
sche aarzelingen en ongeloof in
de juistheid van de getroffen
toonhoogte, zodat men koorle
den bij het slot wel eens zuch
ten van opluchting zag slaken.
Bij Debussy deed zich het
probleem voor dat men nog
zoekende was naar de balans in
geluidssterkte tussen de stem
groepen. Ook de grote lijn was
nog niet helemaal gevonden.
Voortglijdend van de ene moei
lijke samenklank naar de ande
re leek het koor zich nog niet
bewust te zijn van de muzikale
samenhang. Het treffen van
toonhoogten die haaks op el
kaar staan is een kunst op zich
zelf. Alle luistergewoonten
moeten een ontwenningskuur
ondergaan. En die kuur is bij
het Leids Kamerkoor nog niet
helemaal voltooid. Een beetje
verdoold klinken de stemmen
soms. 'Moet ik hier nu zijn of
niet?' De wringende dissonan
ten in de Mis van Strawinsky
overtuigen nog niet, veront
schuldigen zich haast tegen
over het publiek. De begelei
ding van een ensemble van
hout- en koperblazers maakte
het er niet eenvoudiger op.
Soms ondersteunde dit ensem
ble de zang van het koor, maar
nog vaker gooit Strawinsky
roet in het zangers-eten. Nog
moeilijker wordt het als de bla
zers-dissonanten (af en toe) on
zuiver worden gespeeld. My
leek Strawinsky nog wat hoog
gegrepen voor het ogenblik.
Jammer dat klarinettist
Frank Peters op de valreep ziek
was geworden, zodat we een in
derhaast gewijzigde versie
(koor en tape) te horen kregen
van 'Konstruktie' van dirigent
Ton Beckers. De menselijke
stem wordt via electronica ver
vormd weergegeven, afgewis
seld door geknipsper en gek
netter van 'electrische' vonken.
Dan valt de zang in met één lan
ge aangehouden toon die zich
vervolgens uitvouwt tot trage
akkoorden. De tegenstelling
tussen het statische koorge
zang en het explosieve geluids
bandmateriaal was veelzeg
gend, maar we zullen nu niet
weten hoe het aandeel van de
klarinettist het geheel gecom
pleteerd zou hebben.
MONICA SCHIKS
BEKROOND - De documentaire
'De Wording' van Cherry Duyns
heeft dit weekeinde de eerste prijs
gewonnen voor de beste documen
taire op het internationale filmfes
tival in Chicago. Dit heeft de pro
ducent Frans Rasker gisteren mee
gedeeld.
stoken. Ook omdat het hier beslist
niet gaat om topkwaliteit maar om
een 'kwaliteit bevorderend' pro
ject.
Maar los van dit formele argu
ment zijn er meer redenen tot be
zinning. Hoewel zich voor het eve
nement ook dit jaar weer zeshon
derd popgroepen inschreven,
waarvan er honderdveertig in twin
tig voorronden mochten uitvech
ten wie de zes finalisten zouden
worden, blijkt de belangstelling in
de media - buiten de mede-órgani-
satoren Oor en Vara - gering.
Geen wonder als je de erelijst
van de Grote prijs naloopt. Voor
malige winnaars als Neel, Gaga,
Gin on the Rocks, Longstoryshort
en The Riff komen wat hun belang
voor de Nederpop betreft nauwe
lijks in aanmerking om de veters te
mogen dichtknopen van pakweg
Rinus Gerritsen, Herman Brood,
Henk Hofstede, Mathilde Santing
of Peter 'Claw Boy' Te Bos.
Ook inhoudelijk kunnen er
vraagtekens bij het verschijnsel
'popmuziek als wedstrijd' gezet
worden. Zelfs als je de Grote Prijs
een beetje chique 'popconcours'
probeert te noemen. By klassieke
concoursen wordt een opera aria
ook niet met een orgel-improvisa-
'One Track Charlie' tijdens de toegift in Paradiso
tie vergeleken, waarom dan hier
wel hiphop met countryrock?
Daarbij komt dat de grenzen tus
sen 'amusement' en 'kunst' in de
pop en rockmuziek veel vager zijn
dan bij klassiek, literatuur of beel
dende kunst.
Voor een zinvolle Popprijs zou
eerst eens dat onderscheid ontra
feld kunnen worden, want puur
amusement behoeft geen subsidie
uit een experimentenpot. Puur
amusement moet zichzelf bewijzen
op de vrije markt, op de hitparade.
Het schaarse subsidiegeld zou wel
licht beter in stipendiumvorm -
zoals dat ook in de klassieke mu
ziek, de literatuur en de beeldende
kunst gebruikelijk is - toegekend
kunnen worden om een of meer
popgroepen met werkelijk artistie
ke inhoud de gelegenheid te geven
zich te ontwikkelen. Dus geen ta
lentenjacht met vette knipoog naar
soundrnixshow en kermis, zoals
ook zaterdag weer in een uitver-
(foto ANP)
kocht Paradiso te beleven viel.
De winnaar van dit jaar, het Rot
terdamse achttal 'One Track Char
lie', zou voor een dergelijk stipen
dium niet in aanmerking komen.
Hun bloedcommerciële funkpop is
gebaseerd op het credo 'het leven
één groot dansfeest'. Lucht ver
pakt in het klatergoud van perfecte
danspasjes, gelikte costumering en
ongegeneerd meewaaien met de
muzikale mode van de dag. Die ko
men er wel.
n J.S. I
1 uitge
voerd door de Chr. Oratoriumvereniging
'Con Amore' o.l.v. Piet Kiel jr. Solisten: Jori-
ne Samson, sopraan. Marijke Derksen, alt,
Bert Steinmann. tenor, Charles van Tassel,
bas. Begeleiding: het Randstedelijk Bege
leidingsorkest en Margriet den Hartog, or
gel. Gehoord op 10 december in de Pieter
skerk.
LEIDEN - Met de uitvoering van
de eerste vier cantates uit het
Weihnachtsoratorium heeft 'Con
Amore' als eerste koor de muzi
kale kersttijd geopend. Zoals be
kend bestaat het Weinachtsora-
torium uit zes afzonderlijke can
tates, die voor de kerkdiensten
van de eerste kerstdag tot en met
de tweede zondag na nieuwjaar
geschreven zijn. Hoewel het dus
geen oratorium in de strikte zin
van het woord betreft, is het een
ingeburgerd gebruik geworden
om deze cantates toch als vorm
den zij één geheel achter elkaar
uit te voeren. Meestal beperkt
men zich tot de cantates 1 t/m 4 in
verband met de lengte van het
werk.
In de stijlvolle sfeer van de Pie
terskerk was een sterk verhoogd
podium versierd met witte
kerstrozen opgericht, waardoor
het publiek visueel meer contact
met de uitvoerenden had. Het
was opvallend hoe weinig mas
saal dit toch omvangrijke koor
klonk. Er werd met een zeer lich
te toets gezongen, hetgeen de
doorzichtigheid ten goede
kwam, toch al een moeilijk punt
in de akoestisch niet gemakkelij
ke Pieterskerk. Ook in de tempi
zorgde Piet Kiel voor een juist
evenwicht, zodat het gevaar van
een breiïg klinkende polyphonie
vermeden werd. De koralen
klonken strak, voortvarend en
overtuigend.
Van de solisten was de tenor Bert
Steinmann niet voldoende opge
wassen tegen de eisen die deze
grote ruimte stelt. Zijn recitatie
ven en aria's bleven krachteloos
klinken. Ook Marijke Derksens
alt is weinig vèr-dragend, waar
door haar toch wel expressief ge
zongen aria's, waaronder het
prachtige 'Schlafe mein Lieb-
ster', onvoldoende kon overtui
gen. De jonge sopraan Jorine
Samson en de bas Charles van
Tassel, beiden met uitstekende
stemmen, vulden de ruimte
moeiteloos. Beiden zongen hun
partijen met een ingetogen ex
pressie, die in de twee duetten
van de vierde cantate tot een tref
fende eenheid samenvloeide.
Het Randstedelijk Orkest maak
te weer eens zijn bestaansrecht
duidelijk door een begeleiding
dié zich naadloos voegde in het
geheel: licht van toets, met een
uitstekende strijkersklank en
voortreffelijke individuele bij
dragen in de diverse aria's.
MIES ALBARDA.
Concours voor jong muziektalent
DEN HAAG (GPD) - De 19-jarige
pianist Sjoerd Kloppenborg uit
Nijmegen heeft het derde Natio
naal Concours van de Stichting
Jong Muziektalent Nederland
(SJMN) in het Koninklijk Conser-
Concert door Collegium Musicum o.l.v. Jos
Vermunt en René Gulikers met werken van
o.a. Bernstein. Britten en Bartók. Als solist
traden op Frank van de Laar (piano) en
Marjolein Oamen (harp). Gehoord op 11
december in de Stadsgehoorzaal.
LEIDEN Een eerste blik op
het mooi verzorgde boekje doet
het ergste vermoeden: als een
etalage waarin de hele winkelin-
houd ten toon wordt gesteld, zo
overladen doet het programma
aan, dat men voornemens is te
spelen. Immers een zo gevari
eerd samengesteld ensemble als
Collegium Musicum wil men
graag in verschillende bezettin
gen laten horen.
Het hoge niveau van uitvoe
ring doet de anderhalf uur vóór
de pauze ongemerkt verstrijken.
Het orkest is doordrongen van
de-muzikale betekenis van de
Hebriden —ouverture van Men-
selssohn. Ritmisch vloeiend
komt het over de woelige baren
van de muziek behouden aan, zij
het dat de intonatie hier en daar
lichte averij heeft opgelopen.
Het koor opent met 'A Hymn
to the Virgin' van Britten a capel-
la gezongen. Voor deze gelegen
heid is het in tweeën gesplitst:
één deel op het podium en het
andere op het balkon. Beide
koordelen klinken zonder hape
ringen op elkaar afgestemd en
vol overtuiging. Af en toe slechts
hoor je bij een stemgroep een
nauw merkbare uitglijder in
toonhoogte. Alle lof voor de 'A
Ceremony of Carols' voor koor
en harp. De renaissance oor
sprong komt tot uiting in het ge
bruik van oude toonsoorten en
de helderheid van de melodische
lijn. Met alle eenvoud en onbe
vangenheid die Britten zich ge
wenst had wordt het uitgevoerd,
slechts begeleid door het accu
raat en krachtig harpspel van
Marjolein Damen.
Een indrukwekkende presta
tie daarna was het derde piano
concert van Bartók met aan de
vleugel Frank van de Laar. Al
hoewel de grootste bewondering
uitgaat naar de uit het hoofd spe
lende solist komt een aanzienlijk
deel van het applaus en bravoge
roep ook toe aan het orkest, dat
zich een volwassen mede- en te
genspeler betoonde. Mooi en vol
van ldank de strijkers, zeer accu
raat en zuiver de blazers met hun
verschillende solotrekjes die
vaak een dialoog vormden met
de pianosolo. De pianist legde al
lerlei kwaliteiten aan de dag van
krachtige en ritmische bewogen
heid tot ontroerende, introverde
bezinning. Zózeer leek hij zijn
beste krachten gegeven te heb
ben dat hij na afloop een verhitte
en bijna uitgeputte indruk maak
te als een schaatser die zojuist de
tien kilometer heeft gereden.
Grote beheersing van het or
kest in de fragmentarische melo
dieën die opkomen en weer weg
sterven in het door Büsser geor
kestreerde 'Printemps' van De
bussy. Eveneens beheerst en met
de uitdrukking van ontzag voor
het mysterie werd 'O Sacrum
convivium' gezongen, een a ca-
pella gezongen koorwerk van
Messiaen.
Tot slot van dit voortreffelijke
concert werd de volbezette
Stadsgehoorzaal opgeschrikt
door de overrompelende inzet
met veel slagwerk en koper van
de 'Chichester Psalms' van Leo
nard Bernstein. Koor en orkest
zetten zich hier aan de apotheose
van hun decemberconcert. On
danks de hoge snelheid waarmee
de Hebreeuwse lettergrepen el-<
kaar soms opvolgden, leed de ar-'
ticulatie geen schipbreuk. Psalm
23 'De Heere is mijn herder' be
gint met een lyrisch, bijna naiëve
solo door een jongens(mezzo)so-
praan van de Koorschool St.
Bavo in Haarlem. Schijnbaar on
bewogen sloeg de solist zich
door de enorme hoogteverschil
len van de melodie heen. De harp
die samen met de sopraan het
beeld van de jonge David op
roept was een grote steun bij de
ze capriolen. Kenmerkend voor
de geweldige inzet van alle uit
voerenden was dat gedurende de
volle lenge van de uitvoering het
niveau op een constant hoog peil
bleef.
MONICA SCHIKS
vatorium in Den Haag gewonnen.
Hij werd winnaar in de categorie
piano voor jongeren van 15 tot en
met 19 jaar.
De 15-jarige Folke Nauta uit Die-
penheim werd tweede. De 17-jarige
Natasja Douma uit Den Haag en de
18-jarige Daphne Gerrits uit Apel
doorn deelden de derde plaats.
In de categorie Hoorn voor jon
geren van 12 tot en met 15 jaar wer
den geen eerste en tweede prijs uit
gedeeld. De 14-jarige Erwin Wie-
ringa uit Roermond kreeg de derde
prijs. Bij de hoornisten van 16 tot
en met 20 jaar werd de 19-jarige
Ward Assmann uit Nijmegen tot
winnaar uitgeroepen. De 18-jarige
Allard Robert uit Apeldoorn werd
tweede.
Bij de dwarsfluitisten van 12 tot
en met 15 jaar moeten de 14-jarige
Wendy van Nes uit De Hoef en de
15-jarige Mariska Bleidorn uit De
Lier de derde plaats delen. Er wer
den in deze categorie geen eerste
en tweede prijs toegekend. In de
categorie fluit voor 16 tot en met 20
jaar kregen Ellen Vergunst (18, Al
phen aan de Rijn), Marie-Louise
Hekman (19, Utrecht), Desirée Ver
gers (19, Beverwijk) en Liesbeth
Niesten (20, Hulst) allen de tweede
prijs. Hier werden geen eerste en
derde prijs toegekend.
Simon Vinkenoog nog steeds 'jongen van deze tijd'
'Ik wil iedereen van het leven
laten genieten'. Een typeren
der uitspraak van dichter Si
mon Vinkenoog is haast niet te
vinden. Hij reist heel Neder
land rond om voordrachten en
poëzieworkshops te houden.
Niet als verbitterde vijftiger,
maar als 'jongen van deze tijd'.
Morgen is hij vanaf 20.30 uur
te zien en te horen in de Hol-
landsche Tuyn te Leiderdorp.
door
Titia C.Buddingh'
AMSTERDAM - "Ik ben een
springlevend iemand, die probeert
iedereen van het leven te laten ge
nieten en z'n geluk met ze te de
len". Vanuit zijn woning in het hart
van Amsterdam kijkt hij voor een
moment bedenkelijk tussen de
boeken en stapels papieren door
naar buiten.
"Ik heb sinds een jaar een nieu
we vriendin die mijn leven erg ver
rijkt heeft. Daardoor heb ik weer
heel veel plezier in het leven. Dat
had ik altijd al, want ik had kinde
ren en idealen om voor te leven.
Maar ook is het leuk om weer ge
lukkig te kunnen zijn, wat ik een
aantal jaren dus niet was. Ik heb
wat je noemt gemoedsrust 'peace
of mind'. Maar het is ook heerlijk
als je iemand hebt die 'lieverd' te
gen je zegt en tegen wie je 'lieverd'
kunt zeggen".
Al vijf jaar lang houdt Vinken
oog poëzieworkshops, waarbij on
geveer twintig mensen aktief met
poëzie bezig zijn. "Meestal geef ik
een thema op, waarover we schrij
ven. Dan een kwartiertje stilte, en
iedereen om de beurt voorlezen.
Geen kritiek, gewoon louter schrij
ven. Waanzinnig interessant".
Ineens verhuist de dichter met
zijn verhaal naar New York. "Daar
heb je van die slums, de echte ach
terbuurten. In de 'Vrij Nederland'
staat een artikel daarover. Midden
in die slums is er een tekenleraar
die de jongens laat tekenen, schil
deren en schrijven over een be
paald thema. Sommige hangen in
een museum, want zo gaat het ook
weer in dat systeem. Als het goed
is, is er een markt voor. Dat is voor
de jongens van het volk een manier
om uit de goot te komen. De show
business, sport, iets behendigs of
iets in de kunst. Het is jammer dat
er in deze maatschappij niet in de
eerste plaats aan talent wordt ge
dacht. Hoogbegaafden hebben het
vaak zo moeilijk. Ze worden vaak
als lui beschouwd, dat ze niet wil
len werken".
Terwijl hij een nieuwe sigaret uit
het pakje vist, ky kt hij even naar de
filmploeg die verderop in de straat
bezig is. "Het is toch een krankzin
nige wereld waarin je leeft. Dat
mensen zo zwakzinnig zyn dat ze
vastgebonden moeten worden. En
de mensen weten het, maar ze wil
len het niet weten. Jaren geleden
heb ik het verhaal ook al eens ge
hoord. Ik kon het haast niet gelo
ven. Iemand was geweest in zo'n
inrichting, waar hij dat gezien had.
Als je dan naar India kijkt. Daar is
alles op straat. Er wordt gestorven
op straat, je ziet er mismaakten en
zieken. Hier wordt alles wegge
stopt, rust op alles een taboe".
Vinkenoog wordt regelmatig uit
genodigd door scholen. Vooral in
het kader van zestiger-jaren-pro-
jecten. "Ik leg in eenvoudige woor
den uit wat ik doe en probeer wat
over mijn leven te vertellen. Het ge
woon even terug brengen op het
menselijk vlak. Ze zien het altijd zo
in cliché's en categorieën".
"Waar de belangstelling voor de
zestiger jaren vandaam komt? Ach,
het zijn niet eens de jongeren. Het
zijn die leraren die graag weer te
rug willen naar de tijd dat ze jong
waren. Dan kom ik op zo'n school
Simon Vinkenoog: "Ik heb het woord 'leedvermaak'uit mijn woordenboek geschrapt"
Muzikale komedie 'Oude Nieuwe Vrienden'
Muzikale komedie 'Oude Nieuwe Vrienden' van Jos Brink (tekst).
Frank Sanders (regie) en Bert Stoots (muziek en pianobegelei
ding). Gezien in: Stadsschouwburg, Haarlem. Met: Georgette Ha-
gedoom. Georgette Rejewski, Lucy Steyn, Guus Verstraete sr.,
Sacco van der Made, Truce Speyk, Jack Bow, Marcel Maas en
Stan Limburg. Decor en kostuums: Jan Aarntzen.
HAARLEM - Zeven oude eiken van de vaderlandse
podia. Van uiteenlopende signatuur en begaafd
heid. Sommigen nog actief, anderen in ruste, maar
allen nog. hoogst vitaal. Een onuitroeibaar soort
vakmensen die iets van die onzegbare magie van
het grote amusement en theater vertegenwoordi
gen, hoewel ze ongetwijfeld meer verleden dan toe
komst in zich verenigen. Voor hen heeft Jos Brink
een stuk geschreven. Een komedie met liedjes ei
genlijk, die na de pauze uitmondt in een dolle caba
reteske revue zonder veren en pluimen.
Deze senioren mogen (de een meer, de ander wat
minder) zichzelf spelen. Ze treffen elkaar, kissebis
send en kattend, in de recreatieruimte van een won
derlijk soort bejaardentehuis. Deze instelling wordt
onder het merkwaardige regiem van een jong direc-
teurtje ten gevolge van ministeriële maatregelen
met opheffing bedreigd. Met als centrale figuren
Georgette Hagedoorn, Georgette Rejevski en Mar
cel Maas als de directeur sluiten ze de gelederen en
geraken ze beschaafd in opstand.
In feite.doet het kluchtige en soms onwaarschijn
lijke gegeven er niet toe. Het wordt spoedig duide
lijk, dat krachtig opgestookt sentiment de aanlei
ding en tevens het doel vormt voor tekst en lied, als
mede enige beweging. Daar is byna alles mee ge
zegd. Ik heb me dus voorgenomen niet te zeuren
over wat er niet klopt en wat er mis gaat op het to
neel.
Jos Brink laat de zeven dames en heren in combi
natie met twee jonkies en pianist Bert Stoots een
paar honderd grappen zeggen. Sommige daarvan
zijn bejaarder dan de cast zelf, doch minder leeftijd-
loos en vervaardigd van het dikke hout waarvan
men planken pleegt te zagen.
Ik hoef u Brink niet te leren kennen. Gewiekst
houdt hy de boel op de been en op het podium we
ten ze hem in een spuuglelijk decor te volgen. Dat
werkt. Hun publiek smult van de herkenning.
JACQUES d'ANCONA
terecht en dan hebben ze gepro
beerd weer een beetje die sfeer te
scheppen. Dan lopen de leraren
met bandjes in het haar en hebben
ze één of ander tafelkleedjasje van
zolder gehaald. Mensen hebben al
tijd de behoefte om terug te kij
ken".
Hoe denkt Vinkenoog dan dat er
over twintig jaar tegen de tachti
gerjaren wordt aangekeken?
"ik heb geen computer in huis,
de video is geleend. Ik heb geen
fax. Ik zou best wel een fotokopi
eerapparaat willen hebben. Ja, ik
denk wel dat de tachtiger jaren in
het teken van de ontwikkeling van
de machinerie gestaan hebben. Het
gebruik van de tekstverwerker, de
piecie, die ciedie en het hele audio-
visio-beeldschermgebeuren. Maar
over twintig jaar? Je weet het
nooit. De Dadaïsten wisten niet dat
ze een vernieuwende beweging wa
ren en de vijftigers wisten niet dat
ze opeens met z'n allen in het
schoolboekje zouden komen. Er is
een uitgever, die vraagt om een
boekje. En dat boekje slaat in als
een bom en sindsdien wordt er ge
sproken van voor en van na de vijf
tigers. Zoals er in andere opzich
ten- gesproken wordt van voor de
oorlog en van na de oorlog. Ja er
zyn zoveel wonden geslagen in die
oorlog".
Chaos
Terwijl hij zelf de zestig al gepas
seerd is, heeft Vinkenoog nog veel
contact met jongeren. Dat komt
niet alleen door zijn kinderen,
maar ook doordat hij regelmatig
scholen bezoekt. Wat denkt Vin
kenoog van de jongeren van nu?
"Ze hebben wat meer zelfver
trouwen, ze zijn wat pragmati
scher. Dat zei Smeets vorige week
in het NRC-Handelsblad. Het zijn
de kinderen van de mensen die in
de zestiger jaren jong waren. Het
zijn heel relaxte figuren. Maar ze
hebben het moeilijk met het aids
waar ze zo bang voor gemaakt wor
den. Vroeger was het zo dat je
moest zorgen dat je vriendin niet
zwanger raakte. Want dan moest er
een illegale abortus gepleegd wor
den. Hele verhalen over aborteurs
en aborteuses. Ik heb dat zelf mee
gemaakt. En toen kwam de pil en
dat was de grote bevrijding". De ta
boes zijn volgens Vinkenoog nog
niet allemaal doorbroken. "Pedofi
lie is een taboe, en incest. Ik ben
wel voor grensoverschrijving en
voor vrijheid. Maar vrijheid houdt
wel verantwoordelijkheid in. Het
moet altijd de liefde dienen, zal ik
maar zeggen. Ik vind bijvoorbeeld
dat cynisme niet zou moeten mo
gen. Cynisme vind ik zielig. Al die
cynische schrijvers, mensen die al
leen maar kwetsende dingen
schrijven. Dat vind ik gezond
heidsondermijnend, een zeker
normbesefbederf. Ik heb gepro
beerd uit mijn woordenboek het
woord 'leedvermaak' te schrap
pen".
Maar is cynisme niet meestal een
vorm van zelfbescherming?
"Ja. Maar dan is dat het taboe.
Waarom zou een mens zich moeten
beschermen. Waarom is hij
überahupt bang. Je zou de angst de
wereld uit willen helpen. Want aan
angst gaat die wereld ten onder.
Door te piekeren worden de din
gen waarover je piekert alleen
maar erger. En wat er gebeurt moet
toch gebeuren. We hebben gewoon
moed nodig om te kunnen overle
ven. En die moed haal je uit jezelf.
En dat gaat van God tot duivel, in
jezelf. Een heilige en een moorde
naar. God is een prachtig beeld, zo
groot mogelijk. Het is allemaal cha
os. We staan nog aan het begin van
de schepping. Iedereen moet zijn
eigen schepping maken".
Wat vindt Vinkenoog van het li
teratuuronderwijs zoals dat van
daag de dag op scholen wordt gege
ven? "De leerlingen weten niks.
Maar misschien moet niet iedereen
literatuuronderwijs krijgen, maar
alleen de kinderen die het echt in
teresseert. Projectgericht zou het
leuk zijn. Ben je geïnteresseerd in
een schrijver, dan laat je mensen
wat van die schrijver lezen. Het
buro Schrijvers School en Samen
leving doet heel goed werk".
Zijn kinderen zijn voor Vinken
oog erg belangrijk. Wat vinden zij
ervan om een dichter als vader te
hebben?
"Heel raar. Maar ze zijn er aan ge
wend. En ze houden van me en ik
houd van ze. Tja, waarom lachen ze
altijd by de naam Vinkenoog en
niet bij de naam Veldhoen. Dat is
toch ook een vogel!