'One Track Charlie'komt er wel 'Cynisme vind ik zielig' Brink dolt met vitale oude eiken Leids-Rotterdamse formatie wint 'laatste' Grote Prijs van Nederland Verdoolde stemmen in Leids Kamerkoor 'Con Amore': licht van toets in Bach-cantates Alphense deelt tweede prijs Collegium Musicum: behouden vaart PAGINA 20 KUNST MAANDAG 12 DECEMBER 1988 AMSTERDAM De popgroep 'One Track Charlie' heeft afgelo pen zaterdag de zesde Grote Prijs van Nederland gewonnen. Be langrijker voor de Nederpop in het algemeen is echter dat de or ganisatie van het jaarlijkse popmuziekconcours besloten heeft om zich eens ernstig op de toekomst van dit spektakel te gaan be zinnen. Dit was met andere woorden 'voorlopig' de laatste Grote Prijs. Organisator Fer Abrahams voert vooral subsidiaire argumenten aan voor de 'stop'. De Grote Prijs is de afgelopen jaren grotendeels gefi nancierd uit een 'experimenten potje' van het ministerie van WVC, dat in de eerste plaats bedoeld was om topkwaliteit in de kunst te steu nen. De Grote Prijs-bijdrage dreig de echter een structurele subsidie te worden en daar heeft de Raad van de Kunst nu een stokje voor ge- door Peter Bruyn Het Leids Kamerkoor o.l.v. Ton Beckers met 'Koormuziek 1890-1990'. Werken van o.a. Diepenbrock en Strawinsky. Ge hoord op 10 december in de Taffeh zaal. LEIDEN - Dikke, zwarte lij nen op het programma geven het een Mondriaan-achtig zicht. Dat past dan meteen bij de intentie van dit concert: koormuziek van 1890 tot 1990. Géén Brahms, geen Christmas Carols maar Alphons Diepenb rock, Igor Strawinsky tot zeer hedendaagse toondichters toe. Na afloop van 'Immortel len' wordt vanuit de mannelij ke zanggelederen opeens c ponist Bert Kemner naar v< gehaald. Vóór de aanvang het concert worden uit twee grote luidsprekers electroni- sche klanken 'gerepeteerd'; verwijzing naar 1990? Dit programma werpt nieuw licht op het Leids Ka merkoor en zijn dirigent Ton Beckers. Zou er op koorgebied een tegenhanger komen van het in twintigste eeuwse mu ziek gespecialiseerde Lesko? Voordat dit koor zal uitblinken in het met overtuiging zingen van moderne muziek heeft het nog wat training nodig. Het is al heel knap wat ze hebben be reikt. Het was heerlijk luisteren naar 'Wanderers Nachtlied' van Diepenbrock, 'Assumpta est Maria' van Sem Dresden, 'De profundis clamavi' van Vic Nees en 'Immortellen' van Bert Kemner. Verfrissende samen klanken, helder en meestal zui ver gezongen. Af en toe ritmi sche aarzelingen en ongeloof in de juistheid van de getroffen toonhoogte, zodat men koorle den bij het slot wel eens zuch ten van opluchting zag slaken. Bij Debussy deed zich het probleem voor dat men nog zoekende was naar de balans in geluidssterkte tussen de stem groepen. Ook de grote lijn was nog niet helemaal gevonden. Voortglijdend van de ene moei lijke samenklank naar de ande re leek het koor zich nog niet bewust te zijn van de muzikale samenhang. Het treffen van toonhoogten die haaks op el kaar staan is een kunst op zich zelf. Alle luistergewoonten moeten een ontwenningskuur ondergaan. En die kuur is bij het Leids Kamerkoor nog niet helemaal voltooid. Een beetje verdoold klinken de stemmen soms. 'Moet ik hier nu zijn of niet?' De wringende dissonan ten in de Mis van Strawinsky overtuigen nog niet, veront schuldigen zich haast tegen over het publiek. De begelei ding van een ensemble van hout- en koperblazers maakte het er niet eenvoudiger op. Soms ondersteunde dit ensem ble de zang van het koor, maar nog vaker gooit Strawinsky roet in het zangers-eten. Nog moeilijker wordt het als de bla zers-dissonanten (af en toe) on zuiver worden gespeeld. My leek Strawinsky nog wat hoog gegrepen voor het ogenblik. Jammer dat klarinettist Frank Peters op de valreep ziek was geworden, zodat we een in derhaast gewijzigde versie (koor en tape) te horen kregen van 'Konstruktie' van dirigent Ton Beckers. De menselijke stem wordt via electronica ver vormd weergegeven, afgewis seld door geknipsper en gek netter van 'electrische' vonken. Dan valt de zang in met één lan ge aangehouden toon die zich vervolgens uitvouwt tot trage akkoorden. De tegenstelling tussen het statische koorge zang en het explosieve geluids bandmateriaal was veelzeg gend, maar we zullen nu niet weten hoe het aandeel van de klarinettist het geheel gecom pleteerd zou hebben. MONICA SCHIKS BEKROOND - De documentaire 'De Wording' van Cherry Duyns heeft dit weekeinde de eerste prijs gewonnen voor de beste documen taire op het internationale filmfes tival in Chicago. Dit heeft de pro ducent Frans Rasker gisteren mee gedeeld. stoken. Ook omdat het hier beslist niet gaat om topkwaliteit maar om een 'kwaliteit bevorderend' pro ject. Maar los van dit formele argu ment zijn er meer redenen tot be zinning. Hoewel zich voor het eve nement ook dit jaar weer zeshon derd popgroepen inschreven, waarvan er honderdveertig in twin tig voorronden mochten uitvech ten wie de zes finalisten zouden worden, blijkt de belangstelling in de media - buiten de mede-órgani- satoren Oor en Vara - gering. Geen wonder als je de erelijst van de Grote prijs naloopt. Voor malige winnaars als Neel, Gaga, Gin on the Rocks, Longstoryshort en The Riff komen wat hun belang voor de Nederpop betreft nauwe lijks in aanmerking om de veters te mogen dichtknopen van pakweg Rinus Gerritsen, Herman Brood, Henk Hofstede, Mathilde Santing of Peter 'Claw Boy' Te Bos. Ook inhoudelijk kunnen er vraagtekens bij het verschijnsel 'popmuziek als wedstrijd' gezet worden. Zelfs als je de Grote Prijs een beetje chique 'popconcours' probeert te noemen. By klassieke concoursen wordt een opera aria ook niet met een orgel-improvisa- 'One Track Charlie' tijdens de toegift in Paradiso tie vergeleken, waarom dan hier wel hiphop met countryrock? Daarbij komt dat de grenzen tus sen 'amusement' en 'kunst' in de pop en rockmuziek veel vager zijn dan bij klassiek, literatuur of beel dende kunst. Voor een zinvolle Popprijs zou eerst eens dat onderscheid ontra feld kunnen worden, want puur amusement behoeft geen subsidie uit een experimentenpot. Puur amusement moet zichzelf bewijzen op de vrije markt, op de hitparade. Het schaarse subsidiegeld zou wel licht beter in stipendiumvorm - zoals dat ook in de klassieke mu ziek, de literatuur en de beeldende kunst gebruikelijk is - toegekend kunnen worden om een of meer popgroepen met werkelijk artistie ke inhoud de gelegenheid te geven zich te ontwikkelen. Dus geen ta lentenjacht met vette knipoog naar soundrnixshow en kermis, zoals ook zaterdag weer in een uitver- (foto ANP) kocht Paradiso te beleven viel. De winnaar van dit jaar, het Rot terdamse achttal 'One Track Char lie', zou voor een dergelijk stipen dium niet in aanmerking komen. Hun bloedcommerciële funkpop is gebaseerd op het credo 'het leven één groot dansfeest'. Lucht ver pakt in het klatergoud van perfecte danspasjes, gelikte costumering en ongegeneerd meewaaien met de muzikale mode van de dag. Die ko men er wel. n J.S. I 1 uitge voerd door de Chr. Oratoriumvereniging 'Con Amore' o.l.v. Piet Kiel jr. Solisten: Jori- ne Samson, sopraan. Marijke Derksen, alt, Bert Steinmann. tenor, Charles van Tassel, bas. Begeleiding: het Randstedelijk Bege leidingsorkest en Margriet den Hartog, or gel. Gehoord op 10 december in de Pieter skerk. LEIDEN - Met de uitvoering van de eerste vier cantates uit het Weihnachtsoratorium heeft 'Con Amore' als eerste koor de muzi kale kersttijd geopend. Zoals be kend bestaat het Weinachtsora- torium uit zes afzonderlijke can tates, die voor de kerkdiensten van de eerste kerstdag tot en met de tweede zondag na nieuwjaar geschreven zijn. Hoewel het dus geen oratorium in de strikte zin van het woord betreft, is het een ingeburgerd gebruik geworden om deze cantates toch als vorm den zij één geheel achter elkaar uit te voeren. Meestal beperkt men zich tot de cantates 1 t/m 4 in verband met de lengte van het werk. In de stijlvolle sfeer van de Pie terskerk was een sterk verhoogd podium versierd met witte kerstrozen opgericht, waardoor het publiek visueel meer contact met de uitvoerenden had. Het was opvallend hoe weinig mas saal dit toch omvangrijke koor klonk. Er werd met een zeer lich te toets gezongen, hetgeen de doorzichtigheid ten goede kwam, toch al een moeilijk punt in de akoestisch niet gemakkelij ke Pieterskerk. Ook in de tempi zorgde Piet Kiel voor een juist evenwicht, zodat het gevaar van een breiïg klinkende polyphonie vermeden werd. De koralen klonken strak, voortvarend en overtuigend. Van de solisten was de tenor Bert Steinmann niet voldoende opge wassen tegen de eisen die deze grote ruimte stelt. Zijn recitatie ven en aria's bleven krachteloos klinken. Ook Marijke Derksens alt is weinig vèr-dragend, waar door haar toch wel expressief ge zongen aria's, waaronder het prachtige 'Schlafe mein Lieb- ster', onvoldoende kon overtui gen. De jonge sopraan Jorine Samson en de bas Charles van Tassel, beiden met uitstekende stemmen, vulden de ruimte moeiteloos. Beiden zongen hun partijen met een ingetogen ex pressie, die in de twee duetten van de vierde cantate tot een tref fende eenheid samenvloeide. Het Randstedelijk Orkest maak te weer eens zijn bestaansrecht duidelijk door een begeleiding dié zich naadloos voegde in het geheel: licht van toets, met een uitstekende strijkersklank en voortreffelijke individuele bij dragen in de diverse aria's. MIES ALBARDA. Concours voor jong muziektalent DEN HAAG (GPD) - De 19-jarige pianist Sjoerd Kloppenborg uit Nijmegen heeft het derde Natio naal Concours van de Stichting Jong Muziektalent Nederland (SJMN) in het Koninklijk Conser- Concert door Collegium Musicum o.l.v. Jos Vermunt en René Gulikers met werken van o.a. Bernstein. Britten en Bartók. Als solist traden op Frank van de Laar (piano) en Marjolein Oamen (harp). Gehoord op 11 december in de Stadsgehoorzaal. LEIDEN Een eerste blik op het mooi verzorgde boekje doet het ergste vermoeden: als een etalage waarin de hele winkelin- houd ten toon wordt gesteld, zo overladen doet het programma aan, dat men voornemens is te spelen. Immers een zo gevari eerd samengesteld ensemble als Collegium Musicum wil men graag in verschillende bezettin gen laten horen. Het hoge niveau van uitvoe ring doet de anderhalf uur vóór de pauze ongemerkt verstrijken. Het orkest is doordrongen van de-muzikale betekenis van de Hebriden —ouverture van Men- selssohn. Ritmisch vloeiend komt het over de woelige baren van de muziek behouden aan, zij het dat de intonatie hier en daar lichte averij heeft opgelopen. Het koor opent met 'A Hymn to the Virgin' van Britten a capel- la gezongen. Voor deze gelegen heid is het in tweeën gesplitst: één deel op het podium en het andere op het balkon. Beide koordelen klinken zonder hape ringen op elkaar afgestemd en vol overtuiging. Af en toe slechts hoor je bij een stemgroep een nauw merkbare uitglijder in toonhoogte. Alle lof voor de 'A Ceremony of Carols' voor koor en harp. De renaissance oor sprong komt tot uiting in het ge bruik van oude toonsoorten en de helderheid van de melodische lijn. Met alle eenvoud en onbe vangenheid die Britten zich ge wenst had wordt het uitgevoerd, slechts begeleid door het accu raat en krachtig harpspel van Marjolein Damen. Een indrukwekkende presta tie daarna was het derde piano concert van Bartók met aan de vleugel Frank van de Laar. Al hoewel de grootste bewondering uitgaat naar de uit het hoofd spe lende solist komt een aanzienlijk deel van het applaus en bravoge roep ook toe aan het orkest, dat zich een volwassen mede- en te genspeler betoonde. Mooi en vol van ldank de strijkers, zeer accu raat en zuiver de blazers met hun verschillende solotrekjes die vaak een dialoog vormden met de pianosolo. De pianist legde al lerlei kwaliteiten aan de dag van krachtige en ritmische bewogen heid tot ontroerende, introverde bezinning. Zózeer leek hij zijn beste krachten gegeven te heb ben dat hij na afloop een verhitte en bijna uitgeputte indruk maak te als een schaatser die zojuist de tien kilometer heeft gereden. Grote beheersing van het or kest in de fragmentarische melo dieën die opkomen en weer weg sterven in het door Büsser geor kestreerde 'Printemps' van De bussy. Eveneens beheerst en met de uitdrukking van ontzag voor het mysterie werd 'O Sacrum convivium' gezongen, een a ca- pella gezongen koorwerk van Messiaen. Tot slot van dit voortreffelijke concert werd de volbezette Stadsgehoorzaal opgeschrikt door de overrompelende inzet met veel slagwerk en koper van de 'Chichester Psalms' van Leo nard Bernstein. Koor en orkest zetten zich hier aan de apotheose van hun decemberconcert. On danks de hoge snelheid waarmee de Hebreeuwse lettergrepen el-< kaar soms opvolgden, leed de ar-' ticulatie geen schipbreuk. Psalm 23 'De Heere is mijn herder' be gint met een lyrisch, bijna naiëve solo door een jongens(mezzo)so- praan van de Koorschool St. Bavo in Haarlem. Schijnbaar on bewogen sloeg de solist zich door de enorme hoogteverschil len van de melodie heen. De harp die samen met de sopraan het beeld van de jonge David op roept was een grote steun bij de ze capriolen. Kenmerkend voor de geweldige inzet van alle uit voerenden was dat gedurende de volle lenge van de uitvoering het niveau op een constant hoog peil bleef. MONICA SCHIKS vatorium in Den Haag gewonnen. Hij werd winnaar in de categorie piano voor jongeren van 15 tot en met 19 jaar. De 15-jarige Folke Nauta uit Die- penheim werd tweede. De 17-jarige Natasja Douma uit Den Haag en de 18-jarige Daphne Gerrits uit Apel doorn deelden de derde plaats. In de categorie Hoorn voor jon geren van 12 tot en met 15 jaar wer den geen eerste en tweede prijs uit gedeeld. De 14-jarige Erwin Wie- ringa uit Roermond kreeg de derde prijs. Bij de hoornisten van 16 tot en met 20 jaar werd de 19-jarige Ward Assmann uit Nijmegen tot winnaar uitgeroepen. De 18-jarige Allard Robert uit Apeldoorn werd tweede. Bij de dwarsfluitisten van 12 tot en met 15 jaar moeten de 14-jarige Wendy van Nes uit De Hoef en de 15-jarige Mariska Bleidorn uit De Lier de derde plaats delen. Er wer den in deze categorie geen eerste en tweede prijs toegekend. In de categorie fluit voor 16 tot en met 20 jaar kregen Ellen Vergunst (18, Al phen aan de Rijn), Marie-Louise Hekman (19, Utrecht), Desirée Ver gers (19, Beverwijk) en Liesbeth Niesten (20, Hulst) allen de tweede prijs. Hier werden geen eerste en derde prijs toegekend. Simon Vinkenoog nog steeds 'jongen van deze tijd' 'Ik wil iedereen van het leven laten genieten'. Een typeren der uitspraak van dichter Si mon Vinkenoog is haast niet te vinden. Hij reist heel Neder land rond om voordrachten en poëzieworkshops te houden. Niet als verbitterde vijftiger, maar als 'jongen van deze tijd'. Morgen is hij vanaf 20.30 uur te zien en te horen in de Hol- landsche Tuyn te Leiderdorp. door Titia C.Buddingh' AMSTERDAM - "Ik ben een springlevend iemand, die probeert iedereen van het leven te laten ge nieten en z'n geluk met ze te de len". Vanuit zijn woning in het hart van Amsterdam kijkt hij voor een moment bedenkelijk tussen de boeken en stapels papieren door naar buiten. "Ik heb sinds een jaar een nieu we vriendin die mijn leven erg ver rijkt heeft. Daardoor heb ik weer heel veel plezier in het leven. Dat had ik altijd al, want ik had kinde ren en idealen om voor te leven. Maar ook is het leuk om weer ge lukkig te kunnen zijn, wat ik een aantal jaren dus niet was. Ik heb wat je noemt gemoedsrust 'peace of mind'. Maar het is ook heerlijk als je iemand hebt die 'lieverd' te gen je zegt en tegen wie je 'lieverd' kunt zeggen". Al vijf jaar lang houdt Vinken oog poëzieworkshops, waarbij on geveer twintig mensen aktief met poëzie bezig zijn. "Meestal geef ik een thema op, waarover we schrij ven. Dan een kwartiertje stilte, en iedereen om de beurt voorlezen. Geen kritiek, gewoon louter schrij ven. Waanzinnig interessant". Ineens verhuist de dichter met zijn verhaal naar New York. "Daar heb je van die slums, de echte ach terbuurten. In de 'Vrij Nederland' staat een artikel daarover. Midden in die slums is er een tekenleraar die de jongens laat tekenen, schil deren en schrijven over een be paald thema. Sommige hangen in een museum, want zo gaat het ook weer in dat systeem. Als het goed is, is er een markt voor. Dat is voor de jongens van het volk een manier om uit de goot te komen. De show business, sport, iets behendigs of iets in de kunst. Het is jammer dat er in deze maatschappij niet in de eerste plaats aan talent wordt ge dacht. Hoogbegaafden hebben het vaak zo moeilijk. Ze worden vaak als lui beschouwd, dat ze niet wil len werken". Terwijl hij een nieuwe sigaret uit het pakje vist, ky kt hij even naar de filmploeg die verderop in de straat bezig is. "Het is toch een krankzin nige wereld waarin je leeft. Dat mensen zo zwakzinnig zyn dat ze vastgebonden moeten worden. En de mensen weten het, maar ze wil len het niet weten. Jaren geleden heb ik het verhaal ook al eens ge hoord. Ik kon het haast niet gelo ven. Iemand was geweest in zo'n inrichting, waar hij dat gezien had. Als je dan naar India kijkt. Daar is alles op straat. Er wordt gestorven op straat, je ziet er mismaakten en zieken. Hier wordt alles wegge stopt, rust op alles een taboe". Vinkenoog wordt regelmatig uit genodigd door scholen. Vooral in het kader van zestiger-jaren-pro- jecten. "Ik leg in eenvoudige woor den uit wat ik doe en probeer wat over mijn leven te vertellen. Het ge woon even terug brengen op het menselijk vlak. Ze zien het altijd zo in cliché's en categorieën". "Waar de belangstelling voor de zestiger jaren vandaam komt? Ach, het zijn niet eens de jongeren. Het zijn die leraren die graag weer te rug willen naar de tijd dat ze jong waren. Dan kom ik op zo'n school Simon Vinkenoog: "Ik heb het woord 'leedvermaak'uit mijn woordenboek geschrapt" Muzikale komedie 'Oude Nieuwe Vrienden' Muzikale komedie 'Oude Nieuwe Vrienden' van Jos Brink (tekst). Frank Sanders (regie) en Bert Stoots (muziek en pianobegelei ding). Gezien in: Stadsschouwburg, Haarlem. Met: Georgette Ha- gedoom. Georgette Rejewski, Lucy Steyn, Guus Verstraete sr., Sacco van der Made, Truce Speyk, Jack Bow, Marcel Maas en Stan Limburg. Decor en kostuums: Jan Aarntzen. HAARLEM - Zeven oude eiken van de vaderlandse podia. Van uiteenlopende signatuur en begaafd heid. Sommigen nog actief, anderen in ruste, maar allen nog. hoogst vitaal. Een onuitroeibaar soort vakmensen die iets van die onzegbare magie van het grote amusement en theater vertegenwoordi gen, hoewel ze ongetwijfeld meer verleden dan toe komst in zich verenigen. Voor hen heeft Jos Brink een stuk geschreven. Een komedie met liedjes ei genlijk, die na de pauze uitmondt in een dolle caba reteske revue zonder veren en pluimen. Deze senioren mogen (de een meer, de ander wat minder) zichzelf spelen. Ze treffen elkaar, kissebis send en kattend, in de recreatieruimte van een won derlijk soort bejaardentehuis. Deze instelling wordt onder het merkwaardige regiem van een jong direc- teurtje ten gevolge van ministeriële maatregelen met opheffing bedreigd. Met als centrale figuren Georgette Hagedoorn, Georgette Rejevski en Mar cel Maas als de directeur sluiten ze de gelederen en geraken ze beschaafd in opstand. In feite.doet het kluchtige en soms onwaarschijn lijke gegeven er niet toe. Het wordt spoedig duide lijk, dat krachtig opgestookt sentiment de aanlei ding en tevens het doel vormt voor tekst en lied, als mede enige beweging. Daar is byna alles mee ge zegd. Ik heb me dus voorgenomen niet te zeuren over wat er niet klopt en wat er mis gaat op het to neel. Jos Brink laat de zeven dames en heren in combi natie met twee jonkies en pianist Bert Stoots een paar honderd grappen zeggen. Sommige daarvan zijn bejaarder dan de cast zelf, doch minder leeftijd- loos en vervaardigd van het dikke hout waarvan men planken pleegt te zagen. Ik hoef u Brink niet te leren kennen. Gewiekst houdt hy de boel op de been en op het podium we ten ze hem in een spuuglelijk decor te volgen. Dat werkt. Hun publiek smult van de herkenning. JACQUES d'ANCONA terecht en dan hebben ze gepro beerd weer een beetje die sfeer te scheppen. Dan lopen de leraren met bandjes in het haar en hebben ze één of ander tafelkleedjasje van zolder gehaald. Mensen hebben al tijd de behoefte om terug te kij ken". Hoe denkt Vinkenoog dan dat er over twintig jaar tegen de tachti gerjaren wordt aangekeken? "ik heb geen computer in huis, de video is geleend. Ik heb geen fax. Ik zou best wel een fotokopi eerapparaat willen hebben. Ja, ik denk wel dat de tachtiger jaren in het teken van de ontwikkeling van de machinerie gestaan hebben. Het gebruik van de tekstverwerker, de piecie, die ciedie en het hele audio- visio-beeldschermgebeuren. Maar over twintig jaar? Je weet het nooit. De Dadaïsten wisten niet dat ze een vernieuwende beweging wa ren en de vijftigers wisten niet dat ze opeens met z'n allen in het schoolboekje zouden komen. Er is een uitgever, die vraagt om een boekje. En dat boekje slaat in als een bom en sindsdien wordt er ge sproken van voor en van na de vijf tigers. Zoals er in andere opzich ten- gesproken wordt van voor de oorlog en van na de oorlog. Ja er zyn zoveel wonden geslagen in die oorlog". Chaos Terwijl hij zelf de zestig al gepas seerd is, heeft Vinkenoog nog veel contact met jongeren. Dat komt niet alleen door zijn kinderen, maar ook doordat hij regelmatig scholen bezoekt. Wat denkt Vin kenoog van de jongeren van nu? "Ze hebben wat meer zelfver trouwen, ze zijn wat pragmati scher. Dat zei Smeets vorige week in het NRC-Handelsblad. Het zijn de kinderen van de mensen die in de zestiger jaren jong waren. Het zijn heel relaxte figuren. Maar ze hebben het moeilijk met het aids waar ze zo bang voor gemaakt wor den. Vroeger was het zo dat je moest zorgen dat je vriendin niet zwanger raakte. Want dan moest er een illegale abortus gepleegd wor den. Hele verhalen over aborteurs en aborteuses. Ik heb dat zelf mee gemaakt. En toen kwam de pil en dat was de grote bevrijding". De ta boes zijn volgens Vinkenoog nog niet allemaal doorbroken. "Pedofi lie is een taboe, en incest. Ik ben wel voor grensoverschrijving en voor vrijheid. Maar vrijheid houdt wel verantwoordelijkheid in. Het moet altijd de liefde dienen, zal ik maar zeggen. Ik vind bijvoorbeeld dat cynisme niet zou moeten mo gen. Cynisme vind ik zielig. Al die cynische schrijvers, mensen die al leen maar kwetsende dingen schrijven. Dat vind ik gezond heidsondermijnend, een zeker normbesefbederf. Ik heb gepro beerd uit mijn woordenboek het woord 'leedvermaak' te schrap pen". Maar is cynisme niet meestal een vorm van zelfbescherming? "Ja. Maar dan is dat het taboe. Waarom zou een mens zich moeten beschermen. Waarom is hij überahupt bang. Je zou de angst de wereld uit willen helpen. Want aan angst gaat die wereld ten onder. Door te piekeren worden de din gen waarover je piekert alleen maar erger. En wat er gebeurt moet toch gebeuren. We hebben gewoon moed nodig om te kunnen overle ven. En die moed haal je uit jezelf. En dat gaat van God tot duivel, in jezelf. Een heilige en een moorde naar. God is een prachtig beeld, zo groot mogelijk. Het is allemaal cha os. We staan nog aan het begin van de schepping. Iedereen moet zijn eigen schepping maken". Wat vindt Vinkenoog van het li teratuuronderwijs zoals dat van daag de dag op scholen wordt gege ven? "De leerlingen weten niks. Maar misschien moet niet iedereen literatuuronderwijs krijgen, maar alleen de kinderen die het echt in teresseert. Projectgericht zou het leuk zijn. Ben je geïnteresseerd in een schrijver, dan laat je mensen wat van die schrijver lezen. Het buro Schrijvers School en Samen leving doet heel goed werk". Zijn kinderen zijn voor Vinken oog erg belangrijk. Wat vinden zij ervan om een dichter als vader te hebben? "Heel raar. Maar ze zijn er aan ge wend. En ze houden van me en ik houd van ze. Tja, waarom lachen ze altijd by de naam Vinkenoog en niet bij de naam Veldhoen. Dat is toch ook een vogel!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 20