'Vis kweken is vooral kijken' Simpele ingreep leidt tot milieuvriend Simpele ingreep leidt tot milieuvriendelijker auto Jonge bedrijfstak in Noorwegen groeit opzienbarend Ook aandacht voor andere soorten Uitvinder Doyer: 'Ionisatie-katalysator vergroot trekkracht en verbranding' ZATERDAG 10 DECEMBER 1988 PAGINA 33 Noorse viskwekers houden het voor lopig op zalm en regenboogforel. Te meer omdat de prijs van zalmen nog flink naar beneden kan voordat de kwekerij niet meer lonend is. Toch is er ook aandacht voor het kweken van andere vissoorten. Verwacht wordt in de loop van 1991 de eerste ge kweekte heilbot kan worden gecon sumeerd. Ook wordt gewerkt aan het kweken van kabeljauw en zeewolf. Wetenschappers proberen deze drie vissoorten te telen op goedkoop visafval. Voor zalm en forel is momen teel het voer het duurste onderdeel de teelt. 'Vissen kweken is kiikpn- steeds maar weer kijken', zegt Werner Kru- se terwijl hij op de vlonder tussen de bassins met zalmen en regenboogfo rellen loopt. Zo nu en dan strooit hij een handjevol voer in de bassins en daarbij let hij aandachtig op het ge drag van de vissen. Vooral de eetlust blijkt bepalend te zijn voor zijn oor deel. door Henk Venhuis Werner Kruse is Westduitser, maar hij is al jaren werkzaam op een van de vele zalm- en forelkwekerijen in de Noorse fi orden. De uitgestrooide brokjes voer zijn voor de vissen extraatjes. Normaal krijgen ze het voer uit automaten boven de bassins. Werner heeft geen hoge pet op van de kwekers die de computergestuurde in stallaties alleen het werk laten doen. Au tomatisch voeren heeft nut en is in zeker opzicht zelfs eer. noodzaak, maar het mag er volgens Kruse nooit toe leiden dat de zalmen en forellen lange tijd aan hun lot worden overgelaten. In feite zwemmen de vissen gewoon in het zoute water van de fjord, zij het dat hun vrijheid wordt beperkt door de net ten waarvan bassins gemaakt zijn. Het verschil tussen de netten met forellen en die met zalmen wordt duidelijk als Kruse links én rechts wat voer uitstrooit. Bij de zalmen gaat het water aan de oppervlak te wat krachtiger bewegen; bij de forel len is het alsof het plotseling gaat koken. Kruse neemt de bewegingen met genoe gen waar. "Door op de eetlust te letten kunnen we de eventuele gevolgen van ziekte en algenbloei tot een minimum beperken", zegt hij. Verscheidene Noorse collega's delen zijn mening. Ook zijn ze eensge zind over de zorg die aan het milieu be steed moet worden. Een miljard Voor Noorwegen is het kweken van vis een bedrijfstak van betekenis geworden. Het is nauwelijks twintig jaar oud en al leen het kweken van zalm is al goed voor een export van ruim een miljard gulden. Naar verwachting zal er dit jaar in totaal 70.000 ton zalm worden 'geslacht' en dat is bijna 50% meer dan vorig jaar. De stormachtige groei blijkt vooral na ver gelijking met het totaal van 1980: 4.150 ton. De explosieve ontwikkeling heeft ech ter ook een aantal problemen aan het licht gebracht. "Overal waar vele leven de wezens bijeen zijn gebracht is meer kans op ziekten", geeft directeur Ivar E. Wartdal van het bedrijf Aalesundfish toe. "We hebben er mee te leven, maar we kunnen het aan". Volgens hem zien de Noren niet lijdzaam toe. Als voorbeeld noemt hij zijn eigen bedrijf, dat de zalm van 10 tot 15 kwekerijen verwerkt. Het kent, zoals, hij het noemt, 'de sanitaire slacht' en dat wil zeggen dat er een geslo ten watersysteem is zodat er geen bloed en visresten in de fjord terecht komen. Ook Gunnar Nore, directeur van het bedrijf Kvalos in Maloy, zegt het logisch te vinden dat de sterke groei van de be drijfstak een toename van het aantal ziektegevallen met zich brengt. Hij heeft echter een uitgesproken fel standpunt over het toedienen van antibiotica aan zieke zalmen. Toedienen acht hij accep tabel, maar alleen als daarna zolang wordt gewacht met het slachten dat zelfs het geringste spoor verdwenen is. Er mag nooit een zalm uit Noorwegen wor den geëxporteerd met enig restant van antibiotica. "Het zou het einde van de be drijfstak zijn", pleegt hij te zeggen. Pal Saetre, de voormalige diepzeevis ser. die nu samen met zijn broer Olfar het goed functionerende bedrijf West-Star Laks AS runt, verklaart de gedragslijn bij het toedienen van antibiotica aan zie ke vissen nader. "Na zeven dagen een middel te hebben gegeven moet er 's zo mers ongeveer zestig en 's winters ne gentig dagen worden gewacht. Na 30 da gen weetje al of de zalm genezen is, maar voor de zekerheid wachten we daarna nog enkele tientallen dagen", zegt hij. Die extra wachttijd is niet wettelijk voor geschreven maar het is een onderlinge Hij past precies bij het cliché waar mee uitvinders vaak worden be schreven. De 68-jarige Bussumer C. Doyer is bijna kaal, draagt een rond brilletje en hem onderbreken met de vraag zijn uiterst technische betoog te verduidelijken is bijna zinloos. door Marcel Gelauff Afstand nemen van het ingenieursvak en zijn uitvindingen lukt hem maar moei lijk. "Ik word er vaak op gewezen dat ik de dingen nog veel simpeler moet bren gen dan ik al denk te doen. En dat terwijl het allemaal toch heel simpel is. Alleen hebben veel mensen er moeite mee om iets dat ze niet kennen te begrijpen, hoe eenvoudig het ook is". Doyer praat continu door, bladert voortdurend in zijn mappen met pappe- rassen waarin zijn strijd tegen het onge loof over zijn uitvindingen voor het nage slacht is vastgelegd, en spreekt zijn ver bazing uit over "de stompzinnigheid van mensen die in de file staan". Klokken "Als ik in de file sta, trek ik niet steeds een paar meter op. Daar word je dood moe van en het is slecht voor je auto. Dus laat ik een gat van een paar honderd me ter vallen en rijd dan weer door. Maar wat krijg je dan? De mensen gaan toete ren dat ik door moet rijden en worden boos op zo'n oude baas achter het stuur", aldus Doyer. "Ik begrijp niet waarom ze op plaatsen waar vaak files zijn geen klokken en ver keerslichten zetten. Je zet het verkeers licht op rood en de klok geeft aan dat het bijvoorbeeld vier minuten rood blijft. Dan kun je je motor afzetten en een krantje lezen, of je scheren en als het licht groen wordt eén keer een heel eind doorrijden. Van al die stfress heb je zo geen last en het spaart het milieu. Dat is toch heel eenvoudig lijkt me, maar het Zijn naam is puur Noors, evenals zijn beroep. Pal Saetre voer vele jaren op de visvangst in verre zeeën en hij is daarmee pas gestopt toen hij in de fjord vlakbij zijn huis vissen kon gaan kweken. Met hem en met verscheidene anderen sprak een van onze verslaggevers tijdens een reis van Kristiansund tot Bergen. Aan de orde kwamen niet alleen de financiële aspecten maar ook vraagstukken als ziekten van de vissen, algenbloei, afvalstoffen en het ontsnappen van zalmen. Positieve en negatieve kanten van de aquacultuur die zelfs in Noorwegen betrekkelijk jong is. De groei van de bedrijfstak was opzienbarend en zal dit ook nog wel even blijven. Zeker nu wordt getracht naast de traditionele zalm en forel ook andere vissoorten te kweken. In Noorwegen gekweekte vis ligt binnen drie dagen op tafel bij de consument in Japan of de Verenigde Staten. De Noren zijn en blijven dé zalmkwekers van de wereld en de meeste viskwekerijen bevinden zich vooral in de fjorden. uoto-s gpd> afspraak van de organisatie van viskwe kers. Als het genezingsproces niet lukt, mo gen de dode zalmen zelfs niét naar de vis- meelfabrieken. Ze moeten naar een de structiebedrijf dat ervoor moet zorgen dat er geen besmettingsgevaar overblijft voor noch de gekweekte noch de wilde zalm. "Tot ongeveer driejaar geleden waanden we ons in de hemel", vertelt de bedrijfs leider van een kleinere zalmkwekerij bij Maloy. "Toen kregen we met ziekten te maken: in feite met drie. De derde is het meest problematisch; we weten er name lijk weinig van. De vraag is of het een vi rus is. En dat zou heel vervelend zijn. Maar het onderzoek is nog gaande. Het kan nog wel een jaar duren voordat we het fijn ervan weten". Deze bedrijfsleider prijst zich gelukkig dat zijn farm nog gespaard is gebleven. Hij weet enkele andere kwekerijen te noemen, die 70 tot 80% van alle vissen aan een ziekte hebben verloren. Ook hij is voorstander van het sanitair slachten. "Goed voor het bedrijf maar ook goed gebeurt niet. Iets nieuws wordt maar heel moeilijk aanvaard. Dat is ook de re den dat het echte uitvinders zo'n moeite kost hun vinding op de markt te bren gen. Niemand neemt ze serieus"... Zijn uitvindersloopbaan begon met een machine die grond weg kan slinge ren. "Ze zijn nu algemeen gebruik. Dat apparaat zorgt ervoor datje bij voorbeeld zout of aarde kunt verplaatsen, over een schutting of zo". De ionisatie-katalysator dateert ook niet van een paar dagen gele den. "Oh nee, die heb ik al jaren", lacht hij. "Sinds 1981 al. Het was niet zo moei lijk. Ik heb dat ding uitgevonden en 'm op een middagje even in mijn eigen auto gezet. Ik had een diesel. Daar heb ik bij na 100.000 kilometer mee gereden en het werkte perfect". Hij doet de motorkap van zijn Peugeot open en wijst op het luchtfilter. Er is niet meer te zien dan twee gekleurde draad jes die met de accupolen zijn verbonden en in het luchtfilter verdwijnen. "Hoe het werkt? Je zou het waarschijnlijk niet be grijpen, maar dat is natuurlijk ook het ge heim van de smid. Ik ga niet aan Jan en Alleman zomaar vertellen wat ik heb be dacht". Volgens Doyer is het grote voordeel voor het milieu". Hij vertelt ook over de invloed van de kwekerijen op de kwali teit van het water in de fiord en op de bo dem onder de netten. Bij het gebruik van de huidige bassins is het uiteraard niet te voorkomen dat de uitwerpselen van de vissen via de mazen vari de netten naar de bodem zakken. De stroming in de fjord heeft daarop welis waar enige invloed maar onder de mees te netten ligt toch een laag van zo'n twin tig centimeter dikte. Betrokkenen zeg gen dat metingen hebben uitgewezen, dat het zuurstofgehalte vlak boven die laag en dicht eromheen hoog genoeg is. Het onder meer in Schotland geuite bezwaar dat er ook veel voedselresten door de netten zakken wijzen de Noren van de hand. Ze wijzen op het gebruik van automatische voederinstallaties, die met tussenpozen steeds afgepaste hoe veelheden voer uitstrooien. Hierdoor wordt vrijwel al het voer opgegeten. Toch blijft men zorgvuldig aandacht schenken aan het probleem van het be zinksel. Zo nodig worden de lagen ver van zijn ionisatie-katalysator dat de trek kracht van een automotor met 25 procent toeneemt. "Het is echt waar. Je geeft gas en het ding rijdt opeens veel harder". De uitvinder bestookte instanties als TNO en personen als minister Smit-Kroes en premier Lubbers met informatie over zijn vinding maar niemand luisterde. Hij laat brieven uit 1984 zien. Soms kwam er een vriendelijk antwoord terug, zoals on langs van de huidige minister van ver keer en waterstaat, maar daar bleef het bij. Totdat Doyer bij Volkswagen bin nenstapte om een nieuw model te bekij ken en over zijn vinding vertelde. Hij trof iemand die hem het voordeel van de twij fel gunde en besloten werd dat Doyer zijn vinding in een Volkswagen diesel mocht laten inbouwen. Trekkracht Op 17 november werd de wagen getest en Doyer was niet verbaasd over het re sultaat. De katalysator werkte. Een woordvoerder van de technische afde ling van Volkswagen- en Audi-importeur Pon in Leusden bevestigt dit: "Normaal accelereert deze diesel in 20 seconden naar 100 kilometer per uur. Met de kata wijderd (weggeblazen) of worden de bas sins verplaatst. De verwachting is dat de uitwerpselen in het water van de fjorden snel worden afgebroken. Directeur Gun nar Nore zegt echter eerlijk dat er nog maar weinig te zeggen valt over de gevol gen van het opeenhopen van de uitwerp selen. "We moeten er meer van weten. Wat gebeurt er bij voorbeeld als er in zo'n laag gassen ontstaan?" De vaak gehanteerde vuistregel van 100 ton voedsel per jaar voor 50 ton zalm (onlangs nog voorkomend in verslagen over fish-farms in Schotland) hanteren de Noren niet. Nodig is 1,3 kg droog voer voor elke kilogram te kweken zalm. Als in het voer ook slachtresten uit de visin- dustrie zijn verwerkt is er 1,6 tot 1,8 kg nodig. Te veel voer geven verhoogt niet alleen de kans op vervuiling het is ook fi nancieel niet aantrekkelijk. Dreiging Ziekten vormen een bedreiging, maar dat geldt ook voor de algen. En hierbij wordt beslist niet alleen gedacht aan de geweldige algenbloei die in mei van dit jaar de internationale pers haalde. Die bedreigde vanuit volle zee alleen de zuid kust en het meest zuidelijke deel van de westkust van Noorwegen, maar de gewo ne groene en bruine algen vragen altijd en overal langs de kust aandacht. "Het is beter als er helemaal geen algen in de fiord zijn", aldus Pal Saetre. "Je ziet het ook aan de vissen, als er maar een spoortje alg in het water zit vermindert de eetlust van de vissen al". "We hebben dit jaar een prachtige zo mer gehad maar het had wel tot gevolg dat het zeewater gemiddeld 16 of 17 gra den was waardoor de algengroei werd bevorderd", valt op verschillende vis kwekerijen te horen. Nadelige invloed hebben ook de resten van kunstmest stoffen en van wasmiddelen in het water. De vervuiling door de kwekerijen zelf wil men graag als oorzaak zien te voorko- Vogels en robben houden wel van een visje en dat doet de vraag rijzen of er ook op wordt geschoten. Het is een vraag die op alle bezochte bedrijven tot een vrijwel gelijke reactie leidt en die in hooflijnen overeen stemt met hetgeen een van de broers Saetre zegt: "Ja, ik heb weieens een vogel geschoten, maar niet in die zin dat het me om het afschieten van een aantal te doen was. Dat zou niet veel hel pen en onze wetten laten het niet toe vo gels te schieten, omdat ze een visje ste len. En robben zien we hier in westelijke fjorden nauwelijks". Als alles goed gaat kan een zalm in twee jaar in gewicht toenemen tot maxi maal zes kilogram. De regenboogforel blijft meestal iets lichter. Zalmen van drie tot vier kilogram worden tegen woordig het meest gevraagd. Ze worden vers geleverd en kunnen uiterlijk drie dagen na het slachten in de Verenigde Staten en in Japan aan de consument worden geleverd. Zwaardere zalmen worden door de industrie afgenomen om ze te roken. Tijdens de bezoeken aan een aantal kwe kerijen valt op dat de bassins goedge vuld zijn, maar niet overvol. Uit eigenbe lang beperken de kwekers de inhoud tot 30 kg vis per m3. Vier meter diepe bas sins hebben een totale inhoud van zo'n 500 kuub, zodat dit dus goed is voor 15 ton. De zalmen worden in het zoute water uitgezet als ze ongeveer een jaar oud zijn. Tot dat moment heeft de smolt, zoals de ze jonge zalm wordt genoemd, in specia le kwekerijen alle aandacht gehad. Aan het begin is er het afstrijken van de stam- vissen. Van een aantal zorgvuldig gese lecteerde vrouwtjes wordt de kuit gestre ken en van mannen de hom (het zaad). Werner Kruse werkt in een kwekerij die de eigen smolt kweekt. Hij vertelt waar om voor het strijken zeer grote vissen worden gebruikt. "Algemeen gelooft men dat grote eieren meer overlevings kans hebben en grote eieren komen nu eenmaal uit grote vissen". Droevig Kruse werkt graag met die geweldige vissen. Hfi kan ontzettend droevig wor den als hij voor het strijken de 15 tot 20 kilogram zware mannen ziet en weet dat ze geen lang leven meer beschoren zijn. Ze zijn, zo vertelt hij, na éénmaal strijken ten dode opgeschreven en worden dan zo agressief dat ze elkaar dodelijk ver wonden. De vrouwtjes kunnen tot drie maal toe kuit leveren. Een tweejarige zalm levert ongeveer 4800 eitjes per liter en een vierjarige zo'n 3400. Kwekerijen, die smolt moeten kopen zijn er een niet onaanzienlijk bedrag aan kwijt. Voor de éénjarige smolt moet on geveer f 4,50 worden betaald. Sommige kwekers proberen de kosten te drukken door visjes van een paar maanden oud te kopen (ongeveer f 1,20 per stuk), maar er is dan meer kans op sterfte. De selectie van stamvissen is er een van grote getallen. Van 600.000 éénjari gen blijven er na enige tijd 2000 over voor een verdere beoordeling en dit aantal wordt later nog eens teruggebracht tot 500. Hieruit worden tenslotte de exem plaren voor het strijken gekozen. Wat er ook met de vissen gebeurt, ze ker is dat ze niet buiten de kwekerijen in de fiorden en in de rivieren mogen ko men. Toch schijnt dat niet altijd te voor komen te zijn. In maart van dit jaar deel de het Noorse directoraat van natuurbe heer mee dat langs de westkust 27 rivie ren waren onderzocht en dat in de helft daarvan gevluchte gekweekte zalm was aangetroffen. Twintig procent van de mannelijke en 11 procent van de vrouwe lijke vissen waren van kweek afkomstig. Een vermenging met de wilde zalm wordt ongunstig geacht. Eerder had professor Harald Skeijer- vold van de Noorse Raad voor Zeekwe kerijen verklaard dat ontsnapte zalmen de specifieke erfelijke eigenschappen van de wilde stammen bederven. Hij be nadrukte toen dat binnen zeven jaar de erfelijke eigenschappen van enkele wil- de-zalmstammen gehalveerd zullen zijn als een dergelijke genetische verontrei niging op dezelfde voet doorgaat. Ivar Wartdal van de visindustrie in les- und ziet nog een ander bezwaar. "Ont vluchte, gekweekte zalmen nemen in de rivieren de plaatsen in waar de wilde zalmen jaar in jaar uit terugkomen en dat werkt verstorend". Niet intensief Het kweken van vis is niet arbeidsinten sief. In de 700 bedrijven vinden niet meer dan 5000 personen werk. Toch is men in Noorwegen enthousiast over de viskwe kerijen. "Ze gaan de trek naar de stad te gen", zegt Karin F.H. Dankertsen van de Ontwikkelingsraad in Flor. "Soms heeft de vestiging van een visfarm zelfs tot ge volg gehad dat een eilandje bevolkt is ge bleven". De Noren zijn en blijven dé zalmkwe kers van de wereld. De verwachting is dat in de komende jaren de wereldpro- duktie met 25% per jaar zal stijgen tot 200.000 ton in 1990. Noorwegen neemt daarvan 50 tot 60% voor zijn rekening. Goede kansen acht men dan ook wegge legd voor de studenten van de beide hbo- scholen voor aquacultuur. Tijdens een bezoek aan de districtsschool in Sogne- dal worden onder meer proeven getoond met de kweek van kabeljauw. De school leidt in een driejarige cursus per jaar 24 studenten op. Ze moeten de toekomstige managers worden die onge twijfeld ook geconfronteerd worden met de vraagstukken van ziekten, algen, be zinksel en ontsnappende vissen. motoren loopt de temperatuur op tot wel duizend graden, maar met mijn vinding is dat helemaal niet nodig. Ik heb een motor ontwikkeld die niet meer dan zes tig graden nodig heeft en warmte uit de omgeving gebruikt. Ik heb er thuis twee staan. Dit biedt de mogelijkheid in de toekomst veel kleinere en veel lichtere motoren te bouwen. Het rendement van mijn motor kan oplopen tot 62 procent, terwijl een benzinemotor maar 28 pro cent rendement geeft. De rest van de energie gaat verloren". Natuurwet Hoe het procédé precies werkt, wil hij niet zeggen. Ook in dit geval geldt dat het te ingewikkeld zou zijn om uit te leggen, en de nieuwe natuurwet die Boyer zegt te hebben uitgevonden, is helemaal abacadabra voor de leek. "Bovendien heb ik geen patent op de lage temperatuurmotor en de ionisatie- katalysator. Ik ben nu bijna zeventig jaar. Als je patent aanvraagt, ben je er nog niet v^ant dan moet je het zien te ver kopen en als je dat niet tijdig doet, ver loopt je patent en ligt je vinding op straat Misschien dat er nu, na de test bfi Volkswagen wat op gang komt. Klanten heb ik tot dusver niet, want niemand ge looft me. Je kunt je ook afvragen of be drijven als Shell, de autofabrieken of de oliesjeiks op mij zitten te wachten. Trou wens, ik ben uitvinder, ik heb mijn werk gedaan. Anderen moeten maar zien wat ze er mee doen. Het is met uitvinders net als met de loterij. De hoofdprijs wordt maar een heel enkele keer uitgekeerd. Maar hfi bestaat wel" Voor ing. C. Doyer uit Bussum staat vast dat de hedendaagse auto met een simpele technische ingreep veel efficiënter en milieuvriendelijker kan rijden. Daartoe hoeft alleen de 'ionisatie-katalysator' die Doyer heeft uitgevonden in het luchtfilter van auto's te worden ingebouwd. Een gesprek met een man die zich een professionele uitvinder noemt, 43 patenten op zijn naam heeft staan, maar die het nauwelijks interesseert wat er met zijn vindingen gebeurt. De Bussumse uitvinder Boyer bij zijn auto met de ionisatie-katalysator: Het hoeft niet meer dan honderd gulden te kosten. Het stelt echt niet zoveel voor en we worden er allemaal beter van". (foto gpd» symptomen, maar de oorzaak aanpak- lysator van Doyer deed hij het in precies 15 seconden". Doyer legt uit: "Niet alleen werd aan getoond dat de trekkracht 25 procent toenam, maar bovendien heeft mijn vin ding het grote voordeel dat de verbran ding optimaal is. Dat is juist de truc. De huidige automotoren zijn feitelijk ondin gen. Er klopt heel veel niet aan, en dat wordt opgevangen met noodgrepen. Met mijn vinding hoeft dat allemaal niet meer. De verbranding wordt honderd procent, zodat je niet al die vervelende stoffen in de uitlaatgassen hebt die je er eigenlijk niet in wilt. Je moet niet de ken. En duur is het niet, mijn katalysator hoeft niet meer dan honderd gulden te kosten". Volgens Doyer is zijn katalysator ge schikt voor straalvliegtuigen en kolenge- stookte centrales. "Eigenlijk zijn auto's helemaal niet zulke grote vervuilers. Het kwaad komt vooral van de straalvliegtui gen, die erg veel onvoUedig verbrande kerosine in de lucht achterlaten. Maar die katalysator is eigenlijk niet zo inte ressant meer", zegt hij achteloos. "Veel boeiender is mijn LT-motor". Dat blijkt te staan voor lage-tempera- tuurmotor. "In de huidige verbrandings

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 33