Verliefd op de woestijn
Leidenaar Alfred Steenwinkel
trok drieëneenhalf jaar lang
in z'n eentje dwars door Afrika
PAGINA 19
ZATERDAG 3 DECEMBER 1988
1
EX.
r:
JA
J
m BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
Het reizen zit de 37-jarige Alfred
Steenwinkel als het ware in het
bloed. Zijn moeder (net als zijn
vader zenuwarts; beiden voerden
decennia lang een artsenpraktijk
aan de Morssingel in Leiden) trok
bijvoorbeeld in de jaren dertig op
18-jarige leeftijd al in haar eentje
naar Finland, en zo zou het ook
haar zoon vergaan.
Een studie wis- en natuurkunde sneu
velde voortijdig, voornamelijk van
wege zijn drukke besognes als voor
zitter van de Leidse studentenzeilver
eniging De Blauwe Schuit. Niettemin
schopte hij het via een baan als verze-
keringswiskundige nog tot financieel
adviseur bij de bollenveiling Hobaho
in Lisse. Een dik betaalde baan, naar
hij zelf zegt, maar zijn echte grote lief
de was toch een tweedehands Merce
des 220 Diesel die hij in genoemde pe
riode kocht met slechts één doel: weg
wezen, al was het toen alleen nog
maar tijdens de vakanties.
Dit schijnbaar onverwoestbare
voertuig heeft thans de eerbiedwaar
dige leeftijd van 15 jaar bereikt, en
heeft er met vier ton op de teller
een flinke boodschap op zitten. Aan
vankelijk toerde hij er zo ongeveer
heel Europa inclusief de Sovjetunie
mee door, maar al gauw werd hem dat
te voorspelbaar. Nu alweer zo'n tien
jaar geleden koerste hij voor de eerste
keer richting Tanger, om daar onver
biddelijk linksaf te slaan. Via Alge-
rijë, Tunesië en Libië strandde hij uit
eindelijk bij de grens met Egypte, dat
weer eens in staat van oorlog met Is
raël verkeerde en op dat moment
geen hond doorliet. Alfred maalde er
niet om. Voor hem was hét alweer
mooi geweest, zijn vakantie zat er bij
na op, en in acht dagen tijd ontvouw
de zich de terugtocht van 7500 kilo
meter onder zijn gaspedaal.
Lesje geleerd
Hij had in elk geval één ding ge
leerd: namelijk zich te redden uit een
netelige situatie zoals hij die in de af
gelopen jaren nog vele malen in Afri
ka is tegengekomen. Op de heenweg
naar Egypte was hij aan de oostgrens
van de Libische hoofdstad Tripoli na
melijk gestrand bij wat hij achteraf
'het grootste gevaar van Afrika' pleegt
te noemen: een slagboom met ernaast
een man met een pet op. De beambte
liet hem niet door.
Alfred: "Maar ik had natuurlijk
geen 6000 kilometer gereden om me
door zo iemand de weg te laten ver
sperren. Op dat moment moet je op
een laag psychologisch niveau een
paar trucs toepassen. De psychologie
van de autpverkoper als het ware, die
er van uitgaat dat je die aüto koopt.
Een rode of een blauwe, daarover valt
nog te praten. In dit geval dus: dat je
door die slagboom komt. Of die man
je al of niet doorlaat, daarover ga je
dan niet discussiëren want dat verlies
je altijd. Nee, je vraagt: welke weg is
de beste naar Benghazi? Onzin na
tuurlijk, want er is maar één weg.
Kortom, na drie kwartier had ik hem
plat gepraat. Met handen en voeten
weliswaar, want ik spreek geen ara-
bisch".
"Maar toen gebeurde het. De slag
boom ging open, en ik reed zomaar
een militaire basis op. Dan besef je dat
je een blunder hebt begaan. Ik zag
Russiche MIG's met bommen eron
der en dacht: dit is linke soep. En ja
hoor, daar kwamen ze. Drie dagen
vastgezeten. Nu ben ik absoluut
stress-ongevoelig. Ik hoop niet dat
het arrogant overkomt, maar ik ken
geen paniek. Misschien wel achteraf,
maar op het moment zelf moet je je
heel nuchter afvragen wat er nou ei
genlijk aan de hand is. Je moetje ver
plaatsen in het standpunt van de. an
der. Ze verdenken je van spionage.
Die vent heeft me doorgelaten en dat
is fout. Maar als je dat zegt hang je. Je
valt namelijk hun systeem aan, en je
hebt bewezen dat het niet werkt, je
bent dus een bedreiging voor ze. Dat
moetje dus allemaal in drie seconden
overzien. En door almaar in vier talen
te blijven herhalen dat het een vergis
sing moet zijn kom je steeds hoger in
de hiërarchie. Telkens een sterretje
Inspectie
"Op 'n gegeven moment kwam ik
voor de zoveelste keer een kamertje
binnen en ik dacht: dit is de vent die
erover gaat. Bij hem moest ik mijn
wapens in stelling brengen. Nu had
den ze maar één hard bewijs voor een
mogelijk complot. Ik had namelijk bij
het eerste tankstation in Libië op een
Michelinkaart alle belangrijke plaats
namen in het arabisch laten opschrij
ven zodat ik daar 'n beetje op kon
koersen. Na heel lang doorzeiken ben
ik uiteindelijk opgestaan en zei tegen
hem: we gaan nu naar dat tankstation,
tweehonderd kilometer terug. Toen
wist hij dat ik het meende, en de zaak
was gesust. Om het geheel psycholo
gisch af te ronden voegde ik er aan
toe: maar nu nog een vraag, waar is de
weg naar Benghazi? Toen kreeg ik tot
mijn onbeschrijfelijke pret vóór en
achter mijn Mercedes een compleet
militair konvooi dwars door Tripoli,
compleet met zwaailichten. Prima
mensen, die me keurig op de juiste
plaats brachten. Daar salueerden ze in
de rij, en ik gaf ze allemaal een handje,
alsof ik een legeronderdeel inspec
teerde".
Hij was al met al precies op tijd
weer terug in Nederland om tijdig op
het werk te verschijnen. Maar de
fers in de jungle wordt gek genoeg ge
maakt door nijlpaarden. En die zijn
notabene vegetarisch, die eten geen
mensen. Maar ze zijn wel volkomen
onbetrouwbaar, gooien vaak boten
om, en veel Afrikanen kunnen nu een
maal niet zwemmen. Bovendien heb
ben ze de neiging tussen jou en de wal
te gaan zwemmen, en zie dan maar
eens aan de kant te komen".
"Buffels, ook zo onberekenbaar. Ze
staan daar idyllisch te herkauwen,
met vogeltjes op hun rug, een heel
sereen en rustgevend gezicht. En op
eens komt er dan twee ton vlees op je
af. Die beesten zijn verschrikkelijk
agressief, er is geen peil op te trekken.
Bij olifanten ligt dat weer anders. Ik
reed in de jeep een keer tegen zo'n pa
rade aan, en vooral de mannetjes heb
ben dan de neiging de kudde te verde
digen. Dan is er weer een regeltje. Rij
een paar meter terug, dan geef je ze
het gevoel dat ze gewonnen hebben
en dat je ze niet aanvalt. Strand je op
een neushoorn, blijf dan doodstil
staan, dan denkt ie datje een rotsblok
bent. Die beesten zien bijna niets, ze
moeten echt allemaal hoog nodig naar
de oogarts. Maar ga niet hollen, want
je krijgt ze gegarandeerd achter je
Onbewust heeft hij de chronologie
van dit verhaal al doorbroken. Want
de meeste van genoemde overlevings-
lessen leerde hij in de praktijk van een
bijna drieëneenhalf jaar lange tocht
door Afrika, waarvan hij zojuist is te
ruggekeerd. Aanvankelijk zou dat een
wereldreis worden: vanuit zuidelijk
Afrika per zeilboot naar Zuid-Ameri-
ka, dan liftend en per openbaar ver
voer naar een vriend in Canada, en
vervolgens weer terug naar Neder
land via China en de Sovjetunie, mits
dat politiek allemaal haalbaar zou zijn
geweest.
Grote stap
Het liep uiteindelijk allemaal an
ders, dus toch maar even terug naar
het begin. "Ik had op een bepaald mo
ment zo ongeveer alle landen gezien
die je in een vakantie van vier, vijf we
ken per auto kunt bezoeken. Mijn ac
tieradius was op, ik was intussen in
zo'n 35 landen geweest. En ik wilde
nog veel verder. Ik moest dus een
keus maken. Ik was niet getrouwd, en
niet gebonden aan hypotheken en
dergelijke. Dus nam ik ontslag. Nu ik
weer terug ben zijn er veel mensen ja
loers op me, maar ik zeg er dan wel bij
dat ik die kansen zelf heb gecreëerd.
Het was toch een grote stap".
Zoals gezegd, Steenwinkel ging
niet over één nacht ijs. Het laatste jaar
voor zijn vertrek volgde hij een offi
ciële vakopleiding tot garagehouder
met het doel zichzelf bij autopech al
tijd en overal te kunnen redden. Hij
nam lessen in zelfverdediging, las sta
pels boeken met reisverhalen en leer
de daaruit de nodige overlevingstech
nieken, praatte met menigeen die al
zo'n ervaring achter de rug had, en
schafte zich ten slotte via-via zo'n 20
kilo medicijnen aan om iedere kwaal
of ziekte zo veel mogelijk zelf te kun
nen behandelen. Hij verhuurde ten
slote zijn huis aan de Lange Mare in
Leiden en reed weg.
"Maar het probleem in Afrika is dat
je nooit iets echt kunt plannen. Je
kunt alleen een grote lijn vaststellen,
maar je kunt op ieder denkbaar mo
ment genoodzaakt zijn daarvan af te
stappen omdat er vooral in de zui
delijke landen dan weer ergens een
staatsgreep en dan weer een revolutie
is. Je weet dus datje hoe dan ook pro
blemen krijgt, je weet alleen nog niet
waar. Zo had ik bijvoorbeeld graag
naar Oeganda gewild omdat het daar
zo verschrikkelijk mooi moet zijn,
maar op het moment dat ik daar in de
buurt was kwam dat neer op pure zelf
moord. In het grensgebied met Zaïre
floten de kogels je om de oren, dus
daar zag ik maar van af. Bovendien
leerde informatie ter plaatse dat ik er
absoluut niet in zou komen. Maar ja,
dan kom je een maand later een vent
tegen die er zonder problemen door
heen is gereden. Je weet het dus
nooit".
Geen benzine
De problemen begonnen voor Alf
red al in Marokko. Omdat hij de twee
Sahara-tracks in Algerije al kende
koos hij voor de westelijke kustweg
naar Mauretanië. Libië was inmiddels
immers dicht, Egypte zou geen pro
blemen hebben gegeven, maar in Soe
dan zou hy stellig zijn gestrand. Van
daar. Maar eenmaal in het zuiden van
Marokko liep hij vast op de oorlog
met de Polisario-guerrilla's en moest
terug.
Dan toch maar de Algerijnse Saha
ra door, via Niger naar het toenmalige
Opper-Volta (thans Burkina Faso),
noordelijk naar Mali, terug naar Op
per-Volta, en zuidelijk naar Benin en
Togo. Omdat de toestand in Nigeria
op dat moment kritiek was waren de
grenzen voorlopig gesloten en moest
hij 4000 kilometer omrijden om via
Niger in Tsjaad te komen. Gelukkig
waren de grenzen daar bij zijn aan
komst pas drie weken open, na we
gens het conflict met Libië jarenlang
gesloten te zijn geweest. In grote stuk
ken van Tsjaad kende hij het genot
van een weg nagenoeg niet ("je reed
volmaakt op eigen navigatie").
De reis werd voortgezet naar Ka
meroen, de Centraal-Afrikaanse Re
publiek, dwars door de jungle van
Zaïre naar de dwergstaatjes Rwanda
en Burundi, en vervolgens het noor-
Lees verder op de volgende pagina
Wat aanvankelijk bedoeld was als een wereldreis werd een barre tocht van drieëneenhalf jaar dwars door
Afrika. Alfred Steenwinkel uit Leiden deed waar anderen vaak alleen maar van dromen. Hij gaf zijn baan op,
kocht een tweedehands Landrover, bouwde er een kluis in, nam twintig kilo medicijnen en een portie
overlevingstechniek mee, en begon aan een tocht van 70.000 kilometer. Zelf gemaakte visa, pseudo-
documenten, soms heel lang wachten, en een trucendoos vol foefjes hielpen hem erdoorheen. Hij is gezond
weer terug, en kan er uren over vertellen. "Ik hoop niet dat het arrogant overkomt, maar ik ken geen paniek".
door Willem Schrama
woestijn bleef roepen, en Alfred had
de smaak te pakken. Hij wist dat hij
weer zou teruggaan, en dat was stellig
de reden waarom hij in Engeland al
vast voor een habbekrats een linksge-
stuurde Landrover kocht ("die zijn
daar niet veel waard"). Zijn eerstvol
gende vakantie was een reis van
13.000 kilometer dwars door de Alge
rijnse Sahara totaan Niger, en weer te
rug.
"Toen ben ik echt verliefd gewor
den op de woestijn. Als een Nederlan
der over de Sahara praat denkt ie al
gauw aan dat Lucky Luke-verhaal:
één grote zandvlakte en af en toe een
cactus. Dat stereotiepe beeld. Nou, de
Sahara zal nog geen tien procent zand
zijn en nog geen tien procent vlak. Het
is voornamelijk rots, in alle mogelijke
vormen en variëteiten, en dan nog een
3000 meter hoge berg er middenin.
Rotstekeningen van zeven- tot twin
tigduizend jaar oud, toen het nog een
soort prairie was waar gejaagd werd.
Er zijn plekken, bijvoorbeeld in het
zuidoosten van Algerije, waar je echt
het gevoel hebt helemaal nergens te
zijn als je de track verlaat. Nou hou ik
er dus van om buiten de piste te rij
den, maar dat impliceert wel dat het
met je gedaan is als je pech krijgt en
jezelf niet kunt redden".
Kick
"Misschien is dat toch de kick.
Want ergens heeft het toch iets van
egotripperij, al moet je dat eigenlijk
niet zeggen. Ze vinden daar nu nog
skeletten van mensen die vijftig jaar
geleden verdwaald zijn. Ook zijn er
graven aangetroffen van-ervaren gid
sen die alle overlevingstrucs kenden:
's nachts lopen, overdag je ingraven,
de trucs om met behulp van condens
water te maken, enzovoort".
"Het is daar ook volkomen vlak. En
door de hitte van zo'n vijftig graden
krijg je trillende lucht die de atmos
feer volkomen vertekent. Door het
ontstaan van luchtspiegelingen kun
voor honderd procent werkt, dan ben
je verplicht te antwoorden: er wordt
wel eens iemand platgereden. Nou, zo
heb je daar ook regels. Alleen, het
blijft Afrika. Er zijn plekken waar je
alleen nog maar je autobanden kunt
verbranden als je in nood bent, dat
ruik je in de woestijn op vijftig kilo
meter afstand. Een overlevingstruc,
maar of die helpt blijft de vraag".
"Wat moet je bijvoorbeeld doen als
je door een krokodil wordt gepakt?
Dat Tarzan-verhaal van dat stokje in
de bek gaat dan niet op. Alle spieren
in die bek zijn gemaakt om die klep
dicht te trekken. Dat stokje breekt
dus af. Er is daarentegen maar één lul
lig spiertje om die bek open te trek
ken. Theoretisch kun je dus zeggen
dat je moet proberen hem naar iets te
laten happen en dan die kaken op el
kaar te houden. Maar daarbij doen
zich twee problemen voor, namelijk
A: met z'n staart kan hij je dwars door
midden slaan, en B: een krokodil is
zelden alleen. Wat je wel moet weten
is dat hij niet van vers vlees houdt. Ze
eten je zelden of nooit meteen hele
maal op. Ze laten je liever eerst weg
rotten en komen dan later terug. Nor
maal gesproken laten ze je dus net zo
lang onder water spartelen totdat je
niet meer beweegt. Als je je dus snel
dood houdt heb je een kans. Mocht hij
je toch meteen doormidden bijten,
dan heb je pech. Dat zijn zo de regels
die je in zo'n situatie resten. Het is niet
veel, maar in elk geval iets. Net zoals
je hier tegen een kind zegt dat het de
stoep niet af mag".
Misverstand
"Nog zo'n misverstand. Leeuwen,
vooral de mannetjes, zijn over het al
gemeen heel ongevaarlijk. Ze zijn gi
gantisch lui en slapen zo'n 90 procent
van hun leven. Goed, als ie loopt zoekt
hij eten en moet je uit z'n buurt blij
ven. Maar anders kun je bij wijze van
spreken over z'n staart lopen. Het
grootste aantal menselijke slachtof
Als een Nederlander over de Sahara praat denkt ie al gauw aan dat
Lucky Luke-verhaaléén grote zandvlakte en af en toe een cactus. Nou
de Sahara zal nog geen tien procent zand zijn en nog geen tien procent
vlak". Inzet: Alfred Steenwinkel op zijn Landrover, vlak voordat hij
deze aan het eind van dé rit van de hand deed. (foto's Alfred steenwinke»
je bij wijze van spreken een steen van
tien centimeter hoog al op tien kilo
meter afstand zien, en denk je dat ie
zo groot is als een vrachtwagen. Daar
kun je letterlijk gek van worden, dat
je dingen ziet die er in werkelijkheid
niet zijn, althans niet waar je ze ziet.
Ze worden namelijk in de onderste
luchtlaag meervoudig weerspiegeld.
Nog een stap verder en je loopt te hal
lucineren. Er is gelukkig een trucje
om enig onderscheid te maken tussen
de fysieke aanwezigheid van iets en
een luchtspiegeling. Je gaat boven op
je auto staan en springt naar beneden.
Als je door het hoogteverschil kunt
waarnemen dat de afstand verandert,
dan is het een luchtspiegeling".
"Dat zijn zo de spelregels. Maar je
hebt in Afrika ook voortdurend te ma
ken met allerlei psychologische regel
tjes die voor een buitenstaander
moeilijk verklaarbaar zijn. Neem Zaï
re. Als je daar door het oerwoud loopt
en een rivier wilt oversteken, dan
weet je dat het er barst van de kroko
dillen. Maar daar kennen ze andere re
gels dan wij, voornamelijk geënt op
wat wij dan bijgeloof noemen. Ze
gooien een blad van een bepaald soort
boom in het water en als de holle kant
dan naar boven komt te drijven kun je
oversteken. Andersom niet. Je gelooft
daar natuurlijk niet in, want die regels
zijn voor ons heel vreemd. Maar ze
zijn voor die mensen wel ontleend aan
natuurreligies, en daarin dien je je ter
plekke toch te verdiepen. Je kunt wel
zeggen: dat werkt niet, maar voor die
mensen wél".
Zebrapad
"Keer de zaak maar om. Als je zo'n
vent uit de rimboe hier in een drukke
straat neerzet en hij vraagt hoe hij aan
de overkant moet komen, dan wijs je
hem op het zebrapad en de voetgan
gerslichten. Maar als hij vraagt of dat
"Olifanten? Rij een paar meter terug".