John F. Kennedy: de mythe leeft voort Jongste president van de VS wordt een kwart eeuw na zijn dood nog altijd geadoreerd VRIJDAG 25 NOVEMBER 1988 EXTRA PAGINA 27 Amerikaanse psychologen hebben er een woord voor: 'Flashbulb memory', flitslicht-geheugen dus. Daarvan is sprake als je je een bepaalde gebeurtenis met buitengewoon grote helderheid steeds weer voor de geest kunt halen. De term werd bedacht toen psychologen ontdekten, dat veel mensen zich de kleinste details konden herinneren van de moord op John F. Kennedy. De beelden van zijn dood en begrafenis konden ze naar believen oproepen. Velen wisten zelfs nog precies wat ze deden toen ze voor het eerst hoorden dat Kennedy was vermoord. De open auto, de wegzakkende president, Jackie in haar roze mantelpakje, de veiligheidsagent op de bumper, het depot voor schoolboeken van waaruit Lee Harvey Oswald Oswald schoot, de plaatjes van de 22ste november 1963 zijn niet te vergeten. Ook in andere opzichten leeft de herinnering aan Kennedy voort. Hedendaagse politici gebruiken te pas en te onpas zijn naam. Een veelbelovende senator wordt in Amerika al gauw "een nieuwe Kennedy" genoemd. Het is tekenend voor de adoratie die de jongste president die ooit de Verenigde Staten leidde, ook nu nog, 25 jaar na zijn dood, geniet. Maar historici hebben een genuanceerder oordeel over Kennedy. Als al zijn charisma, zijn prachtige toespraken, zijn humor en zijn ontegenzeglijke klasse worden weggedacht, dan blijft er een president over die ook fouten maakte. Geen superman. Wel een Amerikaanse mythe. Amerika is nog altijd gefascineerd door John F. Kennedy. Ook zijn graf wordt nog geregeld bezocht. Je hoeft maar naar de laatste presi dentsverkiezing te kijken, om te zien hoe groot de invloed is die John F. Kennedy ook nu nog op de Ame rikaanse politiek heeft. Iemand als Gary Hart, uit het begin van de lange race naar het Witte Huis, had zicht baar ijverig op Kennedy gestudeerd. Net als John F. liep ook Hart met z'n handen in de zakken van z'n dicht geknoopte colbert, en met z'n schouders iets vooruit. door Henk Dam De ironie wil dat dat Hart echt iets met Kennedy gemeen had: z'n hang naar bui tenechtelijke avontuurtjes die de senator fataal werd, maar daar gaat het nu niet om. Wat duidelijk is, is dat Hart volop ge bruik maakte van de Kennedy-mythe. Voor Michael Dukakis gold dat niet minder. Keer op keer herhaalde hij dat hij, net als Kennedy, uit de staat Massa chusetts afkomstig was. Net als Kenne dy koos hij een senator uit Texas als z'n 'running mate'. Dukakis maakte zelfs ge bruik van de speechschrijver van Kenne dy, Ted Sorensen. En Dan Quayle verdedigde zichzelf op z'n campagnereizen steeds weer door te zeggen dat Kennedy ook jong was, toen hij president werd. Tot hij daarvoor werd afgestraft door Lloyd Bentsen, met z'n onvergetelijke knock out: "Senator, u bent geen Jack Kennedy". Herinnering De herinnering aan Kennedy wordt door de hedendaagse Amerikaanse politici dus nog druk geëxploiteerd. En met goe de reden: hoewel het afgelopen dinsdag 25 jaar geleden was dat hij in Dallas werd vermoord, leeft hij in het collectieve be wustzijn van de Amerikanen nog steeds voort. Dat wordt bijvoorbeeld bewezen door de kerkdiensten, tv-programma's en ten toonstellingen die deze dagen aan hem zijn gewijd. Het wordt bewezen door de boeken die Over hem uitkomen, de standbeelden die worden onthuld. Het wordt bewezen door de reacties van het publiek op het nogal jubelende omslagverhaal dat het weekblad US News and World Report eind oktober aan John F. Kennedy wijdde. Daarop kwam een hele stroom ingezonden brie ven binnen met opvallend felle stelling- Twee voorbeelden. Frank Shoring uit West Hartford schreef: "Ik ben veront waardigd over uw poging van Kennedy een heilige te maken. Hij was eën be paald niet perfect lid van een bepaald niet perfecte familie". En Gene Daley uit Kingston: "In een tijdperk van opper vlakkige politici zal Kennedy altijd het symbool blijven van wat we als volk en natie hadden kunnen bereiken". Dat Amerika nog steeds gefascineerd is door Kennedy, wordt ook bewezen door de theorieën over z'n dood, waaraan onlangs in deze krant een artikel werd gewijd. Wat in ieder geval vaststaat is dat er een hele generatie is die Kennedy niet wil loslaten. Op een lager niveau blijkt dat uit de niet zo kleine groep Amerikanen die den- leen dat Kennedy, vegeterend als een plant, nog steeds leeft. Het geeft Kenne dy's ultieme mythische status aan: een held kan niet sterven. Kijk maar naar El- vis, die ook nog steeds overal wordt 'ge- Breuk Vanwaar de mythe? Een van de redenen is dat Kennedy destijds zo duidelijk de breuk tussen twee tijdperken symboli seerde. Voordat Kennedy op het politie ke toneel verscheen, was Amerika ge wend aan oudere presidenten met een lange staat van dienst. Roosevelt, Truman, Eisenhower, zo za gen Amerika's presidenten er uit. Ie mand als Eisenhower was zo ongeveer de belichaming van de saaie, gezapige en materialistische jaren vijftig. Toen kwam, in 1960, John F. Kennedy die zei dat hij president wilde worden. Hij was geen grote onbekende. Kenne dy was tenslotte een telg uit een vooraan staand, steenrijk, naar Amerikaanse be grippen bijna adellijk geslacht. Joseph Kennedy, zijn vader, was onder meer ambassadeur in Londen geweest. Van John F. was bekend dat hij in de oorlog zich door zijn dapperheid had on derscheiden, dat hij in het Huis van Afge Jiü vaardigden had gezeten, en dat hij een senator voor de staat Massachusetts was. In de Senaat had Kennedy indruk ge maakt door z'n snelle intelligentie en z'n duidelijke oratorische kwaliteiten. Maai bij de collega's stond Kennedy toch meer bekend omdat hij niet zo veel uitvoerde, een tikje arrogant was en graag de play boy mocht uithangen. Jeugd Wat in 1960 vooral zo opviel aan Kenne dy, was z'n jeugd. Hij was 43 jaar en, toen hij beëdigd werd, de jongste president die Amerika ooit had. Z'n jeugdige leef tijd blijkt ook nu nog op een opvallende manier: vier van de vijf. presidenten na Kennedy werden eerder dan hij geboren. Reagan is bijvoorbeeld zes jaar ouder dan Kennedy nu geweest zou zijn als hij nog leefde. Die jeugdige leeftijd was de sleutel tot Kennedy's succes. Amerika, de wereld, was rijp voor de vitaliteit, het idealisme en de culturele revolutie van de jaren zes tig, het tijdperk waarin een nieuwe gene ratie de macht overnam. Kennedy was omgeven door een kring buitengewoon getalenteerde vrienden, veelal afkomstig van de prestigieuze uni versiteit van Harvard. Mensen als Robert Kennedy, Dean Rusk, Robert McNama- ra, Ted Sorensen, de econoom Galbraith. Dit was een heel nieuw, spannend, bril jant gezelschap en Amerika liet zich er gaarne door inpakken. De Amerikanen lieten zich ook meeslepen door Kenne dy's redenaarstalent, z'n snelle tong en z'n gevoel voor humor. John F. was verder gemaakt voor de te levisie. Dankzij die kwaliteit sloopte hij, tijdens een tv-debat met de republikein se presidentskandidaat Nixon, zijn arme tegenstander, iets waaraan hij z'n latere overwinning grotendeels te danken had. Anders dan Nixon en anders dan z'n voorgangers had Kennedy een filmster- renüiterlijk. Z'n vrouw Jacqueline deed wat dat betreft niet voor hem onder, en de Kennedy's waren daarom het doelwit van hetzelfde soort dweperige verering dat filmhelden als Marilyn Monroe en Marlon Brando ten deel viel. Kennedy wordt wel de eerste 'Holly wood-president' genoemd, een trend in de politiek die z'n uiterste consequentie bereikte toen Amerika in 1980 een acteur tot president koos. Ondanks die overeen komst is Reagan geen Kennedy. Wie het verschil tussen de twee presi denten bijna schrijnend wil zien, moet maar eens naar de grote Kennedy Biblio theek en Museum in Boston gaan. In een van de zaaltjes van dat museum wordt continu een video gedraaid waarop een van Kennedy's vele persconferenties ge toond wordt. Geestig Het is ook nu nog een feest om naar Ken nedy te luisteren. Hij was geïnformeerd, geestig, snel en genereus. Wie daarnaast wel eens een dagenlang door zijn mede werkers voorbereide Reagan door zijn persconferentie heeft zien heen hakke len, kan zich alleen maar afvragen: wat is er de afgelopen 25 jaar met het Witte Huis gebeurd? Als aan jonge Amerikanen wordt ge vraagd wie de grootste presidenten uit de geschiedenis waren, dan wordt John F. Kennedy steevast als een van de eer sten genoemd. Het wordt anders als die zelfde vraag aan historici wordt gesteld. De Washington Post had onlangs een lijstje van de tien grootste presidenten in de ogen van Amerika's geschiedkundi gen. Abraham Lincoln stond bovenaan. De twee Roosevelts kwamen op het lijst je voor, Truman, Jefferson en Washing ton, maar Kennedy niet. Als historici, die zich uit hoofde van hun beroep niet mogen laten meeslepen door uiterlijkheden, zich-buigen over de 1037 dagen dat Kennedy in het Witte Huis woonde, dan rijst er voor hen een gemengd beeld op. Voor hen is de mythe een vervorming van de historische wer kelijkheid. Klassiekers Zeker, Kennedy hield historisch mooie toespraken. Regels uit zijn inauguratie rede als het beroemde: "Vraag niet wat uw land voor u kan doen, vraag wat u voor uw land kunt doen", zijn terecht nog steeds klassiekers. Maar nog geen drie maanden na zijn inauguratie, op 17 april 1961, was Kennedy verantwoordelijk voor het absolute fiasco dat de invasie van de Varkensbaai was, de poging om Cuba van de communistische dictatuur te bevrijden. Kennedy gaf toestemming voor het CIA-plan om 1400 Cubaanse bannelin gen hun vroegere vaderland te laten be vrijden. Het was de bedoeling van de CIA geweest, dat die invasie zou worden gevolgd door Amerikaanse rugdekking in de vorm van vliegtuigen, schepen en manschappen. Maar daarvoor gaf Kennedy niet het groene licht, en de 1400 mannen waren binnen de kortste keren gedood of ge vangen genomen door Castro en zijn troepen die een numeriek overwicht van 143 tegen 1 hadden. Het was een blunder/die met name de Russische leider Chroesfjov het idee gaf met een onervaren en kwetsbare presi dent te maken te hebben. Daarom deed hij niet veel later dreigend in de richting van Berlijn, een uitdaging die Kennedy overigens bekwaam pareerde. Meer applaus kreeg Kennedy voor de manier waarop hij de Cuba-crisis van ok tober 1962 behandelde. Op 18 oktober hoorde hij van zijn inlichtingendienst dat de Sovjets in hoog tempo bezig wa ren raketten op Cuba te plaatsen. De al aanwezige raketten, zo vernam hij, zou den als ze zouden worden gelanceerd binnen enkele minuten 80 miljoen Ame rikanen kunnen doden. Kennedy greep meteen in. Hij bracht het Amerikaanse leger in de hoogste staat van paraatheid en gaf het bevel tot een blokkade van Cuba. Die blokkade ging op 24 oktober in. Twee dagen later bond Chroesjtsjov in, en beloofde hij de raketten weer te zullen laten halen weg halen. Het was een pokerspel met een buiten gewoon hoge inzet. Ook nu nog wordt als vaststaand feit aangenomen dat de we reld nooit zo dicht aan de rand van een kernoorlog heeft gestaan als tijdens de Cuba-crisis. Risico Wat het de moeite waard? Politieke den kers als Gary Wills zeggen nu dat Kenne dy te veel risico's nam. Alles wat hij had moeten doen, was Amerikaanse rakettên uit Turkije weghalen, iets dat toch al op het programma stond, en er zou niets aan de hand zijn geweest, aldus Wills. Verschillende meningen zijn er ook over de vraag, of Kennedy degene was die Amerika in het moeras van Vietnam trok. Zeker is dat Kennedy het regime van de Zuidvietnamese president Ngo Dinh Diem bij de strijd tegen communis tische opstandelingen hielp door Ameri kaanse militaire adviseurs te sturen. Kennedy deed dat met één oog op de stembussen thuis. De Republikeinen hadden na de oorlog tegen Truman cam pagne gevoerd met de beschuldiging dat hij China aan de communisten had ver kocht. Kennedy wilde niet dat hij be schuldigd werd van de uitverkoop van Indo-China. Ondanks het advies van iemand als ge neraal De Gaulle, die hem zei dat hij moest maken dat hij uit Vietnam weg kwam. En ondanks een vergelijkbare raad van Korea-veteraan generaal Doug las McArthur die hem grommend zei: „Degene die Amerikaanse grondtroepen op het Aziatische vasteland wil laten vechten, moet z'n hoofd laten nakijken". Na z'n dood is gebleken, dat Kennedy nimmer van plan was Amerikaanse dienstplichtigen naar Vietnam te sturen. Er zijn zelfs goede aanwijzingen dat hij voornemens was alle militaire adviseurs terug te trekken en Vietnam alleen te la ten. Maar hij hinkte te lang op twee ge dachten. En omdat Lee Harvey Oswald hem nooit toestond z'n besluit te nemen, kwamen in de jaren na hem 57.939 me rendeels jonge Amerikanen in de jungles van Vietnam om het leven. Relikwie Precies in het midden van de Kennedy Bibliotheek en Museum in Boston is een ronde, halfduistere ruimte. Binnenin be vindt zich, omgeven door glas, een per fecte kopie van de werkkamer van John F. Kennedy in het Witte Huis. Pièce de résistence is een replica van het prachtige bureau waaraan hij placht te werken, met daarop en daarin de authentieke inhoud van het bureau zoals dat na z'n dood in de 'Oval Office' werd aangetroffen. Tegenover het bureau staat Kennedy's befaamde schommel stoel. Die werkkamer is een relikwie, het glas eromheen een schrijn. Amerikanen maken bedevaarttochten naar deze plaats. In de donkere ruimte er omheen durft niemand hard te praten'. Er wordt hooguit gefluisterd. Een betere illustra tie van de mythische status die Kennedy heeft gekregen, bestaat niet. Die status blijkt ook uit de intense belangstelling die Amerika voor de nakomelingen van Kennedy en z'n broers en zussen heeft. Daarvan zijn er niet minder dan 28 en er zijn Amerikanen die ze allemaal bij naam kennen, zoals er Nederlanders zijn die al le prinsjes en prinsesjes uit elkaar kun nen houden. De grote vraag is steeds weer of er tus sen al die Kennedy's een mogelijke pre sidentskandidaat zit. Na John F. en na Robert die werd doodgeschoten toen hij nog maar net aan z'n hoge vlucht begon nen was. En na Edward, die door het au to-ongeluk van Chappaquiddick niet eens kon beginnen. Het zou best eens kunnen dat er weer een opstaat. Niet minder dan 12 jonge Kennedy's zitten al in de politiek of ma ken duidelijk aanstalten er in te gaan. Er zijn er zelfs zoveel die de politiek in wil len dat ze elkaar in de weg zitten bij het zoeken naar baantjes. Joe Kennedy, de oudste zoon van Ro bert, zit in het Huis van Afgevaardigden. Z'n zus Kathleen haalde twee jaar gele den het Huis net niet, maar gaat het op nieuw proberen. Patrick, de 21-jarige zoon van Edward, is parlementariër in de staat Rhode Island. John jr. Maar de nieuwe 'superster' lijkt John F. Kennedy Jr. te worden. De 28-jarige stu dent rechten sprak in juli de Democrati sche Conventie in Atlanta toe, en kan sindsdien niet meer stuk. Hij is knap, hij praat goed en hij komt er wel. Het is diezelfde John die 25 jaar gele den - hij werd toen nog John-John ge noemd - als ventje van drie saluerend bij de baar van zijn vader stond, en daarmee voorgoed in het netvlies van Amerika werd gebrand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27