'De prijs voor
z'n gedichten
was z'n leven'
Wim Hazeu werkte twintig jaar aan
biografie van Gerrit Achterberg
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1988
PAGINA 11
Vorige week presenteerde Wim Hazeu (48) het boek waar literair Nederland
jarenlang op heeft gewacht: zijn 700 pagina's tellende biografie van
Nederlands meest gelezen dichter Gerrit Achterberg. Hazeu, zelf dichter en
romanschrijver, was dertien jaar hoofd van de afdeling drama van de NCRV-
televisie en drie jaar uitgever bij Elsevier. Tegenwoordig staat hij aan het
hoofd van de literaire uitgeverij de Prom in Baarn. De biografie van Gerrit
Achterberg beschouwt hij als zijn levenswerk. Hij heeft er twintig jaar aan
gewerkt, voornamelijk in de avonduren en op schaarse vrije dagen, want met
het schrijven van biografieën kun je in Nederland geen boterham verdienen.
Gerrit Achterberg: na zijn ontslag als onderwijzer is hij maatschappelijk niet meer in tel geweest.
Het was Simon Vinkenoog die kort
na de dood van Gerrit Achterberg
het grote geheim van diens leven in
de openbaarheid bracht: de dichter
had op 15 december 1937 in een
vlaag van verstandsverbijstering in
de Boomstraat in Utrecht met een
verdwaalde kogel zijn hospita Roel-
tje van Es gedood.
door Jan Haverkate
Sedertdien is de nieuwsgierigheid naar
de achtergrond van dit drama een rol
blijven spelen in de publiciteit over de
dichter. Nieuwsgierigheid die meerma
len uitmondde in sensatiezucht, zoals
zijn biograaf Wim Hazeu nog onlangs
heeft gemerkt. Hij werd door het NOS-
journaal benaderd voor een reportage
over zijn deze week gepubliceerde Ach
terberg-biografie.
"Men wilde mij het liefst filmen in de
Boomstraat voor het huis waar het schot
werd gelost, en ik zou dan een saillante
uitspraak over die gebeurtenis moeten
doen die een nieuw licht op de zaak zou
werpen. Dat heb ik geweigerd. Aan dat
soort overtrokken aandacht voor wat in
het leven van Achterberg niet meer dan
een incident is geweest werk ik niet mee.
Ook in mijn boek heb ik getracht die
sfeer van voyeurisme te vermijden".
De biograaf als onthuller en als be
schermer van het zuivere beeld van zijn
hoofdpersoon. Het ene ogenblik op af
stand en analyserend, het andere mo
ment solidair met zijn idool om hem te
beschermen tegen de begerige blikken
van het op schandalen beluste publiek.
Tussen die twee uitersten voltrekt zich
de omgang van de biograaf met zijn on
derwerp.
Uitstraling
Zijn eerste kennismaking met Achter
berg dateert uit 1955, het jaar waarin
Voorbij de laatste stad van Paul Roden-
ko verscheen, de eerste bloemlezing uit
het werk van Achterberg. Hazeu zat toen
op de HBS. "Ik zie mijn leraar Neder
lands nog met dat boekje in de hand de
klas binnenkomen. De man ging er niets
vermoedend uit voorlezen. Voor een klas
van HBS-B leerlingen, van wie nauwe
lijks iemand geïnteresseerd was in litera
tuur. Maar de uitstraling van die gedich
ten was zo beklemmend dat we daarna
met een paar jongens een eigen literair
tijdschrift gingen maken. Het was een
wonder dat één dichter een technische
klas kon omturnen tot een literaire".
"Achterberg heeft me daarna nooit
meer losgelaten. Ik had in Delft een bij
baantje als organist, en ben daarna als
een gek op begrafenissen en bruiloften
gaan schnabbelen om maar eerste druk
ken van hem te kunnen kopen. Toen ik
tien jaar later begon te denken over een
Achterberg-biografie had ik alle eerste
drukken al, compleet met de handteke
ning van de dichter, waardoor ik het ge
voel had: ik heb contact met die man, lij
felijk, want dat boekje heeft hij in zijn
handen gehad. Zo adoreerde ik hem
toen".
Nu nog?
"Als je zoals ik zo lang bezig bent met
een dichter, dan zakt de adoratie geleide
lijk. Je moet als biograaf ook wel, want
objectiviteit is noodzaak. Het is heel ge
vaarlijk als je een biografie schrijft uit be
wondering. Net zo gevaarlijk als het is
een biografie te schrijven om iemand te
ontluisteren. Dus je moet afstand ne
men, en dat heb ik gedaan".
Weerstand
Degene die hem in het begin van de jaren
zestig aanspoorde tot het schrijven van
een biografie over Achterberg, was de
dichter Marja die behoorde tot de kring
van mensen die Achterberg in de oorlog,
toen hij behandeld werd in psychiatri
sche inrichtingen, op de been hield door
met hem te corresponderen en hem te
bezoeken. Maar voordat hij zich aan de
biografie zette, begon Hazeu eerst ge
dichten van anderen over Achterberg te
verzamelen zodat hij een literaire visie
op zijn dichterschap kreeg. De gedichten
verschenen in de bundel Dichter bij Ach
terberg.
Pas na de publicatie van die bundel
werd hem duidelijk op hoeveel weer
stand een biografie over de dichter in be
paalde kringen zou stuiten. "Ikkreeg een
brief van mevrouw Achterberg waarin ze
het betreurde dat ik in de bundel het ge
dicht van Simon Vinkenoog had opgeno
men dat gaat over de doodslag op zijn
hospita. Ik heb toen contact met haar ge
zocht en gemerkt dat zij van een publica
tie over biografische feiten niets wilde
weten. Haar standpunt was en is in feite
nog steeds: Gerrit Achterberg heeft geen
biografie gewild, ik ben zijn schatbe
waarder en ik zal zorgen dat die er niet
komt".
"Haar stelling dat Achterberg geen
biografie wilde is overigens op z'n minst
twijfelachtig. Er zijn ook getuigen die be
vestigen dat Achterberg zelf wel degelijk
rekening heeft gehouden met een bio
grafie. Hij had veel belangstelling voor
biografieën van dichters. Zeker na de
oorlog raakte hij ervan overtuigd dat hij
een groot dichter was, en hij wist dat er
van iedere grote dichter vroeg of laat een
biografie zou verschijnen. Dat is ook
mijn argument geweest naar mevrouw
Achterberg toe: over uw man zal ooit een
biografie verschijnen, dat kan niet uit
blijven. Toen heeft ze gezegd: Wim, ik
kan je niet tegenhouden, je gaat toch
door. En ik ben inderdaad doorgegaan".
Concessie
Het feit dat mevrouw Achterberg er te
gen was betekende overigens niet dat zij
daarna elke medewerking weigerde.
Vooruitlopend op de biografie maakte
Hazeu voor de NCRV-televisie een film
over Achterberg. "Toen ik haar vroeg
daaraan mee te werken stemde ze tot
mijn verbazing toe. Ze liet me de kamer
zien waarin hij had geleefd en geschre
den en waarin hij opgebaard was ge
weest. En het geheime kastje waarin hij
zijn bundels bewaarde, want die had hij
niet zichtbaar voor iedereen in een boe
kenkast staan. Ze gingen zelfs mee naar
zijn graf'.
"Dat was haar eerste concessie. Ver
volgens schreef ik voor Vrij Nederland
een biografisch portret waarvoor ik haar
ook heb geraadpleegd. Ze gaf me advie
zen en bracht correcties aan waar dat no
dig was. Die houding heeft ze in feite tot
augustus van dit jaar volgehouden. Ze
was loyaal, zowel naar Achterberg toe als
naar my in de mate die haar gegeven
was. Ze heeft zichzelf weinig speelruim
te gegeven door te stellen dat die biogra
fie er niet mocht komen, maar ze heeft
me wel geholpen. Misschien had ze het
liefst ook gecensureerd, maar die kans
heb ik haar natuurlijk niet gegeven en
dat wist ze ook wel. Maar ik kan niet zeg
gen dat ze een weerbarstige weduwe is
geweest".
Toch zal haar opstelling de toegang
tot de bronnen over zijn leven niet hebben
vergemakkelijkt.
"Dat kan ik niet zeggen. Kijk, me
vrouw Achterberg zelf heeft niet veel
bronnen. De enige bron is zijzelf, haar ge
tuigenis over de periode dat ze hem heeft
gekend, zeg maar vanaf 1945, en dat is
niet eens de belangrijkste periode ge
weest. Het gekke is dat de drie belang
rijkste getuigen UTt zijn leven helemaal
niet terughoudend waren".
Bewijs
"Arie Dekker, zoon van de voorzitter van
de school in Opheusden waar Achter
berg onderwijzer was, die ervoor heeft
gezorgd dat hij gedichten ging schrijven,
was in geen enkel opzicht terughoudend.
Van hem heb ik alle documenten gekre
gen. De tweede belangrijke persoon in
zijn leven was Roel Houwink, destijds
een befaamd essayist, begeleider van
Marsman en Slauerhoff. Houwink, die
Achterberg geweldig heeft gestimu
leerd, was helemaal niet terughoudend".
"Evenmin als Jan Vermeulen, die van
af 1943 Achterbergs secretaris was. Alle
brieven heb ik van hem mogen inzien en
hij heeft me ook nog verwezen naar der
den, vierden en vijfden. Deze mensen
zijn nu dood, maar doordat ik al zo vroeg
ben begonnen met het verzamelen van
materiaal heb ik ze alle drie gesproken,
niet één keer, maar wel tien keer. Voor
mij is dat het ultieme bewijs dat ik die
biografie moest schrijven".
Waarom zwegen zij niet, terwijl an
deren wel hun mond hielden of een on
juist beeld van Achterberg schetsten?
"Omdat er na de oorlog nauwelijks of
geen contact meer is geweest tussen deze
drie hoofdgetuigen en Achterberg. Het
merkwaardige feit doet zich voor dat
toen Achterberg zijn vijftigste verjaar
dag vierde, deze drie mannen niet wer
den uitgenodigd omdat Achterberg zich
na de oorlog bedreigd voelde door elke
biografische informatie. Hij wist drom
mels goed dat deze mannen alles wisten,
maar dan ook alles. Van zijn psyche, zijn
driftleven en zijn agressie".
"Ik zeg niet dat ze alleen daarom niet
zijn uitgenodigd, want ze waren literajr
ook niet interessant meer. Ik zeg ook niet
dat Achterberg zelf bepaald heeft dat ze
niet mochten komen. Misschien is het
zijn omgeving wel geweest, maar het feit
blijft bestaan dat de drie belangrijkste
getuigen na de oorlog uit zijn leven ver
dwenen zijn en niet meer tot hem werden
toegelaten. Daarom was er bij die naoor
logse vrienden en kennissen over zijn
vroegere leven ook zo weinig bekend".
Hazeu heeft voor zijn biografie in totaal
tachtig getuigen geïntérviewd, een veer
tigtal briefwisselingen bestudeerd en
een grote hoeveelheid aanvullende lite
ratuur. Heeft hy ook inzage gehad in de
psychiatrische rapporten die over Ach
terberg zijn gemaakt? "Ja, ik citeer eruit
in mijn boek", zegt hij.
Het medisch beroepsgeheim was na
zoveel jaren geen beletsel meer?
"Daar kan ik niets over zeggen, want ik
heb mijn bronnen geheimhouding be
loofd en daar houd ik me aan. Maar eer
lijk gezegd heb ik er wel eens slapeloze
nachten van gehad, want je overschrijdt
natuurlijk de grenzen van de discretie. Ik
vind niet dat mijn integriteit als biograaf
daardoor in het geding komt. De bio
graaf heeft het volste recht gebruik te
maken vaii alles wat hem ter verduidelij
king van zijn held goed dunkt, heeft pro
fessor Dresden gezegd. En zo is het na
tuurlijk. Als er over Vincent van Gogh
nog psychiatrische rapporten zouden be
staan, zouden die toch ook worden ge
bruikt? Ik vind alleen dat je zoiets niet
mag doen als iemand nog leeft".
Wat heb je uit die rapporten geci
teerd?
"Ik laat maar heel weinig zien van wat
de psychiaters van Achterberg vonden.
Ik ben geen psychiater en geen theoloog.
Als zij een boek over Achterberg hadden
gemaakt was het een ander boek gewor
den, al geloof ik niet dat psychiatrische
rapporten over zyn dichterschap enige
opheldering geven. Nee, in mijn boek is
Achterberg de hoofdfiguur, de camera is
voortdurend op hem gericht. Mij interes
seert vooral wat Achterberg van zijn psy
chiaters vindt, en daarvan geven die rap
porten wel aardige voorbeelden".
Niet serieus
"Hij wordt op een zeker ogenblik onder
vraagd door een psychiater. Achterbergs
vraag aan die man is dan: 'Hebt u wel
eens iets van Marsman gelezen?' De psy
chiater moet die vraag ontkennend be
antwoorden, waarop Achterberg zegt:
'Dan praat ik verder niet meer met u'.
Dat zegt iets over Achterbergs houding
ten opzichte van zijn psychiaters. Hij
nam ze niet serieus. Ze waren alleen inte
ressant voorzover ze ook nog iets van
poëzie wisten".
"Een goed voorbeeld van de laatste
soort is de psychiater Sjoerd Heringa uit
Hengelo die hem behandelde toen hij in
de Rekkense Inrichtingen was opgeno
men. Heringa had zich wèl in de poëzie
van Achterberg verdiept, en hoewel hij
een stuk jonger was dan de dichter kreeg
hij van hem op dat punt respect. Maar de
psychiaters in Amsterdam en Leiden,
die zich niet de moeite hadden getroost
zijn gedichtep te lezen, konden wat hem
betreft doodvallen".
"Hij werkte dan ook niet meer mee aan
de behandeling. Tot zijn eigen schade
vaak, want die psychiaters hadden de op
dracht rapporten te schrijven waardoor
hij eerder uit de inrichting zou kunnen
komen en eerder in gezinsverpleging
worden geplaatst. Door niet mee te wer
ken ergerde hij die mensen. Maar de poë
zie was toch heilig?, was zijn redenering.
Als ze daar geen respect voor hadden,
hoe konden ze dan respect hebben voor
de dichter?".
In hoeverre werpt je boek een nieuw
licht op de figuur Achterberg?
"Ik denk alleen al door een aantal falsi
ficaties te ontzenuwen die over hem in
omloop zijn gebracht. Falsificaties die
voor een groot deel op rekening komen
van professor Nagel die kort na Achter
bergs dood in Maatstaf een verhaal over
hem schreef. Blijkbaar in opdracht van
mensen die hem toen na stonden en de
herinnering aan de dichter levend wil
den houden zoals die toen bestond".
Gevoelsrelatie
"Zo wordt door Nagel en anderen gezegd
dat de doodslag op zijn hospita niets te
maken had met een liefdesavontuur,
maar er was wel degelijk sprake van een
gevoelsrelatie. Mevrouw Van Es was be
paald niet zomaar een hospita. De rol die
de vrouwen in het leven van Achterberg
hebben gespeeld heb ik uitgediept, en
die is anders dan men heeft gesugge
reerd".
"Er is in zijn leven niet sprake van één
vrouw Cathrien van Baak, degene met
wie hij in 1946 in Neede trouwde maar
van vele vrouwen. Om te beginnen zijn
moeder en zusjes natuurlijk. Daarna
komt Cathrien, zijn eerste geliefde, maar
die relatie werd verbroken. De volgende
was Bep van Zalingen, met wie hij nog
verloofd is geweest. Die figuur was vol
komen onbekend. Die heb ik opge
spoord".
"Daarop volgde de langdurige verhou
ding met Annie Kuiper, de verpleegster
die hem in Utrecht opving. Daarna me
vrouw Van Es, zijn hospita aan de Boom
straat. En ten slotte, na 1945, weer Ca
thrien. In de beeldvorming was de in
druk ontstaan dat Cathrien van het begin
tot het einde zijn geliefde is geweest,
maar in die tussenperiode, de belangrijk
ste voor zijn poëtische ontwikkeling,
was ze er helemaal niet bij betrokken.
Die andere vrouwen moet je ook inwe
ven in het totale beeld".
En zijn drankprobleem, en niet te
vergeten de dagenlange zwerftochten die
hij vanuit Neede ondernam met Hendrik
Entjes en de kunstschilder John Terree
horst?
"Ik weet niet of je dat een probleem
moet noemen. Alleen als je achter het
stuur gaat zitten wordt dat een probleem,
lijkt me. Achterberg is zijn leven lang een
kettingroker geweest, het drinken begon
pas na de oorlog. Dat hij veel dronk was
duidelijk. Dat gold voor veel dichters
van die generatie zoals Aatjes, Hoornik,
Den Brabander. Drinken was in die krin
gen toen usance".
Vergeten
"Het beeld is ontstaan dat zij dronken
om door de drank tot schrijven te komen.
Maar het tegenovergestelde is het geval.
Als je drinkt vergeet je te schrijven.
Drank was een middel om het schrijven
te verdringen, want gedichten schrijven
was een uitputtende bezigheid. Een man
als Aatjes bijvoorbeeld at dan niets en
viel soms letterlijk flauw van de honger".
"Achterberg dronk omdat hij verlegen
was en bang voor de maatschappij. Hij
had een pantser nodig, en drank was
daartoe een middel. Dat zijn vrouw daar
grote problemen mee heeft gehad is dui
delijk, want die besefte dat hij, als het
misging en hij zou worden opgepakt,
daardoor weer in een inrichting terecht
zou komen en dat de terbeschikkingstel
ling dan nog langer zou duren".
Wat is het totaalbeeld dat uitje boek
over de dichter Achterberg naar voren
komt?
"Dat is het beeld van de man die op een
bepaald moment in zijn leven, en nog
niet eens zo vroeg, gedichten is gaan
schrijven en daarvoor alles heeft opgeof
ferd: zijn eigen identiteit, zijn eigen le
ven. Voor een groot dichterschap wordt
altijd een hoge prijs betaald, dat is in de
wereldgeschiedenis altijd zo geweest. En
Achterberg heeft die prijs betaald met
zijn leven, want als mens in de maat
schappij was hij uitgeschakeld, eigenlijk
al in het begin van de jaren dertig".
"Na zijn ontslag als onderwijzer in Den
Haag is hij maatschappelijk niet meer in
tel geweest. Pas na 1950 werd hij als dich
ter geleidelijk erkend. De enige manier
waarop hij zichzelf in de maatschappij
zag functoneren was als dichter, maar
dat werd lange tijd niet erkend, zeker
niet door zijn psychiaters. Zijn hang naar
literaire prijzen heeft daarmee te maken,
want die bevestigden dat hij wel degelijk
een functie had. Door zo'n prijs kon hij
zyn psychiaters laten zien: zie je wel, ik
ben iemand, jullie kunnen niet in mijn
schaduw staan".