Het Joegoslavië van Tito loopt op zijn laatste benen Serviërs willen de oude garde zien vertrekken Steeds meer predikanten hebben moeite met hun werk PAGINA 2 MAANDAG 17 OKTOBER 1931 Reportage In Joegoslavië lijken grote veranderingen op til. Na storm achtige maanden van demonstraties en spanningen in de zuidelijke republieken, komt vandaag het Centraal Comité van de communistische partij bijeen. Van de 165 leden zul len zeker 50 hun zetel moeten inleveren, terwijl van de veertien kameraden in het dagelijks bestuur mogelijk de helft zal moeten verdwijnen. De grootste rol in de turbu lente ontwikkelingen is weggelegd voor de Servische par tijleider Slobudan Milosevic. 'Zijn' demonstranten eisen het vertrek van partijbonzen en regeringsfunctionarissen, niet alleen op het niveau van de republieken, maar ook lan delijk. BELGRADO "Op mijn woord van 'Eerlijke Tito-Pionier', zo is het gegaan". De jongen kan zijn tranen nog net bedwingen. Hij heeft niet alleen een schokkende ervaring achter de rug, maar moet daarvan ook verslag doen aan een verslag gever van het tv-nieuws in Belgra do. De scène speelt zich af in Pee, een stadje in Kosovo, zo'n 20 kilo meter van de grens met Albanië. Onze jonge pionier is 'aangevallen' door een 16-jarige medescholier van Albanese afkomst. De reden: hij had meegedaan aan een Servi sche demonstratie tegen het 'Alba nese nationalisme' in Kosovo. door Hans Geleijnse Zo'n buitenkansje laat de Servi sche televisie zich niet ontgaan. Ze ker niet in dit geval, want niet al leen de dader is van Albanese af komst, het slachtoffer is dat even eens. Dus worden andere scholie ren geïnterviewd over het Albane se 'terrorisme'. Zij hebben ogen blikkelijk tot een klasse-boycot be sloten. Ook de politiechef van Pee komt aan het woord. Hij bezweert de scholieren weer in de banken te schuiven, hun veiligheid wordt 'voor honderd procent gegaran deerd". En als bewijs registreert de tv-camera dat het slachtoffer door zijn moeder van school wordt ge haald en met de auto op weg naar huis door een patrouillewagen van de politie wordt begeleid. De Joegoslavische crisis in mini atuurformaat. Grote Servische aandacht voor ook maar het klein ste incident in Kosovo, waar door de jaren heen de Albanese meer derheid (ruim een miljoen mensen) op gespannen voet leeft met de Servische (200.000) en Monte- negrijnse (27.000) minderheden. En niet voor niets. Want het pro- bleem-Kosovo wordt door de Ser vische communisten als breekijzer gebruikt voor een politieke strijd, die de federatie van Joegoslavische republieken, het geesteskind van maarschalk Josip BrozTito, op zijn grondvesten doet schudden. Protest De Servische partijleider Milose vic heeft de kat de bel aangebon den. Milosevic, in vergelijking met de meeste van zijn collega's nog jong (47), dynamisch en vol charis ma, heeft de sentimenten in Servië over de behandeling van de min derheden in Kosovo weten te kana liseren in een protestbeweging die zijn weerga in de Joegoslavische naoorlogse geschiedenis niet kent. Honderdduizenden Serven de monstreerden de afgelopen maan den, niet alleen in Servië en Koso vo, maar ook in Bosnië en Vojvodi- na. En het protest veranderde al lengs van karakter; het kwaad van het Albanees nationalisme werd ondergeschikt aan dat van de eco nomische crisis. De kritiek van Milosevic op het 'verkalkte, geprivilegeerde en cor rupte leiderschap' werd door de massa's op straat vertaald in "weg met de dieven". Zolang nog om Ko sovo alleen ging, bleef het in de an dere republieken stil. Maar toen Milosevic er in slaagde, dank zij zijn 'rode gardes' (zoals het Bosni sche lid van het partijpresidium Zarkovits de demonstranten noemde) het leiderschap in Vojvo- dina naar huis te sturen, verander de de zaak. Keerpunt Het keerpunt kwam zaterdag een week geleden, toen de politie in Ti- tograd, de hoofdstad van de repu bliek Montenegro, tegen de 40.000 demonstranten uiteen sloeg. Op last van de partijleiding. Daar. in Titograd, eisten de betogers niet al leen het vertrek van de eigen be windvoerders, maar ook van de top van de Liga van Joegoslavische Communisten (LJC. de landelijke partij) en van de regering in Belgra do. In Montenegro en de andere re publieken werken die eisen toege schreven aan manipulaties van het Servische leiderschap. Felicitatietelegrammen en toe zeggingen van Financiële en morele steun vlogen vanuit het noordelij ke Slovenië, de kleine, meest vrij gevochten en meest welvarende re publiek, maar ook uit Kroatië, Ma cedonië en Bosnië naar het leider schap in Montenegro. Vrij vertaald kwam de inhoud neer op: bedankt voor het afstoppen van Milosevic. En zo werd de boodschap in Bel grado, de federale én Servische hoofdstad, ook verstaan. Wat volgde was een woorden strijd waarin de beledigingen nog net niet met vermelding van volle dige naam en adres werden ver stuurd. Vooral de Slovenen weer den zich. Servisch Belgrado werd van nationalisme, opportunisme, chauvinisme en wat al niet meer beschuldigd. Vanuit het Milosevic-kamp werd woedend gereageerd, in de trant van dat er gelukkig een verschil be staat tussen het "vredelievende Sloveense volk" en een "kleine groep met Servofobia behepte op portunistische leiders". Dat bracht de vice-voorzitter van het Sloveen se parlement tot de 'wisecrack' van de afgelopen week: de Serviërs proberen een ouderwetse bolsje wistentruc: tegenstellingen fabri ceren tussen volk en leiding. Economie Om de werkelijke achtergronden van het huidige gekrakeel te begrij pen zijn niet alleen wat cijfers no dig, maar ook besef van de Joego slavische geschiedenis. De cijfers eerst. Van de 23 miljoen Joegosla- ven is 20 procent werkloos. De bui tenlandse schuld beloopt tegen de 45 miljard gulden; de inflatie be reikt dit jaar de recordhoogte van 217 procent. Het redelijk kritische dagblad De Servische leider Milosevic. Borba (Strijd) becijferde deze week dat de levensstandaard nu is ge zonken naar het peil van 20 jaar ge leden. Een gemiddeld maandsala ris bedraagt ongeveer 200 gulden. Zet dat af tegen een bijna 'Hollands prijspeil' in Belgrado: 300 gulden huur voor een piepkleine flat, 400 gulden voor een niet alleen qua kleur grijs herenkostuum, 15 gul den voor een kilo varkensvlees, ter wijl een paar goedkope en dus kwalitatief slechte schoenen nog altijd drie tientjes kost. "Ik kan van mijn salaris van meer dan één miljoen dinar niet eens de elektriciteit meer betalen", zegt een Joegoslavische vriend. Eén miljoen dinar is twee keer een gemiddeld maandloon en eender de van de prijs van een eenvoudige videorecorder. Zoals hij zijn er ve len. In Belgrado leven duizenden mensen, vrijwillig of wegens wan betaling, zonder elektriciteit, ver zekert hij. Wie daarbij in het achterhoofd houdt dat volgens officiële gege vens ruim 60 procent van de 'natio nale rijkdom' in handen van maar tien procent van de bevolking, be grijpt de economische oorzaken van het massaprotest. En de popu lariteit, zeker in Servië, van een man als Milosevic, die de schuld van de malaise bij corrupte en in competente leidende politici legt. Tito Zonder kennis van de Joegosla vische geschiedenis zijn het tumult rond Milosevic en de ingewikkel de, steeds wisselende kongsi's in de partijtop niet te begrijpen, po neert Mihajlo Markovic. Deze ge pensioneerde hoogleraar, een van 's lands meest vooraanstaande so ciologen en lid van een in 1984 op gericht mensenrechtencomité, heeft een volledig tegendraadse vi sie op het doen en laten op de per soon van de Servische partijleider. Waar Milosevic in de media bui ten Servië en buiten de landsgren zen wordt afgeschilderd als een 'stalinist', bewust op persoonlijke macht en Servische overheersing, brengt Markovic nuanceringen aan. Tito zadelde Joegoslavië niet alleen op met een tot falen ge doemd systeem van socialistisch zelfbeheer, maar ook - in 1974 - werd de grondwet die de republie ken en de twee autonome provin cies vetorecht gaf in de besluitvor ming op landsniveau. Vooral voor Servië leverde dat problemen op; de Serven. vanwege hun vooroorlogse anti-communis tische verleden én omdat zij de grootste bevolkingsgroep zijn (9 miljoen van wie 5,5 miljoen in Ser vië zelf) kregen na die grondwets wijziging te maken met veel grote re zeggenschap van Vojvodina en Kosovo over de Servische politiek. Markovic: "De provincies heb ben eigen parlementen, en Servië zelf ook. Maar in dat Servische par lement zitten ook de afgevaardig den van de provincies en dat bete kent dat Servië niet zelfstandig over de gang van zaken in de eigen republiek kan beslissen". Een tweede en zeer belangrijk element is dat de provincies een eigen rechtspraak kennen. Dat heeft bij voorbeeld tot gevolg dat Serven in Kosovo, die beroep willen aanteke nen tegen vonnissen van Albanese rechters, daarvoor niet in Servië kunnen aankloppen. "Vergeet een ding niet", zegt Markovic, "de minderheden in Ko sovo zijn echt in grote problemen, dat is niet een Servisch verzinsel. Wat Milosevic wil is niet Servische hegemonie, maar wijzigingen in de Beeld van een demonstratie in de Joegoslavische provincie Vojvodina. De demonstranten eisen het aftreden z de leiders van de provinciale communistische partij. (foto a federale grondwet die de verande ringen van 1974 ongedaan maken en ons weer terugbrengen naar de periode van direct na de oorlog", zegt hij- En daarbij, zo vervolgt Markovic. stuit de Servische partijleider op de belangen van de heersende poli tici in andere republieken. Zij wil len de huidige status quo handha ven. Slovenië is een buitenbeentje, dat meent dat het als volledig zelf standige republiek economisch veel beter af is. Maar in de andere republieken gelden trivialer argu menten: behoud van posities en privileges voor de topleiding. Die zijn nauw verbonden met de economische structuur. Tito's 'zelf beheer' liet de werkelijke beslis singsmacht over de econonische bedrijvigheid over aan de Staat en het bureaucratisch apparaat. Nu nog moeten de bedrijven meer dan de helft van hun inkomsten aan die Staat afdragen. Bedreiging Markovic: "Milosevic is ook een bedreiging omdat hij van dit sys teem af wil. In Servië wil hij 400 miljard dinar vrijmaken voor loonsverhogingen, door de bedrij ven minder te belasten. Dat geld is er, omdat de bureaucratie juist door ons systeem geweldig groot is en daarin kan worden gesneden. Als ik je nu alleen vertel dat er in ons land maar liefst 170.000 auto's met chauffeur voor het apparaat beschikbaar zijn...". Milosevic is niet, zoals zoveel an deren, een partijbons in de weelde rige Tito-stijl. Mensen als Mikulic (de huidige premier, afkomstig uit Bosnië) zijn geweldig rijk, Milosevi leeft eenvoudig, kent zichzelf geen privileges toe. zo verklaart Marko vic de populariteit van de man. Daarin, en in zijn opvattingen over economische veranderingen ligt de Servische partijchef op één lijn met zijn Sloveense collega Milan Kucan. Maar waar beide, naar het schijnt, aartsvijanden in lijken te verschillen zijn de opvat tingen over politieke liberalisering. In Slovenië wordt niet alleen ge discussieerd over, maar ook geëx perimenteerd met 'socialistisch pluralisme'. Onafhankelijke groe peringen hebben er recht van le ven, de pers is er kritisch en onaf hankelijk. Markovic is ervan over tuigd dat ook Milosevic tot zo'n de mocratisering bereid is. "Hij moet wel, hij heeft zich tot de basis gewend om het bureaucra tische systeem te doorbreken. Dat proces is nu niet meer te stoppen. Bovendien weet Milosevic dat als Servië meer competente mensen krijgt, meer democratisch wordt en op die manier sociale conflicten weet op te lossen, de republiek het vertrouwen wint van de mensen in andere republieken, die een zelfde soort verandering willen. Populariteit Milosevic heeft maar een paar maanden om het economisch her vormingsprogramma dat Servië heeft opgesteld ook door te voeren. Misschien zelfs maar een paar we ken, wil hij sociale conflicten voor komen, meent Markovic. "Wat de man ook mag zijn - ik geef toe. dat weten we niet precies - bepalend is het soort van steun dat hij heeft. In de demonstraties werden vrije ver kiezingen geëist, tegen het monop olie van de partij geageerd. Als hij daar tegenin gaat, verliest hij zijn populariteit". "Nu neemt hij het risico om voor de massa te verschijnen. Maar hij kan in plaats van toegejuient ook uitgefloten worden. De Serven zijn geen mensen die zomaar achter lei ders aanlopen, integendeel, er is een lange traditie van verzet tegen regeringen. Milosevic móet weten dat hij geen onvoorwaardelijk mandaat van het volk heeft". Markovic voert nog een argu ment aan dat moet bewijzen dat buiten Servië een verkeerd beeld van de partijleider wordt geschetst. "Toen vorig jaar de Servische pre sident Stambolic door toedoen van Milosevic van het politieke toneel verdween, werd Stambolic afge schilderd als een 'liberaal' die in Kosovo tegenstellingen probeerde te verzoenen". "Maar vergeten wordt dat het die zelfde Stambolic was, die in 1974 met Tito en Dolanc (hoofd veilig heidsdienst, lid van het staatspresi- dium, Sloveen) de Servische partij zuiverde van progressieve intellec tuelen. Tito had een jaar later geen kind meer aan de gedecimeerde Servische partijleiding toen hij de voor de republiek nadelige grond wetswijziging doorvoerde", aldus Markovic. Stalinist Stane Dolanc zal deze week van het politieke toneel verdwijnen, zo heeft de secretaris van het LJC- presidium, Stefan Korosec al aan gekondigd. Daarmee wordt het proces van sluipende en bijna ge ruisloze ontluistering van de on aantastbare held van socialistisch Joegoslavië, maarschalk Tito, voortgezet. Doranc was een ver trouweling van Tito en de nu ter discussie staande grondwet van 1974 was hun beider geesteskind. Milan Djilas, in de Partizanen strijd tegen de nazi's Tito's naaste medewerker, daarna partij-ideo loog, maar in 1954 uit de partij en vervolgens met enkele onderbre kingen negen jaar in de cel vanwe ge dissidente opvattingen en publi caties, gelooft niet dat de komende veranderingen in de partijtop ook maar een schijn van oplossing zul len brengen voor de Joegoslavi sche problemen. Djilas, 77 inmid dels maar nog opmerkelijk fit, deelt de opvattingen van Markovic over Serviës sterke man Milosevic als een economische hervormer. "Ik ben het er ook mee eens dat de Serven in Kosovo moeten wor den beschermd tegen Albanees na tionalisme. Maar niet op de manier zoals Milosevic dat wil en doet, door nationalistische gevoelens op te roepen en uiteindelijk de Alba nese bevolking met administratie ve maatregelen in het gareel te dwingen", zegt hij. Djilas ziet als enige positieve ele ment in de demonstraties van de afgelopen maanden dat er nu een kans is om doorbreking van het ou de bureaucratische systeem. "Maar de problemen worden niet opge lost. Er is in de Servische beweging geen enkele democratische eis ge formuleerd". En, zegt hij met Markovic, alleen democratische hervormingen zouden vertrouwen in de andere republieken afdwin gen. Djilas is ervan overtuigd dat op de lange duur een meer-partijen- systeem de enige oplossing voor het Joegoslavische probleem is. Smalend doet hij het argument van dogmatici als partijpresident Stipe Suvar (Kroaat), dat zo'n systeem pas echt de ondergang van Joego slavië als eenheidsstaat zou beteke nen af met "meent hij nu werkelijk dat democratische partijen het in een coalitie slechter zouden doen dan de communistische van nu?". Explosie Hoewel Djilas het Kosovo-pro- bleem als "het meest explosieve" in Joegoslavië ziet, is hij ervan overtuigd dat de partij het gebruikt om de werkelijke oorzaken van de economische en politieke crisis toe te dekken. "En die oorzaak is dat het huidige leiderschap geen op lossingen heeft. Er is geen concept, geen program. De veranderingen van het Centraal Comité volgende week betekenen alleen maar wat voor de leiders die er bij zijn be trokken, maar niet voor de situatie in Joegoslavië", zo meende hij. Anders dan Markovic oordeelt Djilas dat de problemen in Kosovo bewust worden overdreven door het Servische leiderschap. "Zo gaat dat nu eenmaal in de politiek. Dat betekent echter nog niet dat er geen problemen zijn. Watje nu ziet is dat de Albanezen in Kosovo door Servisch nationalisme naar elkaar worden toegedreven. Pluralisme, meer democratie, zullen juist de onderlinge verschillen in de Alba nese bevolking naar voren bren gen", voorziet hij. Voor Djilas is het Sloveense mo del van 'socialistisch pluralisme' een stap op weg naar volledige de mocratie en daarmee naar de fun damentele oplossing die hij voor Joegoslaviës problemen wenst. Maar wie werkt daaraan mee? De Sloveense leider Kucan, die vorige week uitriep dat Joegoslavië al een meer-partijensysteem heeft, want "er zijn al acfht partijen...." maakt geen kans. Kucan mag een verlicht politicus zijn, zijn eerste zorg is de betrekkelijke Sloveense welvaart veilig te stellen. Partijpresident Sufar dan, die bij het ongebruikelijke bezoek van de partijtop aan Kosovo vorige week de kameraden daar voorhield dat de Albanezen maar eens wat har der moeten werken? Sufar wil wel iets toegeven aan de Servische ei sen, maar niet zoveel dat het hele systeem, inclusief dat in zijn eigen Kroatië overhoop wordt gehaald. Of de protesterende Serven en Montenegrijnen, die portretten van Tito met zich meedragen uit nostal- gié naar een wat rooskleuriger ver leden? Dat geloof in een mythe, gaat hand in hand met agressiviteit ("geef ons wapens") en racisme ("dood aan de Albanese leiders") op de spandoeken. "Een extreme minderheid", vergoeilijkt Djilas. Maar het zijn helaas minderheden die in Joegoslavië het beleid en het klimaat bepalen. Onder hervormde en gerefor meerde predikanten bestaat nogal wat onvrede over hun functioneren. Van de tien zou er één het ambt willen neerleggen en overwegen twee een functie als predikant te zoeken buiten de kerkelijke gemeente. Dat blijkt uit een proefschrift, waarop J. Keizer aan de Groningse univer siteit promoveerde tot doctor in de psychologische, pedagogi sche en sociologische weten schappen. Keizer deed onder zoek naar de motivatie en ar beidsvreugde onder hervormde en gereformeerde predikanten in de drie noordelijke provincies. Aanleiding voor dit onderzoek was de ervaring dat steeds meer predikanten moeite hebben hun werk vol te houden. Ze worden gehinderd door teleurstellingen, frustraties en conflicten. Keizer berekende dat predi kanten gemiddeld bijna zestig uren per week werken. Er zijn er die zich stipt aan de veertig uur houden, maar anderen zijn wel tachtig uur in de weer. Vergele ken met 1968, toen er ook een on derzoek was, is de gemiddelde werkweek iets korter geworden. De meeste tijd wordt, besteed aan de voorbereiding en uitvoering van de kerkdienst. 26,6 procent. Dan volgen het pastoraat (24,2 procent), gemeente-opbouw (17,4 procent), catechese (13 pro cent), organisatie en bestuur (9,6) en studie (9,2). In vergelijking met 1968 wordt meer tijd gesto ken in opbouw van de gemeente en minder in studie en bezin ning. De tijdsbesteding maakte op Keizer een nogal versnipperde indruk. Er is weinig samenhang in te ontdekken. Predikanten kiezen hun eigen takenpakket. Als zij aan bepaalde taken veel aandacht geven, doen zij dat om dat ze die zelf belangrijk vinden. Maar weinig predikanten heb ben een bepaald doel of resultaat voor ogen. Wel zien ze hun activi teiten als bijdrage aan de groei en ontwikkeling van gemeentele den afzonderlijk en de gemeente als geheel. Ze hebben vrijwel nooit het gevoel iets bereikt te hebben of tot stand te hebben ge bracht. Bevestiging en intrede. In de hervormde kerk in Eext (Drenthe) werd gistermiddag mevrouw M. G. Walvaart (57) uit Emmen bevestigd tot predikant. Zij is een dochter van wijlen ds. Walvaart, die vele jaren predi kant was in Sassenheim en als emeritus in Leiderdorp woonde, waar zijn vrouw nog woont. Me vrouw ds. Walvaart voltooide on langs haar theologische studie - waar zij in haar jonge jaren al mee was begonnen aan de Groningse universiteit. Professor drs. R. Hensen, ker kelijk hoogleraar in Groningen, bevestigde kandidaat Walvaart tot predikant. Aan de handopleg ging nam ook ds. Knorth uit Lei derdorp deel. Een broer van ds. Walvaart, die cantor-organist is in Voorschoten, bespeelde in de ze dienst het orgel. De hervorm de gemeente Eext - waar de pre dikant een deeltijdbaan heeft omvat de dorpen Eext, Anderen en Eexsterzandvoort. Zalig. De Nederlandse pas- sionistenpater Karei Houben, die in 1821 in Munstergeleen (Limburg) werd geboren en in 1893 in Ierland overleed, is giste ren in Rome zaligverklaard. De dienst in de Sint Pieter werd bij gewoond door enkele duizenden pelgrims, onder wie bisschop Gijsen van Roermond, leden van de congregatie der Passionisten en gelovigen uit Nederland en Ierland. Behalve pater Houben vielen ook een Italiaanse pater en een Poolse monnik een zaligverkla ring ten deel. De plechtigheid kreeg een extra feestelijke om lijsting in verband met het tienja- Beroepen Hervormde Kerk: aangeno men naar Schermer (NH) J. W. Bakker Wormer-Knollendam en Jisp, te Leerbroek W. Roos Hars kamp; aangenomen naar Dordrecht T. A. Eijsenga Zwam- merdam; bedankt voor Amers foort W. Arkeraats Giessendam- Nederhardinxveld; toegelaten tot de evangeliebediening C. N. van Dis Wassenaar en mevrouw J. van Marion Leiden; beroep baar O. van der Veen Utrecht. Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Axel (Z.) voor zendingsdienst in Gent (België) A. J. van Zuijlekom Fra- neker-Sexbierum, te Pretoria (Zuidafrika) voor Die Vrije Gere formeerde Kerke F. H. Folkerts Stadkanaal; bedankt voor IJmuiden en voor Harderwijk G. Zomer Vlissingen. Christelijke Gereformeerde Kerken: bedankt voor 's Gra- venzande, Harderwijk-Zeewolde en voor Rotterdam-West H. E. Sterk Ulrum-Lutjegast, voor Zaamslag en voor Nieuwkoop A. van Heteren Werkendam. Gereformeerde Gemeenten: bedankt voor Alblasserdam A. Bac Bodegraven, voor Leerdam J. Mijnders Veenendaal, voor Middelharnis J. den Hoed Rock Valley (Ver. Staten). Directeur. Met ingang van 1 februari volgend jaar wordt pro fessor dr. L. Laeyendecker (58) directeur van het Multidiscipli nair Centrum voor Kerk en Sa menleving in Driebergen. Hij zal dan juist afscheid hebben geno men als hoogleraar algemene so ciologie aan de Leidse universi teit. Laeyendecker is actief in rk vernieuwingsbewegingen, zoals de Mariënburg-vereniging. Het centrum waaraan hij volgend jaar hoopt te gaan werken, werd in 1982 opgericht door zes lid kerken van de Raad van Kerken in Nederland. Het is bedoeld als trefpunt van geloof en weten schap, brengt academici van ver schillende wetenschappelijke richtingen bij elkaar voor bezin ning op de ethische kanten van bijvoorbeeld de economie, ge zondheidszorg en technologi sche ontwikkeling. Baptisten. Van 19 tot 21 ok tober houdt de Unie van Baptis tengemeenten in Nederland haar jaarlijkse algemene vergadering in Enschede. Het ledental vertoonde vorig jaar een lichte stijging. Het aan tal gemeenten kwam op 82. In to taal hebben de baptistenge meenten die bij de Unie zijn aan gesloten - daarnaast zijn er nog vrije gemeenten - ongeveer 12.500 leden. Voor de algemene vergadering ligt er een voorstel om alsnog in te gaan op de uitnodiging tot deelneming aan het proces van gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping van de Wereld raad van Kerken. Een ander voorstel betreft de status binnen de Unie van mensen met een bij zonder pastoraat. Jongerenweekend. Van vrij dag 11 tot zondag 13 november houdt het Landelijk Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk in Doornspijk een weekend voor jongeren van 16 tot 26 jaar. The ma: 'Geloof in het leven'. Pro gramma: ontmoeting en ge sprek, spel, dans, muziek, toneel en cabaret. Voor nadere inlich tingen en opgave: genoemd cen trum afdeling kampwerk, post bus 99, 3970 AB Driebergen, 03438-23260. Gezag. De Rooms-Katholie- ke Kerk, zei de paus zaterdag in Rome tot een groep Amerikaan se bisschoppen, is bereid een be paalde meervormigheid in de theologie te erkennen, maar daarbij moet wel worden gelet op de eenheid van het geloof én op overeenstemming met het leergezag van de kerk. De rooms- katholieken in de Verenigde Sta ten riep hij op zich aan de ethi sche uitspraken van de kerk te houden. Het zogenaamde 'recht op eigen mening' kan schadelij ke gevolgen hebben, meende de paus. Tekort. Dankzij de hogere inkomsten uit de 'Pieterspen ning' een jaarlijkse collecte is het tekort van het Vaticaan vo rig jaar ongeveer gehalveerd, zo werd dit weekeinde na een ver gadering van acht 'financiële' kardinalen bekendgemaakt. Vo rig jaar had het Vaticaan een te kort van rond 120 miljoen gul den. Tegelijk werden de gelovigen opgeroepen hun donatie te ver hogen, "opdat het Vaticaan zijn pastorale arbeid kan voortzet ten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 2