Het Joegoslavië van Tito
loopt op zijn laatste benen
Serviërs willen de oude garde zien vertrekken
Steeds meer predikanten hebben moeite met hun werk
PAGINA 2
MAANDAG 17 OKTOBER 1931
Reportage
In Joegoslavië lijken grote veranderingen op til. Na storm
achtige maanden van demonstraties en spanningen in de
zuidelijke republieken, komt vandaag het Centraal Comité
van de communistische partij bijeen. Van de 165 leden zul
len zeker 50 hun zetel moeten inleveren, terwijl van de
veertien kameraden in het dagelijks bestuur mogelijk de
helft zal moeten verdwijnen. De grootste rol in de turbu
lente ontwikkelingen is weggelegd voor de Servische par
tijleider Slobudan Milosevic. 'Zijn' demonstranten eisen
het vertrek van partijbonzen en regeringsfunctionarissen,
niet alleen op het niveau van de republieken, maar ook lan
delijk.
BELGRADO "Op mijn woord
van 'Eerlijke Tito-Pionier', zo is het
gegaan". De jongen kan zijn tranen
nog net bedwingen. Hij heeft niet
alleen een schokkende ervaring
achter de rug, maar moet daarvan
ook verslag doen aan een verslag
gever van het tv-nieuws in Belgra
do. De scène speelt zich af in Pee,
een stadje in Kosovo, zo'n 20 kilo
meter van de grens met Albanië.
Onze jonge pionier is 'aangevallen'
door een 16-jarige medescholier
van Albanese afkomst. De reden:
hij had meegedaan aan een Servi
sche demonstratie tegen het 'Alba
nese nationalisme' in Kosovo.
door
Hans Geleijnse
Zo'n buitenkansje laat de Servi
sche televisie zich niet ontgaan. Ze
ker niet in dit geval, want niet al
leen de dader is van Albanese af
komst, het slachtoffer is dat even
eens. Dus worden andere scholie
ren geïnterviewd over het Albane
se 'terrorisme'. Zij hebben ogen
blikkelijk tot een klasse-boycot be
sloten.
Ook de politiechef van Pee komt
aan het woord. Hij bezweert de
scholieren weer in de banken te
schuiven, hun veiligheid wordt
'voor honderd procent gegaran
deerd". En als bewijs registreert de
tv-camera dat het slachtoffer door
zijn moeder van school wordt ge
haald en met de auto op weg naar
huis door een patrouillewagen van
de politie wordt begeleid.
De Joegoslavische crisis in mini
atuurformaat. Grote Servische
aandacht voor ook maar het klein
ste incident in Kosovo, waar door
de jaren heen de Albanese meer
derheid (ruim een miljoen mensen)
op gespannen voet leeft met de
Servische (200.000) en Monte-
negrijnse (27.000) minderheden.
En niet voor niets. Want het pro-
bleem-Kosovo wordt door de Ser
vische communisten als breekijzer
gebruikt voor een politieke strijd,
die de federatie van Joegoslavische
republieken, het geesteskind van
maarschalk Josip BrozTito, op zijn
grondvesten doet schudden.
Protest
De Servische partijleider Milose
vic heeft de kat de bel aangebon
den. Milosevic, in vergelijking met
de meeste van zijn collega's nog
jong (47), dynamisch en vol charis
ma, heeft de sentimenten in Servië
over de behandeling van de min
derheden in Kosovo weten te kana
liseren in een protestbeweging die
zijn weerga in de Joegoslavische
naoorlogse geschiedenis niet kent.
Honderdduizenden Serven de
monstreerden de afgelopen maan
den, niet alleen in Servië en Koso
vo, maar ook in Bosnië en Vojvodi-
na. En het protest veranderde al
lengs van karakter; het kwaad van
het Albanees nationalisme werd
ondergeschikt aan dat van de eco
nomische crisis.
De kritiek van Milosevic op het
'verkalkte, geprivilegeerde en cor
rupte leiderschap' werd door de
massa's op straat vertaald in "weg
met de dieven". Zolang nog om Ko
sovo alleen ging, bleef het in de an
dere republieken stil. Maar toen
Milosevic er in slaagde, dank zij
zijn 'rode gardes' (zoals het Bosni
sche lid van het partijpresidium
Zarkovits de demonstranten
noemde) het leiderschap in Vojvo-
dina naar huis te sturen, verander
de de zaak.
Keerpunt
Het keerpunt kwam zaterdag een
week geleden, toen de politie in Ti-
tograd, de hoofdstad van de repu
bliek Montenegro, tegen de 40.000
demonstranten uiteen sloeg. Op
last van de partijleiding. Daar. in
Titograd, eisten de betogers niet al
leen het vertrek van de eigen be
windvoerders, maar ook van de top
van de Liga van Joegoslavische
Communisten (LJC. de landelijke
partij) en van de regering in Belgra
do. In Montenegro en de andere re
publieken werken die eisen toege
schreven aan manipulaties van het
Servische leiderschap.
Felicitatietelegrammen en toe
zeggingen van Financiële en morele
steun vlogen vanuit het noordelij
ke Slovenië, de kleine, meest vrij
gevochten en meest welvarende re
publiek, maar ook uit Kroatië, Ma
cedonië en Bosnië naar het leider
schap in Montenegro. Vrij vertaald
kwam de inhoud neer op: bedankt
voor het afstoppen van Milosevic.
En zo werd de boodschap in Bel
grado, de federale én Servische
hoofdstad, ook verstaan.
Wat volgde was een woorden
strijd waarin de beledigingen nog
net niet met vermelding van volle
dige naam en adres werden ver
stuurd. Vooral de Slovenen weer
den zich. Servisch Belgrado werd
van nationalisme, opportunisme,
chauvinisme en wat al niet meer
beschuldigd.
Vanuit het Milosevic-kamp werd
woedend gereageerd, in de trant
van dat er gelukkig een verschil be
staat tussen het "vredelievende
Sloveense volk" en een "kleine
groep met Servofobia behepte op
portunistische leiders". Dat bracht
de vice-voorzitter van het Sloveen
se parlement tot de 'wisecrack' van
de afgelopen week: de Serviërs
proberen een ouderwetse bolsje
wistentruc: tegenstellingen fabri
ceren tussen volk en leiding.
Economie
Om de werkelijke achtergronden
van het huidige gekrakeel te begrij
pen zijn niet alleen wat cijfers no
dig, maar ook besef van de Joego
slavische geschiedenis. De cijfers
eerst. Van de 23 miljoen Joegosla-
ven is 20 procent werkloos. De bui
tenlandse schuld beloopt tegen de
45 miljard gulden; de inflatie be
reikt dit jaar de recordhoogte van
217 procent.
Het redelijk kritische dagblad
De Servische leider Milosevic.
Borba (Strijd) becijferde deze week
dat de levensstandaard nu is ge
zonken naar het peil van 20 jaar ge
leden. Een gemiddeld maandsala
ris bedraagt ongeveer 200 gulden.
Zet dat af tegen een bijna 'Hollands
prijspeil' in Belgrado: 300 gulden
huur voor een piepkleine flat, 400
gulden voor een niet alleen qua
kleur grijs herenkostuum, 15 gul
den voor een kilo varkensvlees, ter
wijl een paar goedkope en dus
kwalitatief slechte schoenen nog
altijd drie tientjes kost.
"Ik kan van mijn salaris van
meer dan één miljoen dinar niet
eens de elektriciteit meer betalen",
zegt een Joegoslavische vriend.
Eén miljoen dinar is twee keer een
gemiddeld maandloon en eender
de van de prijs van een eenvoudige
videorecorder. Zoals hij zijn er ve
len. In Belgrado leven duizenden
mensen, vrijwillig of wegens wan
betaling, zonder elektriciteit, ver
zekert hij.
Wie daarbij in het achterhoofd
houdt dat volgens officiële gege
vens ruim 60 procent van de 'natio
nale rijkdom' in handen van maar
tien procent van de bevolking, be
grijpt de economische oorzaken
van het massaprotest. En de popu
lariteit, zeker in Servië, van een
man als Milosevic, die de schuld
van de malaise bij corrupte en in
competente leidende politici legt.
Tito
Zonder kennis van de Joegosla
vische geschiedenis zijn het tumult
rond Milosevic en de ingewikkel
de, steeds wisselende kongsi's in
de partijtop niet te begrijpen, po
neert Mihajlo Markovic. Deze ge
pensioneerde hoogleraar, een van
's lands meest vooraanstaande so
ciologen en lid van een in 1984 op
gericht mensenrechtencomité,
heeft een volledig tegendraadse vi
sie op het doen en laten op de per
soon van de Servische partijleider.
Waar Milosevic in de media bui
ten Servië en buiten de landsgren
zen wordt afgeschilderd als een
'stalinist', bewust op persoonlijke
macht en Servische overheersing,
brengt Markovic nuanceringen
aan. Tito zadelde Joegoslavië niet
alleen op met een tot falen ge
doemd systeem van socialistisch
zelfbeheer, maar ook - in 1974 -
werd de grondwet die de republie
ken en de twee autonome provin
cies vetorecht gaf in de besluitvor
ming op landsniveau.
Vooral voor Servië leverde dat
problemen op; de Serven. vanwege
hun vooroorlogse anti-communis
tische verleden én omdat zij de
grootste bevolkingsgroep zijn (9
miljoen van wie 5,5 miljoen in Ser
vië zelf) kregen na die grondwets
wijziging te maken met veel grote
re zeggenschap van Vojvodina en
Kosovo over de Servische politiek.
Markovic: "De provincies heb
ben eigen parlementen, en Servië
zelf ook. Maar in dat Servische par
lement zitten ook de afgevaardig
den van de provincies en dat bete
kent dat Servië niet zelfstandig
over de gang van zaken in de eigen
republiek kan beslissen". Een
tweede en zeer belangrijk element
is dat de provincies een eigen
rechtspraak kennen. Dat heeft bij
voorbeeld tot gevolg dat Serven in
Kosovo, die beroep willen aanteke
nen tegen vonnissen van Albanese
rechters, daarvoor niet in Servië
kunnen aankloppen.
"Vergeet een ding niet", zegt
Markovic, "de minderheden in Ko
sovo zijn echt in grote problemen,
dat is niet een Servisch verzinsel.
Wat Milosevic wil is niet Servische
hegemonie, maar wijzigingen in de
Beeld van een demonstratie in de Joegoslavische provincie Vojvodina. De demonstranten eisen het aftreden z
de leiders van de provinciale communistische partij. (foto a
federale grondwet die de verande
ringen van 1974 ongedaan maken
en ons weer terugbrengen naar de
periode van direct na de oorlog",
zegt hij-
En daarbij, zo vervolgt Markovic.
stuit de Servische partijleider op
de belangen van de heersende poli
tici in andere republieken. Zij wil
len de huidige status quo handha
ven. Slovenië is een buitenbeentje,
dat meent dat het als volledig zelf
standige republiek economisch
veel beter af is. Maar in de andere
republieken gelden trivialer argu
menten: behoud van posities en
privileges voor de topleiding.
Die zijn nauw verbonden met de
economische structuur. Tito's 'zelf
beheer' liet de werkelijke beslis
singsmacht over de econonische
bedrijvigheid over aan de Staat en
het bureaucratisch apparaat. Nu
nog moeten de bedrijven meer dan
de helft van hun inkomsten aan die
Staat afdragen.
Bedreiging
Markovic: "Milosevic is ook een
bedreiging omdat hij van dit sys
teem af wil. In Servië wil hij 400
miljard dinar vrijmaken voor
loonsverhogingen, door de bedrij
ven minder te belasten. Dat geld is
er, omdat de bureaucratie juist
door ons systeem geweldig groot is
en daarin kan worden gesneden.
Als ik je nu alleen vertel dat er in
ons land maar liefst 170.000 auto's
met chauffeur voor het apparaat
beschikbaar zijn...".
Milosevic is niet, zoals zoveel an
deren, een partijbons in de weelde
rige Tito-stijl. Mensen als Mikulic
(de huidige premier, afkomstig uit
Bosnië) zijn geweldig rijk, Milosevi
leeft eenvoudig, kent zichzelf geen
privileges toe. zo verklaart Marko
vic de populariteit van de man.
Daarin, en in zijn opvattingen
over economische veranderingen
ligt de Servische partijchef op één
lijn met zijn Sloveense collega
Milan Kucan. Maar waar beide,
naar het schijnt, aartsvijanden in
lijken te verschillen zijn de opvat
tingen over politieke liberalisering.
In Slovenië wordt niet alleen ge
discussieerd over, maar ook geëx
perimenteerd met 'socialistisch
pluralisme'. Onafhankelijke groe
peringen hebben er recht van le
ven, de pers is er kritisch en onaf
hankelijk. Markovic is ervan over
tuigd dat ook Milosevic tot zo'n de
mocratisering bereid is.
"Hij moet wel, hij heeft zich tot
de basis gewend om het bureaucra
tische systeem te doorbreken. Dat
proces is nu niet meer te stoppen.
Bovendien weet Milosevic dat als
Servië meer competente mensen
krijgt, meer democratisch wordt en
op die manier sociale conflicten
weet op te lossen, de republiek het
vertrouwen wint van de mensen in
andere republieken, die een zelfde
soort verandering willen.
Populariteit
Milosevic heeft maar een paar
maanden om het economisch her
vormingsprogramma dat Servië
heeft opgesteld ook door te voeren.
Misschien zelfs maar een paar we
ken, wil hij sociale conflicten voor
komen, meent Markovic. "Wat de
man ook mag zijn - ik geef toe. dat
weten we niet precies - bepalend is
het soort van steun dat hij heeft. In
de demonstraties werden vrije ver
kiezingen geëist, tegen het monop
olie van de partij geageerd. Als hij
daar tegenin gaat, verliest hij zijn
populariteit".
"Nu neemt hij het risico om voor
de massa te verschijnen. Maar hij
kan in plaats van toegejuient ook
uitgefloten worden. De Serven zijn
geen mensen die zomaar achter lei
ders aanlopen, integendeel, er is
een lange traditie van verzet tegen
regeringen. Milosevic móet weten
dat hij geen onvoorwaardelijk
mandaat van het volk heeft".
Markovic voert nog een argu
ment aan dat moet bewijzen dat
buiten Servië een verkeerd beeld
van de partijleider wordt geschetst.
"Toen vorig jaar de Servische pre
sident Stambolic door toedoen van
Milosevic van het politieke toneel
verdween, werd Stambolic afge
schilderd als een 'liberaal' die in
Kosovo tegenstellingen probeerde
te verzoenen".
"Maar vergeten wordt dat het die
zelfde Stambolic was, die in 1974
met Tito en Dolanc (hoofd veilig
heidsdienst, lid van het staatspresi-
dium, Sloveen) de Servische partij
zuiverde van progressieve intellec
tuelen. Tito had een jaar later geen
kind meer aan de gedecimeerde
Servische partijleiding toen hij de
voor de republiek nadelige grond
wetswijziging doorvoerde", aldus
Markovic.
Stalinist
Stane Dolanc zal deze week van
het politieke toneel verdwijnen, zo
heeft de secretaris van het LJC-
presidium, Stefan Korosec al aan
gekondigd. Daarmee wordt het
proces van sluipende en bijna ge
ruisloze ontluistering van de on
aantastbare held van socialistisch
Joegoslavië, maarschalk Tito,
voortgezet. Doranc was een ver
trouweling van Tito en de nu ter
discussie staande grondwet van
1974 was hun beider geesteskind.
Milan Djilas, in de Partizanen
strijd tegen de nazi's Tito's naaste
medewerker, daarna partij-ideo
loog, maar in 1954 uit de partij en
vervolgens met enkele onderbre
kingen negen jaar in de cel vanwe
ge dissidente opvattingen en publi
caties, gelooft niet dat de komende
veranderingen in de partijtop ook
maar een schijn van oplossing zul
len brengen voor de Joegoslavi
sche problemen. Djilas, 77 inmid
dels maar nog opmerkelijk fit,
deelt de opvattingen van Markovic
over Serviës sterke man Milosevic
als een economische hervormer.
"Ik ben het er ook mee eens dat
de Serven in Kosovo moeten wor
den beschermd tegen Albanees na
tionalisme. Maar niet op de manier
zoals Milosevic dat wil en doet,
door nationalistische gevoelens op
te roepen en uiteindelijk de Alba
nese bevolking met administratie
ve maatregelen in het gareel te
dwingen", zegt hij.
Djilas ziet als enige positieve ele
ment in de demonstraties van de
afgelopen maanden dat er nu een
kans is om doorbreking van het ou
de bureaucratische systeem. "Maar
de problemen worden niet opge
lost. Er is in de Servische beweging
geen enkele democratische eis ge
formuleerd". En, zegt hij met
Markovic, alleen democratische
hervormingen zouden vertrouwen
in de andere republieken afdwin
gen.
Djilas is ervan overtuigd dat op
de lange duur een meer-partijen-
systeem de enige oplossing voor
het Joegoslavische probleem is.
Smalend doet hij het argument van
dogmatici als partijpresident Stipe
Suvar (Kroaat), dat zo'n systeem
pas echt de ondergang van Joego
slavië als eenheidsstaat zou beteke
nen af met "meent hij nu werkelijk
dat democratische partijen het in
een coalitie slechter zouden doen
dan de communistische van nu?".
Explosie
Hoewel Djilas het Kosovo-pro-
bleem als "het meest explosieve"
in Joegoslavië ziet, is hij ervan
overtuigd dat de partij het gebruikt
om de werkelijke oorzaken van de
economische en politieke crisis toe
te dekken. "En die oorzaak is dat
het huidige leiderschap geen op
lossingen heeft. Er is geen concept,
geen program. De veranderingen
van het Centraal Comité volgende
week betekenen alleen maar wat
voor de leiders die er bij zijn be
trokken, maar niet voor de situatie
in Joegoslavië", zo meende hij.
Anders dan Markovic oordeelt
Djilas dat de problemen in Kosovo
bewust worden overdreven door
het Servische leiderschap. "Zo
gaat dat nu eenmaal in de politiek.
Dat betekent echter nog niet dat er
geen problemen zijn. Watje nu ziet
is dat de Albanezen in Kosovo door
Servisch nationalisme naar elkaar
worden toegedreven. Pluralisme,
meer democratie, zullen juist de
onderlinge verschillen in de Alba
nese bevolking naar voren bren
gen", voorziet hij.
Voor Djilas is het Sloveense mo
del van 'socialistisch pluralisme'
een stap op weg naar volledige de
mocratie en daarmee naar de fun
damentele oplossing die hij voor
Joegoslaviës problemen wenst.
Maar wie werkt daaraan mee? De
Sloveense leider Kucan, die vorige
week uitriep dat Joegoslavië al een
meer-partijensysteem heeft, want
"er zijn al acfht partijen...." maakt
geen kans. Kucan mag een verlicht
politicus zijn, zijn eerste zorg is de
betrekkelijke Sloveense welvaart
veilig te stellen.
Partijpresident Sufar dan, die bij
het ongebruikelijke bezoek van de
partijtop aan Kosovo vorige week
de kameraden daar voorhield dat
de Albanezen maar eens wat har
der moeten werken? Sufar wil wel
iets toegeven aan de Servische ei
sen, maar niet zoveel dat het hele
systeem, inclusief dat in zijn eigen
Kroatië overhoop wordt gehaald.
Of de protesterende Serven en
Montenegrijnen, die portretten van
Tito met zich meedragen uit nostal-
gié naar een wat rooskleuriger ver
leden? Dat geloof in een mythe,
gaat hand in hand met agressiviteit
("geef ons wapens") en racisme
("dood aan de Albanese leiders")
op de spandoeken. "Een extreme
minderheid", vergoeilijkt Djilas.
Maar het zijn helaas minderheden
die in Joegoslavië het beleid en het
klimaat bepalen.
Onder hervormde en gerefor
meerde predikanten bestaat
nogal wat onvrede over hun
functioneren. Van de tien zou er
één het ambt willen neerleggen
en overwegen twee een functie
als predikant te zoeken buiten de
kerkelijke gemeente. Dat blijkt
uit een proefschrift, waarop J.
Keizer aan de Groningse univer
siteit promoveerde tot doctor in
de psychologische, pedagogi
sche en sociologische weten
schappen. Keizer deed onder
zoek naar de motivatie en ar
beidsvreugde onder hervormde
en gereformeerde predikanten in
de drie noordelijke provincies.
Aanleiding voor dit onderzoek
was de ervaring dat steeds meer
predikanten moeite hebben hun
werk vol te houden. Ze worden
gehinderd door teleurstellingen,
frustraties en conflicten.
Keizer berekende dat predi
kanten gemiddeld bijna zestig
uren per week werken. Er zijn er
die zich stipt aan de veertig uur
houden, maar anderen zijn wel
tachtig uur in de weer. Vergele
ken met 1968, toen er ook een on
derzoek was, is de gemiddelde
werkweek iets korter geworden.
De meeste tijd wordt, besteed aan
de voorbereiding en uitvoering
van de kerkdienst. 26,6 procent.
Dan volgen het pastoraat (24,2
procent), gemeente-opbouw
(17,4 procent), catechese (13 pro
cent), organisatie en bestuur (9,6)
en studie (9,2). In vergelijking
met 1968 wordt meer tijd gesto
ken in opbouw van de gemeente
en minder in studie en bezin
ning.
De tijdsbesteding maakte op
Keizer een nogal versnipperde
indruk. Er is weinig samenhang
in te ontdekken. Predikanten
kiezen hun eigen takenpakket.
Als zij aan bepaalde taken veel
aandacht geven, doen zij dat om
dat ze die zelf belangrijk vinden.
Maar weinig predikanten heb
ben een bepaald doel of resultaat
voor ogen. Wel zien ze hun activi
teiten als bijdrage aan de groei en
ontwikkeling van gemeentele
den afzonderlijk en de gemeente
als geheel. Ze hebben vrijwel
nooit het gevoel iets bereikt te
hebben of tot stand te hebben ge
bracht.
Bevestiging en intrede. In
de hervormde kerk in Eext
(Drenthe) werd gistermiddag
mevrouw M. G. Walvaart (57) uit
Emmen bevestigd tot predikant.
Zij is een dochter van wijlen ds.
Walvaart, die vele jaren predi
kant was in Sassenheim en als
emeritus in Leiderdorp woonde,
waar zijn vrouw nog woont. Me
vrouw ds. Walvaart voltooide on
langs haar theologische studie -
waar zij in haar jonge jaren al
mee was begonnen aan de
Groningse universiteit.
Professor drs. R. Hensen, ker
kelijk hoogleraar in Groningen,
bevestigde kandidaat Walvaart
tot predikant. Aan de handopleg
ging nam ook ds. Knorth uit Lei
derdorp deel. Een broer van ds.
Walvaart, die cantor-organist is
in Voorschoten, bespeelde in de
ze dienst het orgel. De hervorm
de gemeente Eext - waar de pre
dikant een deeltijdbaan heeft
omvat de dorpen Eext, Anderen
en Eexsterzandvoort.
Zalig. De Nederlandse pas-
sionistenpater Karei Houben,
die in 1821 in Munstergeleen
(Limburg) werd geboren en in
1893 in Ierland overleed, is giste
ren in Rome zaligverklaard. De
dienst in de Sint Pieter werd bij
gewoond door enkele duizenden
pelgrims, onder wie bisschop
Gijsen van Roermond, leden van
de congregatie der Passionisten
en gelovigen uit Nederland en
Ierland.
Behalve pater Houben vielen
ook een Italiaanse pater en een
Poolse monnik een zaligverkla
ring ten deel. De plechtigheid
kreeg een extra feestelijke om
lijsting in verband met het tienja-
Beroepen
Hervormde Kerk: aangeno
men naar Schermer (NH) J. W.
Bakker Wormer-Knollendam en
Jisp, te Leerbroek W. Roos Hars
kamp; aangenomen naar
Dordrecht T. A. Eijsenga Zwam-
merdam; bedankt voor Amers
foort W. Arkeraats Giessendam-
Nederhardinxveld; toegelaten
tot de evangeliebediening C. N.
van Dis Wassenaar en mevrouw
J. van Marion Leiden; beroep
baar O. van der Veen Utrecht.
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt: beroepen te Axel (Z.)
voor zendingsdienst in Gent
(België) A. J. van Zuijlekom Fra-
neker-Sexbierum, te Pretoria
(Zuidafrika) voor Die Vrije Gere
formeerde Kerke F. H. Folkerts
Stadkanaal; bedankt voor
IJmuiden en voor Harderwijk G.
Zomer Vlissingen.
Christelijke Gereformeerde
Kerken: bedankt voor 's Gra-
venzande, Harderwijk-Zeewolde
en voor Rotterdam-West H. E.
Sterk Ulrum-Lutjegast, voor
Zaamslag en voor Nieuwkoop A.
van Heteren Werkendam.
Gereformeerde Gemeenten:
bedankt voor Alblasserdam A.
Bac Bodegraven, voor Leerdam
J. Mijnders Veenendaal, voor
Middelharnis J. den Hoed Rock
Valley (Ver. Staten).
Directeur. Met ingang van 1
februari volgend jaar wordt pro
fessor dr. L. Laeyendecker (58)
directeur van het Multidiscipli
nair Centrum voor Kerk en Sa
menleving in Driebergen. Hij zal
dan juist afscheid hebben geno
men als hoogleraar algemene so
ciologie aan de Leidse universi
teit.
Laeyendecker is actief in rk
vernieuwingsbewegingen, zoals
de Mariënburg-vereniging. Het
centrum waaraan hij volgend
jaar hoopt te gaan werken, werd
in 1982 opgericht door zes lid
kerken van de Raad van Kerken
in Nederland. Het is bedoeld als
trefpunt van geloof en weten
schap, brengt academici van ver
schillende wetenschappelijke
richtingen bij elkaar voor bezin
ning op de ethische kanten van
bijvoorbeeld de economie, ge
zondheidszorg en technologi
sche ontwikkeling.
Baptisten. Van 19 tot 21 ok
tober houdt de Unie van Baptis
tengemeenten in Nederland haar
jaarlijkse algemene vergadering
in Enschede.
Het ledental vertoonde vorig
jaar een lichte stijging. Het aan
tal gemeenten kwam op 82. In to
taal hebben de baptistenge
meenten die bij de Unie zijn aan
gesloten - daarnaast zijn er nog
vrije gemeenten - ongeveer
12.500 leden.
Voor de algemene vergadering
ligt er een voorstel om alsnog in
te gaan op de uitnodiging tot
deelneming aan het proces van
gerechtigheid, vrede en behoud
van de schepping van de Wereld
raad van Kerken. Een ander
voorstel betreft de status binnen
de Unie van mensen met een bij
zonder pastoraat.
Jongerenweekend. Van vrij
dag 11 tot zondag 13 november
houdt het Landelijk Centrum
voor Gereformeerd Jeugdwerk
in Doornspijk een weekend voor
jongeren van 16 tot 26 jaar. The
ma: 'Geloof in het leven'. Pro
gramma: ontmoeting en ge
sprek, spel, dans, muziek, toneel
en cabaret. Voor nadere inlich
tingen en opgave: genoemd cen
trum afdeling kampwerk, post
bus 99, 3970 AB Driebergen,
03438-23260.
Gezag. De Rooms-Katholie-
ke Kerk, zei de paus zaterdag in
Rome tot een groep Amerikaan
se bisschoppen, is bereid een be
paalde meervormigheid in de
theologie te erkennen, maar
daarbij moet wel worden gelet
op de eenheid van het geloof én
op overeenstemming met het
leergezag van de kerk. De rooms-
katholieken in de Verenigde Sta
ten riep hij op zich aan de ethi
sche uitspraken van de kerk te
houden. Het zogenaamde 'recht
op eigen mening' kan schadelij
ke gevolgen hebben, meende de
paus.
Tekort. Dankzij de hogere
inkomsten uit de 'Pieterspen
ning' een jaarlijkse collecte
is het tekort van het Vaticaan vo
rig jaar ongeveer gehalveerd, zo
werd dit weekeinde na een ver
gadering van acht 'financiële'
kardinalen bekendgemaakt. Vo
rig jaar had het Vaticaan een te
kort van rond 120 miljoen gul
den.
Tegelijk werden de gelovigen
opgeroepen hun donatie te ver
hogen, "opdat het Vaticaan zijn
pastorale arbeid kan voortzet
ten".