Seth staat Toon te imiteren 'Woyzeck' met kijkkast-effect Dagboeken Kan geven zicht op 'rastwijfelaar' Zuidafrika verbiedt 73 popsongs Het Nationale Toneel opent stijlvol 'Djazz Impuls'? Tja Lydia geeft ze van castagnetje PAGINA 22 KUNST MAANDAG 17 OKTOBER 1988 Anton Wachter prijs voor Gijs Ulander HARLINGEN (GPD) - "Ik voel mij behoorlijk aangemoedigd. Nu moet ik wel doorschrijven. Maar eerlijk gezegd wil ik niets liever. U hoort nog van mij". Dit dankwoord sprak de auteur Gijs IJlander (pseudoniem van Gijs Hoetjes) za terdagmiddag in cultureel centrum Trebol te Harlingen, waar hij de Anton Wachter-prijs 1988 in ont vangst nam. Hij kreeg deze literaire debuutprijs voor zijn roman 'De Kapper'. Dick Vestdijk, zoon van wijlen Simon Vestdijk, overhan digde IJlander het geldbedrag van 1500 gulden en een bronzen replica van het beeld van Anton Wachter. Maarten 't Hart zei namens de ju ry dat IJlander met zijn roman een boeiende, originele bijdrage heeft geleverd aan de literatuur, die zich bezighoudt met het verwerkings proces van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. "Zonder te vervallen in simplistisch gemorali seer heeft IJlander het slecht func tioneren beschreven van het gewe ten van een aannemer, die in de oorlog voor de Duitsers werkte. Daarbij maakte hij op trefzekere wijze gebruik van de persoon van een kapper die regelmatig bij de aannemer op bezoek komt, om de ze te knippen en te scheren," aldus het juryrapport. De jury, waarin ook Ko Pop, Martin Ros, Nico Scheepmaker en Hans Oele zitting hadden, prees het sobere, doeltref fende en ingehouden proza van de talentvolle debutant. De Anton Wachter-prijs, ver noemd naar de hoofdfiguur van een cyclus autobiografische ro mans van Simon Vestdijk, is in 1977 ingesteld door de gemeente Harlingen en het Centraal Comité 1945 uit de Friese havenstad. De weduwe van de schrijver, Mieke Vestdijk-van der Hoeven, reikte tot nu toe steeds de prijs uit, maar ver klaarde zaterdag tot verrassing van alle aanwezigen deze taak te heb ben overgedragen aan haar zoon Dick. Eerdere prijswinnaars waren Frans Kellendonk, P. Canaponi (A. F. Th. van der Heijden), P. J. Burg- stedde (mr. P. J. G. Brouwer), Tes sa de Loo en Wessel te Gussinklo. LEEUWARDEN GPD) - Eigen lijk voel je je een gluurder, wan neer je de dagboeken van Wim Kan ter hand neemt. Immers, als er ie mand is geweest, die met zorg een hermetisch gesloten hek tussen zijn vak en privéleven heeft gezet, dan was het Wim Kan. De Birma- dagboeken waren daarop een grote uitzondering. door Jeanette Stuurop Publiciteit voor het vak vond hij prima, maar dan mondjesmaat. Bo vendien moest hij een vinger in de pap hebben. Zo vertelt Kan bij- JOHANNESBURG (GPD) - De Zuidafrikaanse staatsomroep, SABC, heeft alleen dit jaar al 73 popsongs verboden verklaard voor de televisie en de verschillende ra dio-stations. Hiermee treedt de SABC min of meer op als eigen censuur-instantie, aangezien de meeste van de geweerde liedjes niet door de officiële censuurraad van de regering-Botha verboden zijn verklaard. De liedjes die van wege deze vorm van politieke zelf censuur uit de lucht zijn gehaald, zijn zowel van locale artiesten als van buitenlandse attracties. Een van de bekendste songs die op dit moment niet door de dj's kunnen worden gespeeld, is 'Seventh Son of a Seventh Son' van de heavy me tal-band Iron Maiden, dat deze zo mer enige tijd nummer 1 stond op de Britse hitparade. Het zijn overigens niet alleen po litieke redenen, die ten grondslag liggen aan een verbod op de Zuid afrikaanse radio of televisie. Ook religieuze of morele argumenten blijken een rol te spelen. Zo werd John Lennon's 'Imagine' ooit ge weerd, nadat hij had beweerd, dat de Beatles populairder waren dan God. En Rod Stewart, die in 1983 voor het eerst het even vermaarde als omstreden vermaakoord Sun City aandeed, zag radio-commer cials voor dit optreden getroffen worden door een verbod van de SABC, omdat er stukjes van zijn songs 'Hot legs' en 'Do you think I'm sexy' in voorkwamen. Maar de belangrijkste reden voor het verbod op liedjes en video-clips is toch het feit, dat ze door de SABC op de een of andere manier voor de regering-Botha schadelijk worden geacht. Zo werd de ver maarde lp van de Pink Floyd, The Wall' verboden omdat daar de zin 'We don't need no education' in voorkwam, die door de radicale zwarte studenten werd gezongen tijdens hun onderwijsboycot-ac- ties. En Steve Wonder verdween enige tijd van de Zuidafrikaanse radio, nadat hij een Oscar voor de song 'I just called to say I love you' had opgedragen aan de tot levens lang veroordeelde ANC-leider Nelson Mandela. Ook locale groepen en artiesten worden regelmatig met een speel verbod geconfronteerd, zoals de vermaarde band Stimela van Ray Phiri (die onder meer te horen is op Paul Simon's 'Graceland'), Johny Clegg en Savuka, David Kramer en P. J. Powers hebben ervaren. In het geval van de blanke zangeres P.J. Powers, die zeer popular is in de zwarte woonwijken vanwege haar gedeeltelijk in zulu gezongen lied jes, was dat vanwege een duet, dat ze met de zwarte Steve Kekana had opgenomen. En ook de caberetier Pieter Dirk Uys, die onlangs in Amsterdam een vijftal uitverkoch te shows gaf, is feitelijk een taboe op de Zuidafrikaanse radio en tv. Dit ondanks zijn grote succes juist in blank-Afrikaner- kringen. Maar blijkbaar durft de SABC het toch niet aan om Uys' politieke satires op de Botha's en andere politici te vertonen. De laatste songs die door de SABC werden verboden, zijn drie tracks op de plaat van de nieuwe, zeer populaire multi-raciale groep 'Friends First' en liedjes van de Kaapse musival 'District six', die deze zomer met groot succes ge speeld werd met op het Edin burgh-festival. Tenslotte werd juist vorige week ook de filmmuziek van de film Cry Freedom officieel verboden verklaard. En natuurlijk de song 'Asimbonanga' van Johny Clegg, die ook door de Amerikaan se zangeres Joan Baez is opgeno men en die de eerste plaats haalde van de Franse hitparade. Maar dat liedje gaat dan ook over Nelson Mandela, en de vermoorde activis ten Steve Biko en Neil Aggett. voorbeeld gniffelend dat hij een pagina schreef voor De Telegraaf, die op naam kwam van Henk van der Meyden. Maar 'Kudelstaart' was een vesting, waar slechts zeer weinigen toegang hadden. En nu, ruim vijf jaar na zijn dood, zouden we dan alles mogen weten? Frans Rühl, die de dagboeken inleidt en heeft samengesteld, had voldoen de materiaal: 110 dikke ringban den. Wie gedreven door nieuwsgierig heid naar het privé-leven van Kan dit boek ter hand neemt, wordt te leurgesteld. Wim Kan was een ech te 'vakidioot', die met cabaret op stond en ermee naar bed ging. Een egocentrisch ingesteld man, die er van uitging dat zijn omgeving daar rekening mee hield en daarin ook niet teleurgesteld werd. Een man ook, die als een soort topsporter da gelijks zijn conditie mat. En die was kennelijk niet best, gezien het aantal notities over hoofdpijn, 'snotterig', niet' fit, het niet meer zien zitten, enzovoort. Daar moet wel de aantekening bij dat al die kwaaltjes voor het grootste deel toegeschreven moe ten worden aan zijn geestelijke conditie van dat moment. Kan was namelijk een rastwijfelaar. Een niet uitverkochte zaal, een onver wachte uitgave van een paar hon derd gulden, 'een lach' die niet kwam op het moment dat hij was gepland, konden hem in een panie kerige stemming brengen. Roddel en achterklap brachten hem totaal uit zijn evenwicht. Wee degenen, die dan in zijn nabijheid vertoef den. Dat voelde hij zelf ook wel aan, gezien de korte aantekeningen over de reacties op zo'n stemming van bijvoorbeeld zijn vrouw Cor- rie. Het interessante van De Dagboe ken is de kennismaking met een 'bureau-artiest', die zijn shows met de nauwkeurigheid van een boek houder voorbereidt. Een goede grap kon zijn avond helemaal goed maken, een niet reagerende zaal, of de geconstateerde onvoldoende in zet van het ABC-cabaret, Corrie's 'winkeltje', kon de stemming voor lange tijd verpesten. Collega's Dat ABC-cabaret trouwens, de kweekvijver van veel talent, neemt in De Dagboeken een belangrijke plaats in. Toch was Kans belang stelling voor mensen als Jenny Arean, Jacco van Rennesse, Carry Tefsen, Fred Kaps en al die ande ren niet erg groot. Hij bemoeide zich nauwelijks met de groep. Dat was Corrie's werk. Maar hij oor deelde wel, ook over mensen bui ten die groep. Gaaikema, later een van zijn tekstleveranciers, wordt door hem aanvankelijk 'Seth-centriek' ge vonden. Zijn tweede one-manshow wordt door de grote meester als volgt gewaardeerd: "Neen! Neen! Stond driekwart van de avond Toon te imiteren met gebalde vuistjes, met onzin-conférences vol woordspelingen, met diepe stem geluiden en hoge uitschieters. Maar net niet in de roos. Een genie moetje nooit proberen na te doen". En over Jaap van de Merwe: "Boe. Boe. Boe. Alles wat je tegen hem zegt, is totale onzin. Hij zal het vak nooit opgeven en nooit leren. Dan zie ik nog meer, minder weinig, in Seth die nu druk bezig is zich ge heel over het paard van Ome Loeks te laten tillen". Even later, na het zien van een voorstelling van de groep Jaap van de Merwe: "Een programma soms vol leuke ideeën die verknoeid werden door vooral de leider. Jaap van de Mer we. Het wordt nooit wat, want vak manschap is meesterschap en dat ontbreekt. En het ergste bij deze mensen is, geldt ook voor Seth, ze weten niet, voelen niet, merken niet dat ze hun vak nog niet ken nen. En Seth en Jaap van de Merwe moeten eerst leren staan, dan leren lopen en dan leren hoe je armen en handen moet bewegen. Maar wie leert ze dat? En wanneer? En waar? Carrell Voor Herman van Veen naast kritiek ook lof: "Iets nieuws. Grote spanning, warm, hartelijk, vooral tegen het slot". En: "Vaak dacht ik: ik wilde dat ik dit allemaal kon en als ik het kon, dat ik hét allemaal zou durven". Kan heeft het ook wel eens mis. In 1960 over Rudi Carrell: "Een vlegel. Kwasi verveeld staat- ie erbij. Wordt nooit wat groots (denk ik)". "Woyzeck' van Georg Büchner door Het' Nationale Toneel. Vertaling: Ger Thijs. Re gie: Franz Marijnen. Decor: Jean Marie Fiévez. Met: Peter Tuinman, Marie Louise Stheins. Wim van den Heuvel, Gees Linne- bank, Guusje Eybers, Victor Löw. Roelant Radier e.v.a. Gezien op 14 oktober in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. DEN HAAG Terwijl het ver nieuwde RO-Theater in Rotter dam nog op zich laat wachten, de Toneelgroep Amsterdam zich vol ijver blijft wijden aan het zo genaamde 'proefondervindelijke toneel', heeft Het Nationale To neel, de opvolger van de Haagse Comedie, met de 'Woyzeck' van Georg Büchner voor een degelij ke aanpak van klassiek repertoi re-theater gekozen. De eerste première van een nieuw gezel schap Den Haag kan gerust zijn: regisseur Franz Marijnen heeft zich verre gehouden van nieuwlichterij en een stijlvolle voorstelling afgeleverd. Elke 'Woyzeck'-voorstelling is een keuze op basis van fragmen ten. Büchner zelf (1813-1837) heeft namelijk voor zijn vroegtij dige dood de definitieve versie van zijn toneelstuk niet meer kunnen afronden. Zo staat de volgorde van de afzonderlijke scènes niet vast, en zelfs het ein de van dit drama is omstreden. Fragmentarisch dus, wat nog versterkt wordt door de korte duur van de scènes. Dat aspect heeft Marijnen niet willen ver doezelen. Hij versterkt het juist in de voorstelling. Geregeld komt een zwart doek naar bene den, waarop met korte trefwoor den de volgende scène wordt aangekondigd. Op zich zelf een interessante, goed te verdedigen vondst, die op den duur door de veelheid van scènewisselingen wat monotoon wordt. Het drama speelt zich af op een schuinoplopend, kaal, houten plankier, waarop af en toe een enkel meubelstuk wordt ge plaatst. Twee zwarte zijwanden geven het geheel in lichte mate een perspektivische verteke ning. Het toneelbeeld wordt daardoor nadrukkelijk tot een echte 'Guckkastenbühne', een kijkkast, een panopticum, waar in door middel van korte, afge meten scènes het verhaal van Woyzeck wordt getoond. Deze haast analytische benadering overschaduwt het sociaal enga gement met Woyzeck als slacht offer van de maatschappelijke omstandigheden. We zien slechts Woyzeck en zijn geliefde Marie als twee men sen van vJees en bloed temidden van karikaturen (zoals de Kapi tein en de Dokter) en tableaux vi- vants-achtige groepsscènes. Vooral deze groepsscènes zijn vaak mooi sober gestileerd. De voorstelling als geheel heeft dan ook vooral esthetische kwalitei ten. Maar 't blijft allemaal wel af standelijk; géén voorstelling die je emotioneel sterk raakt. Dat komt vooral door het geaccentu eerde kijkkast-effect, het ligt ze ker niet aan Peter Tuinman als Woyzeck en Marie Louise Stheins als Marie, die hun perso nages zo gevoelvol benaderen. De voorstelling profiteert trou wens toch van een sterke rolbe zetting. In een aantal zeer be langrijke scènes van het stuk ma ken Gees Linnebank en Wim van den Heuvel van de Dokter en de Kapitein twee prachtige karika turen, zonder overigens te over drijven en daarmee de geloof waardigheid te verliezen. De Dokter verkeert in de waan, dat hij een revolutionaire bijdrage aan de wetenschap moet leveren. In ruil voor een grypstuiver onderwerpt hij Woyzeck bij wij ze van medische proef aan een maandenlang dieet van uitslui tend erwten, en degradeert hem daarmee tot een ontmenselijkt onderzoeksobject. De soldaat Woyzeck probeert ook als bar bier wat bij te verdienen om zijn Marie te kunnen onderhouden. Tijdens het scheren verwijt de Kapitein zijn ondergeschikte een gebrek aan moraal. Het is een sleutelscène in dit sociaalrevolu- tionaire drama: Woyzecks ant woord is een vooruitlopen op het befaamde Brechtiaanse 'Erst Marie Louise Stheins (links) als Marie en Peter Tuinman als 'Woyzeck', haar geliefde. kommt das Fressen, dann die Moral!' Eigenlijk heeft Woyzeck alleen nog maar zijn Marie. Als zij hem met de Tamboer-Majoor be driegt, komt Woyzeck tot een wanhoopsdaad en doodt zijn ge liefde Marie. In sommige voor stellingen verdrinkt Woyzeck na de moord op Marie in het meer. Er zijn echter ook andere slotscè nes mogelijk. Het einde staat im mers niet vast en is nog steeds punt van discussie. Franz Marij nen laat Woyzeck niet sterven, het zou te veel de afronding van een verhaal betekenen, terwijl Marijnen nu juist het fragmenta rische karakter van de 'Woyzeck' heeft benadrukt. De afloop is hier verrassend. Er schuiven als het ware twee deksels over de (foto Pao Sok) kijkkast: als de achter- en boven kant dichtzitten, is ons eenvou digweg door de duisternis het zicht op Woyzeck: de mens in zijn existentiële verlatenheid, ontnomen. Aldus eindigt deze 'Woyzeck' na ruim honderd mi nuten op dramatisch sterke wij- WIJNAND ZEILSTRA Voorstelling: Djazz Impuls van Modern Jazz Dance Company Djazzex. Choreo grafieën van Glenn van der Hoff. Conny Janssen en Bruce Taylor. Gezien op 14 ok tober in het Danstheater aan 1 Spui, Den Haag. DEN HAAG - Dat ook in de jazz- dans nieuwe paden betreden worden, bewijst het Haagse dansgezelschap Djazzex. Hun werk overstijgt het marginale showdansen tijdens de flauwe te- levisiekwissen ruimschoots, doordat artistiek leider Glenn van der Hoff een synthese wil brengen tussen jazz- en moderne dans. De dansers van Djazzex be wegen zich dan ook op een tech nisch hoog niveau. En het zo rij ke bewegingsidioom van de jazz- dans voegt heel wat kijkplezier en dynamiek toe aan de door gaans wat drogere moderne dans. Een geslaagde poging in deze richting was Van der Hoffs vorige choreografie 'Latino' die terecht lovend ontvangen werd. Het nieuwe programma, 'Djazz Impuls', is wat minder overtui gend. Dit keer heeft de kwanti teit het van de kwaliteit gewon nen. Er gebeurt veel, er is veel fel licht, er zijn veel dansers die veel bewegen en er zijn veel liedjes te horen. In 'Strange Fruit' maakt Van der Hoff gebruik van de mu ziek van Peter Gabriel, Keith Jarret, Gabarak en met name Bil- lie Holliday. Haar melancholieke balladesfeer komt terug in het zachtgele schemerlicht waarin een exotische kop Nescafé koffie zo lekker smaakt. Gedrapeerde doeken en kostuums en je waant je thuis in de film 'Lawrence of Arabia'. De dans zelf lijkt echter het heilige vuur als dat in Latino te missen. Van elk dansaspekt is wel iets aanwezig: een 'slepend' duet, synchroon en versprin gend groepswerk, wat drama, wat melancholieke rust en wat swing, wat ruimte maar nergens staat het als een huis. Je houdt er zo'n tjagevoel aan over. Conny Janssen is als dansers al vanaf de oprichting in 1982 aan Djazzex verbonden. Met 'The Undertown' debuteert ze als cho reografe. Het is niet zo dat ze kwam, zag en overwon; daarvoor ontbreekt nog teveel een eigen stijl. Maar ze maakt wel gebruik van vindingrijke bewegingen. Dat ze die niet goed weet te struc tureren tot een hechte span ningsopbouw, breekt The Un dertown' op. Geen dramatiek van de uit de groep vallende een ling die dat goed maakt. Zelfs het deze avond zo veelvuldig gehan teerde wave-effekt kan het gemis aan power niet verbloemen. Het begin was echter prachtig: als golven rolden en spoelden de dansers over de vloer. Aan dat strand zou ik graag vertoeven. Bruce Taylor (USA) tenslotte, nam als gastchoreograaf The Cat who walks through Walls' en 'Light Games' voor zijn reke ning. Zijn werk is abstract en op vorm gericht. Hij kan goed uit de voeten met de ruimte en speelt met lijnen en structuren. Als kind heeft hij vast een kaleido- scoop gehad, gelet op al die wa ves en verspringingen. Zijn voor keur gaat in elk geval uit naar groepswerk. Geukkig staan er in The Cat who walks through Walls' geen gemimede Carré Cats op toneel maar heeft hij hun lenige buitelingen licht geabstra heerd. Hoe mooi het echter ook is, pakkend wordt de arbeid van deze vakman nooit. Tja, in Djazz Impuls gaat de kwaliteit kopje onder in de kwantiteit. De choreogafieën zijn niet overrdadig maar missen overtuigingskracht. En dat is jammer. INGRID VAN FRANKENHUYZEN In haar programma "Musica de Espana" speelde Lydia Gitana op de flamenco- en klassieke gitaar. Gehoord zaterdag 15 ok tober in de foyerzaal van de Leidse Stads gehoorzaal. Muziek gedragen door snaren Trilling die sferen doordringt Grillig, fel, teder Uit liefde. Klank der gitaar Ontvlucht je houten karkas, Voer mij mee op de golven der tonen, Ontlokt aan je snaren Uit liefde voortgebracht. De liefde voor de gitaar, die Ly dia Gitana in dit gedicht bezingt, heeft ze niet zo zeer tijdens haar klassieke opleiding in eigen land opgedaan, maar tijdens haar ja renlange verblijf in Spanje. Ze zwierf van dorp naar dorp, luis terde naar allerlei soorten mu ziek, leerde de Spaanse dansen, en overal waar zij een groot meester op de gitaar ontmoette, wisselden zij techniek, muzikale opvattingen en dansmuziek uit. Zo van: als ik jou de blues leer, leer jij mij dan de 'baile gitanes'. Een wervelend leven vol avon tuur. Het programma, dat Gitana za terdagavond bracht op de fla mencogitaar afgewisseld met een klassiek gitaar, ademde evenwel rust en harmonie, na tuurlijk gelardeerd met vurige en vrolijke dansen. Romantische zi geunermelodieën volgden op thema's vol treurnis en diepe rouw, geboren tijdens de Spaan se revolutie waarbij duizenden zigeuners 'huis en haard' moes ten achterlaten en als opgejaagde herten door het land trokken. In 'Fiesta en Andalucia' riep Gitana een uitbundig feest op, met klakkende schoenen en tik kende vingers en met spranke lend gitaarspel, dat zich naar een climax toewerkte. Niet alleen haar uitstekende techniek, haar welluidend en ritmisch handen en voetengeroffel gaven sfeer aan deze avond. Ook haar pretti ge uitleg tussen de nummers én haar heldere en rustige uitspraak van het kleine gedicht, dat zich liet vervlechten met de muziek in 'Cante del Minero', het lied over de zwoegende mijnwerkers, droegen daar toe bij. Ik denk dat half Leiden hier van had kunnen genieten, maar jammergenoeg applaudisseer den slechts een twintigtal toe hoorders. Maar die deden dat dan ook royaal. LIDY VAN DER SPEK De Dagboeken over de radiotijd zijn vooral interessant, omdat ze door de inleidinkjes van Rühl in de tijd zijn geplaatst. En het is aardig na te gaan, of het aankomend ta- ient-van-toen, al dan niet met waar dering van Kan, het heeft gered of niet. Volgend jaar verschijnen De Dagboeken over de televisietijd. Of Kan door deze publicaties voor zijn fans completer wordt, is nog maar de vraag. Maar zijn opmerkingen over 'het vak' en het bedrijven daarvan zijn van onschatbare waar de, ook voor de artiesten van nu. De dagboeken van Wim Kan 'De radiojaren, 1957-1968'. Ingeleid en samengesteld door Frans Rühl. Uitgeverij Balans, Amster dam; paperback, geïllustreerd met foto's, 307 blz., f 27,50. Jan Eijkelboom, een van de dich ters die een opdracht ontvingen. (foto GPD) Opdracht voor vijf dichters AMSTERDAM (ANP) - Het Am sterdams Fonds voor de Kunst heeft vijf dichters opdracht ver leend voor het maken van een lang gedicht of een liederencyclus. De vijf zijn Jan Eijkelboom, Eva Ger- lach, Jacob Groot, Hans Tentije en Ad Zuiderent. Voor ieder is een ho norarium uiitgetrokken van 11.000 gulden. De commissie die de vijf voor de opdracht heeft aangewezen stem de in met het voorstel van de com missie Fotografie om Eva Gerlach te laten samenwerken met een fo tograaf. De dichteres zal samen met het commissielid Willem van Toorn een fotograaf uitkiezen voor die samenwerking. Er zal verder nog een voorstel van de commissie komen omtrent samenwerking van de andere vier dichters met kunstenaars uit ande re disciplines, waarbij zij overleg voeren met de commissie Fonds Bijzondere Bijdragen. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft voorts aan de compo nist Jacob ter Veldhuis een studie opdracht verleend voor toonzet ting van een door Lucebert in op dracht van het fonds gemaakt li bretto, met de voorlopige titel 'Troost de hysterische robot'. De commissie die deze keuze maakte, adviseerde het fonds Ter Veldhuis voor zijn opdracht een honorarium te geven van 10.000 gulden. Nederlandse actrice maakt kans op Oscar DEN HAAG (ANP) - De Neder landse actrice Johanna ter Steege is door de jury van de European Film Award 1988 - de Europese Os car - voor haar rol in de film 'Spoor loos' van George Sluizer genomi neerd in de categorie best suppor ting actress. Dit heeft een woord voerder van MGS Film/Golden Egg Film uit Amsterdam bekend gemaakt. De Europese filmprijs wordt dit jaar voor het eerst uitgereikt en 27 Oost- en West-europese landen hebben ieder hun beste films inge zonden. De uit vijf leden bestaande jury stond onder voorzitterschap van de Franse actrice Isabelle Hup- pert. De twee uur durende gala/uit reikingsceremonie zal op 26 no vember in het Theater Des Wes- tens' in Berlijn via Eurovisie en In- tervision worden uitgezonden. Theo van Gogh voor de rechter AMSTERDAM (GPD) - Filmmaker Theo van Gogh moet 11 november voor de Amsterdamse politierech ter verschijnen. Hij is beschuldigd van het opzettelijke beledigen van de Joodse bevolking. Het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI) heeft een klacht ingediend tegen een in 1984 in het tijdschrift Moviola verschenen artikel waarin Van Gogh een aanval lanceert op de joodse schrijver en regisseur Leon de Winter. Volgens het CIDI bevat het arti kel uitspraken die kwetsend zijn voor de joodse gemeenschap. De zaak komt nu pas voor, omdat Theo van Gogh tot aan de Hoge Raad toe heeft geprobeerd de dag vaarding aan te vechten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 22