Seth staat Toon te imiteren
'Woyzeck' met kijkkast-effect
Dagboeken Kan geven zicht op 'rastwijfelaar'
Zuidafrika verbiedt 73 popsongs
Het Nationale Toneel opent stijlvol
'Djazz Impuls'? Tja
Lydia geeft
ze van
castagnetje
PAGINA 22
KUNST
MAANDAG 17 OKTOBER 1988
Anton Wachter
prijs voor
Gijs Ulander
HARLINGEN (GPD) - "Ik voel
mij behoorlijk aangemoedigd. Nu
moet ik wel doorschrijven. Maar
eerlijk gezegd wil ik niets liever. U
hoort nog van mij". Dit dankwoord
sprak de auteur Gijs IJlander
(pseudoniem van Gijs Hoetjes) za
terdagmiddag in cultureel centrum
Trebol te Harlingen, waar hij de
Anton Wachter-prijs 1988 in ont
vangst nam. Hij kreeg deze literaire
debuutprijs voor zijn roman 'De
Kapper'. Dick Vestdijk, zoon van
wijlen Simon Vestdijk, overhan
digde IJlander het geldbedrag van
1500 gulden en een bronzen replica
van het beeld van Anton Wachter.
Maarten 't Hart zei namens de ju
ry dat IJlander met zijn roman een
boeiende, originele bijdrage heeft
geleverd aan de literatuur, die zich
bezighoudt met het verwerkings
proces van de gebeurtenissen in de
Tweede Wereldoorlog. "Zonder te
vervallen in simplistisch gemorali
seer heeft IJlander het slecht func
tioneren beschreven van het gewe
ten van een aannemer, die in de
oorlog voor de Duitsers werkte.
Daarbij maakte hij op trefzekere
wijze gebruik van de persoon van
een kapper die regelmatig bij de
aannemer op bezoek komt, om de
ze te knippen en te scheren," aldus
het juryrapport. De jury, waarin
ook Ko Pop, Martin Ros, Nico
Scheepmaker en Hans Oele zitting
hadden, prees het sobere, doeltref
fende en ingehouden proza van de
talentvolle debutant.
De Anton Wachter-prijs, ver
noemd naar de hoofdfiguur van
een cyclus autobiografische ro
mans van Simon Vestdijk, is in
1977 ingesteld door de gemeente
Harlingen en het Centraal Comité
1945 uit de Friese havenstad. De
weduwe van de schrijver, Mieke
Vestdijk-van der Hoeven, reikte tot
nu toe steeds de prijs uit, maar ver
klaarde zaterdag tot verrassing van
alle aanwezigen deze taak te heb
ben overgedragen aan haar zoon
Dick. Eerdere prijswinnaars waren
Frans Kellendonk, P. Canaponi (A.
F. Th. van der Heijden), P. J. Burg-
stedde (mr. P. J. G. Brouwer), Tes
sa de Loo en Wessel te Gussinklo.
LEEUWARDEN GPD) - Eigen
lijk voel je je een gluurder, wan
neer je de dagboeken van Wim Kan
ter hand neemt. Immers, als er ie
mand is geweest, die met zorg een
hermetisch gesloten hek tussen
zijn vak en privéleven heeft gezet,
dan was het Wim Kan. De Birma-
dagboeken waren daarop een grote
uitzondering.
door
Jeanette Stuurop
Publiciteit voor het vak vond hij
prima, maar dan mondjesmaat. Bo
vendien moest hij een vinger in de
pap hebben. Zo vertelt Kan bij-
JOHANNESBURG (GPD) - De
Zuidafrikaanse staatsomroep,
SABC, heeft alleen dit jaar al 73
popsongs verboden verklaard voor
de televisie en de verschillende ra
dio-stations. Hiermee treedt de
SABC min of meer op als eigen
censuur-instantie, aangezien de
meeste van de geweerde liedjes
niet door de officiële censuurraad
van de regering-Botha verboden
zijn verklaard. De liedjes die van
wege deze vorm van politieke zelf
censuur uit de lucht zijn gehaald,
zijn zowel van locale artiesten als
van buitenlandse attracties. Een
van de bekendste songs die op dit
moment niet door de dj's kunnen
worden gespeeld, is 'Seventh Son
of a Seventh Son' van de heavy me
tal-band Iron Maiden, dat deze zo
mer enige tijd nummer 1 stond op
de Britse hitparade.
Het zijn overigens niet alleen po
litieke redenen, die ten grondslag
liggen aan een verbod op de Zuid
afrikaanse radio of televisie. Ook
religieuze of morele argumenten
blijken een rol te spelen. Zo werd
John Lennon's 'Imagine' ooit ge
weerd, nadat hij had beweerd, dat
de Beatles populairder waren dan
God. En Rod Stewart, die in 1983
voor het eerst het even vermaarde
als omstreden vermaakoord Sun
City aandeed, zag radio-commer
cials voor dit optreden getroffen
worden door een verbod van de
SABC, omdat er stukjes van zijn
songs 'Hot legs' en 'Do you think
I'm sexy' in voorkwamen.
Maar de belangrijkste reden voor
het verbod op liedjes en video-clips
is toch het feit, dat ze door de
SABC op de een of andere manier
voor de regering-Botha schadelijk
worden geacht. Zo werd de ver
maarde lp van de Pink Floyd, The
Wall' verboden omdat daar de zin
'We don't need no education' in
voorkwam, die door de radicale
zwarte studenten werd gezongen
tijdens hun onderwijsboycot-ac-
ties. En Steve Wonder verdween
enige tijd van de Zuidafrikaanse
radio, nadat hij een Oscar voor de
song 'I just called to say I love you'
had opgedragen aan de tot levens
lang veroordeelde ANC-leider
Nelson Mandela.
Ook locale groepen en artiesten
worden regelmatig met een speel
verbod geconfronteerd, zoals de
vermaarde band Stimela van Ray
Phiri (die onder meer te horen is op
Paul Simon's 'Graceland'), Johny
Clegg en Savuka, David Kramer en
P. J. Powers hebben ervaren. In het
geval van de blanke zangeres P.J.
Powers, die zeer popular is in de
zwarte woonwijken vanwege haar
gedeeltelijk in zulu gezongen lied
jes, was dat vanwege een duet, dat
ze met de zwarte Steve Kekana had
opgenomen. En ook de caberetier
Pieter Dirk Uys, die onlangs in
Amsterdam een vijftal uitverkoch
te shows gaf, is feitelijk een taboe
op de Zuidafrikaanse radio en tv.
Dit ondanks zijn grote succes juist
in blank-Afrikaner- kringen. Maar
blijkbaar durft de SABC het toch
niet aan om Uys' politieke satires
op de Botha's en andere politici te
vertonen.
De laatste songs die door de
SABC werden verboden, zijn drie
tracks op de plaat van de nieuwe,
zeer populaire multi-raciale groep
'Friends First' en liedjes van de
Kaapse musival 'District six', die
deze zomer met groot succes ge
speeld werd met op het Edin
burgh-festival. Tenslotte werd juist
vorige week ook de filmmuziek
van de film Cry Freedom officieel
verboden verklaard. En natuurlijk
de song 'Asimbonanga' van Johny
Clegg, die ook door de Amerikaan
se zangeres Joan Baez is opgeno
men en die de eerste plaats haalde
van de Franse hitparade. Maar dat
liedje gaat dan ook over Nelson
Mandela, en de vermoorde activis
ten Steve Biko en Neil Aggett.
voorbeeld gniffelend dat hij een
pagina schreef voor De Telegraaf,
die op naam kwam van Henk van
der Meyden. Maar 'Kudelstaart'
was een vesting, waar slechts zeer
weinigen toegang hadden. En nu,
ruim vijf jaar na zijn dood, zouden
we dan alles mogen weten? Frans
Rühl, die de dagboeken inleidt en
heeft samengesteld, had voldoen
de materiaal: 110 dikke ringban
den.
Wie gedreven door nieuwsgierig
heid naar het privé-leven van Kan
dit boek ter hand neemt, wordt te
leurgesteld. Wim Kan was een ech
te 'vakidioot', die met cabaret op
stond en ermee naar bed ging. Een
egocentrisch ingesteld man, die er
van uitging dat zijn omgeving daar
rekening mee hield en daarin ook
niet teleurgesteld werd. Een man
ook, die als een soort topsporter da
gelijks zijn conditie mat. En die
was kennelijk niet best, gezien het
aantal notities over hoofdpijn,
'snotterig', niet' fit, het niet meer
zien zitten, enzovoort.
Daar moet wel de aantekening
bij dat al die kwaaltjes voor het
grootste deel toegeschreven moe
ten worden aan zijn geestelijke
conditie van dat moment. Kan was
namelijk een rastwijfelaar. Een
niet uitverkochte zaal, een onver
wachte uitgave van een paar hon
derd gulden, 'een lach' die niet
kwam op het moment dat hij was
gepland, konden hem in een panie
kerige stemming brengen. Roddel
en achterklap brachten hem totaal
uit zijn evenwicht. Wee degenen,
die dan in zijn nabijheid vertoef
den. Dat voelde hij zelf ook wel
aan, gezien de korte aantekeningen
over de reacties op zo'n stemming
van bijvoorbeeld zijn vrouw Cor-
rie.
Het interessante van De Dagboe
ken is de kennismaking met een
'bureau-artiest', die zijn shows met
de nauwkeurigheid van een boek
houder voorbereidt. Een goede
grap kon zijn avond helemaal goed
maken, een niet reagerende zaal, of
de geconstateerde onvoldoende in
zet van het ABC-cabaret, Corrie's
'winkeltje', kon de stemming voor
lange tijd verpesten.
Collega's
Dat ABC-cabaret trouwens, de
kweekvijver van veel talent, neemt
in De Dagboeken een belangrijke
plaats in. Toch was Kans belang
stelling voor mensen als Jenny
Arean, Jacco van Rennesse, Carry
Tefsen, Fred Kaps en al die ande
ren niet erg groot. Hij bemoeide
zich nauwelijks met de groep. Dat
was Corrie's werk. Maar hij oor
deelde wel, ook over mensen bui
ten die groep.
Gaaikema, later een van zijn
tekstleveranciers, wordt door hem
aanvankelijk 'Seth-centriek' ge
vonden. Zijn tweede one-manshow
wordt door de grote meester als
volgt gewaardeerd: "Neen! Neen!
Stond driekwart van de avond
Toon te imiteren met gebalde
vuistjes, met onzin-conférences vol
woordspelingen, met diepe stem
geluiden en hoge uitschieters.
Maar net niet in de roos. Een genie
moetje nooit proberen na te doen".
En over Jaap van de Merwe: "Boe.
Boe. Boe. Alles wat je tegen hem
zegt, is totale onzin. Hij zal het vak
nooit opgeven en nooit leren. Dan
zie ik nog meer, minder weinig, in
Seth die nu druk bezig is zich ge
heel over het paard van Ome Loeks
te laten tillen".
Even later, na het zien van een
voorstelling van de groep Jaap van
de Merwe:
"Een programma soms vol leuke
ideeën die verknoeid werden door
vooral de leider. Jaap van de Mer
we. Het wordt nooit wat, want vak
manschap is meesterschap en dat
ontbreekt. En het ergste bij deze
mensen is, geldt ook voor Seth, ze
weten niet, voelen niet, merken
niet dat ze hun vak nog niet ken
nen. En Seth en Jaap van de Merwe
moeten eerst leren staan, dan leren
lopen en dan leren hoe je armen en
handen moet bewegen. Maar wie
leert ze dat? En wanneer? En waar?
Carrell
Voor Herman van Veen naast
kritiek ook lof: "Iets nieuws. Grote
spanning, warm, hartelijk, vooral
tegen het slot". En: "Vaak dacht ik:
ik wilde dat ik dit allemaal kon en
als ik het kon, dat ik hét allemaal
zou durven". Kan heeft het ook wel
eens mis. In 1960 over Rudi Carrell:
"Een vlegel. Kwasi verveeld staat-
ie erbij. Wordt nooit wat groots
(denk ik)".
"Woyzeck' van Georg Büchner door Het'
Nationale Toneel. Vertaling: Ger Thijs. Re
gie: Franz Marijnen. Decor: Jean Marie
Fiévez. Met: Peter Tuinman, Marie Louise
Stheins. Wim van den Heuvel, Gees Linne-
bank, Guusje Eybers, Victor Löw. Roelant
Radier e.v.a. Gezien op 14 oktober in de
Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
DEN HAAG Terwijl het ver
nieuwde RO-Theater in Rotter
dam nog op zich laat wachten, de
Toneelgroep Amsterdam zich
vol ijver blijft wijden aan het zo
genaamde 'proefondervindelijke
toneel', heeft Het Nationale To
neel, de opvolger van de Haagse
Comedie, met de 'Woyzeck' van
Georg Büchner voor een degelij
ke aanpak van klassiek repertoi
re-theater gekozen. De eerste
première van een nieuw gezel
schap Den Haag kan gerust
zijn: regisseur Franz Marijnen
heeft zich verre gehouden van
nieuwlichterij en een stijlvolle
voorstelling afgeleverd.
Elke 'Woyzeck'-voorstelling is
een keuze op basis van fragmen
ten. Büchner zelf (1813-1837)
heeft namelijk voor zijn vroegtij
dige dood de definitieve versie
van zijn toneelstuk niet meer
kunnen afronden. Zo staat de
volgorde van de afzonderlijke
scènes niet vast, en zelfs het ein
de van dit drama is omstreden.
Fragmentarisch dus, wat nog
versterkt wordt door de korte
duur van de scènes. Dat aspect
heeft Marijnen niet willen ver
doezelen. Hij versterkt het juist
in de voorstelling. Geregeld
komt een zwart doek naar bene
den, waarop met korte trefwoor
den de volgende scène wordt
aangekondigd. Op zich zelf een
interessante, goed te verdedigen
vondst, die op den duur door de
veelheid van scènewisselingen
wat monotoon wordt.
Het drama speelt zich af op een
schuinoplopend, kaal, houten
plankier, waarop af en toe een
enkel meubelstuk wordt ge
plaatst. Twee zwarte zijwanden
geven het geheel in lichte mate
een perspektivische verteke
ning. Het toneelbeeld wordt
daardoor nadrukkelijk tot een
echte 'Guckkastenbühne', een
kijkkast, een panopticum, waar
in door middel van korte, afge
meten scènes het verhaal van
Woyzeck wordt getoond. Deze
haast analytische benadering
overschaduwt het sociaal enga
gement met Woyzeck als slacht
offer van de maatschappelijke
omstandigheden.
We zien slechts Woyzeck en
zijn geliefde Marie als twee men
sen van vJees en bloed temidden
van karikaturen (zoals de Kapi
tein en de Dokter) en tableaux vi-
vants-achtige groepsscènes.
Vooral deze groepsscènes zijn
vaak mooi sober gestileerd. De
voorstelling als geheel heeft dan
ook vooral esthetische kwalitei
ten. Maar 't blijft allemaal wel af
standelijk; géén voorstelling die
je emotioneel sterk raakt. Dat
komt vooral door het geaccentu
eerde kijkkast-effect, het ligt ze
ker niet aan Peter Tuinman als
Woyzeck en Marie Louise
Stheins als Marie, die hun perso
nages zo gevoelvol benaderen.
De voorstelling profiteert trou
wens toch van een sterke rolbe
zetting. In een aantal zeer be
langrijke scènes van het stuk ma
ken Gees Linnebank en Wim van
den Heuvel van de Dokter en de
Kapitein twee prachtige karika
turen, zonder overigens te over
drijven en daarmee de geloof
waardigheid te verliezen. De
Dokter verkeert in de waan, dat
hij een revolutionaire bijdrage
aan de wetenschap moet leveren.
In ruil voor een grypstuiver
onderwerpt hij Woyzeck bij wij
ze van medische proef aan een
maandenlang dieet van uitslui
tend erwten, en degradeert hem
daarmee tot een ontmenselijkt
onderzoeksobject. De soldaat
Woyzeck probeert ook als bar
bier wat bij te verdienen om zijn
Marie te kunnen onderhouden.
Tijdens het scheren verwijt de
Kapitein zijn ondergeschikte een
gebrek aan moraal. Het is een
sleutelscène in dit sociaalrevolu-
tionaire drama: Woyzecks ant
woord is een vooruitlopen op het
befaamde Brechtiaanse 'Erst
Marie Louise Stheins (links) als Marie en Peter Tuinman als 'Woyzeck', haar geliefde.
kommt das Fressen, dann die
Moral!'
Eigenlijk heeft Woyzeck alleen
nog maar zijn Marie. Als zij hem
met de Tamboer-Majoor be
driegt, komt Woyzeck tot een
wanhoopsdaad en doodt zijn ge
liefde Marie. In sommige voor
stellingen verdrinkt Woyzeck na
de moord op Marie in het meer.
Er zijn echter ook andere slotscè
nes mogelijk. Het einde staat im
mers niet vast en is nog steeds
punt van discussie. Franz Marij
nen laat Woyzeck niet sterven,
het zou te veel de afronding van
een verhaal betekenen, terwijl
Marijnen nu juist het fragmenta
rische karakter van de 'Woyzeck'
heeft benadrukt. De afloop is
hier verrassend. Er schuiven als
het ware twee deksels over de
(foto Pao Sok)
kijkkast: als de achter- en boven
kant dichtzitten, is ons eenvou
digweg door de duisternis het
zicht op Woyzeck: de mens in
zijn existentiële verlatenheid,
ontnomen. Aldus eindigt deze
'Woyzeck' na ruim honderd mi
nuten op dramatisch sterke wij-
WIJNAND ZEILSTRA
Voorstelling: Djazz Impuls van Modern
Jazz Dance Company Djazzex. Choreo
grafieën van Glenn van der Hoff. Conny
Janssen en Bruce Taylor. Gezien op 14 ok
tober in het Danstheater aan 1 Spui, Den
Haag.
DEN HAAG - Dat ook in de jazz-
dans nieuwe paden betreden
worden, bewijst het Haagse
dansgezelschap Djazzex. Hun
werk overstijgt het marginale
showdansen tijdens de flauwe te-
levisiekwissen ruimschoots,
doordat artistiek leider Glenn
van der Hoff een synthese wil
brengen tussen jazz- en moderne
dans. De dansers van Djazzex be
wegen zich dan ook op een tech
nisch hoog niveau. En het zo rij
ke bewegingsidioom van de jazz-
dans voegt heel wat kijkplezier
en dynamiek toe aan de door
gaans wat drogere moderne
dans. Een geslaagde poging in
deze richting was Van der Hoffs
vorige choreografie 'Latino' die
terecht lovend ontvangen werd.
Het nieuwe programma, 'Djazz
Impuls', is wat minder overtui
gend. Dit keer heeft de kwanti
teit het van de kwaliteit gewon
nen. Er gebeurt veel, er is veel fel
licht, er zijn veel dansers die veel
bewegen en er zijn veel liedjes te
horen. In 'Strange Fruit' maakt
Van der Hoff gebruik van de mu
ziek van Peter Gabriel, Keith
Jarret, Gabarak en met name Bil-
lie Holliday. Haar melancholieke
balladesfeer komt terug in het
zachtgele schemerlicht waarin
een exotische kop Nescafé koffie
zo lekker smaakt. Gedrapeerde
doeken en kostuums en je waant
je thuis in de film 'Lawrence of
Arabia'. De dans zelf lijkt echter
het heilige vuur als dat in Latino
te missen. Van elk dansaspekt is
wel iets aanwezig: een 'slepend'
duet, synchroon en versprin
gend groepswerk, wat drama,
wat melancholieke rust en wat
swing, wat ruimte maar nergens
staat het als een huis. Je houdt er
zo'n tjagevoel aan over.
Conny Janssen is als dansers
al vanaf de oprichting in 1982 aan
Djazzex verbonden. Met 'The
Undertown' debuteert ze als cho
reografe. Het is niet zo dat ze
kwam, zag en overwon; daarvoor
ontbreekt nog teveel een eigen
stijl. Maar ze maakt wel gebruik
van vindingrijke bewegingen.
Dat ze die niet goed weet te struc
tureren tot een hechte span
ningsopbouw, breekt The Un
dertown' op. Geen dramatiek
van de uit de groep vallende een
ling die dat goed maakt. Zelfs het
deze avond zo veelvuldig gehan
teerde wave-effekt kan het gemis
aan power niet verbloemen. Het
begin was echter prachtig: als
golven rolden en spoelden de
dansers over de vloer. Aan dat
strand zou ik graag vertoeven.
Bruce Taylor (USA) tenslotte,
nam als gastchoreograaf The Cat
who walks through Walls' en
'Light Games' voor zijn reke
ning. Zijn werk is abstract en op
vorm gericht. Hij kan goed uit de
voeten met de ruimte en speelt
met lijnen en structuren. Als
kind heeft hij vast een kaleido-
scoop gehad, gelet op al die wa
ves en verspringingen. Zijn voor
keur gaat in elk geval uit naar
groepswerk. Geukkig staan er in
The Cat who walks through
Walls' geen gemimede Carré
Cats op toneel maar heeft hij hun
lenige buitelingen licht geabstra
heerd. Hoe mooi het echter ook
is, pakkend wordt de arbeid van
deze vakman nooit.
Tja, in Djazz Impuls gaat de
kwaliteit kopje onder in de
kwantiteit. De choreogafieën
zijn niet overrdadig maar missen
overtuigingskracht. En dat is
jammer.
INGRID
VAN FRANKENHUYZEN
In haar programma "Musica de Espana"
speelde Lydia Gitana op de flamenco- en
klassieke gitaar. Gehoord zaterdag 15 ok
tober in de foyerzaal van de Leidse Stads
gehoorzaal.
Muziek gedragen door snaren
Trilling die sferen doordringt
Grillig, fel, teder
Uit liefde.
Klank der gitaar
Ontvlucht je houten karkas,
Voer mij mee op de golven
der tonen,
Ontlokt aan je snaren
Uit liefde voortgebracht.
De liefde voor de gitaar, die Ly
dia Gitana in dit gedicht bezingt,
heeft ze niet zo zeer tijdens haar
klassieke opleiding in eigen land
opgedaan, maar tijdens haar ja
renlange verblijf in Spanje. Ze
zwierf van dorp naar dorp, luis
terde naar allerlei soorten mu
ziek, leerde de Spaanse dansen,
en overal waar zij een groot
meester op de gitaar ontmoette,
wisselden zij techniek, muzikale
opvattingen en dansmuziek uit.
Zo van: als ik jou de blues leer,
leer jij mij dan de 'baile gitanes'.
Een wervelend leven vol avon
tuur.
Het programma, dat Gitana za
terdagavond bracht op de fla
mencogitaar afgewisseld met
een klassiek gitaar, ademde
evenwel rust en harmonie, na
tuurlijk gelardeerd met vurige en
vrolijke dansen. Romantische zi
geunermelodieën volgden op
thema's vol treurnis en diepe
rouw, geboren tijdens de Spaan
se revolutie waarbij duizenden
zigeuners 'huis en haard' moes
ten achterlaten en als opgejaagde
herten door het land trokken.
In 'Fiesta en Andalucia' riep
Gitana een uitbundig feest op,
met klakkende schoenen en tik
kende vingers en met spranke
lend gitaarspel, dat zich naar een
climax toewerkte. Niet alleen
haar uitstekende techniek, haar
welluidend en ritmisch handen
en voetengeroffel gaven sfeer
aan deze avond. Ook haar pretti
ge uitleg tussen de nummers én
haar heldere en rustige uitspraak
van het kleine gedicht, dat zich
liet vervlechten met de muziek
in 'Cante del Minero', het lied
over de zwoegende mijnwerkers,
droegen daar toe bij.
Ik denk dat half Leiden hier
van had kunnen genieten, maar
jammergenoeg applaudisseer
den slechts een twintigtal toe
hoorders. Maar die deden dat
dan ook royaal.
LIDY VAN DER SPEK
De Dagboeken over de radiotijd
zijn vooral interessant, omdat ze
door de inleidinkjes van Rühl in de
tijd zijn geplaatst. En het is aardig
na te gaan, of het aankomend ta-
ient-van-toen, al dan niet met waar
dering van Kan, het heeft gered of
niet. Volgend jaar verschijnen De
Dagboeken over de televisietijd. Of
Kan door deze publicaties voor zijn
fans completer wordt, is nog maar
de vraag. Maar zijn opmerkingen
over 'het vak' en het bedrijven
daarvan zijn van onschatbare waar
de, ook voor de artiesten van nu.
De dagboeken van Wim Kan 'De
radiojaren, 1957-1968'. Ingeleid
en samengesteld door Frans
Rühl. Uitgeverij Balans, Amster
dam; paperback, geïllustreerd
met foto's, 307 blz., f 27,50.
Jan Eijkelboom, een van de dich
ters die een opdracht ontvingen.
(foto GPD)
Opdracht voor
vijf dichters
AMSTERDAM (ANP) - Het Am
sterdams Fonds voor de Kunst
heeft vijf dichters opdracht ver
leend voor het maken van een lang
gedicht of een liederencyclus. De
vijf zijn Jan Eijkelboom, Eva Ger-
lach, Jacob Groot, Hans Tentije en
Ad Zuiderent. Voor ieder is een ho
norarium uiitgetrokken van 11.000
gulden.
De commissie die de vijf voor de
opdracht heeft aangewezen stem
de in met het voorstel van de com
missie Fotografie om Eva Gerlach
te laten samenwerken met een fo
tograaf. De dichteres zal samen
met het commissielid Willem van
Toorn een fotograaf uitkiezen voor
die samenwerking.
Er zal verder nog een voorstel
van de commissie komen omtrent
samenwerking van de andere vier
dichters met kunstenaars uit ande
re disciplines, waarbij zij overleg
voeren met de commissie Fonds
Bijzondere Bijdragen.
Het Amsterdams Fonds voor de
Kunst heeft voorts aan de compo
nist Jacob ter Veldhuis een studie
opdracht verleend voor toonzet
ting van een door Lucebert in op
dracht van het fonds gemaakt li
bretto, met de voorlopige titel
'Troost de hysterische robot'. De
commissie die deze keuze maakte,
adviseerde het fonds Ter Veldhuis
voor zijn opdracht een honorarium
te geven van 10.000 gulden.
Nederlandse
actrice maakt
kans op Oscar
DEN HAAG (ANP) - De Neder
landse actrice Johanna ter Steege
is door de jury van de European
Film Award 1988 - de Europese Os
car - voor haar rol in de film 'Spoor
loos' van George Sluizer genomi
neerd in de categorie best suppor
ting actress. Dit heeft een woord
voerder van MGS Film/Golden
Egg Film uit Amsterdam bekend
gemaakt.
De Europese filmprijs wordt dit
jaar voor het eerst uitgereikt en 27
Oost- en West-europese landen
hebben ieder hun beste films inge
zonden. De uit vijf leden bestaande
jury stond onder voorzitterschap
van de Franse actrice Isabelle Hup-
pert. De twee uur durende gala/uit
reikingsceremonie zal op 26 no
vember in het Theater Des Wes-
tens' in Berlijn via Eurovisie en In-
tervision worden uitgezonden.
Theo van Gogh
voor de rechter
AMSTERDAM (GPD) - Filmmaker
Theo van Gogh moet 11 november
voor de Amsterdamse politierech
ter verschijnen. Hij is beschuldigd
van het opzettelijke beledigen van
de Joodse bevolking. Het Centrum
Informatie Documentatie Israël
(CIDI) heeft een klacht ingediend
tegen een in 1984 in het tijdschrift
Moviola verschenen artikel waarin
Van Gogh een aanval lanceert op
de joodse schrijver en regisseur
Leon de Winter.
Volgens het CIDI bevat het arti
kel uitspraken die kwetsend zijn
voor de joodse gemeenschap. De
zaak komt nu pas voor, omdat
Theo van Gogh tot aan de Hoge
Raad toe heeft geprobeerd de dag
vaarding aan te vechten.