'Je kunt er van blijven leren'
Voor Paula Kobayashi werd Genwakai-karate een levensfilosofie
ZATERDAG 15 OKTOBER 1988
PAGINA 25
Paula Kobayashi-Van Luit (inzet) demonstreert in haar school in Alphen aan den Rijn een staaltje Genwakai-ka
rate met haar man, een van origine Japanse grootmeester met de vijfde dan.
Ze begon ermee omdat ze als jong
meisje in de ban raakte van de
bewegingen en de concentratie. Ze
trouwde met de Japanner die de
stijlvorm in Nederland kwam
introduceren en bekwaamde zich
verder in het hoofdkwartier van de
organisatie. Paula Kobayashi-Van
Luit uit Alphen aan den Rijn haalde
als eerste en tot nu toe enige
Nederlandse in Japan haar diploma's
om les te geven in Genwakai-karate.
Niet alleen een verdedigingskunst,
maar ook een levensfilosofie. "En
daar ben ik een totaal ander mens
door geworden".
door Paul de Tombe
Als een ware karateka probeert ze
met één dynamische manoeuvre de
tegenstanders uit te schakelen.
"Veel mensen denken dat je er bij
deze sport alleen maar op los moet
slaan, maar als ik morgen woorden
krijg met mijn buurvrouw en ik geef
haar een dreun, dan bewijs ik dat ik
niets van karate heb geleerd", zegt
Paula Kobayashi.
"Een karateka heeft een karatehart en
zal alleen in uiterste nood z'n kunnen de
monstreren. Het is heel gemakkelijk om
met iemand te vechten, vooral als de te
genpartij je uitdaagt. Het is veel moeilij
ker een gevecht uit de weg te gaan. Veel
karateka's zeggen dat ze dat weten, maar
tussen weten en doen ligt een wereld van
verschil".
Paula Kobayashi-Van Luit heef^die af
stand overbrugd. Als eerste buitenland
se vrouw kreeg ze haar opleiding tot ka-
rate-instructrice in het Genwakai-oplei-
dingscentrum in de Japanse provincie
Uruwa. Ze trainde er zes keer zes weken
en kwam tussentijds terug met de papie
ren die haar tot 'sensei' maken: lerares in
de oosterse zelfverdedigingssport Gen-
wakai, een full-contact stijlvorm van ka
rate waarin bij het vrij vechten een be-
schermpak moet worden gedragen..
Eindstation
Samen met haar man, en Genwakai-
grootmeester met de vijfde dan, leidt ze
in Alphen aan den Rijn en in Haarlem nu
al meer dan tien jaar een karateschool.
Nog altijd is Paula Kobayashi (31, moe
der van twee kinderen) in Nederland de
enige instructrice die haar diploma's in
Japan behaalde.
Nog altijd ook onderhoudt ze geregeld
contact met het hoofdkwartier van de
Genwakai-organisatie in Uruwa. Per
brief, 'per telefoon en via trainingsstages.
Om zoveel mogelijk in de sfeer te blijven.
"Want bij Genwakai gelden alle traditio
nele gedragsregels van het Japanse kara
te die in de verwesterde trainingsvorm
zijn verdwenen", schetst Paula Kobayas
hi (zelf tweede dan) het verschil.
"In de verwesterde vorm van karate-
training vindt men het over het alge
meen belangrijk dat leerlingen zo snel
mogelijk gevechtsklaar zijn. Al na één of
twee lessen wordt er aan'vrij' vechten
gedaan. Maar het gevecht is niet het be
gin maar het eindstation van karate. Je
moet eerst mentaal en fysiek zo ver zijn
datje in staat bent je leven te verdedigen
als dat nodig is, en dat je de sport niet
gaat misbruiken om jezelf te bewijzen.
Iemand die leert om van zijn lichaam een
wapen te maken moet eerst leren wat res
pect en zelfbeheersing is. Dat hoort bij
Genwakai. Daarbij zijn de oorspronkelij
ke gedragsregels heel belangrijk, en die
zijn niet alleen fysiek gericht".
Vervolg van pagina 23
gens in Kampuchea moet verblijven.
Maar hij weet niet waar deze zich be
vindt, noch hoe het hem vergaat, eigen
lijk weet hij niet eens of zijn vader nog
wel in leven is. Hij vertelt me ook dat hij
heel vaak gewenst heeft dood te zijn en
dat hij zich soms schuldig voelt pver het
feit dat hij wel en zoveel anderen niet
meer in leven zijn.
Het is precies dit schuldgevoel van de
overlevende dat hem ertoe heeft ge
bracht zich als boeddhistische monnik
in te zetten voor het heil van z'n volk,
vooral van degenen die als vluchtelingen
moeten leven. Hij geeft toe ook zelf soms
tussen hoop en vrees te leven en te wan
hopen over de toekomst, er aan te twijfe
len of er ooit nog wel een terugkeer naar
een vredig Kampuchea mogelijk zal zijn.
Als ik hem vraag hoe lang hij z'n twijfel
nog het zwijgen kan opleggen en de wan
hoop verre van zich kan houden, zegt hij
met een vage glimlach dat op dit moment
voor hem 1990 een uiterste datum is. Als
er dan niet iets ten goede zal zijn ge
keerd, is hij bang inderdaad ook zelf in
wanhoop verzeild te raken. Hij legt me
uit hoe zijn volk door de gebeurtenissen
in de afgelopen 13 jaar, waarin het boed
dhisme volledig geëlimineerd werd of in
elk geval geen rol van betekenis kon spe
len, z'n eigen weg heeft moeten zoeken
en zo de draad of het contact met de oor
spronkelijke religieuze waarden in be
langrijke mate heeft verloren. Hij maakt
zich grote zorgen over wat hij noemt het
verlies van het bewustzijn van goed en
kwaad, niet alleen bij de volwassenen,
maar vooral ook bij de kinderen. Hij licht
dat toe met een aantal navrante voorbeel
den.
Monychenda legt me uit dat veel men
sen grote moeite hebben hun hut te ver
laten, zelfs als het voor zoiets belangrijks
is als het halen van voedsel of het bezoe
ken van een kliniek, omdat de kans groot
is dat ze bij terugkomst bepaalde spullen
uit hun huis ontvreemd zullen vinden.
Hij zegt dat het zelfs zo is dat moeders
vaak niet naar bepaalde centra gaan.
zoals het centrum waar ze bijvoeding
voor hun ondervoede kinderen kunnen
krijgen, omdat ze bang zijn dat er in hun
huis kan worden ingebroken. Dat is in
derdaad geen moeite omdat de hutten
geen deur hebben en iedereen dus vrije-
Discipline, gehoorzaamheid en con
centratievermogen staan dan ook cen
traal bij Genwakai, dat als een van de
meer dan honderd stijlvormen van kara
te de laatste tijd stevig aan populariteit
heeft gewonnen. Vooral in Japan. Paula
Kobayashi zegt niet dat Genwakai de
beste vorm is en houdt zich verre van een
oordeel over andere stijlen, maar ze is er
wel van overtuigd dat Genwakai ook in
Nederland opgang zal maken.
Budo-filosofïe
"Vanwege de tradities, waardoor de
vorm de laatste jaren ook in Japan popu
lair is geworden. Twintig jaar geleden
was die ook daar vrijwel onbekend. Maar
Yoichi Takahashi, de president van de
Genwakai-organisatie, heeft een aantal
boeken geschreven over de filosofie, de
technieken en de achtergronden. Dat
werden bestsellers, en nu is Genwakai de
meest populaire trainingsvorm omdat
lijk in en uit kan lopen.
Wederzijdse oneerlijkheid en het be
stelen van elkaar heeft tot veel onderling
wantrouwen en ook agressie geleid. Mo
nychenda noemt me daarvan een zeer
onthutsend voorbeeld. Een jongetje van
een jaar of tien werd betrapt op het stelen
van voedsel uit een huis in de buurt. De
man die hem betrapte gaf de jongen een
pak slaag, waarna de ouders van de jon
gen zich ermee bemoeiden en het tot een
vechtpartij tussen de beide vaders
kwam. Daarbij werd notabene de besto
lene gedood. Zijn familie nam de zaak zo
hoog op dat ze een verwoede poging
deed om op haar beurt de jongen die de
diefstal had gepleegd om het leven te
brengen. Veiligheidsofficieren in het
kamp bleken ternauwernood in staat om
het leven van dit joch te redden. Mony
chenda noemt dit soort incidenten type
rend voor de geweldige sociale spannin
gen die er in het kamp heersen. Mony
chenda gelooft heilig in het feit dat er
voor zijn volk in het kamp maar één goe
de oplossing is en dat is terugkeer naar
hun vaderland, naar Kampuchea.
"Maar", zo zegt hij, "dat is alleen maar
mogelijk als de garantie bestaat dat de
Rode Khmer hun verschrikkingen nooit
meer kunnen herhalen, want het is de
angst voor de Rode Khmer die we hier al
lemaal gemeenschappelijk hebben. We
zouden hetzelfde niet nog een keer kun
nen ondergaan zonder als volk deze keer
volledig te sterven".
Als we praten over het feit dat er op dit
moment besprekingen gaande zijn tus
sen alle politieke groeperingen, inclusief
de Rode Khmer, om na een eventuele te
rugtrekking van het Vietnamese bezet
tingsleger een coalitieregering te vor
men. schudt Monychenda heftig zijn
hoofd: "Niemand van de mensen hier,
ook ik niet, zal met een gerust hart naar
Kampuchea terugkeren zolang de Rode
Khmer zullen deel uitmaken van welke
regering dan ook, want gegeven hun
ideologie en hun geschiedenis zullen ze
altijd weer trachten de heerschappij he
lemaal naar zich toe te trekken en dan is
een herhaling van de gruwelen uit het
verleden onvermijdelijk".
Uitvalsbases
Een van de gewetensvragen waar de
meeste VN-hulpverleners vrijwel dage
lijks mee worstelen is in hoeverre ze via
erin wordt teruggekeerd naar de oor
sprong van karate".
Die oorsprong ligt in de z.g, budo-filo-
sofie. Deze levenswijze, die er op is ge
richt het lichaam te veranderen in een
wapen waarmee iemand zijn leven kan
verdedigen, ontstond op het eiland Ry-
uky (het tegenwoordige Okinawa). In de
zestiende eeuw werd daar een verbod op
de produktie, het bezit en het gebruik
van wapens afgekondigd.
Samoerai en burgers, die zich niet
meer konden beschermen tegen gevaar
van buitenaf, begonnen daarop in het ge
heim de kunst van het vechten met de le
ge hand te bestuderen. En na de intro
ductie in heel Japan zo'n zestig jaar gele
den, werden daarvan tal van stijlvormen
afgeleid en ontwikkeld.
Ze zijn er alle op gericht een tegenstan
der met een of twee technieken uit te
schakelen. Tenminste, als het echt niet
anders kan, want karate is geen vecht-
Kinderen uit het Rode Khmer-kamp
hun ouders aan de man te brengen.
de hulp aan de burgervluchtelingen
steun verlenen aan de verschillende mili
taire groeperingen en dus aan de voort
gang van de oorlog in Kampuchea. Voor
iedereen is duidelijk dat een gedeelte
van het voedsel en de goederen die aan
de kampen worden verstrekt hoewel
niemand .precies weet hoe groot dat ge
deelte is door de Khmer-leiding van de
kampen aan de guerrilla-legers van hun
eigen partij ter beschikking wordt ge
steld.
Hoewel je natuurlijk overdag geen mi
litaire uniformen ziet, maakt Site 8, het
Rode Khmer-kamp, veel meer dan Site 2
op mij de indruk van een militair kamp
of een militaire uitvalsbasis. Die indruk
werd op de eerste plaats gewekt door de
zeer strakke organisatie die in het kamp
heerst. De kamp-administratie tracht
daar via allerlei regels en bepalingen het
leven van de vluchtelingen te beheersen.
Om enkele voorbeelden te noemen: de
bewoners kunnen niet trouwen dan na
dat ze toestemming van de administratie
hebben gekregen. Hetzelfde geldt voor
het deelnemen aan bepaalde scholings-
of opleidingsprogramma's, die er overi
gens veel te weinig zijn. In de Rode Kh
mer-ideologie is de soldaat de hoogste en
sport maar een verdedigingskunst. Dat
wordt nogal eens vergeten.
"Omdat men alleen het vechten ziet",
zegt Paula Kobayashi. "Genegeerd
wordt wat daarachter zit. De opbouw, de
training, het verleggen van de grenzen,
de groei. Karate is niet alleen een sport
van lichamelijke groei, maar ook van
geestelijke ontwikkeling. Het maakt
geen dommekrachten, nee, je kunt er
steeds wijzer van worden, je kunt er van
blijven leren. Een goede karateka heeft
respect voor z'n leraar en z'n ouders,
heeft goede manieren en beschikt over
veel zelfbeheersing".
Doorzetter
Anders dan in veel andere stijlen
wordt aan die begrippen strak de hand
gehouden in Genwakai. Waartoe dat
leidt heeft Paula Kobayashi aan den lijve
ondervonden. "Sinds ik er na een de
monstratie geboeid door raakte is Gen-
'Site 8' trachten het handwerk van
belangrijkste functie in de hiërarchie en
alle andere vormen van activiteit zijn
daaraan ondergeschikt.
Maar bij de kampbewoners zelf is de
behoefte aan meer informatie over wat er
in de wereld gebeurt en de behoefte aan
meer opleiding en onderwijs schreeu
wend groot. Vrijwel iedere Khmer die ik
gesproken heb, antwoordde op de vraag
waar ze vooral behoefte aan hebben: on
derwijs. Een antwoord dat zowel van ou
deren als van jongeren kwam. De Khmer
blijken een zeer leergierig volk, zoals ik
van tal van hulpverleners in het kamp
heb gehoord. Meer en beter onderwijs,
niet alleen lager onderwijs, maar vooral
ook vervolgonderwijs zou een belangrijk
instrument zijn in het verbeteren van de
alledaagse situatie in het kamp. Het zou
de jongeren van de straat houden, het
zou hun de mogelijkheid verschaffen
met iets zinvols bezig te zijn en het zou
hen bovendien uitrusten bijvoorbeeld
door het leren van bepaalde technische
of landbouwvaardigheden om wan
neer ze ooit teruggaan naar hun'eigen
land op een zinvolle wijze aan de weder
opbouw daarvan te kunnen bijdragen.
De Thaise overheid heeft er echter gro
te moeite mee om toestemming te verle-
wakai heel belangrijk voor me gewor
den", getuigt ze. "In mijn puberteit heb
ik er heel veel van geleerd en het heeft
van mij een ander mens gemaakt. Ik was
onzeker, ik ben een doorzetter gewor
den".
Dat kan ze gemakkelijk aantonen aan
de hand van haar sport. Na haar huwelijk
met de Japanse Genwakai-grootmeester
Kobayashi, die in 1974 naar Nederland
kwam om die karatevorm te introduce
ren, wilde ze per se zijn geboorteland be
kijken. Al op het niveau van de zwarte
band maakte ze van de gelegenheid ge
bruik om als eerste buitenlandse vrouw
nen voor secundair of vervolgonderwijs.
Haar standpunt is dat de situatie in de
vluchtelingenkampen in ieder geval niet
positief mag afwijken van de situatie in
de Thaise dorpen rondom de kampen en
daar wordt onderwijs tot op z'n hoogst
het elfde of twaalfde levensjaar gegeven.
Er zal de nodige politieke druk (met na
me van de zijde van de donorlanden en
de Verenigde Naties) voor nodig zijn om
meer mogelijkheden voor onderwijs,
vooral technisch onderwijs, in de kam
pen te realiseren.
Zelfbeschikking
Maar meer onderwijs blijft natuurlijk
een druppel op een gloeiende plaat, ge
zien de vele andere problemen die in de
grenskampen heersen. Wat minstens zo
belangrijk is, is dat de hulporganisaties
hun bemoederende en daarmee afhanke
lijk makende rol veranderen en waar
maar enigszins mogelijk de Khmer
zelfbeschikking en zelfstandigheid ver
lenen. Dat zou kunnen'door het geven
van onderwijs, medische verzorging en
het leiden van andere voorzieningen in
de kampen zoveel mogelijk door Khmer
te laten doen. Dat kan onder meer door
in toenemende mate vacatures bij de
hulporganisaties door Khmer, die inder
tijd naar andere landen zijn gevlucht, te
laten opvullen. Op die manier wordt de
waardigheid en het zelfrespect van een
volk weer enigszins hersteld en wordt
bovendien een situatie gecreëerd die
veel beter aansluit bij de situatie die de
vluchtelingen zullen aantreffen wanneer
ze ooit naar Kampuchea zullen terug
gaan.
Verder is het belangrijk dat hun eigen
culturele en religieuze identiteit meer
wordt hersteld. Ik heb enige schrijnende
voorbeelden meegemaakt van hoe wes
terse hulporganisaties door hun levens
beschouwelijke opvattingen het zelfres
pect van de Khmer kunnen ondermij-
Het is overigens duidelijk dat alle po
gingen om de Khmer in toenemende ma
te zelfbeschikking te verlenen alleen dan
echt zinvol is wanneer het perspectief
van repatriëring het kunnen terug
gaan naar het eigen vaderland niet al
te ver verwijderd meer is. Het is ook om
die reden dat de Khmer me voortdurend
hebben gezegd dat het zo snel mogelijk
regelen van een politieke oplossing voor
de situatie in hun vaderland in hun ogen
prioriteit nummer één is. Velen geloven
dat zulks in de eerstkomende jaren al
leen maar mogelijk zal zijn wanneer de
te gaan trainen in het Genwakai-oplei-
dingscentrum in Uruwa. Zonder voor
keursbehandeling, onderworpen aan de
strenge traditionele regels die voor alle
studenten golden.
"Zes weken heb ik daar die eerste keer
bijna dagelijks getraind", kijkt ze achter
om. "Ik ben er onder de indruk geraakt
van de traditionele wijze van lesgeven,
de enorme concentratie en de groeps
geest. Als je niet verder kon werd je door
de groep over dat punt heen geholpen,
zodat je voortdurend je grenzen kon ver
leggen. De les werd af en toe alleen on
derbroken voor een theoretische uitleg
over de technieken en de manier van trai-
"En die basistechnieken zijn heel be
langrijk", betoogt Paula Kobayashi, aan
wie de theoretische uitleg aanvankelijk
uiteraard niet was besteed. Niettemin
ging ze de volgende jaren terug en inmid
dels spreekt ze redelijk Japans, heeft ze
er de tweede dan gehaald en haar diplo
ma's om aan jeugd en volwassenen les te
geven.
Wereld van verschil
Hoewel ze er gezien de commerciële
belangen alle reden toe zou hebben,
loopt ze er niet mee te koop ("van mij zal
niemand horen dat ik aan karate doe"),
maar haar moet wel van het hart dat ook
in de benadering van de sport tussen Ja
pan en Nederland een wereld van ver
schil schuilt. "In Japan kun je rustig in je
karatepak een restaurant binnenlopen
geeft ze als voorbeeld. "Daar zal niemand
je vreemd op aankijken, want er heerst
respect voor iemand die aan een
budosport doet. In Nederland is dat zo'n
beetje andersom en wil men dat respect
op een verkeerde manier afdwingen".
Ze heeft een aardig voorbeeld voor
handen om dat laatste te illustreren. "Op
een gegeven moment kwam er een verte
genwoordiger van een andere stijlgroep
kijken in onze oefenzaal. Die man wilde
dolgraag dat iedereen zag dat hij de kam
pioen van Nederland was, en na onze les
liet hij een aantal schop- en stoottechnie-
ken zien. Niemand reageerde. Dat zat 'm
niet lekker, dus kwam hij naar me toe om
mondeling duidelijk te maken dat hij de
kampioen was. Gefeliciteerd zei ik, en ik
ben snel weggegaan want die man heeft
duidelijk alleen fysiek karate geleerd.
Van budo als filosofie heeft hij niets be
grepen".
Ze zegt het niet, maar ze bedoelt wel
dat zulke figuren mede het beeld in de
hand werken dat karate in Nederland
heeft. "Het negatieve beeld van de vech
ter. Maar dat is volkomen verkeerd.
Leerlingen die bij ons karate komen be
oefenen uitsluitend om op straat de
sterkste te zijn, worden geroyeerd. Ze
zijn een gevaar voor de omgeving. Een
Genwakai-karateka is geen opschepper,
maar heeft geleerd zich te beheersen en
aanvaardt volledig wat iemand zegt die
verder is gevorderd. Door de strikte re
gels en de grote discipline".
Daarvoor groeit de belangstelling ook
in Nederland, heeft Paula Kobayashi de
laatste tijd gemerkt uit allerlei reacties.
"Men heeft er een beetje genoeg van al
leen fysiek karate te leren. De tradities
worden weer belangrijk. Het leren en het
respect voor wat je hebt geleerd. Daarbij
is hét vechten slechts een onderdeel, het
eindstation. Niet het begin", betoogt ze.
Bijschaven
"Het begin is de geestelijke en licha
melijke opbouw, en die is heel belang
rijk. Ook degene die veel aan vrij vechten
doet moet daar weer naar terugkeren.
Want zoals je een zwaard scherper moet
maken na veelvuldig gebruik, zo moetje
ook karatetechnieken bijschaven als je
veel vecht. Aan de basis. Anders gaat ka
rate op straatvechten lijken, en aan vech
ten op straat doet een karateka alleen als
hij ernstig wordt bedreigd. In elk ander
geval bewijst hij slechts dat hij niets
heeft begrepen van de mentaliteit van
karate".
VN bereid en in staat zou zijn een vredes
macht in Kampuchea te legeren. Die kan
dan toezien op het naleven van de ge
maakte overeenkomsten en verhinderen
dat terugkeer naar het bloedige verleden
tot de mogelijkheden behoort.
Hoop en vrees
Tot zolang zal het leven van de Khmer
in de kampen, ook al zijn er op een aantal
punten snel verbeteringen mogelijk, er
een zijn tussen hoop en vrees, en vooral
vreeg. Vrijwel iedereen, zeker in een
kamp als Site 8, leeft met de dagelijkse
angst voor beschietingen. Door de on
voorspelbaarheid waar en wanneer ze
plaatshebben en de onzekerheid over wie
in feite de daders zijn in sommige ge
vallen bestaat het vermoeden dat de ei
gen troepen of de eigen burgers dat doen
is het leven in de kampen er een van
voortdurend op je hoede zijn en zo snel
mogelijk zien weg te komen als je de eer
ste granaatgeluiden hoort.
Regelmatig vallen daarbij slachtoffers.
Twee dagen voordat ik Site 8 bezocht,
was er een granaatbeschieting geweest
waarbij enkele van die projectielen mid
den in een druk gedeelte van het kamp
terecht waren gekomen. Een moeder
had samen met haar zoontje zojuist met
behulp van het familieboekje, dat moet
worden overlegd om te bewijzen uit hoe
veel personen het gezin bestaat, haar
portie voedsel afgehaald. Op het mo
ment dat ze het voedsel aan het opstape
len was en het familieboekje naast zich
op de grond had gelegd, trof een granaat
haar en haar zoon. Beiden waren op slag
dood.
Bij mijn afscheid uit Site 8 gaf een van
de veiligheidsofficieren mij het door de
granaatscherven verscheurde en ver
schroeide familieboekje van de vrouw
mee. Een griezelig souvenir, dat laat zien
hoe verscheurd het leven van die 300.000
mensen aan de grens tussen Thailand en
Kampuchea nog altijd is, en hoe belang
rijk het is dat de wereld zich meer dan
ooit hun lot aantrekt. Hoe langer een op
lossing op zich zal laten wachten, hoe
meer slachtoffers er door beschietingen
van buitenaf zullen vallen. Maar ook: hoe
meer slachtoffers er door explosies van
binnenuit, door de sterk oplopende
spanning in de kampen, zullen vallen.
En dat is een verantwoordelijkheid die
ieder mens in de wereld raakt. We kun
nen er niet altijd wat aan doen als een
mens vluchteling wordt, maar het hangt
wel vaak van onze inspanning af of hy
het blijft of niet.