Kipp: zwaarste nog gezochte oorlogsmisdadiger 'Die naam vergeet ik nooit meer 'Er zitten hier heel veel ex-nazi's' Cor Peereboom, slachtoffer van Abraham Kipp: Argentinië ideaal toevluchtsoord voor aanhangers Hider DINSDAG 4 OKTOBER 1988 ■TIIJIJU'IUJ!.— PAGINA 9 Bezet Nederland, maart 1945. Het einde van de oorlog nadert met ras se schreden. De Velsense politie man Abraham Kipp is allesbehalve gerust op de afloop. Als fanatiek nazi-aanhanger, met de dood van veel landgenoten op zijn geweten, heeft hij van de bevrijding niet veel goeds te verwachten. De grond wordt met de dag heter onder zijn voeten. door Arthur Maandag en Els Wiegant Op 18 maart 1945 vraagt Kipp zijn Velsense superieuren om ver lof. Hij zegt zijn vrouw in Ede te willen bezoeken, die twee weken tevoren is bevallen van een tweede kind. Enige dagen na zijn vertrek laat hij de korpsleiding weten dat de Sicherheitspolizei hem nog even voor een klusje in Ede houdt. Zijn Velsense collega's zullen hem nooit meer terug zien. Na de bevrijding hunkert Neder land naar wraak en gerechtigheid. Justitie maakt overuren met de op sporing van landverraders en de voorbereiding van hun berechting. Aanklager mr. B. J. Besier van het Bijzonder Gerechtshof in Amster dam heeft handenvol werk. Tussen de stapels paperassen bevindt zich ook een steeds omvangrijker dos sier over de voortvluchtige A. Kipp. Abraham Kipp blijkt al ver voor het begin van de Tweede Wereld oorlog een enthousiast aanhanger van de nazi's. In 1935 meldt hij zich op 18-jarige leeftijd als lid van de NSB. Na de Duitse inval ziet de kantoorbediende zijn kans schoon: Kipp start een loopbaan bij de poli- NIJMEGEN "Na de oorlog kwam ik bij de Politieke Opspo ringsdienst. Het eerste wat ik deed was een motor pikken en naar Vel sen rijden. Om te kijken of ik Kipp kon vangen. Ik had een stengun over mijn nek hangen en dacht: als ik hem te pakken krijg, doorzeef ik z'n poten. Het was mijn persoonlij ke vijand nummer één. Maar hij was al weken van tevoren weg, hoorde ik. Die had zijn vlucht keu rig voorbereid". Cor Peereboom is nu 67. In zijn woning in Nijmegen blikt hij terug op de Tweede Wereldoorlog en de rol daarin van de nog steeds voort vluchtige Nederlandse politieman Abraham Kipp. "Die naam vergeet ik nooit meer". De naam Peereboom komt voor in het doodvonnis, dat het Bijzon der Gerechtshof in Amsterdam op 8 september 1949 tegen luitenant Kipp wees. Peereboom was één van de vele slachtoffers die als ge tuige worden gehoord. Met tegen zin verscheen hij voor het hof. "Ik was oorlogsmoe. Als ik niet was op geroepen, was ik niet gegaan". In 1949 getuigt Peereboom over zijn arrestatie, in Santpoort, door Kipp. Samen met een andere ver zetstrijder wordt hij door de chef van de Velsense politieke recher che aangehouden en later zwaar mishandeld. Anno 1988 zet Peere boom de gang van zaken met op merkelijke precisie op een rijtje. Zijn verhaal stemt geheel overeen met de verklaring die een van de betrokken politiebeambten, Ko Langendijk, tegenover het Bijzon der Gerechtshof aflegde. Ondergronds Peereboom was in zijn geboorte plaats Alkmaar bij het begin van de oorlog ambtenaar sociale zaken. Hij werd na enige tijd verplicht overgeplaatst naar de arbeids beurs. "Daar heb ik te kwaad gesa boteerd. Ik moest arbeiders naar Duitsland sturen. Die stuurde ik echter naar de Nederlandse spoor wegen. Die konden iedere man ge bruiken. Ik deed ondergronds werk, hielp joden onderduiken. Al les wat daarbij komt. Maar goed: dat liep op den duur in de gaten. Ik kreeg een seintje dat ik moest on derduiken". BUENOS AIRES - In Argentinië maakt bijna niemand zich druk over voortvluchtige oorlogsmisda digers. In het Zuidamerikaanse land, waar het antisemitisme diep in de samenleving is verankerd en de bevolking de gruweldaden van zijn eigen dictators al na vijf jaar probeert te vergeten, is slechts een handjevol linkse intellectuelen, mensenrechtenactivisten en kriti sche joden om uiteenlopende rede nen nog in het onderwerp geïnte resseerd. "Argentinië is het enige land ter wereld waar de Tweede Wereldoor log nog steeds niet is afgelopen", zegt Herman Schiller, voorzitter van de joodse mensenrechtenorga nisatie in de hoofdstad Buenos Ai- Ook voor José Moskovits, voor zitter van de vereniging van overle venden van de holocaust, en zijn vrouw is dit gebrek aan interesse een bron van telkens terugkerende woede. Het echtpaar is betrokken bij de jacht op oorlogsmisdadigers. "Er zitten hier heel veel nazi's. We zoeken ze, vinden ze, maar verder gebeurt er niets", vertelt de Duits sprekende jood, die in Buenos Ai res een bemiddelingsbureau voor schade-uitkeringen aan met name joodse oorlogsslachtoffers heeft. Gezeten in zijn als een fort be schermd kantoor, vertelt Mosko vits over maar liefst driehonderd dossiers van naar Argentinië ont komen nazi's' te beschikken. Slechts in twee zaken kon onlangs eindelijk enig succes worden geno teerd. Drie jaar geleden arresteer den de Argentijnse autoriteiten de voormalige Gestapochef in Polen, de Duitser Walter Kutschmann. Hij tie. Begonnen als agent in Leiden, eindigt hij zijn carrière als 'luite nant', een Duits-Nederlandse rang. Kipp, inmiddels ook lid van de Germaanse SS, houdt met name in Ede en Velsen huis. Waffen SS Kipp maakt carrière, omdat de Duitsers alle reden hebben tevre den over hem te zijn. Hij volgt een militaire opleiding bij de Waffen SS en wordt al snel een van de meest fanatieke medewerkers van "Toen heb ik een gedeelte van de administratie van het arbeidsbu reau waar alle namen op stonden, meegenomen en ben naar huis ge gaan. Ik heb daar m'n tandenbor stel en m'n tandpasta in de zak ge stoken en ben op de trein gestapt. Ik dacht: weet je wat, ik heb een oom in Santpoort wonen. Daar ga ik maar effe naar toe. Later hoorde ik van mijn ouders dat ik nog geen half uur weg was of het hele huis werd ondersteboven gehaald". "Ook in Santpoort deed ik on dergronds werk. Toen werd de Ha- gelingerweg geëvacueerd. De men sen moesten weg, heel Santpoort moest feitelijk weg". Via een on derduikadres in Haarlem kwam Peereboom toch weer naar Sant poort. "Toen kwam ik terecht bij ingenieur Hans Schmitt. Op de Wy- noldy Daniëlslaan, een hele fijne vent. Hij was niet geëvacueerd, maar bleef met zijn moeder en een tante in dat huis zitten". De ver zetsactiviteiten bleven. "Je was een moffenhater tot en met. Ik had ze niet gevraagd om binnen te ko men. Ik heb nogal wat rotstreken uitgehaald. Kootje Langendijk achter zijn vodden gezeten. Hannie Schaft schoot hem uiteindelijk "Toen zaten we op een winter avond, het was 22 februari 1945, te praten. Al het belastende materiaal dat we hadden, hadden we toeval lig een paar dagen tevoren in de tuin begraven. Maar goed: we zit ten te praten en op een gegeven moment was er een rotherrie. In eens stond een SS'er in de kamer. Ze gingen dwars door de ruit, de hufters". "Het was een man cf vijf, met al lemaal getrokken pistolen. We wer den meteen geboeid, terwijl ze het hele huis doorzochten. Wij mee naar het politiebureau in Velsen. De twee ouwe dametjes. Hans overleed na zijn arrestatie in de ge vangenis. Vorig jaar volgde de aan houding van een tweede Duitser, Josef Schwammberger. In een ge vangenis in La Plata wacht de ex- commandant van het Poolse werk kamp Stalowaola op het besluit van de rechter over uitlevering aan de Westduitse autoriteiten. Vijanden De inschikkelijke houding van het Argentijnse volk en zijn macht hebbers ten opzichte van nazi's is deels verklaarbaar uit de sterke an tisemitische traditie van het land. In boekwinkels liggen geschriften van Hitler en Mussolini gewoon op de toonbank en de kiosk tegenover het parlementsgebouw verkoopt pamfletten met titels als 'De joden zijn onze vijanden'. Volgens een ex-politiechef, die anoniem wil blijven, is zo'n tachtig procent van de militairen antisemi tisch. Joden worden onder meer in het leger botweg geweigerd. Schil ler noemt Argentinië zelfs een van de meest antisemitische landen ter wereld. Tijdens de laatste periode van militaire junta's (1976-1983) verdwenen naar schatting maar liefst 30.000 mensen spoorloos. Vijf procent daarvan waren joden, ter wijl de joden slechts één procent de Sicherheitsdienst (SD). Tijdens het proces dat op 26 augustus 1949 in Amsterdam wordt gevoerd, blijkt dat de politiefunctionaris verantwoordelijk is voor tal van ar restaties en mishandelingen. Veel slachtoffers overleven de daarop volgende Duitse gevangen schap niet. Onder hen ook het ze venjarige joodse meisje Therèse Polak. Kipp is vanuit Velsen zelfs naar Amsterdam afgereisd om haar te arresteren. Voordat Kipp in juli 1944 naar Velsen verhuist, is hij in Ede alleen Schmitt en ik. Je wist natuurlijk niet wie wie was. Toen bleek de ene luitenant Kipp te zijn, met SS-ru- nen op zijn uniform. Ik had wel eens van hem gehoord: dat was de bloedbeul. En de andere bleek me neer Kootje Langendijk, gesjeesde kapper uit Broek op Langendijk". Geketend Peereboom, die zijn verhaal tot nu vertelt als ware het een span- van de gehele bevolking uitmaken. Van de elf atoomgeleerden, die tij dens de 'vuile oorlog' het leven lie al verantwoordelijk voor 59 arres taties, waarbij het voor het grootste deel om joden gaat. In Velsen, en in mindere mate ook in Beverwijk en Haarlem, zet de politieman zijn ac tiviteiten in alle hevigheid voort. Tijdens het proces getuigen slacht offers van de zware mishandelin gen die Kipp pleegde. De politieman wordt er ook van verdacht samen met de Duitse SS- Hauptscharfuhrer H. Kühnert op 24 april 1945 in Woudenberg een moord te hebben gepleegd, maar nend jongensboek, valt stil. "Nou ehtoen ehTja, het is wat. Ik werd uit de cel gehaald. De boei en werden losgemaakt. En ik werd boven in de gymnastiekzaal in het politiebureau op zo'n gymnastiek- bok.... daar moest ik overheen gaan liggen. Mijn handen werden aan de eerste twee poten geketend en mijn voeten aan de andere twee. Het is goed dat mijn vrouw d'r niet bij is, anders kon ik niet praten.-Die ten waren er zes joods. "Buiten ver houding veel", is Schillers com mentaar. daarvoor wordt hij bij gebrek aan bewijs niet vervolgd. Aanklager Besier heeft aan slechts een deel van de door Kipp gepleegde misda den voldoende om de doodstraf te eisen. "Twintig doden staan op zijn uitermate zwakke rekening. Én dit is nog maar een klein gedeelte van wat ik ten laste had kunnen leggen". Het Bijzonder Gerechtshof in de hoofdstad veroordeelt Abraham Kipp op 8 september 1949 ter dood. Of die straf ooit zal worden voltrok ken, is op dat moment al zeer twij felachtig. Kipp zit immers al lang en breed in het voor hem veilige Argentinië. Spanje Justitie heeft nog wel jacht op Kipp gemaakt. Ruim een maand na de bevrijding wordt de huisraad van Kipps woning in Ede in beslag genomen. Het huis is verlaten, want de echtgenote van de verdwe nen politieman is wel gearresteerd. Een half jaar later zal zij worden vrijgelaten. Nauwkeurig stelt de politie de buit te boek. Zelfs twee botervlootjes prijken op de pagina lange lijst van in beslag genomen goederen. Hoewel het procureur-fiscaal Be sier op dat moment al lang duide lijk is dat de vogel is gevlogen, laat hij zich niet ontmoedigen. In febru ari 1946 nog smeekt een inwoner van Dordrecht, die door toedoen van Kipp twee kinderen van 6 en 8 jaar heeft verloren, de opsporings activiteiten toch vooral niet stop te zetten. "Wilt u mij per omgaande berichten of de zaak nog steeds uw volle aandacht heeft en in hoeverre we mogen verwachten dat eens de hand op dezen afschuwelijken moordenaar zal worden gelegd door mede uwe maatregelen in de ze genomen of nog te nemen? Zou "Ze hebben me zo ge- loopt gillend weg". "Toen kwam luitenant Kipp met een boksbeugel in zijn hand. Voor die tijd had-ie mijn gezicht al be werkt. Je zal alles zeggen, riep-ie. Wie hebben je geholpen, en dit en dat en zus en zo. Ik wist niet dat ze nog een stelletje gearresteerd had den. Toen we dat verhaal gehad hadden, kreeg meneer Kootje Lan gendijk van hem opdracht mij een goed pak op m'n donder te geven". Toch komen de agressie en de onheuse bejegeningen ten opzich te van joden niet uitsluitend uit rechtse of pro-militaire kringen. "Dit land kent vele paradoxen. Soms tref je mensen die zeer anti nazi, maar tegelijkertijd heel anti joods gezind zijn. Toen onze orga nisatie onlangs een communique uitzond in een links radioprogram ma, werden we overspoeld met te lefoontjes van mensen die zeiden dat de joden wel de laatstén zijn die recht van spreken hebben als het over mensenrechten gaat", legt Schiller uit, voordat het gesprek wordt onderbroken door Adolfo Perez Esquivel, de Nobelprijswin naar voor de vrede, die evenals Schiller in het uitgeleefde pand aan de Mexico-straat kantoor houdt. Peron Als Esquivel even later weer de deur uit is, vervolgt Schiller: "Het gevoel dat joden uitzuigers zijn, zit er hier heel diep in. En met alleen bij analfabeten, maar ook bij men sen met een opleiding. Die reputa tie is er heel moeilijk uit te hame- Dat oorlogsmisdadigers in Ar gentinië tot voor kort geen stro breed in de weg werd gelegd, komt het sujet, zoo hij hier te lande niet kan worden opgespoord, niet inter nationaal kunnen worden achter haald?" De wens gaat pas twee jaar later gedeeltelijk in vervulling. Op ver zoek van Besier wordt de post naar de in Den Haag wonende ouders van Abraham gecontroleerd. Een onderschepte brief wijst uit dat Kipp in Spanje zit. Op 4 november 1948 stuurt vader Kipp een brief aan 'Signor A. K. de Wit van der Hoop, Zurbano 4. Balo Ida, Ma drid'. Als alias heeft Kipp in het Spanje van Franco zijn eigen initia len aan de meisjesnaam van zijn moeder toegevoegd. Aanklager Besier stuurt per om gaande een verzoek aan Harer Ma- jesteits Gezantschap in Spanje. Uit de post blijkt namelijk dat Kipp naar Argentinië wil uitwijken. "Ik zou het zeer op prijs stellen wan neer u de gepaste en mogelijke maatregelen zoudt willen nemen om een dergelijke vlucht te belet ten en mij terstond van een en an der in kennis zoudt willen stellen, opdat ik kan nagaan op welke wijze Kipp naar Nederland kan worden gebracht ten einde te worden be recht", schrijft Besier de zaakgelas tigde op 11 november van dat jaar. Een maand later is er nog steeds geen antwoord. Uit een volgende onderschepte brief van Kipps zus ter blijkt dat het dan al te laat is. Be gin januari 1949 schrijft zij aan haar ouders: "Ontvang een brief uit Sp. met goed nieuws. Per boot plm 21 december naar A vertrokken. U kunt schrijven naar A.K. de Wit van der Hoop, Lista de Correos, Buenos Aires. Argentinië (per luchtpost 40 cent)". Wiesenthal Na het uitspreken van de doodstraf lijkt voor Nederland de "En dat is hem goed gelukt ook. Want hij heeft me zo lang op mijn rug en mijn nieren geslagen dat ik bewusteloos raakte. Toen kreeg ik een emmer water over mijn bast, werd losgemaakt en met natte kle ren op 22 februari in een onver warmde cel gedonderd. Zo van: vuilak krepeer maar". "De volgende dag werd ik er weer uitgehaald, werd ik weer op dezelfde manier afgetuigd. Vervol gens werd ik geconfronteerd met Hans Schmitt. Ze zeiden tegen hem: vertel maar alles, want hij heeft het ook verteld. Dat was de gewone verhoortechniek. En hij zei: ik weet niks. En ik zei: ik heb niks verteld. Ik dacht: stikken jul lie de moord, ik ga er toch an. Toen werd ik weer naar boven gebracht en kreeg ik van Kipp en Langen dijk nog een superbehandeling. Toen hebben ze me zo geslagen dat ik bloed plaste. Ze hadden kans ge zien een nier kapot te rammen". Door toedoen van een 'goede' agent kwam er een dokter. "Daar na hebben ze me met rust gelaten. Kipp kwam nog wel eens met een vriendelijk gezicht om te proberen op een vriendelijke manier wat uit me te krijgen. Dat ik dan niet dood geschoten zou worden. Daarna ben ik naar de Weteringschans ge stuurd, het Duitse politiehoofd- kwartier. Met Hans Schmitt en nog een paar mensen uit Velsen. Daar heb ik nog eens een behandeling gekregen van meneer Lages. Die had verfijnder manieren, maar ik zag er zo toegetakeld uit dat je Cor Peereboom niet meer kon herken- Door een toeval ontsprong Peereboom een vrijwel zekere exe cutie. "Na een dag of drie kwam er controle van het Zweedse Rode Kruis. Dat is mijn mazzel geweest. Ze zagen mij en vroegen in het ook door de uitgesproken fascis tische sympathieën van de opeen volgende militaire regimes in de laatste vijf decennia. President Juan Domingo Peron was goed be vriend met Mussolini en vereerde Hitier. Gevluchte oorlogsmisdadi gers werden in het Argentinië van na de oorlog met open armen ont vangen. Hun kennis en ijver kwa men de president goed van pas bij zijn streven het land op te stoten in de vaart der volkeren. Overigens valt hier eveneens een merkwaardige paradox te consta teren. Ook de slachtoffers van na zi's konden in Argentinië terecht. Zowel voor als na de Tweede We reldoorlog vestigden zich grote aantallen joden in het land. Tussen de laatste lichting dicta tors en de Duitse nazi's waren de banden eveneens zeer hecht, ver telt Schiller. Het concentratie kamp 'La Perla' (De Parel) in de midden-Argentijnse stad Cordoba noemt hij een 'petit Auschwitz'. De weinigen die de martelpraktijken in dit kamp hebben overleefd, heb ben verklaard dat er Duits werd ge sproken. In soortgelijke kampen, zo vertelden anderen, hingen ha kenkruisen en afbeeldingen van Hitier aan de muur. Hoewel Argentinië sinds 1983 kous af te zijn. Eenendertig jaar lang gebeurt er niets. In 1980 ont dekken joodse kringen in Buenos Aires Abraham Kipp, die weer zijn eigen naam gebruikt. Kipp blijkt bovendien op 31 juli 1953 Argentijn te zijn geworden. Via nazispeurder Simon Wiesenthal krijgt Den Haag het adres van de voortvluchtige. De Nederlandse ambassade trekt de informatie na, maar het opgege ven adres lijkt niet te kloppen. Kipp is nog steeds zoek. Wel kan men achterhalen dat de man tot april 1974 in de wijk Boulogne sur Mer woonde. Juridische stappen zijn volgens Nederland niet mogelijk. Het wordt wederom stil rond Abraham Kipp. In 1988 wordt het justitie dui delijk dat Kipp ook na 1974 nog in de wijk Boulogne sur Mer heeft ge woond. Het adres: Olazabal 471. Of dit ook zijn huidige verblijfplaats is, blijft echter onduidelijk. Infor matie uit Buenos Aires leert ver volgens dat in het centimetersdik- ke telefoonboek wel een zekere 'Lilly G.G. de Kipp' voorkomt. Haar adres is Olazabal 473. Naast 471 dus. Heeft zij misschiên iets met Abraham te maken? Daarnaast bestaat er twijfel over het formele juridische standpunt van de Nederlandse regering. Nazi- speurder Simon Wiesenthal lever de al eerder forse kritiek. De pers maakte de afgelopen jaren boven dien melding van de arrestatie in Argentinië van twee Duitse oor logsmisdadigers. Na het herstel van de democratie lijkt het nazi- vriendelijke beleid daar ten einde. Valt er dan toch iets te onderne men tegen de zwaarste oorlogsmis dadiger die nog wordt gezocht? Twee verslaggever^, mr. Arthur Maandag en Els Wiegant, vertrek ken naar Buenos Aires om het uit te zoeken. Duits of ik mishandeld was. Die moffen hadden je vooruit geïnstru eerd datje dan moest zeggen datje van de trap was gevallen. Ik heb echter in het Engels gezegd wat er gebeurd was. Een half uur daarna werd ik door die moffen uit mijn cel gehaald en netjes naar de zie kenboeg gebracht". "Die Zweden hebben me daar weten te houden tot 30 april 1945, toen alle politieke gevangenen werden vrijgelaten. Daar heb ik de mazzel mee gehad. Het schijnt dat er een schijnproces is gevoerd en dat iedereen ter dood is veroor deeld. Ook ik. M'n vrinden, ook Schmitt, zijn allemaal doodgescho ten". Na zijn vrijlating keert Peere boom als lid van de Politieke Op sporingdienst zo snel mogelijk te rug naar Velsen. "Ik weet het nog goed: kwam op de motor over de spoorbrug terug, terwijl de moffen de vesting IJmuiden nog, ongewa pend, bezet hielden". Maar Kipp bleek gevlogen. Spoor bijster "Ik heb stad en land afgezocht. We dachten eerst dat-ie was onder gedoken. Ik had een Mauser bij me en een stengun. Ik heb de Spaarn- wouderpolder doorzocht, heb alles afgezocht, want je dacht: hij kan daar zitten, hij kan daar zitten. Maar je was gewoon zijn spoor bijs ter". "Kootje Langendijk die hadden we wel. Die lag in het ziekenhuis, want Hannie Schaft had hem ver rot geschoten. Ik heb hem nog op gezocht in De Deo in Haarlem. Zei die hufter nog: ik dacht dat jij dood was". Op de vraag waarom hij naar de man toe ging, zegt Peereboom: "Eerlijk gezegd om hem te pesten. Ik heb Lages ook opgezocht". Te gen Kipp had Peereboom een gro tere weerzin dan tegen Lages, die later één van de 'Vier van Breda' zou worden. "Omdat Kipp een Hol lander was. Gewoon een vuile smeerlap". We confronteren Peereboom tot slot met een oude foto van Kipp. "Jade vuilak. Verrek. Ja, dat is hem". De Nijmegenaar rondt het gesprek vervolgens zelf af. "En dat is de story van Kipp. Moet je nu m'n spoorbaan even zien?" weer een democratisch gekozen re gering heeft, ligt het fascisme nog dagelijks op de loer, stelt Schiller vast. De wanhopige economische situatie van het land doet her en der de roep om de terugkeer van de militairen al weer opklinken. Malaise "Volgens veel mensen is de eco nomische malaise het gevolg van de schipbreuk van de democratie. Je komt die mening vooral tegen bij de middenklasse. Die heeft het op dit moment zwaar te verduren en dat wordt geuit in heimwee naar de militairen. Tijdens de dictatuur hadden we het beter, zeggen ze dan", aldus Schiller. Ook de weigering van de rege ring van de huidige president Alf- onsin een volledige zuivering uit te voeren in alle geledingen van leger en politie, is de mensenrechtenac tivisten in Argentinië een doorn in het oog. "Tweeslachtig en tamelijk tolerant", zo omschreef Nobelprijs winnaar Esquivel in 1986 het be leid van de president in een Neder landse krant. Dat Nederlandse journalisten veertig jaar na dato nog naar Buenos Aires afreizen om een oor logsmisdadiger op te sporen, noe men de mensenrechtenactivisten een voorbeeld voor het Argentijnse volk. Schiller: "Over mensenrech ten mag je in de media hier niet spreken. Ultra-links, stijfkoppen noemen ze ons. In de democratie moetje bescheidener taal uitslaan, zeggen ze. In Argentinië is de dicta tuur vijf jaar geleden opgeheven, maar uit angst voor de militairen wil men alles nu al met de mantel der liefde bedekken". Cor Peereboom maakte als lid van de ondergrondse kennis met de harde hand van Kipp: slagen dat ik bloed plaste. Ze hadden kans gezien een nier kapot te rammen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 9