Kipp: zwaarste nog gezochte oorlogsmisdadiger
'Die naam vergeet ik nooit meer
'Er zitten hier heel veel ex-nazi's'
Cor Peereboom, slachtoffer van Abraham Kipp:
Argentinië ideaal toevluchtsoord voor aanhangers Hider
DINSDAG 4 OKTOBER 1988
■TIIJIJU'IUJ!.—
PAGINA 9
Bezet Nederland, maart 1945. Het
einde van de oorlog nadert met ras
se schreden. De Velsense politie
man Abraham Kipp is allesbehalve
gerust op de afloop. Als fanatiek
nazi-aanhanger, met de dood van
veel landgenoten op zijn geweten,
heeft hij van de bevrijding niet veel
goeds te verwachten. De grond
wordt met de dag heter onder zijn
voeten.
door
Arthur Maandag en Els
Wiegant
Op 18 maart 1945 vraagt Kipp
zijn Velsense superieuren om ver
lof. Hij zegt zijn vrouw in Ede te
willen bezoeken, die twee weken
tevoren is bevallen van een tweede
kind. Enige dagen na zijn vertrek
laat hij de korpsleiding weten dat
de Sicherheitspolizei hem nog
even voor een klusje in Ede houdt.
Zijn Velsense collega's zullen hem
nooit meer terug zien.
Na de bevrijding hunkert Neder
land naar wraak en gerechtigheid.
Justitie maakt overuren met de op
sporing van landverraders en de
voorbereiding van hun berechting.
Aanklager mr. B. J. Besier van het
Bijzonder Gerechtshof in Amster
dam heeft handenvol werk. Tussen
de stapels paperassen bevindt zich
ook een steeds omvangrijker dos
sier over de voortvluchtige A.
Kipp.
Abraham Kipp blijkt al ver voor
het begin van de Tweede Wereld
oorlog een enthousiast aanhanger
van de nazi's. In 1935 meldt hij zich
op 18-jarige leeftijd als lid van de
NSB. Na de Duitse inval ziet de
kantoorbediende zijn kans schoon:
Kipp start een loopbaan bij de poli-
NIJMEGEN "Na de oorlog
kwam ik bij de Politieke Opspo
ringsdienst. Het eerste wat ik deed
was een motor pikken en naar Vel
sen rijden. Om te kijken of ik Kipp
kon vangen. Ik had een stengun
over mijn nek hangen en dacht: als
ik hem te pakken krijg, doorzeef ik
z'n poten. Het was mijn persoonlij
ke vijand nummer één. Maar hij
was al weken van tevoren weg,
hoorde ik. Die had zijn vlucht keu
rig voorbereid".
Cor Peereboom is nu 67. In zijn
woning in Nijmegen blikt hij terug
op de Tweede Wereldoorlog en de
rol daarin van de nog steeds voort
vluchtige Nederlandse politieman
Abraham Kipp. "Die naam vergeet
ik nooit meer".
De naam Peereboom komt voor
in het doodvonnis, dat het Bijzon
der Gerechtshof in Amsterdam op
8 september 1949 tegen luitenant
Kipp wees. Peereboom was één
van de vele slachtoffers die als ge
tuige worden gehoord. Met tegen
zin verscheen hij voor het hof. "Ik
was oorlogsmoe. Als ik niet was op
geroepen, was ik niet gegaan".
In 1949 getuigt Peereboom over
zijn arrestatie, in Santpoort, door
Kipp. Samen met een andere ver
zetstrijder wordt hij door de chef
van de Velsense politieke recher
che aangehouden en later zwaar
mishandeld. Anno 1988 zet Peere
boom de gang van zaken met op
merkelijke precisie op een rijtje.
Zijn verhaal stemt geheel overeen
met de verklaring die een van de
betrokken politiebeambten, Ko
Langendijk, tegenover het Bijzon
der Gerechtshof aflegde.
Ondergronds
Peereboom was in zijn geboorte
plaats Alkmaar bij het begin van de
oorlog ambtenaar sociale zaken.
Hij werd na enige tijd verplicht
overgeplaatst naar de arbeids
beurs. "Daar heb ik te kwaad gesa
boteerd. Ik moest arbeiders naar
Duitsland sturen. Die stuurde ik
echter naar de Nederlandse spoor
wegen. Die konden iedere man ge
bruiken. Ik deed ondergronds
werk, hielp joden onderduiken. Al
les wat daarbij komt. Maar goed:
dat liep op den duur in de gaten. Ik
kreeg een seintje dat ik moest on
derduiken".
BUENOS AIRES - In Argentinië
maakt bijna niemand zich druk
over voortvluchtige oorlogsmisda
digers. In het Zuidamerikaanse
land, waar het antisemitisme diep
in de samenleving is verankerd en
de bevolking de gruweldaden van
zijn eigen dictators al na vijf jaar
probeert te vergeten, is slechts een
handjevol linkse intellectuelen,
mensenrechtenactivisten en kriti
sche joden om uiteenlopende rede
nen nog in het onderwerp geïnte
resseerd.
"Argentinië is het enige land ter
wereld waar de Tweede Wereldoor
log nog steeds niet is afgelopen",
zegt Herman Schiller, voorzitter
van de joodse mensenrechtenorga
nisatie in de hoofdstad Buenos Ai-
Ook voor José Moskovits, voor
zitter van de vereniging van overle
venden van de holocaust, en zijn
vrouw is dit gebrek aan interesse
een bron van telkens terugkerende
woede. Het echtpaar is betrokken
bij de jacht op oorlogsmisdadigers.
"Er zitten hier heel veel nazi's. We
zoeken ze, vinden ze, maar verder
gebeurt er niets", vertelt de Duits
sprekende jood, die in Buenos Ai
res een bemiddelingsbureau voor
schade-uitkeringen aan met name
joodse oorlogsslachtoffers heeft.
Gezeten in zijn als een fort be
schermd kantoor, vertelt Mosko
vits over maar liefst driehonderd
dossiers van naar Argentinië ont
komen nazi's' te beschikken.
Slechts in twee zaken kon onlangs
eindelijk enig succes worden geno
teerd. Drie jaar geleden arresteer
den de Argentijnse autoriteiten de
voormalige Gestapochef in Polen,
de Duitser Walter Kutschmann. Hij
tie. Begonnen als agent in Leiden,
eindigt hij zijn carrière als 'luite
nant', een Duits-Nederlandse rang.
Kipp, inmiddels ook lid van de
Germaanse SS, houdt met name in
Ede en Velsen huis.
Waffen SS
Kipp maakt carrière, omdat de
Duitsers alle reden hebben tevre
den over hem te zijn. Hij volgt een
militaire opleiding bij de Waffen
SS en wordt al snel een van de
meest fanatieke medewerkers van
"Toen heb ik een gedeelte van de
administratie van het arbeidsbu
reau waar alle namen op stonden,
meegenomen en ben naar huis ge
gaan. Ik heb daar m'n tandenbor
stel en m'n tandpasta in de zak ge
stoken en ben op de trein gestapt.
Ik dacht: weet je wat, ik heb een
oom in Santpoort wonen. Daar ga
ik maar effe naar toe. Later hoorde
ik van mijn ouders dat ik nog geen
half uur weg was of het hele huis
werd ondersteboven gehaald".
"Ook in Santpoort deed ik on
dergronds werk. Toen werd de Ha-
gelingerweg geëvacueerd. De men
sen moesten weg, heel Santpoort
moest feitelijk weg". Via een on
derduikadres in Haarlem kwam
Peereboom toch weer naar Sant
poort. "Toen kwam ik terecht bij
ingenieur Hans Schmitt. Op de Wy-
noldy Daniëlslaan, een hele fijne
vent. Hij was niet geëvacueerd,
maar bleef met zijn moeder en een
tante in dat huis zitten". De ver
zetsactiviteiten bleven. "Je was
een moffenhater tot en met. Ik had
ze niet gevraagd om binnen te ko
men. Ik heb nogal wat rotstreken
uitgehaald. Kootje Langendijk
achter zijn vodden gezeten. Hannie
Schaft schoot hem uiteindelijk
"Toen zaten we op een winter
avond, het was 22 februari 1945, te
praten. Al het belastende materiaal
dat we hadden, hadden we toeval
lig een paar dagen tevoren in de
tuin begraven. Maar goed: we zit
ten te praten en op een gegeven
moment was er een rotherrie. In
eens stond een SS'er in de kamer.
Ze gingen dwars door de ruit, de
hufters".
"Het was een man cf vijf, met al
lemaal getrokken pistolen. We wer
den meteen geboeid, terwijl ze het
hele huis doorzochten. Wij mee
naar het politiebureau in Velsen.
De twee ouwe dametjes. Hans
overleed na zijn arrestatie in de ge
vangenis. Vorig jaar volgde de aan
houding van een tweede Duitser,
Josef Schwammberger. In een ge
vangenis in La Plata wacht de ex-
commandant van het Poolse werk
kamp Stalowaola op het besluit
van de rechter over uitlevering aan
de Westduitse autoriteiten.
Vijanden
De inschikkelijke houding van
het Argentijnse volk en zijn macht
hebbers ten opzichte van nazi's is
deels verklaarbaar uit de sterke an
tisemitische traditie van het land.
In boekwinkels liggen geschriften
van Hitler en Mussolini gewoon op
de toonbank en de kiosk tegenover
het parlementsgebouw verkoopt
pamfletten met titels als 'De joden
zijn onze vijanden'.
Volgens een ex-politiechef, die
anoniem wil blijven, is zo'n tachtig
procent van de militairen antisemi
tisch. Joden worden onder meer in
het leger botweg geweigerd. Schil
ler noemt Argentinië zelfs een van
de meest antisemitische landen ter
wereld. Tijdens de laatste periode
van militaire junta's (1976-1983)
verdwenen naar schatting maar
liefst 30.000 mensen spoorloos. Vijf
procent daarvan waren joden, ter
wijl de joden slechts één procent
de Sicherheitsdienst (SD). Tijdens
het proces dat op 26 augustus 1949
in Amsterdam wordt gevoerd,
blijkt dat de politiefunctionaris
verantwoordelijk is voor tal van ar
restaties en mishandelingen.
Veel slachtoffers overleven de
daarop volgende Duitse gevangen
schap niet. Onder hen ook het ze
venjarige joodse meisje Therèse
Polak. Kipp is vanuit Velsen zelfs
naar Amsterdam afgereisd om haar
te arresteren.
Voordat Kipp in juli 1944 naar
Velsen verhuist, is hij in Ede alleen
Schmitt en ik. Je wist natuurlijk
niet wie wie was. Toen bleek de ene
luitenant Kipp te zijn, met SS-ru-
nen op zijn uniform. Ik had wel
eens van hem gehoord: dat was de
bloedbeul. En de andere bleek me
neer Kootje Langendijk, gesjeesde
kapper uit Broek op Langendijk".
Geketend
Peereboom, die zijn verhaal tot
nu vertelt als ware het een span-
van de gehele bevolking uitmaken.
Van de elf atoomgeleerden, die tij
dens de 'vuile oorlog' het leven lie
al verantwoordelijk voor 59 arres
taties, waarbij het voor het grootste
deel om joden gaat. In Velsen, en in
mindere mate ook in Beverwijk en
Haarlem, zet de politieman zijn ac
tiviteiten in alle hevigheid voort.
Tijdens het proces getuigen slacht
offers van de zware mishandelin
gen die Kipp pleegde.
De politieman wordt er ook van
verdacht samen met de Duitse SS-
Hauptscharfuhrer H. Kühnert op
24 april 1945 in Woudenberg een
moord te hebben gepleegd, maar
nend jongensboek, valt stil. "Nou
ehtoen ehTja, het is wat.
Ik werd uit de cel gehaald. De boei
en werden losgemaakt. En ik werd
boven in de gymnastiekzaal in het
politiebureau op zo'n gymnastiek-
bok.... daar moest ik overheen gaan
liggen. Mijn handen werden aan de
eerste twee poten geketend en
mijn voeten aan de andere twee.
Het is goed dat mijn vrouw d'r niet
bij is, anders kon ik niet praten.-Die
ten waren er zes joods. "Buiten ver
houding veel", is Schillers com
mentaar.
daarvoor wordt hij bij gebrek aan
bewijs niet vervolgd. Aanklager
Besier heeft aan slechts een deel
van de door Kipp gepleegde misda
den voldoende om de doodstraf te
eisen. "Twintig doden staan op zijn
uitermate zwakke rekening. Én
dit is nog maar een klein gedeelte
van wat ik ten laste had kunnen
leggen".
Het Bijzonder Gerechtshof in de
hoofdstad veroordeelt Abraham
Kipp op 8 september 1949 ter dood.
Of die straf ooit zal worden voltrok
ken, is op dat moment al zeer twij
felachtig. Kipp zit immers al lang
en breed in het voor hem veilige
Argentinië.
Spanje
Justitie heeft nog wel jacht op
Kipp gemaakt. Ruim een maand na
de bevrijding wordt de huisraad
van Kipps woning in Ede in beslag
genomen. Het huis is verlaten,
want de echtgenote van de verdwe
nen politieman is wel gearresteerd.
Een half jaar later zal zij worden
vrijgelaten. Nauwkeurig stelt de
politie de buit te boek. Zelfs twee
botervlootjes prijken op de pagina
lange lijst van in beslag genomen
goederen.
Hoewel het procureur-fiscaal Be
sier op dat moment al lang duide
lijk is dat de vogel is gevlogen, laat
hij zich niet ontmoedigen. In febru
ari 1946 nog smeekt een inwoner
van Dordrecht, die door toedoen
van Kipp twee kinderen van 6 en 8
jaar heeft verloren, de opsporings
activiteiten toch vooral niet stop te
zetten. "Wilt u mij per omgaande
berichten of de zaak nog steeds uw
volle aandacht heeft en in hoeverre
we mogen verwachten dat eens de
hand op dezen afschuwelijken
moordenaar zal worden gelegd
door mede uwe maatregelen in de
ze genomen of nog te nemen? Zou
"Ze hebben me zo ge-
loopt gillend weg".
"Toen kwam luitenant Kipp met
een boksbeugel in zijn hand. Voor
die tijd had-ie mijn gezicht al be
werkt. Je zal alles zeggen, riep-ie.
Wie hebben je geholpen, en dit en
dat en zus en zo. Ik wist niet dat ze
nog een stelletje gearresteerd had
den. Toen we dat verhaal gehad
hadden, kreeg meneer Kootje Lan
gendijk van hem opdracht mij een
goed pak op m'n donder te geven".
Toch komen de agressie en de
onheuse bejegeningen ten opzich
te van joden niet uitsluitend uit
rechtse of pro-militaire kringen.
"Dit land kent vele paradoxen.
Soms tref je mensen die zeer anti
nazi, maar tegelijkertijd heel anti
joods gezind zijn. Toen onze orga
nisatie onlangs een communique
uitzond in een links radioprogram
ma, werden we overspoeld met te
lefoontjes van mensen die zeiden
dat de joden wel de laatstén zijn die
recht van spreken hebben als het
over mensenrechten gaat", legt
Schiller uit, voordat het gesprek
wordt onderbroken door Adolfo
Perez Esquivel, de Nobelprijswin
naar voor de vrede, die evenals
Schiller in het uitgeleefde pand
aan de Mexico-straat kantoor
houdt.
Peron
Als Esquivel even later weer de
deur uit is, vervolgt Schiller: "Het
gevoel dat joden uitzuigers zijn, zit
er hier heel diep in. En met alleen
bij analfabeten, maar ook bij men
sen met een opleiding. Die reputa
tie is er heel moeilijk uit te hame-
Dat oorlogsmisdadigers in Ar
gentinië tot voor kort geen stro
breed in de weg werd gelegd, komt
het sujet, zoo hij hier te lande niet
kan worden opgespoord, niet inter
nationaal kunnen worden achter
haald?"
De wens gaat pas twee jaar later
gedeeltelijk in vervulling. Op ver
zoek van Besier wordt de post naar
de in Den Haag wonende ouders
van Abraham gecontroleerd. Een
onderschepte brief wijst uit dat
Kipp in Spanje zit. Op 4 november
1948 stuurt vader Kipp een brief
aan 'Signor A. K. de Wit van der
Hoop, Zurbano 4. Balo Ida, Ma
drid'. Als alias heeft Kipp in het
Spanje van Franco zijn eigen initia
len aan de meisjesnaam van zijn
moeder toegevoegd.
Aanklager Besier stuurt per om
gaande een verzoek aan Harer Ma-
jesteits Gezantschap in Spanje. Uit
de post blijkt namelijk dat Kipp
naar Argentinië wil uitwijken. "Ik
zou het zeer op prijs stellen wan
neer u de gepaste en mogelijke
maatregelen zoudt willen nemen
om een dergelijke vlucht te belet
ten en mij terstond van een en an
der in kennis zoudt willen stellen,
opdat ik kan nagaan op welke wijze
Kipp naar Nederland kan worden
gebracht ten einde te worden be
recht", schrijft Besier de zaakgelas
tigde op 11 november van dat jaar.
Een maand later is er nog steeds
geen antwoord. Uit een volgende
onderschepte brief van Kipps zus
ter blijkt dat het dan al te laat is. Be
gin januari 1949 schrijft zij aan haar
ouders: "Ontvang een brief uit Sp.
met goed nieuws. Per boot plm 21
december naar A vertrokken. U
kunt schrijven naar A.K. de Wit
van der Hoop, Lista de Correos,
Buenos Aires. Argentinië (per
luchtpost 40 cent)".
Wiesenthal
Na het uitspreken van de
doodstraf lijkt voor Nederland de
"En dat is hem goed gelukt ook.
Want hij heeft me zo lang op mijn
rug en mijn nieren geslagen dat ik
bewusteloos raakte. Toen kreeg ik
een emmer water over mijn bast,
werd losgemaakt en met natte kle
ren op 22 februari in een onver
warmde cel gedonderd. Zo van:
vuilak krepeer maar".
"De volgende dag werd ik er
weer uitgehaald, werd ik weer op
dezelfde manier afgetuigd. Vervol
gens werd ik geconfronteerd met
Hans Schmitt. Ze zeiden tegen
hem: vertel maar alles, want hij
heeft het ook verteld. Dat was de
gewone verhoortechniek. En hij
zei: ik weet niks. En ik zei: ik heb
niks verteld. Ik dacht: stikken jul
lie de moord, ik ga er toch an. Toen
werd ik weer naar boven gebracht
en kreeg ik van Kipp en Langen
dijk nog een superbehandeling.
Toen hebben ze me zo geslagen dat
ik bloed plaste. Ze hadden kans ge
zien een nier kapot te rammen".
Door toedoen van een 'goede'
agent kwam er een dokter. "Daar
na hebben ze me met rust gelaten.
Kipp kwam nog wel eens met een
vriendelijk gezicht om te proberen
op een vriendelijke manier wat uit
me te krijgen. Dat ik dan niet dood
geschoten zou worden. Daarna ben
ik naar de Weteringschans ge
stuurd, het Duitse politiehoofd-
kwartier. Met Hans Schmitt en nog
een paar mensen uit Velsen. Daar
heb ik nog eens een behandeling
gekregen van meneer Lages. Die
had verfijnder manieren, maar ik
zag er zo toegetakeld uit dat je Cor
Peereboom niet meer kon herken-
Door een toeval ontsprong
Peereboom een vrijwel zekere exe
cutie. "Na een dag of drie kwam er
controle van het Zweedse Rode
Kruis. Dat is mijn mazzel geweest.
Ze zagen mij en vroegen in het
ook door de uitgesproken fascis
tische sympathieën van de opeen
volgende militaire regimes in de
laatste vijf decennia. President
Juan Domingo Peron was goed be
vriend met Mussolini en vereerde
Hitier. Gevluchte oorlogsmisdadi
gers werden in het Argentinië van
na de oorlog met open armen ont
vangen. Hun kennis en ijver kwa
men de president goed van pas bij
zijn streven het land op te stoten in
de vaart der volkeren.
Overigens valt hier eveneens een
merkwaardige paradox te consta
teren. Ook de slachtoffers van na
zi's konden in Argentinië terecht.
Zowel voor als na de Tweede We
reldoorlog vestigden zich grote
aantallen joden in het land.
Tussen de laatste lichting dicta
tors en de Duitse nazi's waren de
banden eveneens zeer hecht, ver
telt Schiller. Het concentratie
kamp 'La Perla' (De Parel) in de
midden-Argentijnse stad Cordoba
noemt hij een 'petit Auschwitz'. De
weinigen die de martelpraktijken
in dit kamp hebben overleefd, heb
ben verklaard dat er Duits werd ge
sproken. In soortgelijke kampen,
zo vertelden anderen, hingen ha
kenkruisen en afbeeldingen van
Hitier aan de muur.
Hoewel Argentinië sinds 1983
kous af te zijn. Eenendertig jaar
lang gebeurt er niets. In 1980 ont
dekken joodse kringen in Buenos
Aires Abraham Kipp, die weer zijn
eigen naam gebruikt. Kipp blijkt
bovendien op 31 juli 1953 Argentijn
te zijn geworden. Via nazispeurder
Simon Wiesenthal krijgt Den Haag
het adres van de voortvluchtige.
De Nederlandse ambassade trekt
de informatie na, maar het opgege
ven adres lijkt niet te kloppen.
Kipp is nog steeds zoek. Wel kan
men achterhalen dat de man tot
april 1974 in de wijk Boulogne sur
Mer woonde.
Juridische stappen zijn volgens
Nederland niet mogelijk. Het
wordt wederom stil rond Abraham
Kipp. In 1988 wordt het justitie dui
delijk dat Kipp ook na 1974 nog in
de wijk Boulogne sur Mer heeft ge
woond. Het adres: Olazabal 471. Of
dit ook zijn huidige verblijfplaats
is, blijft echter onduidelijk. Infor
matie uit Buenos Aires leert ver
volgens dat in het centimetersdik-
ke telefoonboek wel een zekere
'Lilly G.G. de Kipp' voorkomt.
Haar adres is Olazabal 473. Naast
471 dus. Heeft zij misschiên iets
met Abraham te maken?
Daarnaast bestaat er twijfel over
het formele juridische standpunt
van de Nederlandse regering. Nazi-
speurder Simon Wiesenthal lever
de al eerder forse kritiek. De pers
maakte de afgelopen jaren boven
dien melding van de arrestatie in
Argentinië van twee Duitse oor
logsmisdadigers. Na het herstel
van de democratie lijkt het nazi-
vriendelijke beleid daar ten einde.
Valt er dan toch iets te onderne
men tegen de zwaarste oorlogsmis
dadiger die nog wordt gezocht?
Twee verslaggever^, mr. Arthur
Maandag en Els Wiegant, vertrek
ken naar Buenos Aires om het uit
te zoeken.
Duits of ik mishandeld was. Die
moffen hadden je vooruit geïnstru
eerd datje dan moest zeggen datje
van de trap was gevallen. Ik heb
echter in het Engels gezegd wat er
gebeurd was. Een half uur daarna
werd ik door die moffen uit mijn
cel gehaald en netjes naar de zie
kenboeg gebracht".
"Die Zweden hebben me daar
weten te houden tot 30 april 1945,
toen alle politieke gevangenen
werden vrijgelaten. Daar heb ik de
mazzel mee gehad. Het schijnt dat
er een schijnproces is gevoerd en
dat iedereen ter dood is veroor
deeld. Ook ik. M'n vrinden, ook
Schmitt, zijn allemaal doodgescho
ten".
Na zijn vrijlating keert Peere
boom als lid van de Politieke Op
sporingdienst zo snel mogelijk te
rug naar Velsen. "Ik weet het nog
goed: kwam op de motor over de
spoorbrug terug, terwijl de moffen
de vesting IJmuiden nog, ongewa
pend, bezet hielden". Maar Kipp
bleek gevlogen.
Spoor bijster
"Ik heb stad en land afgezocht.
We dachten eerst dat-ie was onder
gedoken. Ik had een Mauser bij me
en een stengun. Ik heb de Spaarn-
wouderpolder doorzocht, heb alles
afgezocht, want je dacht: hij kan
daar zitten, hij kan daar zitten.
Maar je was gewoon zijn spoor bijs
ter".
"Kootje Langendijk die hadden
we wel. Die lag in het ziekenhuis,
want Hannie Schaft had hem ver
rot geschoten. Ik heb hem nog op
gezocht in De Deo in Haarlem. Zei
die hufter nog: ik dacht dat jij dood
was". Op de vraag waarom hij naar
de man toe ging, zegt Peereboom:
"Eerlijk gezegd om hem te pesten.
Ik heb Lages ook opgezocht". Te
gen Kipp had Peereboom een gro
tere weerzin dan tegen Lages, die
later één van de 'Vier van Breda'
zou worden. "Omdat Kipp een Hol
lander was. Gewoon een vuile
smeerlap".
We confronteren Peereboom tot
slot met een oude foto van Kipp.
"Jade vuilak. Verrek. Ja, dat is
hem". De Nijmegenaar rondt het
gesprek vervolgens zelf af. "En dat
is de story van Kipp. Moet je nu
m'n spoorbaan even zien?"
weer een democratisch gekozen re
gering heeft, ligt het fascisme nog
dagelijks op de loer, stelt Schiller
vast. De wanhopige economische
situatie van het land doet her en
der de roep om de terugkeer van de
militairen al weer opklinken.
Malaise
"Volgens veel mensen is de eco
nomische malaise het gevolg van
de schipbreuk van de democratie.
Je komt die mening vooral tegen
bij de middenklasse. Die heeft het
op dit moment zwaar te verduren
en dat wordt geuit in heimwee naar
de militairen. Tijdens de dictatuur
hadden we het beter, zeggen ze
dan", aldus Schiller.
Ook de weigering van de rege
ring van de huidige president Alf-
onsin een volledige zuivering uit te
voeren in alle geledingen van leger
en politie, is de mensenrechtenac
tivisten in Argentinië een doorn in
het oog. "Tweeslachtig en tamelijk
tolerant", zo omschreef Nobelprijs
winnaar Esquivel in 1986 het be
leid van de president in een Neder
landse krant.
Dat Nederlandse journalisten
veertig jaar na dato nog naar
Buenos Aires afreizen om een oor
logsmisdadiger op te sporen, noe
men de mensenrechtenactivisten
een voorbeeld voor het Argentijnse
volk. Schiller: "Over mensenrech
ten mag je in de media hier niet
spreken. Ultra-links, stijfkoppen
noemen ze ons. In de democratie
moetje bescheidener taal uitslaan,
zeggen ze. In Argentinië is de dicta
tuur vijf jaar geleden opgeheven,
maar uit angst voor de militairen
wil men alles nu al met de mantel
der liefde bedekken".
Cor Peereboom maakte als lid van de ondergrondse kennis met de harde hand van Kipp:
slagen dat ik bloed plaste. Ze hadden kans gezien een nier kapot te rammen".