'In kwestie-Namibia worden alleen stappen terug gedaan' 'En dan nu een klein toverdrankje bij je kies' DE GRENS Oud-juriste van VN-raad: Burgemeester Hilversum wil strakke leiding Op tandartsstoel bij stichting BijTeR komt angstige patiënt tot rust Bang voor de tandarts is in Rotterdam en omgeving geen excuus meer voor een slecht gebit. De Stichting BijTeR heeft voor bijzonder angstige patiënten speciale behandelmethoden ontwikkeld. Een kijkje in de behandelkamer. door Ellen Scholtens Iedereen is er klaar voor. Moeder bevindt zich. samen met zusje Bar bara. in haar directe nabijheid en ook haar favoriete achtergrondmu ziek Herman van Veens 'Anne' is aangezet. Het wachten is al leen nog op de heilzame werking van het lachgas... "Voor we bij de Stichting BijTeR terecht kwamen, is Sandra niet één keer behandeld," zegt haar moe der. "Het ging gewoonweg niet. Bij elke controle was het raak: schreeuwen, brullen, krijsen. En de tandarts had totaal geen geduld. Zijn vocabulaire bestond uit 'zit ten' en 'mond open', daar bleef het bij. Op haar achtste, nu bijna vier jaar geleden, had ik schoon genoeg van zijn autoritaire gedrag". "We zijn van de hel in de hemel gekomen", vervolgt ze op fluister toon, terwijl haar dochtertje lang zaam in hoger sferen begint te ra ken. "De eerste keren kwamen we hier alleen om kennis te maken en het verschil viel meteen op: Sandra mocht overal aanzitten". Alsof het afgesproken werk is, strijkt Sandra op hetzelfde mo ment over het haar van tandarts Elinor Bouvy-Berends: "Ik bedoel de eigenlijk de instrumenten, maar ook dit hoort bij die vertrouwens band. Het was vroeger ondenkbaar dat ze tijdens de behandeling praatte. Nu vraagt ze honderduit, ze wil precies weten wat er gaat ge beuren". Toch kan de tandarts dit keer niet het achterste van haar tong la ten zien. Het vervangen van een noodvulling valt mee, maar het trekken van twee voortanden die 'een dubbele stalling' veroorzaken, is een minder prettig vooruitzicht. Om die reden heeft Elinor Bou vy-Berends een eigen .taaltje ont wikkeld wanneer zij met jonge pa tiënten communiceert. Ze zegt niet 'we gaan je kies vullen'. Nee, dat wordt 'koekjes bakken' genoemd zoals bij het maken van een vulling wordt gezegd 'even het cake-blik eromheen doen.' En 'boren' nog zo'n vervelend woord - heet in de praktijk van de Stichting BijTeR 'we gaan even kriebelen'. Bij Sandra moet de tandarts ech ter al haar inventiviteit aanwen den. Eerst moet op een zeer slinkse wijze een verdovingsspuitje wor den gegeven („een klein tover drankje bij je kies"), vervolgens be gint het echte trekwerk en na wat onvermijdelijk gekerm is het kar wei geklaard. "Viel best mee," zegt Sandra als ze weer naar huis mag mét 'deken tje' ofwel gaasje op de zere plek en met een badge van 'Berend de Bij ter'. En vervolgens, met wijd open gesperde mond: "kijk maar..." "De groep extreem bange men sen, kinderen én volwassenen, zijn in onze praktijk eigenlijk een min derheid," zegt Elinor na de eerste afspraak die dag. "Je moet ook héél erg bang zijn, wil je hier terecht kunnen. Daarvoor hebben we een screening, een lijst met indringen de vragen. Mensen die psychisch voldoen de veerkracht hebben om een be handeling aan te kunnen, vallen buiten de boot. We zijn er uitslui tend voor patiënten die kokhal zend van angst in de stoel van de tandarts zitten of last hebben van hartkloppingen". "In eerste instantie is de Stich ting er echter voor patiënten die door een lichamelijke, geestelijke, emotionele oorzaak of een combi natie daarvan moeilijk te behande len zijn bij andere tandartsen. Meer tijd en meer aandacht staan cen traal bij ons werk, maar ook meer dan gemiddelde kennis van het menselijk lichaam". Hypnose Dit laatste is volgens de vaste kracht van BijTeR in totaal heeft de aan de Ringdijk in Rotterdam gevestigde Stichting drie tandart sen in dienst een rechtstreeks gevolg van het werken met wat minder gebruikelijke behandelme thodes. Behalve dat ze lachgas en narcose gebruikt, neemt Elinor na melijk regelmatig haar toevlucht tot hypnose: "Niet dat ik iemand in trance breng", zegt ze bij wijze van toe lichting. "Maar ik gebruik wel en kele van de technieken om het ge drag van mensen te beïnvloeden. Door het focussen, zo van 'kijk naar mijn ogen' en de wijze van woordgebruik kun je toch een he leboel onrust en angst wegnemen. Nog niet eens zo gek lang geleden was deze werkwijze ondenkbaar", geeft ze toe. "Maar ia, de laatste tien rts Bouvy-Berends:"Door je woordkeus kun je een heleboel onrust en angst wegnemen jaar is in het tandartswerk sowieso op allerlei terreinen ontzettend veel veranderd". Ongevraagd begint de tandarts over lachgas, een onschuldige ma nier om prikkels af te dempen en blinde paniek uit te bannen. Maar met het toepassen van de narcose- techniek is ze een stuk voorzichti ger: "Wanneer je bij iemand, die echt panisch is, een acuut tand heelkundig probleem moet oplos sen, kun je niet veel anders doen. Toch is narcose, ook in zo'n geval, niet zinvol. Het is je kop in het zand steken, want de angstgevoelens, die blijven. Het beste is werken aan gewenning en dat gaat stapje voor stapje". Dat de meeste tandartsen hier geen geduld voor hebben, gaat Elinor iets te ver. De laatste jaren wordt tijdens de opleiding veel meer aandacht besteed aan het her kennen van buitensporig angstige patiënten, constateert ze. Wel geeft ze toe dat het nog maar de vraag is in hoeverre één en ander wordt toe gepast in de eigen praktijk en ver der wijst ze erop dat "de een nou eenmaal wat gemakkelijker in de omgang is dan de ander". Gevolgen De gevolgen laten zich gemakke lijk raden. Wie, zoals één van de be zoekende moeders zegt, jarenlang behandeld is door een 'slager', loopt niet meer zo hard wanneer hij of zij een gaatje heeft. "Inderdaad zijn we behoorlijk vaak de pineut", zegt Elinore. "Omdat we de enige voorziening in Rijnmond zijn. ko men angstige kinderen met acute pijnklachten in melkgebitjes bij ons terecht, maar ook gehandicap ten met een mondhygiëne die er barmelijk slecht is". "Met Vincent gaat het de laatste tijd erg goed", zegt ze over haar BINNENLAND BUITENLAND tweede patiënt, een geestelijk ge handicapte jongen die maar moei lijk kan wennen aan de nieuwe be handelkamer. Slechts één gedach te houdt hem bezig terwijl de tand arts hem „aan de bloemetjes laat ruiken". "De poezen, waar zijn de poe zen?" vraagt hij zich af en de assis tente legt uit dat die poster verdwe nen is, maar dat de Maanmannetjes en Winnie de Poe nog wel aan de muur hangen. Daarna wordt de cassette-recorder uitgezet, "dat leidt hem teveel af', en is het stil. Heel even maar. "Het valt nu nog mee, gewoon lijk is hij net een vlo", zegt de moe der van Vincent, onderbroken door de vaktermen van tandarts Bou- vry-Berends ("even je slaapkamer tje schoonmaken"). En Vincent, weliswaar een beetje van de wereld, maar zich toch nog realiserend dat er flink aan hem wordt gesleuteld: „Ben ik klaar? Klaar...? Kla...". In het dorp moet iemand worden begraven, iemand 'van buiten', zoals ze dat hier achter de gordijnen fluisteren. Er is veel belangstelling. Het enige restaurant dat het dorp rijk is, zit tjokvol met mensen die eerst een kop koffie willen drinken voor ze de dode naar het kerkhof begeleiden. Die koffie smaakt nu extra goed, ook al komt hij uit een apparaat dat zijn beste tijd gehad heeft. De mensen denken aan het drabbige regenwater dat straks in de mond van de gestorvene zal lopen. Sommigen bestellen zwarte koffie. Om nog wakkerder te worden dan ze al zijn? Bij het hek van het kerkhof staat een vrouw. Ze wordt door niemand van de rouwenden herkend. Dat klopt. Ze kent de overledene niet. Ze is alleen nieuwsgierig naar wie er naast haar man komt te liggen. Aan de vrouwen, die een voile over hun hoed dragen, een kledingstuk dat hun gezicht iets tragisch geeft en bovendien de kerkhofvliegen van hun gezicht weg houdt, aan die vrouwen durft zij niets te vragen. En de heren in zwarte jassen kijken haar te nors. De vrouw kan haar man maar niet vergeten. Elke dag gaat ze naar zijn graf. Dan sopt ze zijn steen af en zet ze verse bloemen bij hem neer. En bij het afscheid nemen kijkt ze naar de bomen en zegt ze: geef hem schaduw, bescherm hem tegen de regen, maar wurg hem niet met jullie wortels. Voor de vrouw leeft haar man onder de grond gewoon door. Als in een soort schuilkelder. Of een metrostation. Ze kan de dag niet afwachten dat ze naast hem zal komen te liggen. Of 'naast hem' - dat is nou net het probleem. Ze zou op haar zij naast haar man begraven willen worden, maar daar komt dus nu die nieuwe dode te liggen. het dorp verklaren de vrouw voor gek. Ze praat nog altijd tegen haar man, ook al is hij niet meer in huis. En bij de slager bestelt ze nog altijd voor twee personen. Dan zegt ze: 'Geef maar een biefstukje van een ons. Dat is goed voor zijn bloed'. En de slager - die weegt wel af, die snijdt wel met zijn scherpe mes. Als je de vrouw door het dorp ziet lopen, dan is het net alsof haar rechterarm zich in een onzichtbare mitella bevindt. Dat komt omdat zij in gedachten nog steeds arm in arm loopt met haar echtgenoot. En onder het lopen door maakt zij af en toe een huppelpasje, zoals echtgenoten wel doen die met elkaar gelijk op willen blijven lopen. Dat daar iemand onder de grond ligt die nooit meer tegen haar zal spreken, wil de vrouw niet geloven. Ze heeft zich ingeprent dat haar man maar tijdelijk onbereikbaar is, zoals hij dat zo vaak was als ze hem 's avonds op het werk wilde bellen. Maar soms, als ze de vette kraaien op het kerkhof ziet, slaat haar de angst om het hart. Dan zegt ze bij zichzelf: 'Toe maar, vogeltjes, doe je best maar, haal die wormen maar uit de grond. Elke worm is er eentje minder. Je weet maar nooit'. 's Avonds, voor zij naar bed gaat, inspecteert ze altijd even de kostuums van haar man. Ze mist hem erin. Zijn hoofd, zijn ogen, net zo raadselachtig als het ijzeren vraagteken nu. En dan troost ze zich met de gedachte dat hij zijn ouwe goed aan heeft onder de grond. Want de tijden zijn duur en wie weet hoeveel een nieuw pak over de grens kost. In de hemel gelooft zij niet. In de hemel wonen regen, hagel en sneeuw. En waarom komen die naar de aarde, toch niet omdat het daarboven zo goed is. Nee, zij zal straks bij haar man zijn en na een lange slaap weer samen met hem op aarde ontwaken. Als hij zich in de tussentijd nu maar een beetje amuseert. Ze raapt al haar moed bijeen en spreekt een van de norse heren aan. Ze vraagt: 'Die meneer, die nu wordt begraven, hield die van voetballen"? Vanonder zijn hoge hoed kijkt de man haar verwonderd aan. 'Ik denk dat u aan het verkeerde adres bent', zegt hij, 'ik kom hier voor Letty'. Het gezicht van de vrouw verstart. 'O God nee'!, denkt ze, 'niet wéér een vrouw'! ANGELA PINNEBERG. "De secretaris-generaal van de VN, Perez de Cuellar, liegt als hij zegt dat de onafhankelijkheid van Namibia dichter bij is dan ooit. Namibia is weer terug bij af. Het hele diplo- matencircus van de afgelopen 20 jaar ten spijt". Aan het woord is Elisabeth Landis, een inmiddels gepensioneerde, Amerikaanse juriste die verbonden was aan de VN-raad voor Namibia. Vorige week sprak ze op een congres van het Komitee Zuidelijk Afrika ter gelegenheid van het 1 O-ja rig bestaan van resolutie 435. Deze resolutie van de Veilig heidsraad regelt de onafhankelijkheid van Namibia via vrije verkiezingen, onder toezicht van de VN. Maar tien jaar en vele mensenlevens later is Namibia nog altijd een door Zuidafrika bezet land. Het optimisme van Perez de Cuel lar is volgens Elisabeth Landis ner gens op gebaseerd. "Waarom zou Zuidafrika de zwarten in Namibia de echte en vrije verkiezingen gun nen die het haar eigen zwarte be volking onthoudt"? Landis meent dat een onafhankelijk Namibia een ongekende stimulans zou beteke nen voor het zwart nationalisme in Zuidafrika. En de Zuidafrikaanse president Botha zou er slechts zijn politieke concurrenten aan ex treem-rechtse zijde mee in de kaart spelen. door Margreet Vermeulen Het jubileum van resolutie 435, afgelopen donderdag, viel toevalli gerwijs samen met het afbreken van de vredesonderhandelingen over de burgeroorlog in Angola en de daaraan gekoppelde onafhanke lijkheid van Namibia. Het grote struikelblok is een tijdschema voor de terugtrekking van de 60.000 Cu baanse soldaten uit Angola. En pas als het vertrek van de Cubanen is geregeld, komen vrije verkiezin gen in Namibia ter sprake. Elisabeth Landis maakte al drie keer eerder mee dat de onafhanke lijkheid van Namibia zogenaamd dichterbij was dan ooit tevoren. "Elke keer als er in Amerika presi dentsverkiezingen zijn, lijkt de kwestie Namibia bijna opgelost. Kijk maar naar de tijdstippen waarop de euforie over de toe komst van Namibia losbrak: in '76, '80. '84 en nu in '88. Dat kan geen toeval zijn", aldus de 67-jarige ju riste. Ze meent dat ook dit keer de zittende Amerikaanse regering tij dens de Republikeinse verkie zingscampagne goede sier wil ma ken met een mogelijke oplossing van de kwestie-Namibia". In de kwestie-Namibia worden alleen stappen terug, niet vooruit gedaan, vindt Landis. Ze wijst op het jaartal 1981, toen de Ameri kaanse president Reagan een op lossing voor de kwestie-Namibia afhankelijk maakte van de terug trekking van de Cubanen uit Ango la. Juist die terugtrekking is het be langrijkste obstakel in de onder handelingen. Landis: "Dat de door Cuba gesteunde, socialistische re gering van Angola in oorlog is met de door Zuidafrika en de VS ge steunde rebellen van Unita, staat volkomen los van de kwestie-Na mibia. Het zou hetzelfde zijn als Nederland haar verplichtingen ten opzichte van, laten we zeggen, En geland weigert na te komen zolang de taalstrijd in België niet is opge lost. Dat zou toch ook pure waan zin zijn"? Volgens Landis is de Amerikaanse regering geobse deerd door de Cubaanse aanwezig heid. "En daar moet Namibia voor bloeden, zo simpel is dat". "Ondertussen verslechtert de si tuatie in Namibia met het jaar", constateert ze. "We beschikken niet over hard cijfermateriaal, maar de informatie van de kerken is be trouwbaar. Dat is in Namibia de plek waar men zijn beklag doet wanneer dochters worden ver kracht, familieleden verdwijnen, huizen in brand worden gestoken of om melding te maken van marte lingen in de gevangenis. Wat het vaakst voorkomt, is dat Zuidafri- Elisabeth Landis - Perez de Cuellar liegt kaanse militairen met hun tanks dwars door de graanvelden en over de hutten rijden, zonder zich af te vragen of er zich binnen nog men sen bevinden". "Dergelijk wangedrag leidt er slechts toe dat ook steeds meer blanken zich aansluiten bij de Swapo, de Namibische bevrij dingsbeweging", aldus Landis. "Dat de rebellen hun machtsbasis versterken, heeft Zuidafrika dan ook vooral aan zichzelf te wijten". Over het vermeende tische karakter van de Swapo zegt Landis: "Ik zie het meer als een vergaarbak voor alle Namibiërs die tegen de Zuidafrikaanse bezetting zijn. En vergeet niet: zodra de onaf hankelijkheid een feit is, ontneemt de VN de Swapo haar status als enig wettelijk vertegenwoordiger van het Namibische volk. Want dan kan het Namibische volk met behulp van vrije verkiezingen zelf bepalen wie haar wettelijke verte genwoordiger is". De Amerikaanse juriste is fer vent voorstandster van economi sche sancties om Zuidafrika op de knieën te dwingen. "De VS zeggen wel voortdurend dat de Zuidafri kaanse bezetting van Namibia ille gaal is, maar daar trekt Zuidafrika zich blijkbaar niets van aan. En als het ons Amerikanen menens is, weten we in de regel uitstekend hoe we anderen onze wil op moe ten leggen". Het tegen-argument dat economische sancties juist de zwarte Zuidafrikanen schade zal berokkenen, maakt op Landis geen indruk. "De kindersterfte onder zwarte Zuidafrikanen is 20 keer zo hoog als onder blanke Zuidafrika nen. En de automaterisering treft vooral de zwarten. Zij raken hun banen kwijt, niet het hoger ge schoolde blanke personeel. Maar wie in het westen is bezorgd over de schade die de zwarte Zuidafri kanen hierdoor wordt berok kend"? HILVERSUM - Haar naam werd al maanden geleden genoemd als dé kandidaat voor het burge meesterschap van Hilversum, maar voor Jeltje Gesina Kraaije- veld-Wouters was het tot vorige week vrijdag nog onzeker of zij uit de twintig sollicitanten zou worden gekozen. Net als de an dere gegadigden heeft zij de hele sollicitatieprocedure moeten doorlopen. Zij is blij dat de keus uiteindelijk op haar is gevallen. door René Torley Duwel en Bert-Jan Klein Zij heeft vernomen, dat niet ie dereen in Hilversum net zo ver heugd over haar benoeming. De Hilversumse politiek verdenkt de regering ervan haar te 'para chuteren' in het Hilversumse. Even is zij aangeslagen: "De laatste periode in de hele proce dure was een beetje vervelend, doordat er in de pers al namen werden genoemd. Maar ik heb niets te maken met wie er wor den voorgedragen, ik heb alleen maar te maken met dit kabinets besluit". Dat er nu al wordt gesproken over een nieuwe 'Tilburg-affai- re', waarbij de afgetreden Brokx Tilburg cadeau kreeg, noemt zij een scheve vergelijking. "Ik heb een baan als lid van de Tweede Kamer, waar ik echt niet heel erg nodig weg hoefde. Brokx was voor zijn benoeming tot burge meester een ambteloos burger, ik niet. Ik heb zeer veel last van Brokx gehad. En Hilversum dus ook". Waarom dan toch, op een leef tijd van 55 jaar, nog zo'n ingrij pende verandering? "Ik voel me zeer geëngageerd met allerlei maatschappelijke ontwikkelin gen. Op deze leeftijd is het ook een goede zaak nog één keer van baan te veranderen. Ik heb jaar en dag in de Tweede Kamer geze ten. Ik heb gekeken wat je met die ervaring kunt doen en dan is het ambt van burgemeester voor de hand liggend". "Ik interesseer mij juist voor dit ambt, en niet voor een bu reaufunctie bij een of ander ad viesorgaan, omdat ik graag rechtstreeks contact met men sen heb. Ik zie dit als een uitda ging. Ook hoop ik het iets minder druk te krijgen dan in Den Haag". Verwijten dat zij niet over vol doende bestuurlijke ervaring, die andere kandidaten, zoals de gepasseerde burgemeester Hart kamp van Franekeradeel wel hebben, zou beschikken wijst zij van de hand. "Ik respecteer de keuze van de Hilversumse raad. Ik heb als staatssecretaris en voorzitter van de vaste kamer commissie voor sociale zaken zeer politiek gevoelige zaken be handeld. De raad heeft toch ook niet echt om een ervaren burge meester gevraagd". Waarom Hilversum? "In de eerste plaats, omdat déze functie nu beschikbaar was, maar ook omdat ik Hilversum uit mijn jeugd redelijk goed ken. Ik ben namelijk geboren in Soestdijk, waar mijn vader predikant was. Voordat zij 31 jaar geleden in Alkmaar en 19 jaar geleden in Heerhugowaard terecht kwam, woonde zij vanaf haar dertiende jaar in Dordrecht. Sinds zij het Gooi verliet is zij echter nog re gelmatig teruggeweest, de laatste jaren vooral als zij als staatssecretaris of kamerlid op werkbezoek ging. "Voor mij heeft Hilversum een zeer ver trouwde klank. Ik vind het ook een aantrekkelijke plaats qua grootte, bevolkingssamenstel ling en geografische ligging. Er valt hier wat te doen. Grote fi nanciële zorgen, de reorganisatie van het ambtelijk apparaat, pro blemen met de werkgelegen heid, de vergrijzing, de woning nood en de beperkte uitbrei dingsmogelijkheden voor een stad als Hilversum". Als burgemeester zal zij veel meer direct contact met de be volking hebben, zowel over vro lijke als over pijnlijke zaken. Als het aan de nieuwe burgemeester ligt, zal dat contact zo informeel mogelijk zijn. "Je hebt heel veel bureaucratie, maar ik vind dat je direct contact met de burgers moet hebben. Ik ben blij dat de reorganisatie van het ambtelijk apparaat is gericht op recht streeks contact tussen lokale overheid en burgers. In het colle ge van B en W hoop ik een hecht team te kunnen vormen. De er varing leert me dat teamwerk tot de beste resultaten leidt". Hilversum voert regelmatig een harde strijd met de rijksover heid om het hoofd boven water te kunnen houden. Kraaijeveld- Wouters zal nu voor het eerst in haar loopbaan aan de 'andere kant' komen te staan. Daar zal zij direct te maken krijgen met de gevolgen van de bezuinigingen en het decentraliseren van over heidstaken. Kraaijeveld-Wouters. (foto gpd> "Decentralisatie is voor mij geen vreemd begrip. Ik heb in Den Haag al als staatssecretaris het voortouw bij decentralisatie genomen.Ik vind dat lagere overheden veel beter ter plekke kunnen bepalen wat van belang is voor de burger. Het probleem is echter dat toen Den Haag be gon met decentraliseren de be zuinigingen er door heen kwa men. Een deel van de problemen op lokaal niveau, zoals ook in Hilversum, is daardoor verer gerd". "Ik ben echter van mening dat je op geen enkel niveau je verant woordelijkheid voor het uitvoe ren van die bezuinigingen uit de weg mag gaan. Ik weet dat je lo kaal en regionaal met je neus op de werkelijkheid van alledag wordt gedrukt: Ik zal als ex-poli tica uit Den Haag wel iets kriti scher worden bekeken. Vanaf het moment dat ik in Hilversum zit, zit ik er voor Hilversum en niet voor Den Haag. Ook dat vind ik een uitdaging." Zij geeft toe dat het wel even wennen wordt straks te beslissen over kleinere zaken dan door gaans in het parlement. "De on derwerpen zijn wel kleiner maar daarom nog niet minder belang rijk. Voor mensen is het plaatse lijke soms gewichtiger dan al dat gedoe ii/Den Haag". Een pleitbe zorgster voor eindeloze discus sies over onbelangrijke zaken zal zij nooit worden. "Ik ben voor een zakelijke en strakke leiding van de gemeente. Er moet wel voldoende ruimte zijn om ge dachten naar voren te brengen. Iedereen moet echter wel duide lijk weten waar het in zo'n dis cussie over gaat".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 6