'In kwestie-Namibia worden
alleen stappen terug gedaan'
'En dan nu een klein toverdrankje bij je kies'
DE GRENS
Oud-juriste van VN-raad:
Burgemeester
Hilversum wil
strakke leiding
Op tandartsstoel bij stichting BijTeR komt angstige patiënt tot rust
Bang voor de tandarts is in
Rotterdam en omgeving geen
excuus meer voor een slecht
gebit. De Stichting BijTeR
heeft voor bijzonder angstige
patiënten speciale
behandelmethoden
ontwikkeld. Een kijkje in de
behandelkamer.
door
Ellen Scholtens
Iedereen is er klaar voor. Moeder
bevindt zich. samen met zusje Bar
bara. in haar directe nabijheid en
ook haar favoriete achtergrondmu
ziek Herman van Veens 'Anne'
is aangezet. Het wachten is al
leen nog op de heilzame werking
van het lachgas...
"Voor we bij de Stichting BijTeR
terecht kwamen, is Sandra niet één
keer behandeld," zegt haar moe
der. "Het ging gewoonweg niet. Bij
elke controle was het raak:
schreeuwen, brullen, krijsen. En
de tandarts had totaal geen geduld.
Zijn vocabulaire bestond uit 'zit
ten' en 'mond open', daar bleef het
bij. Op haar achtste, nu bijna vier
jaar geleden, had ik schoon genoeg
van zijn autoritaire gedrag".
"We zijn van de hel in de hemel
gekomen", vervolgt ze op fluister
toon, terwijl haar dochtertje lang
zaam in hoger sferen begint te ra
ken. "De eerste keren kwamen we
hier alleen om kennis te maken en
het verschil viel meteen op: Sandra
mocht overal aanzitten".
Alsof het afgesproken werk is,
strijkt Sandra op hetzelfde mo
ment over het haar van tandarts
Elinor Bouvy-Berends: "Ik bedoel
de eigenlijk de instrumenten, maar
ook dit hoort bij die vertrouwens
band. Het was vroeger ondenkbaar
dat ze tijdens de behandeling
praatte. Nu vraagt ze honderduit,
ze wil precies weten wat er gaat ge
beuren".
Toch kan de tandarts dit keer
niet het achterste van haar tong la
ten zien. Het vervangen van een
noodvulling valt mee, maar het
trekken van twee voortanden die
'een dubbele stalling' veroorzaken,
is een minder prettig vooruitzicht.
Om die reden heeft Elinor Bou
vy-Berends een eigen .taaltje ont
wikkeld wanneer zij met jonge pa
tiënten communiceert. Ze zegt niet
'we gaan je kies vullen'. Nee, dat
wordt 'koekjes bakken' genoemd
zoals bij het maken van een vulling
wordt gezegd 'even het cake-blik
eromheen doen.' En 'boren' nog
zo'n vervelend woord - heet in de
praktijk van de Stichting BijTeR
'we gaan even kriebelen'.
Bij Sandra moet de tandarts ech
ter al haar inventiviteit aanwen
den. Eerst moet op een zeer slinkse
wijze een verdovingsspuitje wor
den gegeven („een klein tover
drankje bij je kies"), vervolgens be
gint het echte trekwerk en na wat
onvermijdelijk gekerm is het kar
wei geklaard.
"Viel best mee," zegt Sandra als
ze weer naar huis mag mét 'deken
tje' ofwel gaasje op de zere plek en
met een badge van 'Berend de Bij
ter'. En vervolgens, met wijd open
gesperde mond: "kijk maar..."
"De groep extreem bange men
sen, kinderen én volwassenen, zijn
in onze praktijk eigenlijk een min
derheid," zegt Elinor na de eerste
afspraak die dag. "Je moet ook héél
erg bang zijn, wil je hier terecht
kunnen. Daarvoor hebben we een
screening, een lijst met indringen
de vragen.
Mensen die psychisch voldoen
de veerkracht hebben om een be
handeling aan te kunnen, vallen
buiten de boot. We zijn er uitslui
tend voor patiënten die kokhal
zend van angst in de stoel van de
tandarts zitten of last hebben van
hartkloppingen".
"In eerste instantie is de Stich
ting er echter voor patiënten die
door een lichamelijke, geestelijke,
emotionele oorzaak of een combi
natie daarvan moeilijk te behande
len zijn bij andere tandartsen. Meer
tijd en meer aandacht staan cen
traal bij ons werk, maar ook meer
dan gemiddelde kennis van het
menselijk lichaam".
Hypnose
Dit laatste is volgens de vaste
kracht van BijTeR in totaal heeft
de aan de Ringdijk in Rotterdam
gevestigde Stichting drie tandart
sen in dienst een rechtstreeks
gevolg van het werken met wat
minder gebruikelijke behandelme
thodes. Behalve dat ze lachgas en
narcose gebruikt, neemt Elinor na
melijk regelmatig haar toevlucht
tot hypnose:
"Niet dat ik iemand in trance
breng", zegt ze bij wijze van toe
lichting. "Maar ik gebruik wel en
kele van de technieken om het ge
drag van mensen te beïnvloeden.
Door het focussen, zo van 'kijk
naar mijn ogen' en de wijze van
woordgebruik kun je toch een he
leboel onrust en angst wegnemen.
Nog niet eens zo gek lang geleden
was deze werkwijze ondenkbaar",
geeft ze toe. "Maar ia, de laatste tien
rts Bouvy-Berends:"Door je woordkeus kun je een heleboel onrust en angst wegnemen
jaar is in het tandartswerk sowieso
op allerlei terreinen ontzettend
veel veranderd".
Ongevraagd begint de tandarts
over lachgas, een onschuldige ma
nier om prikkels af te dempen en
blinde paniek uit te bannen. Maar
met het toepassen van de narcose-
techniek is ze een stuk voorzichti
ger: "Wanneer je bij iemand, die
echt panisch is, een acuut tand
heelkundig probleem moet oplos
sen, kun je niet veel anders doen.
Toch is narcose, ook in zo'n geval,
niet zinvol. Het is je kop in het zand
steken, want de angstgevoelens,
die blijven. Het beste is werken aan
gewenning en dat gaat stapje voor
stapje".
Dat de meeste tandartsen hier
geen geduld voor hebben, gaat
Elinor iets te ver. De laatste jaren
wordt tijdens de opleiding veel
meer aandacht besteed aan het her
kennen van buitensporig angstige
patiënten, constateert ze. Wel geeft
ze toe dat het nog maar de vraag is
in hoeverre één en ander wordt toe
gepast in de eigen praktijk en ver
der wijst ze erop dat "de een nou
eenmaal wat gemakkelijker in de
omgang is dan de ander".
Gevolgen
De gevolgen laten zich gemakke
lijk raden. Wie, zoals één van de be
zoekende moeders zegt, jarenlang
behandeld is door een 'slager',
loopt niet meer zo hard wanneer hij
of zij een gaatje heeft. "Inderdaad
zijn we behoorlijk vaak de pineut",
zegt Elinore. "Omdat we de enige
voorziening in Rijnmond zijn. ko
men angstige kinderen met acute
pijnklachten in melkgebitjes bij
ons terecht, maar ook gehandicap
ten met een mondhygiëne die er
barmelijk slecht is".
"Met Vincent gaat het de laatste
tijd erg goed", zegt ze over haar
BINNENLAND BUITENLAND
tweede patiënt, een geestelijk ge
handicapte jongen die maar moei
lijk kan wennen aan de nieuwe be
handelkamer. Slechts één gedach
te houdt hem bezig terwijl de tand
arts hem „aan de bloemetjes laat
ruiken".
"De poezen, waar zijn de poe
zen?" vraagt hij zich af en de assis
tente legt uit dat die poster verdwe
nen is, maar dat de Maanmannetjes
en Winnie de Poe nog wel aan de
muur hangen. Daarna wordt de
cassette-recorder uitgezet, "dat
leidt hem teveel af', en is het stil.
Heel even maar.
"Het valt nu nog mee, gewoon
lijk is hij net een vlo", zegt de moe
der van Vincent, onderbroken door
de vaktermen van tandarts Bou-
vry-Berends ("even je slaapkamer
tje schoonmaken").
En Vincent, weliswaar een beetje
van de wereld, maar zich toch nog
realiserend dat er flink aan hem
wordt gesleuteld: „Ben ik klaar?
Klaar...? Kla...".
In het dorp moet iemand worden begraven, iemand 'van buiten', zoals
ze dat hier achter de gordijnen fluisteren. Er is veel belangstelling. Het
enige restaurant dat het dorp rijk is, zit tjokvol met mensen die eerst
een kop koffie willen drinken voor ze de dode naar het kerkhof
begeleiden. Die koffie smaakt nu extra goed, ook al komt hij uit een
apparaat dat zijn beste tijd gehad heeft. De mensen denken aan het
drabbige regenwater dat straks in de mond van de gestorvene zal
lopen. Sommigen bestellen zwarte koffie. Om nog wakkerder te
worden dan ze al zijn?
Bij het hek van het kerkhof staat een vrouw. Ze wordt door niemand
van de rouwenden herkend. Dat klopt. Ze kent de overledene niet. Ze
is alleen nieuwsgierig naar wie er naast haar man komt te liggen. Aan
de vrouwen, die een voile over hun hoed dragen, een kledingstuk dat
hun gezicht iets tragisch geeft en bovendien de kerkhofvliegen van
hun gezicht weg houdt, aan die vrouwen durft zij niets te vragen. En
de heren in zwarte jassen kijken haar te nors.
De vrouw kan haar man maar niet vergeten. Elke dag gaat ze naar zijn
graf. Dan sopt ze zijn steen af en zet ze verse bloemen bij hem neer. En
bij het afscheid nemen kijkt ze naar de bomen en zegt ze: geef hem
schaduw, bescherm hem tegen de regen, maar wurg hem niet met
jullie wortels. Voor de vrouw leeft haar man onder de grond gewoon
door. Als in een soort schuilkelder. Of een metrostation.
Ze kan de dag niet afwachten dat ze naast hem zal komen te liggen. Of
'naast hem' - dat is nou net het probleem. Ze zou op haar zij naast haar
man begraven willen worden, maar daar komt dus nu die nieuwe dode
te liggen.
het dorp verklaren de vrouw voor gek. Ze praat nog
altijd tegen haar man, ook al is hij niet meer in huis. En bij de slager
bestelt ze nog altijd voor twee personen. Dan zegt ze: 'Geef maar een
biefstukje van een ons. Dat is goed voor zijn bloed'. En de slager - die
weegt wel af, die snijdt wel met zijn scherpe mes.
Als je de vrouw door het dorp ziet lopen, dan is het net alsof haar
rechterarm zich in een onzichtbare mitella bevindt. Dat komt omdat
zij in gedachten nog steeds arm in arm loopt met haar echtgenoot. En
onder het lopen door maakt zij af en toe een huppelpasje, zoals
echtgenoten wel doen die met elkaar gelijk op willen blijven lopen.
Dat daar iemand onder de grond ligt die nooit meer tegen haar zal
spreken, wil de vrouw niet geloven. Ze heeft zich ingeprent dat haar
man maar tijdelijk onbereikbaar is, zoals hij dat zo vaak was als ze
hem 's avonds op het werk wilde bellen. Maar soms, als ze de vette
kraaien op het kerkhof ziet, slaat haar de angst om het hart. Dan zegt
ze bij zichzelf: 'Toe maar, vogeltjes, doe je best maar, haal die wormen
maar uit de grond. Elke worm is er eentje minder. Je weet maar nooit'.
's Avonds, voor zij naar bed gaat, inspecteert ze altijd even de
kostuums van haar man. Ze mist hem erin. Zijn hoofd, zijn ogen, net
zo raadselachtig als het ijzeren vraagteken nu. En dan troost ze zich
met de gedachte dat hij zijn ouwe goed aan heeft onder de grond. Want
de tijden zijn duur en wie weet hoeveel een nieuw pak over de grens
kost.
In de hemel gelooft zij niet. In de hemel wonen regen, hagel en
sneeuw. En waarom komen die naar de aarde, toch niet omdat het
daarboven zo goed is. Nee, zij zal straks bij haar man zijn en na een
lange slaap weer samen met hem op aarde ontwaken. Als hij zich in de
tussentijd nu maar een beetje amuseert.
Ze raapt al haar moed bijeen en spreekt een van de norse heren aan. Ze
vraagt: 'Die meneer, die nu wordt begraven, hield die van
voetballen"? Vanonder zijn hoge hoed kijkt de man haar verwonderd
aan. 'Ik denk dat u aan het verkeerde adres bent', zegt hij, 'ik kom hier
voor Letty'. Het gezicht van de vrouw verstart. 'O God nee'!, denkt ze,
'niet wéér een vrouw'!
ANGELA PINNEBERG.
"De secretaris-generaal van de VN, Perez de Cuellar, liegt
als hij zegt dat de onafhankelijkheid van Namibia dichter
bij is dan ooit. Namibia is weer terug bij af. Het hele diplo-
matencircus van de afgelopen 20 jaar ten spijt". Aan het
woord is Elisabeth Landis, een inmiddels gepensioneerde,
Amerikaanse juriste die verbonden was aan de VN-raad
voor Namibia. Vorige week sprak ze op een congres van
het Komitee Zuidelijk Afrika ter gelegenheid van het 1 O-ja
rig bestaan van resolutie 435. Deze resolutie van de Veilig
heidsraad regelt de onafhankelijkheid van Namibia via
vrije verkiezingen, onder toezicht van de VN. Maar tien
jaar en vele mensenlevens later is Namibia nog altijd een
door Zuidafrika bezet land.
Het optimisme van Perez de Cuel
lar is volgens Elisabeth Landis ner
gens op gebaseerd. "Waarom zou
Zuidafrika de zwarten in Namibia
de echte en vrije verkiezingen gun
nen die het haar eigen zwarte be
volking onthoudt"? Landis meent
dat een onafhankelijk Namibia een
ongekende stimulans zou beteke
nen voor het zwart nationalisme in
Zuidafrika. En de Zuidafrikaanse
president Botha zou er slechts zijn
politieke concurrenten aan ex
treem-rechtse zijde mee in de kaart
spelen.
door
Margreet Vermeulen
Het jubileum van resolutie 435,
afgelopen donderdag, viel toevalli
gerwijs samen met het afbreken
van de vredesonderhandelingen
over de burgeroorlog in Angola en
de daaraan gekoppelde onafhanke
lijkheid van Namibia. Het grote
struikelblok is een tijdschema voor
de terugtrekking van de 60.000 Cu
baanse soldaten uit Angola. En pas
als het vertrek van de Cubanen is
geregeld, komen vrije verkiezin
gen in Namibia ter sprake.
Elisabeth Landis maakte al drie
keer eerder mee dat de onafhanke
lijkheid van Namibia zogenaamd
dichterbij was dan ooit tevoren.
"Elke keer als er in Amerika presi
dentsverkiezingen zijn, lijkt de
kwestie Namibia bijna opgelost.
Kijk maar naar de tijdstippen
waarop de euforie over de toe
komst van Namibia losbrak: in '76,
'80. '84 en nu in '88. Dat kan geen
toeval zijn", aldus de 67-jarige ju
riste. Ze meent dat ook dit keer de
zittende Amerikaanse regering tij
dens de Republikeinse verkie
zingscampagne goede sier wil ma
ken met een mogelijke oplossing
van de kwestie-Namibia".
In de kwestie-Namibia worden
alleen stappen terug, niet vooruit
gedaan, vindt Landis. Ze wijst op
het jaartal 1981, toen de Ameri
kaanse president Reagan een op
lossing voor de kwestie-Namibia
afhankelijk maakte van de terug
trekking van de Cubanen uit Ango
la. Juist die terugtrekking is het be
langrijkste obstakel in de onder
handelingen. Landis: "Dat de door
Cuba gesteunde, socialistische re
gering van Angola in oorlog is met
de door Zuidafrika en de VS ge
steunde rebellen van Unita, staat
volkomen los van de kwestie-Na
mibia. Het zou hetzelfde zijn als
Nederland haar verplichtingen ten
opzichte van, laten we zeggen, En
geland weigert na te komen zolang
de taalstrijd in België niet is opge
lost. Dat zou toch ook pure waan
zin zijn"? Volgens Landis is de
Amerikaanse regering geobse
deerd door de Cubaanse aanwezig
heid. "En daar moet Namibia voor
bloeden, zo simpel is dat".
"Ondertussen verslechtert de si
tuatie in Namibia met het jaar",
constateert ze. "We beschikken
niet over hard cijfermateriaal, maar
de informatie van de kerken is be
trouwbaar. Dat is in Namibia de
plek waar men zijn beklag doet
wanneer dochters worden ver
kracht, familieleden verdwijnen,
huizen in brand worden gestoken
of om melding te maken van marte
lingen in de gevangenis. Wat het
vaakst voorkomt, is dat Zuidafri-
Elisabeth Landis - Perez de Cuellar liegt
kaanse militairen met hun tanks
dwars door de graanvelden en over
de hutten rijden, zonder zich af te
vragen of er zich binnen nog men
sen bevinden".
"Dergelijk wangedrag leidt er
slechts toe dat ook steeds meer
blanken zich aansluiten bij de
Swapo, de Namibische bevrij
dingsbeweging", aldus Landis.
"Dat de rebellen hun machtsbasis
versterken, heeft Zuidafrika dan
ook vooral aan zichzelf te wijten".
Over het vermeende
tische karakter van de Swapo zegt
Landis: "Ik zie het meer als een
vergaarbak voor alle Namibiërs die
tegen de Zuidafrikaanse bezetting
zijn. En vergeet niet: zodra de onaf
hankelijkheid een feit is, ontneemt
de VN de Swapo haar status als
enig wettelijk vertegenwoordiger
van het Namibische volk. Want
dan kan het Namibische volk met
behulp van vrije verkiezingen zelf
bepalen wie haar wettelijke verte
genwoordiger is".
De Amerikaanse juriste is fer
vent voorstandster van economi
sche sancties om Zuidafrika op de
knieën te dwingen. "De VS zeggen
wel voortdurend dat de Zuidafri
kaanse bezetting van Namibia ille
gaal is, maar daar trekt Zuidafrika
zich blijkbaar niets van aan. En als
het ons Amerikanen menens is,
weten we in de regel uitstekend
hoe we anderen onze wil op moe
ten leggen". Het tegen-argument
dat economische sancties juist de
zwarte Zuidafrikanen schade zal
berokkenen, maakt op Landis geen
indruk. "De kindersterfte onder
zwarte Zuidafrikanen is 20 keer zo
hoog als onder blanke Zuidafrika
nen. En de automaterisering treft
vooral de zwarten. Zij raken hun
banen kwijt, niet het hoger ge
schoolde blanke personeel. Maar
wie in het westen is bezorgd over
de schade die de zwarte Zuidafri
kanen hierdoor wordt berok
kend"?
HILVERSUM - Haar naam werd
al maanden geleden genoemd als
dé kandidaat voor het burge
meesterschap van Hilversum,
maar voor Jeltje Gesina Kraaije-
veld-Wouters was het tot vorige
week vrijdag nog onzeker of zij
uit de twintig sollicitanten zou
worden gekozen. Net als de an
dere gegadigden heeft zij de hele
sollicitatieprocedure moeten
doorlopen. Zij is blij dat de keus
uiteindelijk op haar is gevallen.
door
René Torley Duwel
en Bert-Jan Klein
Zij heeft vernomen, dat niet ie
dereen in Hilversum net zo ver
heugd over haar benoeming. De
Hilversumse politiek verdenkt
de regering ervan haar te 'para
chuteren' in het Hilversumse.
Even is zij aangeslagen: "De
laatste periode in de hele proce
dure was een beetje vervelend,
doordat er in de pers al namen
werden genoemd. Maar ik heb
niets te maken met wie er wor
den voorgedragen, ik heb alleen
maar te maken met dit kabinets
besluit".
Dat er nu al wordt gesproken
over een nieuwe 'Tilburg-affai-
re', waarbij de afgetreden Brokx
Tilburg cadeau kreeg, noemt zij
een scheve vergelijking. "Ik heb
een baan als lid van de Tweede
Kamer, waar ik echt niet heel erg
nodig weg hoefde. Brokx was
voor zijn benoeming tot burge
meester een ambteloos burger,
ik niet. Ik heb zeer veel last van
Brokx gehad. En Hilversum dus
ook".
Waarom dan toch, op een leef
tijd van 55 jaar, nog zo'n ingrij
pende verandering? "Ik voel me
zeer geëngageerd met allerlei
maatschappelijke ontwikkelin
gen. Op deze leeftijd is het ook
een goede zaak nog één keer van
baan te veranderen. Ik heb jaar
en dag in de Tweede Kamer geze
ten. Ik heb gekeken wat je met
die ervaring kunt doen en dan is
het ambt van burgemeester voor
de hand liggend".
"Ik interesseer mij juist voor
dit ambt, en niet voor een bu
reaufunctie bij een of ander ad
viesorgaan, omdat ik graag
rechtstreeks contact met men
sen heb. Ik zie dit als een uitda
ging. Ook hoop ik het iets minder
druk te krijgen dan in Den
Haag".
Verwijten dat zij niet over vol
doende bestuurlijke ervaring,
die andere kandidaten, zoals de
gepasseerde burgemeester Hart
kamp van Franekeradeel wel
hebben, zou beschikken wijst zij
van de hand. "Ik respecteer de
keuze van de Hilversumse raad.
Ik heb als staatssecretaris en
voorzitter van de vaste kamer
commissie voor sociale zaken
zeer politiek gevoelige zaken be
handeld. De raad heeft toch ook
niet echt om een ervaren burge
meester gevraagd".
Waarom Hilversum? "In de
eerste plaats, omdat déze functie
nu beschikbaar was, maar ook
omdat ik Hilversum uit mijn
jeugd redelijk goed ken. Ik ben
namelijk geboren in Soestdijk,
waar mijn vader predikant was.
Voordat zij 31 jaar geleden in
Alkmaar en 19 jaar geleden in
Heerhugowaard terecht kwam,
woonde zij vanaf haar dertiende
jaar in Dordrecht. Sinds zij het
Gooi verliet is zij echter nog re
gelmatig teruggeweest, de
laatste jaren vooral als zij als
staatssecretaris of kamerlid op
werkbezoek ging. "Voor mij
heeft Hilversum een zeer ver
trouwde klank. Ik vind het ook
een aantrekkelijke plaats qua
grootte, bevolkingssamenstel
ling en geografische ligging. Er
valt hier wat te doen. Grote fi
nanciële zorgen, de reorganisatie
van het ambtelijk apparaat, pro
blemen met de werkgelegen
heid, de vergrijzing, de woning
nood en de beperkte uitbrei
dingsmogelijkheden voor een
stad als Hilversum".
Als burgemeester zal zij veel
meer direct contact met de be
volking hebben, zowel over vro
lijke als over pijnlijke zaken. Als
het aan de nieuwe burgemeester
ligt, zal dat contact zo informeel
mogelijk zijn. "Je hebt heel veel
bureaucratie, maar ik vind dat je
direct contact met de burgers
moet hebben. Ik ben blij dat de
reorganisatie van het ambtelijk
apparaat is gericht op recht
streeks contact tussen lokale
overheid en burgers. In het colle
ge van B en W hoop ik een hecht
team te kunnen vormen. De er
varing leert me dat teamwerk tot
de beste resultaten leidt".
Hilversum voert regelmatig
een harde strijd met de rijksover
heid om het hoofd boven water
te kunnen houden. Kraaijeveld-
Wouters zal nu voor het eerst in
haar loopbaan aan de 'andere
kant' komen te staan. Daar zal zij
direct te maken krijgen met de
gevolgen van de bezuinigingen
en het decentraliseren van over
heidstaken.
Kraaijeveld-Wouters. (foto gpd>
"Decentralisatie is voor mij
geen vreemd begrip. Ik heb in
Den Haag al als staatssecretaris
het voortouw bij decentralisatie
genomen.Ik vind dat lagere
overheden veel beter ter plekke
kunnen bepalen wat van belang
is voor de burger. Het probleem
is echter dat toen Den Haag be
gon met decentraliseren de be
zuinigingen er door heen kwa
men. Een deel van de problemen
op lokaal niveau, zoals ook in
Hilversum, is daardoor verer
gerd".
"Ik ben echter van mening dat
je op geen enkel niveau je verant
woordelijkheid voor het uitvoe
ren van die bezuinigingen uit de
weg mag gaan. Ik weet dat je lo
kaal en regionaal met je neus op
de werkelijkheid van alledag
wordt gedrukt: Ik zal als ex-poli
tica uit Den Haag wel iets kriti
scher worden bekeken. Vanaf
het moment dat ik in Hilversum
zit, zit ik er voor Hilversum en
niet voor Den Haag. Ook dat vind
ik een uitdaging."
Zij geeft toe dat het wel even
wennen wordt straks te beslissen
over kleinere zaken dan door
gaans in het parlement. "De on
derwerpen zijn wel kleiner maar
daarom nog niet minder belang
rijk. Voor mensen is het plaatse
lijke soms gewichtiger dan al dat
gedoe ii/Den Haag". Een pleitbe
zorgster voor eindeloze discus
sies over onbelangrijke zaken zal
zij nooit worden. "Ik ben voor
een zakelijke en strakke leiding
van de gemeente. Er moet wel
voldoende ruimte zijn om ge
dachten naar voren te brengen.
Iedereen moet echter wel duide
lijk weten waar het in zo'n dis
cussie over gaat".