Een leven lang schrijven voor De Slegte
PODIÜMBLIK
Expositie over Ab Visser in Letterkundig Museum
Purper geen Purper meer
Van Dalsumpiijs voor Gerardjan Rijnders
Dansproject
voor
Zuid-Holland
DINSDAG 27 SEPTEMBER 1988
KUNST
PAGINA 25
Schouwburg
Een rustige theaterweek deze
keer in de schouwburg. De stilte
voor 3 oktober misschien. Van
avond het Folkloristisch Dans
theater met het programma
'Van Zwarte Woud tot Zwarte
Zee'. In de landelijke pers kreeg
dit ensemble goede kritieken.
Op het programma staan
folkloristische dansen uit de Do-
naulanden.
Woensdagavond is het Raam-
teater Antwerpen te gast in de
schouwburg met Molières stuk
'De schelmenstreken van Sca-
pin'. Regisseur Frank Dunlop
maakte er een zeer eigentijdse
bewerking van.
Op donderdag-, vrijdag- en
zaterdagavond is het podium
in de schouwburg voor Martine
Bijl. Ze komt met een reprise
van haar soloprogramma Mar
tine Bijl, een programma vol
liedjes over de relatie tussen
mannen en vrouwen, cynishe
liedjes, maar ook ontroerende
en humoristische.
LAK-theater
Woensdag-, donderdag-, vrij
dag- en zaterdagavond wordt
in het LAK-theater het stuk
'Loot' gespeeld van de toneel
schrijver Joe Orton. In de tijd
dat Orton 'Loot' schreef was het
stuk, waarin kerk, staat en sa
menleving onderuit worden ge
haald, geruchtmakend en ta
boedoorbrekend. De waarden
zijn inmiddels wat verschoven.
Dat gegeven verwerkte de Leid-
se regisseur Peter Eversteyn in
zijn versie van dit stuk van
Orton. Morgen in deze krant een
kort interview met de theater
maker.
AMSTERDAM - De in Groningen geboren schrijver Ab
Visser (1913-1982) was een literaire duizendpoot van de
eerste orde. Hij schreef romans, verhalen, gedichten, es
says, jeugdboeken, thrillers en detectives en was daarnaast
ook nog eens actief als vertaler en literair recensent voor
onder meer het Nieuwsblad van het Noorden.
Ondanks deze enorme productie
en zijn sleutelrol in de 'Groninger
school' van de jaren dertig, dreigde
Visser al snel in het moeras der ver
getelheid weg te zakken. De laatste
tijd is er echter sprake van een wa
re opleving rond zijn persoon. Af
gelopen vrijdag werd in het Letter
kundig Museum in Den Haag een
expositie geopend over leven en
werk van Ab Visser. En op zater
dag 15 oktober wordt - eveneens in
Den Haag - de Ab Visser Sociëteit
opgericht. Herdrukken van zijn
werk, een standbeeld en een Ab
Visser-museum in zijn geboorte
plaats Groningen, een biografie en
een dubbelexpositie in 1990 in Gro
ningen en Den Haag moeten Ab
Visser weer tot leven wekken.
Maar wie was Ab Visser? Portret
van een rasverteller die sneller
schreef dan zijn schaduw.
Misleid door de wat gebogen
houding en in die tijd nog weelderi
ge haardos van de schrijver, hield
een Amsterdamse tramconducteur
Ab Visser de kaartjestrommel eens
voor met de woorden: "En u, juf
frouw?" "Een overstapje graag",
antwoordde Visser onmiddellijk.
"Maar u mag gerust mevrouw te
gen me zeggen, want ik ben ge
trouwd". Over Ab Visser bestaan
tientallen smakelijke anecdotes.
Een groot aantal daarvan heeft te
maken met zijn gebrekkige ge
zondheid. Sinds zijn jongensjaren
leed Visser aan de Ziekte van
Bechterev, een zeldzame aandoe
ning die het kraakbeen tussen de
ruggewervels doet verstijven zodat
de patiënt gaandeweg verandert in
door
Gerlof Leistra
Programma vaag en langdradig
'Dit Verhaal', zesde programma van de
groep Purper. Met: Erik Breij, Frans Mulder
en Ina van Faassen. Regie: Johan Ooms.
Gezien op 26 september (premièrevoor
stelling) in de Leidse schouwburg.
LEIDEN Purper is geen Pur
per meer. Op zich zegt dat nog
niets. Het kan zelfs een compli
ment zijn er wordt kennelijk
niet op oude succesformules
voortgeborduurd. Het nieuwe
programma heet 'associatief-
emotioneel' te zijn. Purper blijkt
inderdaad een nieuwe Weg inge
slagen. Of men daarmee een juis
te richting heeft gekozen, valt na
de presentatie van 'Dit Verhaal'
nog te bezien. Vooralsnog ging er
van dit programma erg weinig
sfeer uit, het miste vaart en pit,
alle associatieve en emotionele
pogingen ten spijt. De spreek
woordelijke vonk sloeg niet echt
overtuigend over. Zo bleek
gisteren tijdens de officiële pre
mièrevoorstelling de zaal wel
lacherig, maar lange tijd bleven
de reacties vrij mat.
Dit zesde programma wordt
gespeeld door Ina van Faassen,
Frans Mulder en Erik Breij. Al
leen de laatstgenoemde maakt
sinds Purper-1 deel uit van dé
groep, die sinds haar oprichting
in 1980 de nodige veranderingen
in de samenstelling heeft meege
maakt. Spraakmakende leden
als Haye van der Heyden, Adel-
heid Roosen en Karin Bloemen
zijn inmiddels vertrokken. Ina
van Faassen is de nieuwkomer in
het gezelschap. Haar come-back
als cabaretière (in 1969 mocht zij
naast Wim Sonneveld furore ma
ken) valt niet tegen. Haar spreek
toon heeft nog steeds een heer
lijk ironische ondertoon, wat
voor cabaret goed bruikbaar is.
Toch krijgt de samenstelling van
de groep door al die veranderin
gen, al dan niet als gevolg van
een bewust beleid of interne me
ningsverschillen, iets willekeu
rigs. Dat wreekt zich hier: een
weinig samenhang vertonende
voorstelling door een niet hecht
gelegenheids ensemble.
Natuurlijk heeft elk lid recht
op tenminste tweemaal een solo
en natuurlijk zijn er de verplich
te ensemblenummers. Zo'n
vorm ligt nu eenmaal bijna als
wetmatigheid vast. Inhoudelijk
is het niet erg geestig of vinding
rijk. Te vaak brengt men materi
aal dat zacht gezegd nog onaf
lijkt. Een veelbelovende aanzet
verzandt dan in een niet na te
vertellen vaagheid. Dat is trou
wens toch een probleem bij dit
programma. De betekenis van
een onderwerp komt regelmatig
niet goed uit de verf. Aan de an
dere kant liggen de morbide
grappen rond het thema 'de
Dood' (de hoofdmoot van na de
pauze) weer erg voor de hand.
Bovendien maakt men her
haaldelijk de beruchte (en voor
zulke professionals onbegrijpe
lijke) fout dat een nummer te
lang duurt. Frans Mulder over
zijn dikke lippen, Erik Breij als
pianist voor feesten en partijen,
een grap over het verwisselen
van de zendmicrofoons: min
stens de helft zou geschrapt kun
nen worden. Zaten er nu maar
een paar flinke kwalitatieve uit-,
schieters in het programma dan
nam je de wat mindere nummers
op de koop toe. Maar helaas is dit
soort compensatie nauwelijks
voorhanden. De groep eindigt
met een (geplande) toegift, waar
in ons aller feilbaarheid wordt
bezongen. Het leek als meezin
ger bedoeld, waarvoor veelzeg
gend genoeg geen animo be
stond. Purper is geen Purper
meer het is al met al een droe
vige constatering.
WIJNAND ZEILSTRA
V.l.n.r. Frans Mulder, Erik Breij en Ina van Faassen in een scène uit
'Dit Verhaal'. Voor meezingen was geen animo bij het publiek.
(foto Jan Swinkels)
een strompelende bultenaar. Vol
gens Visser zelf was zijn kromme
rug het gevolg van een verwaar
loosde syfilis in zijn familie. "Mijn
grootvader voer als binnenschip
per van Groningen op Leeuwar
den, zijn pleziertjes bij de Oldenho-
ve moet ik nu betalen", maakte hij
zijn vrienden wijs.
Ab Visser hield ervan de draak te
steken met alles en iedereen. Vol
gens de schrijver-journalist Hans
van Straten, die jarenlang met Vis
ser bevriend is geweest en zijn her
inneringen publiceerde in 'De
laatste Casanova', had Visser er
vooral een handje van om in gezel
schap de meest verschrikkelijke
dingen te zeggen. "Dan fluisterde
hij, maar zijn gefluister klonk zo
scherp en doordringend dat hij het
net zo goed door een toeter had
kunnen omroepen. Toen een van
de vrienden zich op een avond
bleek te hebben voorzien van een
nieuwe vriendin, ontging het hem
niet dat het meisje licht trok met
een van haar benen. Vanachter zijn
hand knauwde hij die vriend toe:
'Ze is mank, hè?'
En toen de romancière Aya Zik-
ken een avond in de kring door
bracht, fluisterde hij haar, op mij
wijzend, quasi vertrouwelijk toe:
'Dat is Hans van Straten. Die be
taalt honderd gulden als hij met
een schrijfster naar bed mag'.
Nooit vergeet ik de ijzige blik die
toen mijn kant uit kwam. Maar ook
zichzelf spaarde hij niet. Met een
trots gezicht riep hij altijd in een
onvervalst Gronings accent: 'Ik
ben de grootste aspirinevreter ter
wereld!' Terwijl hij eigenlijk ver
ging van de pijn'".
Rasverteller
Ab Visser werd op 14 februari
1913 geboren in Groningen. Zijn le
ven lang is hij Stad-Gronings blij
ven praten. "Ik zal het Groningse
accent altijd als een moedervlek
met mij meedragen", zei hij in 1958
toen hij de Hendrik de Vriesprijs
van de gemeente Groningen ont
ving. Zijn vader was stroschipper
maar werd later brugwachter van
de Museumbrug. Over zijn jeugd
schreef Visser de prachtige Jo Rut-
gers-cyclus. Vooral in de kroniek
'De buurt' (1953) roept hij in beel
dende bewoordingen de sfeer op
van het Groningen in de jaren twin
tig.
W.F. Hermans.
Hermans en Reve op
'zwarte' lijst Anti-
Apartheids Centrum
NEW YORK (ANP) - Twee Neder-
landse auteurs, W.F. Hermans en
Gerard Reve, staan op de lijst van
artiesten die volgens het VN-Cen-
trum voor Bestrijding van de
Apartheid zijn opgetreden in Zuid-
afrika, respectievelijk in maart
1983 en in juni 1984.
De lijst met honderden namen
van kunstenaars, voornamelijk uit
de Verenigde Staten en het Vere
nigd Koninkrijk, is bijgewerkt tot
augustus 1988. Onder Nederland
worden, behalve de schrijver Reve
en de niet nader aangeduide Her
mans, genoemd de zanger Heintje
(Hein Simons), voor optreden in fe
bruari 1983, en een 'folkloristische'
dansgroep, die in oktober 1981 zou
zijn opgetreden. Op de lijst van
kunstenaars, die sinds de publika-
tie van de vorige lijst, in april 1987,
te kennen hebben gegeven dat zij
niet meer in Zuidafrika zullen op
treden, komen geen Nederlanders
voor.
AMSTERDAM (ANP) - Gerardjan Rijnders, artistiek
leider van de Toneelgroep Amsterdam, is onderschei
den met de Albert van Dalsumprijs van het Amster
dams Fonds voor de Kunst. Hij krijgt de prijs (10.000
gulden) voor zijn aandeel in het tot standkomen van
drie nieuwe Nederlandse stukken bij gemoende to
neelgroep: Bakeliet naar 'Savage Grace' van Nathalie
Robins en Steven Aronson, 'De Caracal' van Judith
Herzberg en 'De Hoeksteen', dat Rijnders zelf schreef.
Hij was niet alleen initiatiefnemer van de stukken
maar trad ook op als regisseur van de drie produkties,
bij De Hoeksteen samen met Sam Bogaerts. Van Bake
liet was hij mede-samensteller. De prijs zal samen met
een reeks andere kunstprijzen op 11 november in Para-
diso in Amsterdam officieel worden uitgereikt.
Schrijver Ab
Visser: "Je moet
me zien als een
half mens, maar
aangezien ik de
energie heb van
twee, red ik het".
(foto GPD)
rol. Zo publiceerde hij in 1945 de
historische roman 'Rudolf de Mep-
se. Het monsterproces van Faan',
over het proces tegen 22 mannen
die in 1731 onder de rook van Gro
ningen op beschuldiging van sodo
mie terecht werden gesteld. En zijn
Groningse herinneringen zette hij
op papier in 't Peerd van Ome
Loeks' (1970). In zijn boeken toon
de Visser zich een rasverteller, die
ogenschijnlijk met het grootste ge
mak de meest uiteenlopende ver
halen uit zijn mouw schudde.
Toch heeft het even geduurd
voor duidelijk werd dat hij voor li
teratuur in de wieg was gelegd. Als
jongen leerde hij voor meubelma
ker aan de plaatselijke ambachts
school. In een interview met Eelke
de Jong zei hij over die tijd: "Daar
ben ik vier jaar geweest, tot mijn
grote verdriet, want ik vond het er
vreselijk. Toen ik van school ging,
schertste de directeur: 'Nu gaat de
vlag halfstok om dit smartelijk ver
lies'. Vandaar mijn roman 'De vlag
halfstok'". Hij kreeg een baantje bij
een kistenfabriek, maar als hij wat
af moest leveren bleef hij veel te
lang weg omdat hij liever achter de
draaiorgels aanliep.
Vervolgens bezocht Visser de
kweekschool, maar hij zakte twee
keer voor zijn examen. Via de zwa
gervan zijn broer had hij inmiddels
kennis gemaakt met het kunste
naarsleven in Groningen. Dat was
in die tijd opvallend levendig met
de schilders van De Ploeg en
schrijvers als Hendrik de Vries, A.
Marja, Koos Schuur, Max Dender-
monde en Ferdinand Langen. Ont
moetingsplaats van de artiest'n
was de toenmalige Bodega Dik aan
de Guldenstraat (Chez Dicque aan
de Rue d'Or). Achter in dat café be
vond zich een zogenaamde genie-
ëntafel waar de elite van de Gronin
ger cultuur aanzat en het elke
avond feest was. "Het had de on
vervangbare sfeer van fin-de-siè-
cle, met zijn dwaze, met verschoten
pluche beklede banken en men zou
zich er in Parijs, Wenen of Rome
hebben kunnen wanen", schreef
Ab Visser. Ook - het inmiddels
eveneens verdwenen - Hotel Indië
in de Herestraat werd druk be
zocht: voor tien cent kreeg je er een
kop koffie met 's morgens voor
twaalf uur gratis een gebakje erbij.
De schrijvers kwamen daarnaast
regelmatig samen in de literaire sa
lon in de Herestraat van de 'Mi
chelangelo in zakformaat' Dirk
Verel.
Hoeren
In 1936 debuteerde Ab Visser als
dichter in 'De Vrije Bladen' van
Hendrik de Vries en al snel ontpop
te hij zich tot de spil van de 'Gro
ninger school'. Zo was hij een van
de drijvende krachten achter de
kunstenaarsvereniging 'Het Drie
luik', een naam die stond voor de
drie kunsten: literatuur, schilder
kunst en muziek. De vereniging
was gevestigd in een oud pakhuis
in de rosse buurt. Het pand was in
gericht met afgedankte meubels,
waaronder een soort buffet dat aan
de achterkant schuifdeurtjes be
vatte. In de 'buik' van het meubel
stuk kon zich gemakkelijk een lig
gende man verbergen en dat kwam
goed van pas: als de huurbaas
langskwam verdween de penning
meester snel in het buffet. In het
pakhuis werden regelmatig lezin
gen en feesten georganiseerd. De
hoeren in de buurt beleefden gou
den tijden. Wanneer er voor de
schilders naaktmodellen poseer
den, puilde het gebouw uit: ook
muzikanten en schrijvers waren
dan druk in de weer met geleende
kwasten. 'Het Drieluik' werd door
ruzie en geldgebrek nog voor het
uitbreken van de oorlog opgehe
ven. Ook de Groninger school viel
uiteen. De meeste 'leden' - onder
wie Ab Visser - verhuisden naar het
westen.
Tijdens de spertijden in de bezet
tingsjaren ontdekte Visser de char
me van detectiveromans. Hij zou
zich later ontwikkelen tot de meest
vooraanstaande criticus in Neder
land op het gebied van de misdaad
literatuur, wat resulteerde in twee
studies over dit onderwerp: 'Kain
sloeg Abel' en 'Onder de gordel.'
Ook zou hij detective-omnibussen
en jaarboeken redigeren en werd
hij redacteur van 'Pulp', zijn eigen
periodiek voor 'Misdaad en myste
rie, spionage, science fiction, hor
ror, zwarte humor, grand guignol,
magie, cartoons en beeldverhalen',
uitgegeven door Bruna. Daarnaast
publiceerde hij zelf thrillers en de
tectives.
Winkeldochters
Ab Visser had al snel na zijn de
buut de literaire smaak voor goed
te pakken. Tot zijn dood zou hij aan
de lopende band boeken blijven
schrijven, tweeënzeventig in to
taal. Hoewel hij aardige kritieken
kreeg, kostte het hem steeds weer
de grootste moeite zijn boeken uit
gegeven te krijgen. Hij versleet
tientallen uitgevers en moest met
het manuscript van 'De buurt'
langs niet minder dan tweeëntwin
tig uitgevers voor hij het verkocht
had. Over zijn ervaringen met uit
gevers publiceerde Visser in 1979
een boekje met de veelzeggende ti
tel 'Wat moet ik ermee.' Martin Ros
van de Arbeiderspers: "Ab zat al
tijd vol plannen, maar zijn boeken
verkochten niet. Dat waren gehei
de winkeldochters. Omdat ik niet
durfde te weigeren, stak ik altijd
gelijk de straat over als ik hem in
de verte zag aankomen".
Hoewel Ab Visser een meester
was in het lospeuteren van voor
schotten - niet voor niets luidde
een van zijn vele bijnamen 'Ab
Voorschot' - verkeerde hij voortdu
rend in financiële problemen. Hij
was ook bepaald niet zuinig met
zijn zuurverdiende centen. Aan
Eelke de Jong vertelde hij: "In 1942
ging ik naar Baarn om een voor
schot te innen voor een jongens
boek. Ik kreeg vijfhonderd gulden
en telegrafeerde m'n moeder: je
krijgt je dressoir. Maar ik dacht: ik
ga eerst even door naar Amster
dam om dit te vieren. Ik kom in
Amsterdam, stap op het Leidse-
plein uit de tram en loop de hele
bende in de armen. Ton Lutz, Fer
dinand Langen, de hele zooi".
"We gingen eerst naar een tent,
waar muziek werd gemaakt en
waar je een klandestiene borrel
kon krijgen. Ik was een man in bo
nus. Ik gaf rondjes, ook aan de mu
ziek. En de guldens sprongen m'n
portemonnee uit. We waren knap
zat, maar we gingen door, naar een
striptent op het Thorbeckeplein.
Die mokkels hadden al gauw door,
dat ik de bink was, en ze bestelden
clandestiene broodjes paling voor
4,50 per stuk. Ik maar dokken, dok
ken, dokken... Voor alles! Ik kreeg
er niks voor terug. Ton Lutz lag
achterover op een divan met twee
meiden over zich heen, die infor
meerden of hij een rol- of een klop-
massage wenste, en het enige wat
er van mij verwacht werd was dat
ik mijn portemonnee omkeerde.
Middernacht stonden we weer op
straat. Ik had geen cent meer over".
Deurwaarder
Hij gebruikte zijn honoraria lie
ver voor het maken van grote rei
zen en reserveerde niets voor de
belastingen. De deurwaarder was
dan ook vaste klant aan huis en vol
gens Hans van Straten "kon meer
malen executoriale verkoop van
huisraad en boekenbezit alleen
worden afgewend doordat een uit
gever hem op het laatste moment
een voorschot verstrekte, of een
krant besloot een van zijn romans
nog eens als feuilleton af te druk
ken".
Ondanks zijn kwakkelende ge
zondheid beschikte Ab Visser over
een enorme energie. "Dat was on
gelooflijk", zegt zijn weduwe Mar-
greet Hirs. "Dan kwamen we na
een uiterst vermoeiende treinreis
eindelijk in ons Parijse hotelletje
aan. Ik viel uitgeput op bed en
bleef daar het liefst de eerste tijd
liggen, maar Ab moest gelijk weer
op stap. Die was niet kapot te krij
gen. De laatste jaren van zijn leven
moest hij een groot deel van de dag
met een zuurstoffles rondlopen.
Van die loodzware dingen. Maar
Ab ging door. Ook toen maakten
we nog gewoon lange reizen". Ab
zelf zei nuchter: "Je moet me zien
als een half mens, maar aangezien
ik de energie van twee heb, red ik
het".
Jan Breek, jarenlang slijter en
vriend van Ab Visser, over diens
werklust: "Hij was altijd aan het
werk, altijd. Zelfs op vakantie
werkte hij zich vaak nog de pok
ken. Ik weet nog goed dat ik hem
een keer met de auto naar het sta
tion bracht. Zijn koffers waren zo
zwaar dat ik zei: 'Man, ben je lood
aan het smokkelen?!' Maar nee,
dan had hij allerlei boeken bij zich
waar 'ie dan weer iets over moest
schrijven. Waar hij die energie van
daan haalde, je houdt het niet voor
mogelijk. Hij bleef schrijven tot
zijn dood. En hij las natuurlijk ont
zettend veel, dag en nacht. Voor de
wetenschap was hij al jaren eerder
overleden, maar zijn energie hield
hem op de been".
Volgens Jan Breek was Ab Vis
ser ook ontzettend precies. "Als hij
bij voorbeeld over auto's schreef,
belde hij op of een van mijn zonen
even langs kon komen om de wer
king van versnellingen uit te leg
gen. Dat zocht hij helemaal uit. Of
hij belde op en zei: 'Jan, ik laat mijn
hoofdpersoon dat en dat eten, wat
moet hij er bij drinken?"'
Zijn hele leven is Ab Visser blij
ven hopen op het succes. Hans van
OSLO (NTB) - Annie M.G. Schmidt (links) ontving gisteren in Oslo de
H.C. Andersenprijs voor haar gehele oeuvre. Ze wordt gefeliciteerd door
de beroemde Zweedse schrijfster van kinderboeken Astrid Lindgren
(rechts). <roto ntbj
CUBAANSE SCHILDER - Het werk van de Cubaan Servando Cabrera
Moreno (1923-1981), een van de belangrijke moderne Latijns-Amerikaan
se schilders, zal van 10 tot 14 oktober te zien zijn in het veilingshuis Chris
tie's in Amsterdam. Centraal in het werk van deze schilder staat het men
selijk lichaam. Lichaams delen worden sterk vergroot en in gestyleerde
vormen weergegeven. De tentoonstelling bij Christie's is een eerste ken
nismaking met het werk van Cabrera Moreno in Nederland.
Straten: "Elke keer als er een
nieuw boek van hem uitkwam,
vroeg hij mij: 'Zou dit nou een sel-
lertje worden?' En dan kwamen de
berichten: Veenstra in de Utrecht
sestraat had al tien exemplaren
verkocht, ditmaal kon het best
eens meevallen. Maar het viel nooit
mee. Zelfs 'Het klooster van Sint
Jurriaan', het boek met de Pauw
hofherinneringen dat toch een heel
behoorlijke publiciteit heeft ge
had, wou niet lopen. Altijd kwam je
later bij opruimingen de stapels
weer tegen. Ook bij zijn misdaad-
boeken manifesteerde zich nim
mer het sellertje. Het enige boek
van zijn hand dat druk op druk
heeft beleefd, was het in de oorlog
verschenen meisjesboek 'Agneta
in de tros van het grote leger.' Maar
dat had hij voor een krats 'outright'
verkocht en de enige die ervan pro
fiteerde, was uitgever Bert Bak
ker".
Volgens Gerard Reve had hij
domweg een verkeerde naam. In
'Het Lieve Leven' schrijft Reve:
"Beste Ab, Waarde Kunstbroeder.
Misschien heeft je naam een letter
greep te weinig. Dat zal ik je uitleg
gen. Het beste is een naam van
twee maal twee lettergrepen, met
in elk woord de klemtoon op de
zelfde lettergreep. Dat ligt goed in
het geheugen: Gerard Reve, Hein-
rich Heine, Adolf Hitler, Josef Sta
lin, Mao Tsetoeng, Winston Chur
chill, Andre Gide, Gustave Flau
bert, Anton Tsjechow, Dosto
Jewski, Sacher Masoch, Jezus
Christus, Gerard Reve, enz. Dus
aan Ab Visser ontbreekt een letter
greep. Van dat Ab moetje Abel ma
ken". En iets verderop schrijft hij:
"Waarom je lichamelijk zo geteis
terd wordt, is mij niet recht duide
lijk. Je hebt in je vorige leven iets
uitgespookt, of misschien hebben
een boel mensen samen iets uitge
spookt het jou in de schoenen ge
schoven. 'Ja Visser, die Visser, die
heeft het gedaan.' Er zijn zoveel
vissers. God behoeft er maar een te
pakken, bij wijze van spreken".
Voelde hij zich miskend? Jan
Breek: "Ach nee, niet echt. Hij had
wel eens de pest in dat een ander
wel gemakkelijk verkocht. Maar
miskend? Nee. Maar hij was toch
wel trots op die Hendrik de Vries
prijs. Dat vond 'ie wel leuk". Mar-
greet Hirs: "Ab had het meestal
ook veel te druk om over dat soort
dingen na te denken. Als het ene
boek nauwelijks verkocht, lag het
volgende al weer bijna in de win
kel".
Ad Visser
Zelf zei Ab Visser eens in een in
terview: "Gerard Reve vond de ti
tels van mijn boeken nooit deugen.
Misschien komt het ook omdat ik
mezelf in mijn verhellen nooit tot
held maak. Het zal wel beter zijn,
zoals Mulisch doet, gewoon te roe
pen datje de beste bent. En dan de
naam Visser. Veel te Hollands,
denk ik wel eens. De helft van de
mensen die me aanspreken noe
men me De Vries. Altijd verwar
ring. Onlangs nog, toen ik met een
deurwaarder te maken had. Bij het
weggaan vroeg hij verlegen of ik
nog een t-shirt had met mijn naam
erop. Dat vroeg hij namens zijn
zoon. Die man dacht dat ik Ad Vis
ser was, van Toppop". En elders:
"Vroeger leek het me prachtig be
roemd te worden. Maar het is ei
genlijk maar goed dat ik geen best
seller-schrijver ben geworden. Dan
word je gauw blasé, nu blijf je
strijdvaardig". Hoeveel waarheid
daar misschien ook in schuilt, een
beetje meer succes tijdens zijn le
ven was hem van harte gegund.
VLAARDINGEN (ANP) - Met een
speciaal dansproject zal worden
getracht de belangstelling voor de
dans in Zuid-Holland op te vijze
len. Dat bleek gisteren op een pers
conferentie van een aantal instel
lingen op het gebied van de dans in
Vlaardingen.
In het kader van het Dansproject
Zuid-Holland zullen dertien dans
groepen in totaal 50 voorstellingen
geven in Dordrecht, Gorinchem,
Gouda, Naaldwijk, Papendrecht,
Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse
en Vlaardingen.
In 1987 bleek uit een vergelijking
van het dansaanbod per provincie
dat zowel het aantal theaterdans-
voorstellingen als het bezoek aan
die voorstellingen in Zuid-Holland
(buiten de gemeenten Rotterdam
en Den Haag) achterbleef bij de
rest van Nederland. De belangrijk
ste doelstelling van het Danspro
ject Zuid-Holland is dan ook de be
vordering van de opbouw van een
in dans geïnteresseerd publiek bui
ten de grote steden van de provin
cie.
De Rotterdamse Dansgroep
opent het project op 29 september
met haar nieuwste produktie in het
Passage Theater te Schiedam. Het
dansproject wordt op 6 mei afge
sloten met een voorstelling van de
groep Opus One in het Cultureel
Centrum De Naald in Naaldwijk.
De overige dansgroepen die in het
kader van het project optreden
zijn: Dansgroep Besprosvany,
Stichting Dansproduktie, Djazzex,
Folkloristisch Danstheater, Intro-
dans, Dansgroep Krisztina de Cha-
tel, De Nieuwe Danserije, Muziek
en Danstheater Pandora, Dansge
zelschap Reflex, Shusaku Dor-
mu Dance Theater en Vals Bloed.