Een leven lang schrijven voor De Slegte PODIÜMBLIK Expositie over Ab Visser in Letterkundig Museum Purper geen Purper meer Van Dalsumpiijs voor Gerardjan Rijnders Dansproject voor Zuid-Holland DINSDAG 27 SEPTEMBER 1988 KUNST PAGINA 25 Schouwburg Een rustige theaterweek deze keer in de schouwburg. De stilte voor 3 oktober misschien. Van avond het Folkloristisch Dans theater met het programma 'Van Zwarte Woud tot Zwarte Zee'. In de landelijke pers kreeg dit ensemble goede kritieken. Op het programma staan folkloristische dansen uit de Do- naulanden. Woensdagavond is het Raam- teater Antwerpen te gast in de schouwburg met Molières stuk 'De schelmenstreken van Sca- pin'. Regisseur Frank Dunlop maakte er een zeer eigentijdse bewerking van. Op donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond is het podium in de schouwburg voor Martine Bijl. Ze komt met een reprise van haar soloprogramma Mar tine Bijl, een programma vol liedjes over de relatie tussen mannen en vrouwen, cynishe liedjes, maar ook ontroerende en humoristische. LAK-theater Woensdag-, donderdag-, vrij dag- en zaterdagavond wordt in het LAK-theater het stuk 'Loot' gespeeld van de toneel schrijver Joe Orton. In de tijd dat Orton 'Loot' schreef was het stuk, waarin kerk, staat en sa menleving onderuit worden ge haald, geruchtmakend en ta boedoorbrekend. De waarden zijn inmiddels wat verschoven. Dat gegeven verwerkte de Leid- se regisseur Peter Eversteyn in zijn versie van dit stuk van Orton. Morgen in deze krant een kort interview met de theater maker. AMSTERDAM - De in Groningen geboren schrijver Ab Visser (1913-1982) was een literaire duizendpoot van de eerste orde. Hij schreef romans, verhalen, gedichten, es says, jeugdboeken, thrillers en detectives en was daarnaast ook nog eens actief als vertaler en literair recensent voor onder meer het Nieuwsblad van het Noorden. Ondanks deze enorme productie en zijn sleutelrol in de 'Groninger school' van de jaren dertig, dreigde Visser al snel in het moeras der ver getelheid weg te zakken. De laatste tijd is er echter sprake van een wa re opleving rond zijn persoon. Af gelopen vrijdag werd in het Letter kundig Museum in Den Haag een expositie geopend over leven en werk van Ab Visser. En op zater dag 15 oktober wordt - eveneens in Den Haag - de Ab Visser Sociëteit opgericht. Herdrukken van zijn werk, een standbeeld en een Ab Visser-museum in zijn geboorte plaats Groningen, een biografie en een dubbelexpositie in 1990 in Gro ningen en Den Haag moeten Ab Visser weer tot leven wekken. Maar wie was Ab Visser? Portret van een rasverteller die sneller schreef dan zijn schaduw. Misleid door de wat gebogen houding en in die tijd nog weelderi ge haardos van de schrijver, hield een Amsterdamse tramconducteur Ab Visser de kaartjestrommel eens voor met de woorden: "En u, juf frouw?" "Een overstapje graag", antwoordde Visser onmiddellijk. "Maar u mag gerust mevrouw te gen me zeggen, want ik ben ge trouwd". Over Ab Visser bestaan tientallen smakelijke anecdotes. Een groot aantal daarvan heeft te maken met zijn gebrekkige ge zondheid. Sinds zijn jongensjaren leed Visser aan de Ziekte van Bechterev, een zeldzame aandoe ning die het kraakbeen tussen de ruggewervels doet verstijven zodat de patiënt gaandeweg verandert in door Gerlof Leistra Programma vaag en langdradig 'Dit Verhaal', zesde programma van de groep Purper. Met: Erik Breij, Frans Mulder en Ina van Faassen. Regie: Johan Ooms. Gezien op 26 september (premièrevoor stelling) in de Leidse schouwburg. LEIDEN Purper is geen Pur per meer. Op zich zegt dat nog niets. Het kan zelfs een compli ment zijn er wordt kennelijk niet op oude succesformules voortgeborduurd. Het nieuwe programma heet 'associatief- emotioneel' te zijn. Purper blijkt inderdaad een nieuwe Weg inge slagen. Of men daarmee een juis te richting heeft gekozen, valt na de presentatie van 'Dit Verhaal' nog te bezien. Vooralsnog ging er van dit programma erg weinig sfeer uit, het miste vaart en pit, alle associatieve en emotionele pogingen ten spijt. De spreek woordelijke vonk sloeg niet echt overtuigend over. Zo bleek gisteren tijdens de officiële pre mièrevoorstelling de zaal wel lacherig, maar lange tijd bleven de reacties vrij mat. Dit zesde programma wordt gespeeld door Ina van Faassen, Frans Mulder en Erik Breij. Al leen de laatstgenoemde maakt sinds Purper-1 deel uit van dé groep, die sinds haar oprichting in 1980 de nodige veranderingen in de samenstelling heeft meege maakt. Spraakmakende leden als Haye van der Heyden, Adel- heid Roosen en Karin Bloemen zijn inmiddels vertrokken. Ina van Faassen is de nieuwkomer in het gezelschap. Haar come-back als cabaretière (in 1969 mocht zij naast Wim Sonneveld furore ma ken) valt niet tegen. Haar spreek toon heeft nog steeds een heer lijk ironische ondertoon, wat voor cabaret goed bruikbaar is. Toch krijgt de samenstelling van de groep door al die veranderin gen, al dan niet als gevolg van een bewust beleid of interne me ningsverschillen, iets willekeu rigs. Dat wreekt zich hier: een weinig samenhang vertonende voorstelling door een niet hecht gelegenheids ensemble. Natuurlijk heeft elk lid recht op tenminste tweemaal een solo en natuurlijk zijn er de verplich te ensemblenummers. Zo'n vorm ligt nu eenmaal bijna als wetmatigheid vast. Inhoudelijk is het niet erg geestig of vinding rijk. Te vaak brengt men materi aal dat zacht gezegd nog onaf lijkt. Een veelbelovende aanzet verzandt dan in een niet na te vertellen vaagheid. Dat is trou wens toch een probleem bij dit programma. De betekenis van een onderwerp komt regelmatig niet goed uit de verf. Aan de an dere kant liggen de morbide grappen rond het thema 'de Dood' (de hoofdmoot van na de pauze) weer erg voor de hand. Bovendien maakt men her haaldelijk de beruchte (en voor zulke professionals onbegrijpe lijke) fout dat een nummer te lang duurt. Frans Mulder over zijn dikke lippen, Erik Breij als pianist voor feesten en partijen, een grap over het verwisselen van de zendmicrofoons: min stens de helft zou geschrapt kun nen worden. Zaten er nu maar een paar flinke kwalitatieve uit-, schieters in het programma dan nam je de wat mindere nummers op de koop toe. Maar helaas is dit soort compensatie nauwelijks voorhanden. De groep eindigt met een (geplande) toegift, waar in ons aller feilbaarheid wordt bezongen. Het leek als meezin ger bedoeld, waarvoor veelzeg gend genoeg geen animo be stond. Purper is geen Purper meer het is al met al een droe vige constatering. WIJNAND ZEILSTRA V.l.n.r. Frans Mulder, Erik Breij en Ina van Faassen in een scène uit 'Dit Verhaal'. Voor meezingen was geen animo bij het publiek. (foto Jan Swinkels) een strompelende bultenaar. Vol gens Visser zelf was zijn kromme rug het gevolg van een verwaar loosde syfilis in zijn familie. "Mijn grootvader voer als binnenschip per van Groningen op Leeuwar den, zijn pleziertjes bij de Oldenho- ve moet ik nu betalen", maakte hij zijn vrienden wijs. Ab Visser hield ervan de draak te steken met alles en iedereen. Vol gens de schrijver-journalist Hans van Straten, die jarenlang met Vis ser bevriend is geweest en zijn her inneringen publiceerde in 'De laatste Casanova', had Visser er vooral een handje van om in gezel schap de meest verschrikkelijke dingen te zeggen. "Dan fluisterde hij, maar zijn gefluister klonk zo scherp en doordringend dat hij het net zo goed door een toeter had kunnen omroepen. Toen een van de vrienden zich op een avond bleek te hebben voorzien van een nieuwe vriendin, ontging het hem niet dat het meisje licht trok met een van haar benen. Vanachter zijn hand knauwde hij die vriend toe: 'Ze is mank, hè?' En toen de romancière Aya Zik- ken een avond in de kring door bracht, fluisterde hij haar, op mij wijzend, quasi vertrouwelijk toe: 'Dat is Hans van Straten. Die be taalt honderd gulden als hij met een schrijfster naar bed mag'. Nooit vergeet ik de ijzige blik die toen mijn kant uit kwam. Maar ook zichzelf spaarde hij niet. Met een trots gezicht riep hij altijd in een onvervalst Gronings accent: 'Ik ben de grootste aspirinevreter ter wereld!' Terwijl hij eigenlijk ver ging van de pijn'". Rasverteller Ab Visser werd op 14 februari 1913 geboren in Groningen. Zijn le ven lang is hij Stad-Gronings blij ven praten. "Ik zal het Groningse accent altijd als een moedervlek met mij meedragen", zei hij in 1958 toen hij de Hendrik de Vriesprijs van de gemeente Groningen ont ving. Zijn vader was stroschipper maar werd later brugwachter van de Museumbrug. Over zijn jeugd schreef Visser de prachtige Jo Rut- gers-cyclus. Vooral in de kroniek 'De buurt' (1953) roept hij in beel dende bewoordingen de sfeer op van het Groningen in de jaren twin tig. W.F. Hermans. Hermans en Reve op 'zwarte' lijst Anti- Apartheids Centrum NEW YORK (ANP) - Twee Neder- landse auteurs, W.F. Hermans en Gerard Reve, staan op de lijst van artiesten die volgens het VN-Cen- trum voor Bestrijding van de Apartheid zijn opgetreden in Zuid- afrika, respectievelijk in maart 1983 en in juni 1984. De lijst met honderden namen van kunstenaars, voornamelijk uit de Verenigde Staten en het Vere nigd Koninkrijk, is bijgewerkt tot augustus 1988. Onder Nederland worden, behalve de schrijver Reve en de niet nader aangeduide Her mans, genoemd de zanger Heintje (Hein Simons), voor optreden in fe bruari 1983, en een 'folkloristische' dansgroep, die in oktober 1981 zou zijn opgetreden. Op de lijst van kunstenaars, die sinds de publika- tie van de vorige lijst, in april 1987, te kennen hebben gegeven dat zij niet meer in Zuidafrika zullen op treden, komen geen Nederlanders voor. AMSTERDAM (ANP) - Gerardjan Rijnders, artistiek leider van de Toneelgroep Amsterdam, is onderschei den met de Albert van Dalsumprijs van het Amster dams Fonds voor de Kunst. Hij krijgt de prijs (10.000 gulden) voor zijn aandeel in het tot standkomen van drie nieuwe Nederlandse stukken bij gemoende to neelgroep: Bakeliet naar 'Savage Grace' van Nathalie Robins en Steven Aronson, 'De Caracal' van Judith Herzberg en 'De Hoeksteen', dat Rijnders zelf schreef. Hij was niet alleen initiatiefnemer van de stukken maar trad ook op als regisseur van de drie produkties, bij De Hoeksteen samen met Sam Bogaerts. Van Bake liet was hij mede-samensteller. De prijs zal samen met een reeks andere kunstprijzen op 11 november in Para- diso in Amsterdam officieel worden uitgereikt. Schrijver Ab Visser: "Je moet me zien als een half mens, maar aangezien ik de energie heb van twee, red ik het". (foto GPD) rol. Zo publiceerde hij in 1945 de historische roman 'Rudolf de Mep- se. Het monsterproces van Faan', over het proces tegen 22 mannen die in 1731 onder de rook van Gro ningen op beschuldiging van sodo mie terecht werden gesteld. En zijn Groningse herinneringen zette hij op papier in 't Peerd van Ome Loeks' (1970). In zijn boeken toon de Visser zich een rasverteller, die ogenschijnlijk met het grootste ge mak de meest uiteenlopende ver halen uit zijn mouw schudde. Toch heeft het even geduurd voor duidelijk werd dat hij voor li teratuur in de wieg was gelegd. Als jongen leerde hij voor meubelma ker aan de plaatselijke ambachts school. In een interview met Eelke de Jong zei hij over die tijd: "Daar ben ik vier jaar geweest, tot mijn grote verdriet, want ik vond het er vreselijk. Toen ik van school ging, schertste de directeur: 'Nu gaat de vlag halfstok om dit smartelijk ver lies'. Vandaar mijn roman 'De vlag halfstok'". Hij kreeg een baantje bij een kistenfabriek, maar als hij wat af moest leveren bleef hij veel te lang weg omdat hij liever achter de draaiorgels aanliep. Vervolgens bezocht Visser de kweekschool, maar hij zakte twee keer voor zijn examen. Via de zwa gervan zijn broer had hij inmiddels kennis gemaakt met het kunste naarsleven in Groningen. Dat was in die tijd opvallend levendig met de schilders van De Ploeg en schrijvers als Hendrik de Vries, A. Marja, Koos Schuur, Max Dender- monde en Ferdinand Langen. Ont moetingsplaats van de artiest'n was de toenmalige Bodega Dik aan de Guldenstraat (Chez Dicque aan de Rue d'Or). Achter in dat café be vond zich een zogenaamde genie- ëntafel waar de elite van de Gronin ger cultuur aanzat en het elke avond feest was. "Het had de on vervangbare sfeer van fin-de-siè- cle, met zijn dwaze, met verschoten pluche beklede banken en men zou zich er in Parijs, Wenen of Rome hebben kunnen wanen", schreef Ab Visser. Ook - het inmiddels eveneens verdwenen - Hotel Indië in de Herestraat werd druk be zocht: voor tien cent kreeg je er een kop koffie met 's morgens voor twaalf uur gratis een gebakje erbij. De schrijvers kwamen daarnaast regelmatig samen in de literaire sa lon in de Herestraat van de 'Mi chelangelo in zakformaat' Dirk Verel. Hoeren In 1936 debuteerde Ab Visser als dichter in 'De Vrije Bladen' van Hendrik de Vries en al snel ontpop te hij zich tot de spil van de 'Gro ninger school'. Zo was hij een van de drijvende krachten achter de kunstenaarsvereniging 'Het Drie luik', een naam die stond voor de drie kunsten: literatuur, schilder kunst en muziek. De vereniging was gevestigd in een oud pakhuis in de rosse buurt. Het pand was in gericht met afgedankte meubels, waaronder een soort buffet dat aan de achterkant schuifdeurtjes be vatte. In de 'buik' van het meubel stuk kon zich gemakkelijk een lig gende man verbergen en dat kwam goed van pas: als de huurbaas langskwam verdween de penning meester snel in het buffet. In het pakhuis werden regelmatig lezin gen en feesten georganiseerd. De hoeren in de buurt beleefden gou den tijden. Wanneer er voor de schilders naaktmodellen poseer den, puilde het gebouw uit: ook muzikanten en schrijvers waren dan druk in de weer met geleende kwasten. 'Het Drieluik' werd door ruzie en geldgebrek nog voor het uitbreken van de oorlog opgehe ven. Ook de Groninger school viel uiteen. De meeste 'leden' - onder wie Ab Visser - verhuisden naar het westen. Tijdens de spertijden in de bezet tingsjaren ontdekte Visser de char me van detectiveromans. Hij zou zich later ontwikkelen tot de meest vooraanstaande criticus in Neder land op het gebied van de misdaad literatuur, wat resulteerde in twee studies over dit onderwerp: 'Kain sloeg Abel' en 'Onder de gordel.' Ook zou hij detective-omnibussen en jaarboeken redigeren en werd hij redacteur van 'Pulp', zijn eigen periodiek voor 'Misdaad en myste rie, spionage, science fiction, hor ror, zwarte humor, grand guignol, magie, cartoons en beeldverhalen', uitgegeven door Bruna. Daarnaast publiceerde hij zelf thrillers en de tectives. Winkeldochters Ab Visser had al snel na zijn de buut de literaire smaak voor goed te pakken. Tot zijn dood zou hij aan de lopende band boeken blijven schrijven, tweeënzeventig in to taal. Hoewel hij aardige kritieken kreeg, kostte het hem steeds weer de grootste moeite zijn boeken uit gegeven te krijgen. Hij versleet tientallen uitgevers en moest met het manuscript van 'De buurt' langs niet minder dan tweeëntwin tig uitgevers voor hij het verkocht had. Over zijn ervaringen met uit gevers publiceerde Visser in 1979 een boekje met de veelzeggende ti tel 'Wat moet ik ermee.' Martin Ros van de Arbeiderspers: "Ab zat al tijd vol plannen, maar zijn boeken verkochten niet. Dat waren gehei de winkeldochters. Omdat ik niet durfde te weigeren, stak ik altijd gelijk de straat over als ik hem in de verte zag aankomen". Hoewel Ab Visser een meester was in het lospeuteren van voor schotten - niet voor niets luidde een van zijn vele bijnamen 'Ab Voorschot' - verkeerde hij voortdu rend in financiële problemen. Hij was ook bepaald niet zuinig met zijn zuurverdiende centen. Aan Eelke de Jong vertelde hij: "In 1942 ging ik naar Baarn om een voor schot te innen voor een jongens boek. Ik kreeg vijfhonderd gulden en telegrafeerde m'n moeder: je krijgt je dressoir. Maar ik dacht: ik ga eerst even door naar Amster dam om dit te vieren. Ik kom in Amsterdam, stap op het Leidse- plein uit de tram en loop de hele bende in de armen. Ton Lutz, Fer dinand Langen, de hele zooi". "We gingen eerst naar een tent, waar muziek werd gemaakt en waar je een klandestiene borrel kon krijgen. Ik was een man in bo nus. Ik gaf rondjes, ook aan de mu ziek. En de guldens sprongen m'n portemonnee uit. We waren knap zat, maar we gingen door, naar een striptent op het Thorbeckeplein. Die mokkels hadden al gauw door, dat ik de bink was, en ze bestelden clandestiene broodjes paling voor 4,50 per stuk. Ik maar dokken, dok ken, dokken... Voor alles! Ik kreeg er niks voor terug. Ton Lutz lag achterover op een divan met twee meiden over zich heen, die infor meerden of hij een rol- of een klop- massage wenste, en het enige wat er van mij verwacht werd was dat ik mijn portemonnee omkeerde. Middernacht stonden we weer op straat. Ik had geen cent meer over". Deurwaarder Hij gebruikte zijn honoraria lie ver voor het maken van grote rei zen en reserveerde niets voor de belastingen. De deurwaarder was dan ook vaste klant aan huis en vol gens Hans van Straten "kon meer malen executoriale verkoop van huisraad en boekenbezit alleen worden afgewend doordat een uit gever hem op het laatste moment een voorschot verstrekte, of een krant besloot een van zijn romans nog eens als feuilleton af te druk ken". Ondanks zijn kwakkelende ge zondheid beschikte Ab Visser over een enorme energie. "Dat was on gelooflijk", zegt zijn weduwe Mar- greet Hirs. "Dan kwamen we na een uiterst vermoeiende treinreis eindelijk in ons Parijse hotelletje aan. Ik viel uitgeput op bed en bleef daar het liefst de eerste tijd liggen, maar Ab moest gelijk weer op stap. Die was niet kapot te krij gen. De laatste jaren van zijn leven moest hij een groot deel van de dag met een zuurstoffles rondlopen. Van die loodzware dingen. Maar Ab ging door. Ook toen maakten we nog gewoon lange reizen". Ab zelf zei nuchter: "Je moet me zien als een half mens, maar aangezien ik de energie van twee heb, red ik het". Jan Breek, jarenlang slijter en vriend van Ab Visser, over diens werklust: "Hij was altijd aan het werk, altijd. Zelfs op vakantie werkte hij zich vaak nog de pok ken. Ik weet nog goed dat ik hem een keer met de auto naar het sta tion bracht. Zijn koffers waren zo zwaar dat ik zei: 'Man, ben je lood aan het smokkelen?!' Maar nee, dan had hij allerlei boeken bij zich waar 'ie dan weer iets over moest schrijven. Waar hij die energie van daan haalde, je houdt het niet voor mogelijk. Hij bleef schrijven tot zijn dood. En hij las natuurlijk ont zettend veel, dag en nacht. Voor de wetenschap was hij al jaren eerder overleden, maar zijn energie hield hem op de been". Volgens Jan Breek was Ab Vis ser ook ontzettend precies. "Als hij bij voorbeeld over auto's schreef, belde hij op of een van mijn zonen even langs kon komen om de wer king van versnellingen uit te leg gen. Dat zocht hij helemaal uit. Of hij belde op en zei: 'Jan, ik laat mijn hoofdpersoon dat en dat eten, wat moet hij er bij drinken?"' Zijn hele leven is Ab Visser blij ven hopen op het succes. Hans van OSLO (NTB) - Annie M.G. Schmidt (links) ontving gisteren in Oslo de H.C. Andersenprijs voor haar gehele oeuvre. Ze wordt gefeliciteerd door de beroemde Zweedse schrijfster van kinderboeken Astrid Lindgren (rechts). <roto ntbj CUBAANSE SCHILDER - Het werk van de Cubaan Servando Cabrera Moreno (1923-1981), een van de belangrijke moderne Latijns-Amerikaan se schilders, zal van 10 tot 14 oktober te zien zijn in het veilingshuis Chris tie's in Amsterdam. Centraal in het werk van deze schilder staat het men selijk lichaam. Lichaams delen worden sterk vergroot en in gestyleerde vormen weergegeven. De tentoonstelling bij Christie's is een eerste ken nismaking met het werk van Cabrera Moreno in Nederland. Straten: "Elke keer als er een nieuw boek van hem uitkwam, vroeg hij mij: 'Zou dit nou een sel- lertje worden?' En dan kwamen de berichten: Veenstra in de Utrecht sestraat had al tien exemplaren verkocht, ditmaal kon het best eens meevallen. Maar het viel nooit mee. Zelfs 'Het klooster van Sint Jurriaan', het boek met de Pauw hofherinneringen dat toch een heel behoorlijke publiciteit heeft ge had, wou niet lopen. Altijd kwam je later bij opruimingen de stapels weer tegen. Ook bij zijn misdaad- boeken manifesteerde zich nim mer het sellertje. Het enige boek van zijn hand dat druk op druk heeft beleefd, was het in de oorlog verschenen meisjesboek 'Agneta in de tros van het grote leger.' Maar dat had hij voor een krats 'outright' verkocht en de enige die ervan pro fiteerde, was uitgever Bert Bak ker". Volgens Gerard Reve had hij domweg een verkeerde naam. In 'Het Lieve Leven' schrijft Reve: "Beste Ab, Waarde Kunstbroeder. Misschien heeft je naam een letter greep te weinig. Dat zal ik je uitleg gen. Het beste is een naam van twee maal twee lettergrepen, met in elk woord de klemtoon op de zelfde lettergreep. Dat ligt goed in het geheugen: Gerard Reve, Hein- rich Heine, Adolf Hitler, Josef Sta lin, Mao Tsetoeng, Winston Chur chill, Andre Gide, Gustave Flau bert, Anton Tsjechow, Dosto Jewski, Sacher Masoch, Jezus Christus, Gerard Reve, enz. Dus aan Ab Visser ontbreekt een letter greep. Van dat Ab moetje Abel ma ken". En iets verderop schrijft hij: "Waarom je lichamelijk zo geteis terd wordt, is mij niet recht duide lijk. Je hebt in je vorige leven iets uitgespookt, of misschien hebben een boel mensen samen iets uitge spookt het jou in de schoenen ge schoven. 'Ja Visser, die Visser, die heeft het gedaan.' Er zijn zoveel vissers. God behoeft er maar een te pakken, bij wijze van spreken". Voelde hij zich miskend? Jan Breek: "Ach nee, niet echt. Hij had wel eens de pest in dat een ander wel gemakkelijk verkocht. Maar miskend? Nee. Maar hij was toch wel trots op die Hendrik de Vries prijs. Dat vond 'ie wel leuk". Mar- greet Hirs: "Ab had het meestal ook veel te druk om over dat soort dingen na te denken. Als het ene boek nauwelijks verkocht, lag het volgende al weer bijna in de win kel". Ad Visser Zelf zei Ab Visser eens in een in terview: "Gerard Reve vond de ti tels van mijn boeken nooit deugen. Misschien komt het ook omdat ik mezelf in mijn verhellen nooit tot held maak. Het zal wel beter zijn, zoals Mulisch doet, gewoon te roe pen datje de beste bent. En dan de naam Visser. Veel te Hollands, denk ik wel eens. De helft van de mensen die me aanspreken noe men me De Vries. Altijd verwar ring. Onlangs nog, toen ik met een deurwaarder te maken had. Bij het weggaan vroeg hij verlegen of ik nog een t-shirt had met mijn naam erop. Dat vroeg hij namens zijn zoon. Die man dacht dat ik Ad Vis ser was, van Toppop". En elders: "Vroeger leek het me prachtig be roemd te worden. Maar het is ei genlijk maar goed dat ik geen best seller-schrijver ben geworden. Dan word je gauw blasé, nu blijf je strijdvaardig". Hoeveel waarheid daar misschien ook in schuilt, een beetje meer succes tijdens zijn le ven was hem van harte gegund. VLAARDINGEN (ANP) - Met een speciaal dansproject zal worden getracht de belangstelling voor de dans in Zuid-Holland op te vijze len. Dat bleek gisteren op een pers conferentie van een aantal instel lingen op het gebied van de dans in Vlaardingen. In het kader van het Dansproject Zuid-Holland zullen dertien dans groepen in totaal 50 voorstellingen geven in Dordrecht, Gorinchem, Gouda, Naaldwijk, Papendrecht, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse en Vlaardingen. In 1987 bleek uit een vergelijking van het dansaanbod per provincie dat zowel het aantal theaterdans- voorstellingen als het bezoek aan die voorstellingen in Zuid-Holland (buiten de gemeenten Rotterdam en Den Haag) achterbleef bij de rest van Nederland. De belangrijk ste doelstelling van het Danspro ject Zuid-Holland is dan ook de be vordering van de opbouw van een in dans geïnteresseerd publiek bui ten de grote steden van de provin cie. De Rotterdamse Dansgroep opent het project op 29 september met haar nieuwste produktie in het Passage Theater te Schiedam. Het dansproject wordt op 6 mei afge sloten met een voorstelling van de groep Opus One in het Cultureel Centrum De Naald in Naaldwijk. De overige dansgroepen die in het kader van het project optreden zijn: Dansgroep Besprosvany, Stichting Dansproduktie, Djazzex, Folkloristisch Danstheater, Intro- dans, Dansgroep Krisztina de Cha- tel, De Nieuwe Danserije, Muziek en Danstheater Pandora, Dansge zelschap Reflex, Shusaku Dor- mu Dance Theater en Vals Bloed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25