'Handel in kinderporno
moeiKjk aan te pakken'
'Reders concurreren over rug van zeevarende
Reportage
Omvang Kjkt - in Nederland - beperkt
FWZ pleit voor EG-boycot van schepen onder goedkope vlag
Met de arrestatie van vijf mannen in Utrecht, Huizen,
Amsterdam, Castricum en Londen is aangetoond dat
ook in ons land kinderporno wordt gemaakt. Gaat het
om het topje van de ijsberg, floreert de handel, of valt
het wel mee. En moet het niet beter worden aangepakt
door politie en justitie. Onze verslaggevers gingen op
onderzoek.
door
Jos van der Meer
AMSTERDAM/UTRECHT - "Har-
de porno", noemt officier van justi
tie mr. R.A.M. Behling de collectie
beeldemateriaal die is aangetroffen
na de arrestatie van twee mannen
in de Engels-Utrechtse kinderpor
nozaak. "Jongens tussen tien en
vijftien jaar zijn in een sfeer ge
bracht waarbij ze zich ontuchtige
handelingen als masturberen en af
zuigen moesten laten welgeval
len".
Hoewel dit niet gepaard ging met
fysiek geweld, kan er niet van vrij
willigheid worden gesproken. Dat
is volgens Behling eigenlijk nooit
het geval. "De kinderen worden in
een sfeer van leuke dingen ge
bracht: snoep, uitstapjes, verhaal
tjes voorlezen. Ook al denken ze
het prettig te vinden - het zelf te
willen - dan nóg is dat niet zo. Ze
zijn ertoe overgehaald, een willige
prooi. Als ze instinctief niet meer
willen, dan staat daar die volwasse
ne, waar ze hoe dan ook tegen op
kijken. Als die kinderen dan toch
doorgaan, dan zie ik dat als ge
dwongen".
"Rechters gaan er terecht van uit
dat er in zulke gevallen sprake is
van schade. Want het is totaal an
ders dan het spelen van sexuele
spelletjes vanwege het ontdekken;
dat doen kinderen vrijwillig".
Behoefte
Volgens Behling heeft "het ge
knoei met kinderen" in deze zaak
Korthals Altes (justitie) in '86 advi
seerde over de aanpak van ontucht
met kinderen en het maken en ver
kopen van beelden daarvan.
Huiszoeking
(tot nu toe) geen commerciële ach
tergrond, maar vloeit het voort uit
een bepaalde behoefte. "Het lijkt
meer een club van gelijkgezinden
die onderling materiaal uitwisse
len. Al kan uiteindelijk blijken dat
wel degelijk een deel van het por
nografisch materiaal in de handel
is beland".
De Utrechtse officier van justitie
hoopt het hele circuit bloot te kun
nen leggen. "Het verspreidingsge
bied, de omvang, de vorm, de fre
quentie, het doel; ik wil er veel
meer over weten". Het onderzoek
in deze zaak kan nog maanden in
beslag genemen. Jonge kinderen,
slachtoffers, kunnen niet zo maar
even worden gehoord. Dat moet
omzichtig en met gevoel gebeuren.
"Dat kan heel delicaat zijn, zeker
als de ouders nog niet op de hoogte
zijn".
Daar komt bij dat er nogal wat
tijd nodig is "omdat je het recher
cheurs niet kunt aandoen uren zul
ke foto's en banden te bekijken",
aldus Behling. "Ik zie ze liever he
lemaal niet, kan het niet goed heb
ben dat dit kinderen wordt aange
daan. Als ik aan kinderen denk,
denk ik aan buiten spelen, aan ple-
"Om een goed inzicht te krijgen
in de omvang van de totale markt
van kinderporno is het nodig dat
de wet aan politie en justitie meer
vrijheid van handelen geeft", vindt
de Amsterdamse officier van justi
tie mr L.A.J.M. de Wit. "Alleen dan
is de commerciële handel op de
korrel te nemen". De Wit was voor
zitter van de landelijke 'Werkgroep
Kinderpornografie', die minister
De Wit: "Om bij onderzoeken be
ter uit de voeten te kunnen, zou het
goed zijn wanneer de politie ver
dachten van handel in kinderporno
in voorlopige hechtenis mag ne
men. Dan is het ook toegestaan te
lefoons af te tappen en huiszoeking
te doen. Alleen zo is het eventuele
commerciële karakter naar boven
te halen".
"Nu wordt gewerkt met het dis
tributie-artikel 240-b (Wetboek van
Strafrecht), over het openlijk ten
toonstellen, op voorraad hebben,
verspreiden en in- of uitvoeren van
kinderporno. Daar staat een straf
op van maximaal drie maanden.
Een rechter-commissaris zal dan
geen toestemming geven voor
huiszoeking. Die redeneert: zo be
langrijk vindt de wetgever dit mis
drijf niet, anders zou de strafmaat
Wel hoger zijn. Voorlopige hechte
nis, en daarmee huiszoeking, zijn
pas toegestaan bij een mogelijke
gevangenisstraf van minimaal vier
jaar".
"Dat is nieuw voor mij", reageert
het Aad Kosto (PvdA), voorzitter
van de vaste Tweede-Kamercom
missie voor justitie. "Daar moeten
we naar kijken. Want als de rech
ter-commissaris min of meer wordt
gedwongen huiszoeking te laten
vervallen, zal hij misschien een an
der wapen in handen moeten krij
gen. Ik wil dat eerst bestuderen".
In het strenger straffen van verko
pers en producenten ziet Kosto
weinig heil. "Ik sta in 't algemeen
gereserveerd tegenover een hogere
strafmaat als drukmiddel", zegt hij.
"Want daarmee heb je nog geen da
der te pakken".
Aantijgingen
Het kamerlid vindt dat Korthals
Altes zich voldoende inspant bij de
bestrijding van kinderporno. "Hij
heeft de zaak steeds erg serieus ge
nomen. Vergeet niet dat op zijn ini
tiatief kinderporno als strafbaar
feit bleef bestaan toen de porno
wetgeving werd geliberaliseerd.
Hij is persoonlijk naar Oude Pe-
kela gegaan. Dat er ondanks alle
naspeuringen niks is gevonden,
mag hem niet worden verweten".
Kosto begrijpt waar het beeld
van een "afwerende minister" van
daan komt. "In de Verenigde Sta
ten is met - laat ik zeggen - grote be
wogenheid over kinderporno ge
sproken. Nederland werd ervan be
schuldigd één van de belangrijke
producenten te zijn. Dat is abso
luut niet waar. Er is wel doorvoer
van dat spul geweest, maar het
werd hier niet op grote schaal ge
maakt. Ik vind het terecht dat de
minister zich heeft verweerd tegen
dergelijke pertinente aantijgingen.
Op de vraag of het verschijnsel
kinderporno buiten verhouding
veel aandacht krijgt, zegt hij: "Na
de eerste berichten over de kwestie
in Utrecht, leek er ontzettend veel
aan de hand te zijn. Later consta
teer je dat de zaak toch kleiner van
omvang is. De emoties laaien snel
hoog op. Het is onze taak om in
Den Haag de zaak binnen propor
ties te houden".
Strafmaat
De wet biedt de mogelijkheid het
misdrijf kinderporno aan te wijzen
als een misdrijf waar voorlopige
hechtenis toch is toegestaan, los
van de strafmaat. Mr. de Wit zou
graag zien dat die mogelijkheid
wordt benut in geval van verkoop
van kinderporno en verspreiding
van lijsten waarop distributeurs
hun 'koopwaar' aanbieden.
"Nu kan de politie alleen naar
een verdachte gaan, vragen of ze
even mag kijken. De handelaar
zegt 'ja' en de politie vindt niks.
Want de waar ligt niet in de winkel,
die bewaart hij ergens anders. Bij
'Oude Pekela' bracht Nederland een jaar geleden in rep en roer. Minister Korthals Altes bemoeide zich er per
soonlijk mee, zonder dat de zaak tot een oplossing kwam. (Archieffoto ANP)
voorlopige hechtenis kan de politie
zo'n man meenemen en een paar
dagen vastzetten. De mogelijkheid
is groot dat er dan veel meer uit
zo'n man komt. Het is goed verde
digbaar dat er extra juridisch in
strumentarium komt".
De officier vindt het niet nodig
de strafmaat voor distributie te ver
hogen tot vier jaar. Overigens, arti
kel 247 kan worden toegepast bij
het plegen van ontucht met kinde
ren, bij het verleiden van kinderen
tot ontucht met derden en volgens
de officier "dus ook bij het foto's of
films maken van kinderen die tot
ontucht worden verleid". De maxi
male celstraf hierop is zes jaar. Ver
koopt iemand zijn materiaal dan
ook nog eens, dan wordt de hoogst
mogelijke straf zes jaar en drie
maanden.
Meer bewegingsvrijheid voor po
litie en justitie betekent volgens De
Wit dat het inzicht in produktie en
verspreiding van kinderporno "zo
volledig mogelijk" wordt. "Wij we
ten dat je met een kinderporno
film terugkomt als je de Wallen op
gaat met tienduizend gulden op
zak. Dat zal in Utrecht of Den Haag,
in Parijs, Keulen en Londen ook zo
zijn. Maar als de politie op die ma
nier de Wallen opgaat, maakt ze
zich schuldig aan uitlokking".
Over de omvang van produktie
en distributie van kinderporno
praat De Wit uiterst voorzichtig.
"Er is nog steeds geen georgani
seerde produktie", is zijn stellige
overtuiging. "Wel produktie van
'liefhebbers' die wat zij met kinde
ren doen vereeuwigen "om nog
eens na te genieten".
De Wit verwijst naar 1984, toen
bij een grootscheepse politie-actie
duizend kilo van dergelijk beeld
materiaal boven tafel kwam. "Kin
deren die ook al op materiaal uit
1977 te zien waren. Er schijnt dus
niet zo veel nieuws bij te komen",
aldus De Wit.
Desondanks zijn er al een groot
aantal kinderporno-zaken geweest.
Kort na de vondst in Amsterdam
onderschepte 'de Amerikaanse
douane uit Nederland afkomstig
materiaal. En in september '85 wer
den bij een man in het Noordhol
landse Bergen honderdvijftig vi
deobanden met kinderporno aan
getroffen. Zomer '87 kwam de zaak
Oude Pekela aan het licht. Volgens
een ingewijde zijn nu nog altijd
OP'tjes (twintig minuten durende
filmpjes) te koop in 'speciaalza
ken'.
In '88 volgden de zaken elkaar in
rap tempo op: in februari was een
Delftenaar de hoofdverdachte in
een zaak waar ook medewerker}
van Unicef bij betrokken zouden,
zijn. In dezelfde maand werd eet
oud-politieman uit Wijk bij Duur
stede aangehouden. Hij had eet
complete filmstudio in huis. Enke
le weken later werden in een flat ir
de Bijlmer foto's gevonden vai)
meisjes in bevallige houdingen
met nauwelijks kleding aan. Er,
dan nu de zaak van de Engels-Ne;
derlandse porno-handel.
Gevaarlijk
Het verkopen van materiaal
waarop kinderen staan afgebeelc
die jonger zijn dan zestien jaar, i<
twee jaar geleden strafbaar gesteld
"De leidende pornohandelaren zen
den dat het om een klein deel van
hun handel ging en dat ze daarom
geen moeite hadden met het ver
bod", aldus De Wit. Hij zegt dat ei
'een handjevol' onderzoeken in Ne
derland loopt naar de fabricage van
kinderporno. "De politie geeft ei
absolute prioriteit aan".
Toch is De Wit er zeker van dat
de verspreiding van kinderporno
blijft bestaan. "Er zijn nu eenmaal
mensen die daaraan behoefte hebJ
ben". Hij zou het overigens gevaar
lijk vinden een soort heksenjacht
op de kinderporno te ontketenen.
"Bij stijgende prijzen wordt de
handel aantrekkelijker".
ROTTERDAM Ooit van Vanuatu gehoord? Het is een ei
landje in de Stille Oceaan. Er woont vrijwel geen mens,
maar het is wel de 'thuishaven' van een aantal schepen. Dat
wil zeggen: ze staan er geregistreerd. Ze zijn echter zelden
of nooit zelfs maar in de buurt te signaleren. De eigenaren
van de schepen bevinden zich dan ook elders: in Frankrijk,
Westduitsland of een ander westers land. "Het kan voor re
derijen heel voordelig zijn hun schepen ergens anders dan
in eigen land te laten registeren", verklaart Ed Sarton, se
cretaris van de Federatie van Werknemersorganisaties in
de Zeevaart (FWZ).
Een schip dient zich te houden aan
de regels van het land waar het is
geregistreerd. Soms zijn die ver
gaand. Er wordt dan bijvoorbeeld
geëist dat een schip een beman
ning moet voeren die voor (een
deel) bestaat uit inwoners van dat
land of dat de eigenaren en mana
gers de nationaliteit van de 'vlagge-
staat' moeten hebben. Ook worden
er vaak regels gesteld op het gebied
van veiligheid en arbeidsomstan
digheden.
Momenteel kan elk land zelf de
regels voor registratie van schepen
bepalen. Als gevolg daarvan be
staan er nogal wat verschillen. In
Panama en Liberia bijvoorbeeld is
registratie niet veel meer dan een
simpele administratieve klus. Sar
ton: "Je opent een postbus en je
vraagt iemand die af en toe te le
gen".
Vals
De voordelen zijn talrijk. Sarton:
"Het verschilt per rederij waar de
nadruk op wordt gelegd. Voor
sommigen telt vooral het fiscale
voordeel. Ze richten dan een papie
ren rederij op in een of ander belas
tingparadijs". Voor anderen ligt
het voordeel van het varen onder
vreemde vlag Sarton spreekt lie
ver van 'valse vlag' vooral in de
mogelijkheid aan uitgebreide ma
ritieme veiligheidswetgeving en
bemanningsvoorschriften te ont
komen en dat scheelt vaak aanzien
lijk in de kosten. Het leidt echter
meer dan eens ook tot zeer onveili
ge situaties.
Het varen onder vreemde vlag
heeft inmiddels een hoge vlucht
genomen. Net na de Tweede We
reldoorlog waren er bijvoorbeeld
niet meer dan zo'n 500 schepen in
de Liberiaanse en Panamese regis
ters ingeschreven. Samen vorm
den ze toen iets meer dan vier pro
cent van het totale wereldtonnage.
Inmiddels gaat het om bijna 6000
schepen oftewel bijna dertig pro
cent van het wereldtonnage. Daar
onder bevinden zich volgens Sar
ton naar schatting zo'n 200 schepen
die feitelijk eigendom zijn van Ne
derlandse rederijen. "Maar het is
moeilijk exact te zeggen, want er
worden soms zeer ingewikkelde
constructies bedacht".
Soepele regels op het gebied
registratie, administratie en finan
ciële aansprakelijkheid maken het
malafide reders vrij makkelijk om
duisterse zaken te doen. Een schip
kan in een handomdraai worden
doorverkocht of van naam veran
deren, iets wat de opsporing door
schuldeisers en politie er niet be
paald eenvoudiger opmaakt. De
FWZ heeft meer dan eens te maken
gehad met een 'in de steek gelaten'
schip: de eigenaar was dan simpel
weg met de noorderzon verdwe-
Veiligheid
Vaak laat ook de veiligheid op
dergelijke schepen zeer te wensen
over. Zo kon een ANP-journalist
enkele jaren geleden tegen beta
ling van 500 gulden een stuurmans
diploma kopen van de Panamese
consul. De enige nautische erva
ring van de man bestond uit een
maandje varen als lichtmatroos.
Ondernemers kunnen echter niet
volstrekt ongelimiteerd hun gang
gaan. "Dat is afhankelijk van het
vaargebied. In Europa is afgespro
ken dat de diverse landen vaartui
gen mogen controleren als ware
het hun eigen schepen. Hangt er
dan een rotte reddingsboot aan
boord, dan kunnen er boetes wor
den opgelegd".
Sarton: "Het is overigens niet zo
dat dat alle reders onder goedkope
vlag per definitie malafide zijn. Het
is niet per definitie zo dat de tank
ers van een in Libië geregistreerde
oliemaatschappij onveilig zijn".
bi de offshore wordt veel gewerkt met verplaatsbaar materiaal. Dat kan leiden tot ingewikkelde situaties, zoals
onlangs bleek toen zo'n 300 Spanjaarden in opstand kwamen tegen het Leidse bedrijf Heerema, omdat ze het niet
eens waren met hun afvloeiingsregeling. (foto ap>
Ook de situatie van de beman
ning van dergelijke schepen is niet
automatisch slechter. "Shell Tank
ers bijvoorbeeld heeft een aantal
schepen varen onder Liberiaanse
vlag. De Nederlanders die daar
werken zijn echter in dienst van
Shell Tankers bv Nederland. Hun
rechtspositie wordt dus bepaald
door de Nederlandse wetgeving".
Vaak echter bestaat er een
dienstverband met een in Panama,
Cyprus of ander land gevestigde
firma. Sarton: "Dat betekent dat
men de Nederlandse rechtzeker
heid voor een belangrijk deel moet
missen. Dat hoéft nog niet zo'n pro
bleem te zijn als een bedrijf dan
maar de nodige verzekeringen af
sluit voor haar bemanning. In on
geveer 20 gevallen hebben we een
contract gesloten waarin dat is be
paald".
Bezwaar blijft dan echter dat te
gen werkloosheid geen verzeke
ring af te sluiten valt. "En juist dat
risico moet in de scheepvaart niet
worden onderschat", aldus Sarton.
"Als we voorlichting geven op de
zeevaartscholen waarschuwen we
daar dan ook altijd voor'.'.
Verplaatsbaar
Behalve in de zeescheepvaart is
ook in de offshore-industrie, waar
sinds de energieprijzen zijn gaan
kelderen steeds meer op de klein
tjes moet worden gelet, het gebruik
van soortgelijke constructies in
zwang geraakt. "Een fabriek staat
ergens, daar kun je moeilijk om
heen. Maar in de offshore wordt
veel gewerkt met verplaatsbaar
materiaal, dat je dus makkelijk er
gens anders kunt laten registre-
Dat kan leiden tot ingewikkelde
situaties, zoals onlangs bleek toen
zo'n 300 Spanjaarden in opstand
kwamen tegen het Leidse bedrijf
Heerema, omdat ze het niet eens
waren met hun afvloeiingsrege
ling. Ze werkten op schepen onder
Panamese vlag, die opdrachten uit
voerden voor Fribourg, de Zwitser
se vestiging van Heerema. Sarton:
"Op hen was het Panamese recht
van toepassing. Eigenlijk hadden
ze helemaal nergens recht op toen
Heerema hen ontslag aanzei, want
in de Panamese wet is over een af
vloeiingsregeling niets vastge
legd".
De FWZ-secretaris kijkt met
enigszins gemengde gevoelens te
rug op de hele 'affaire'. "De Span
jaarden hadden allemaal individu
ele contracten, dus wij konden ei
genlijk helemaal niets doen. De
Spaanse zeeliedenbond heeft toen
gevraagd of wij wilden proberen
een regeling te treffen. Dat hebben
we gedaan en we hebben er, dacht
ik, uitgehaald wat er in zat. De
Spanjaarden vonden dat niet ge
noeg en zijn toen in staking gegaan.
Toen dat vervolgens in kort geding
werd verboden, konden wij de
voortgang van de actie natuurlijk
niet meer steunen".
rare situatie is voor een bond die in
principe aan de kant van de werk
nemers hoort te staan. Groot pro
bleem was dat er aan de kant vanj
de Spanjaarden geen duidelijke
onderhandelaars waren, dus dat
leidde tot chaotische situaties. We
hebben Heerema er toen meteen
maar opgewezen dat het heel wat
makkelijker zou zijn een cao af te
sluiten, want dat is tenminste dui
delijk wie er aan de andere kant
van de tafel zit". Op die suggestie is
het bedrijf overigens nog niet inge
gaan.
Afgezien van de vraag echter of
de acties van de Spanjaarden nu zoj
'terecht' waren, blijven voor Sarton
constructies als het varen onder
vreemde vlag een zeer slechte zaak.
De Internationale Transportar-
beiders Federatie (ITF), waarbij
vrijwel alle grote vakbonden van
zeelieden zijn aangesloten, pro
beert al jaren behoorlijke loon- en
arbeidsvoorwaarden te bedingen
voor zeevarenden over de hele we
reld. Sarton: "Dat is niet alleen in
het belang van de zeevarenden zelf,
maar ook in dat van de bonafide re
derijen, die zwaar te lijden hebben
van de concurrentie met goedko-
pevlag schepen".
Die zien overigens liever een ver
soepeling van de regelgeving om
de concurrentie aan te kunnen. On
langs kregen ze voor een deel hun
zin toen minister Smit-Kroes (ver-
keer en waterstaat) besloot de mo
gelijkheden te verruimen om op
Nederlandse schepen met goedko
pe Aziatische scheepsgezellen te
Heilloos
Een heilloze weg, vindt Sarton.
"De rederijen beconcurreren el
kaar over de ruggen van de zeeva
renden heen. Er ontstaat alleen
maar een neergaande spiraal waar
bij de ondernemers voortdurend I
op zoek zijn naar goedkopere ar
beidskrachten omdat de concur
rentie dat ook doet. Uiteindelijk
leidt dat tot niets".
"Alleen een internationale aan
pak heeft zin", stelt hij beslist. Niet
alleen om de positie van werkne
mers die varen op goedkope vlag
schepen te beschermen, maar uit- i
eindelijk om het verschijnsel uit te
bannen. De EG zou volgens Sarton
hier het voortouw kunnen nemen.
"Het sluiten van de EG-havens
voor schepen onder goedkope vlag
zou een belangrijke eerste stap
kunnen zijn".