De Hoge Raad vraagt om meer kritiek
Hoogste rechtscollege van Nederland bij 150-jarig bestaan op keerpunt aangeland
'De drempel is de laatste tijd een behoorlijk stuk verlaagd'
EXTRA
PAGINA 29
L
Het nieuwe gebouw van de Hoge Raad in Den Haagmet op de voorgrond links de befaamde jurist Cornelis van Bijnkershoek.
Zeker in een democratisch
staatsbestel dient het recht z'n
loop te hebben. De Hoge Raad
heeft de plicht erop toe te zien
of dat gebeurt. Eind deze
maand komt het hoogste
rechtscollege op een keerpunt
te staan. Niet alleen wordt er
dan teruggekeken op een
geschiedenis van 150 jaar
waarvan de stille getuigen in
het Haagse 'Museon' vanaf 27
september worden
geëxposeerd, ook wordt
officieel de nieuwe behuizing in
gebruik genomen. Daags erop,
op 30 september, zal op een
symposium in het
Congresgebouw in Den Haag
worden besproken waar de
raadsleden staan in de huidige
samenleving. "We staan er
middenin. De laatste jaren
overschrijden de burgers de
drempel van ons gebouw veel
gemakkelijker, omdat er
gelukkig minder autoriteitvrees
bestaat".
door Gerard van Putten
Als kwaliteitsbewaker van de recht
spraak ziet de Hoge Raad er nu hon
derdvijftig jaar op toe dat het Neder
lands recht naar de regel en in de
geest van de wet wordt toegepast. Al
wat onder recht wordt verstaan laat
zich eenvoudig gezegd aanduiden
als de spelregels van de Nederland
se samenleving. Ook de rechtspre
ker heeft zich daaraan tijdens de
rechtsgang te houden.
"Wij kijken in feite naar drie elemen
ten in het geval iemand tegen een gerech
telijke uitspraak in cassatie is gegaan bij
de Hoge Raad", zo verschaft mr. M.J.B.
Verburgh nadere toelichting als raads
heer bij het hoogste Nederlandse rechts
college. "Wij gaan na of een gerechtelijke
procedure op de juiste wijze is gevolgd.
Of een uitspraak goed is gemotiveerd, of
er geen tegenstrijdigheden in zijn geslo
pen. En wat wij ook onderzoeken: of het
recht correct is toegepast".
Iedere Nederlander die het hogerop
wil zoeken kan zijn recht halen bij de Ho
ge Raad. In cassatie gaan bij dit college
heeft alleen zin als een lagere rechter de
procesregels niet naar behoren heeft na
geleefd of het recht is geschonden. Daar
mee wordt meteen het markante verschil
aangegeven tussen het gerechtshof als
beroepscollege en de Hoge Raad als hof
van cassatie. Een gerechtshof onder
zoekt een beslissing van een lagere rech
ter op zowel haar feitelijke als op haar
rechtsaspecten. als daartegen hoger be
roep is aangetekend.
De raadsleden zijn daartoe niet gerech
tigd, het behoort niet tot hun taak zelf fei
ten vast te stellen en te onderzoeken.
Drie kamers
De Hoge Raad laat zich in drie 'kamers
uitsplitsen: de civiele kamer, Ue strafka
mer en de belastingkamer. Per kamer
verschilt de werkwijze enigszins. Wie
zich tot de belastingkamer wil wenden
naar aanleiding van een uitspraak van
het gerechtshof op een beropp tegen een
belastingaanslag, behoeft niet de bij
stand van een advocaat in te roepen. In
de strafkamer is de aanwezigheid van
een raadsman c.q. raadsvrouw wel ver
eist, al hoeft dat geen Haagse en meer be
paald een gespecialiseerde cassatie-ad
vocaat te zijn. In de civiele kamer dienen
de strijdende partijen zich wel te laten
bijstaan door een pleiter die uitstekend
is ingevoerd in cassatiezaken. "Beter dan
wat wij noemen de niet-Haagse advoca
ten zijn zij in staat tot cassatiemidde
ling", is de ervaring van mr. Verburgh,
"om de voor cassatie van belang zijnde
grieven tegen het arrest van het gerechts
hof aan te voeren".
In de strafkamer dienen zich nogal
eens a'dvocaten aan, die volgens de
raadsheer weinig vertrouwd zijn met de
mores van de Hoge Raad en de daarbij
passende cassatietechnieken. Hij doelt,
met alle respect, op de pleiters die niet
dagelijks in het gebouw van de Hoge
Raad rondstappen. "Die gaan in cassatie
omdat ze de strafmaat te hoog vinden.
Daardoor komen hier een heleboel
kanslozen binnen", zegt Verburgh.
Hij gelooft niet dat de advocaten om
economische motieven de zaak rekken,
eerder lijkt een op zich weinig steekhou
dend argument als "er valt weinig te ver
liezen" in strafzaken nogal eens te leiden
tot een cassatiezaak. "Uitstel van execu
tie. Voordat de uitspraak daar is ben je
wel een goed jaar verder".
Thuiswerk
Verreweg het meeste werk dat de le
den van de Raad verrichten mag worden
gekenschetst als thuiswerk. Het voorbe
reidende werk wordt gedaan door de
procureur-generaal en de twaalf advoca
ten-generaal, die anders dan de ambtena
ren van het openbaar ministerie bij de
andere gerechten een adviserende func
tie uitoefenen. Mr. Verburgh: "Al wat er
aan jurisprudentie en literatuur met be
trekking tot een bepaalde zaak is, wordt
door hen verzameld. In relatie tot de fei
ten zetten ze alle pro's en contra's tegen
over elkaar. Een en ander wordt vervat in
een advies, een conclusie. In belastingza
ken is het niet verplicht, dat conclude
ren. Bij die conclusie willen de raadshe
ren het meestal niet laten, zelf verrichten
we ook speurwerk naar arresten van ver
gelijkbare processen die in het verleden
zijn gevoerd. En naar al wat erover is ge
schreven".
In belastingzaken en in strafzaken
wordt in de regel een raadsheer-rappor
teur daarmee belast. Bij keuze door de
andere leden van de desbetreffende ka
mer. Deze maakt het concept-arrest op
en laat dat met inbegrip van het dossier
circuleren langs zijn collega's. Het con
cept-arrest wordt door hen na lezing
voorzien van allerlei op- en aanmerkin
gen. Daarna volgt mondeling overleg
achter gesloten deuren. Raadkameren
heet dat in jargon.
Militaire kwesties behoren tegenwoor
dig ook tot de competentie van de Hoge
Raad. Geschillen die betrekking hebben
op administratief recht laten zich even
wel beslechten door de Centrale Raad
van Beroep in Utrecht, en sinds 1976 de
Raad van State. Dat is het hoogste rechts
college voor degene die bijvoorbeeld een
beschikking van de overheid wil aan
vechten waarin staat dat er geen dakka
pel op zijn huis mag worden geplaatst.
Kwesties waarover nooit een overheids
beschikking is uitgevaardigd, maar die
wel vallen onder het administratief recht
laten zich weer wèl beoordelen door de
leden van de Hoge Raad.
Kwaliteit
Met recht kan de Hoge Raad worden
gekenschetst als het kwaliteitsbewa
kingscollege van het Nederlandse recht.
In beginsel staat het college immers ga
rant voor de rechtseenheid en de rechts
zekerheid. Zouden de vijf gerechtshoven
niet ondergeschikt zijn aan een overkoe
pelend hof, wellicht dat in het ene deel
van het land dan heel anders recht werd
gesproken dan elders. Nu komt het nog
wel eens voor dat een rechter met betrek
king tot een vergelijkbare 'zaak anders
oordeelt dan een collega, maar een en an
der kan door de Hoge Raad in cassatie
(beroep) worden rechtgetrokken.
Door de jaren heen heeft de Hoge Raad
met haar uitspraken een belangrijke bij
drage geleverd aan de ontwikkeling van
het Nederlands recht. Een rechter hoeft
zich dan niet per se te houden aan beslis
singen die eerder in gelijksoortige zaken
zijn genomen, de neiging daartoe is er
doorgaans wel. Al geldt de leer van het
precedent in beginsel niet, 'lagere' rech
ters zijn zich er immers terdege van be
wust dat de autoriteit van de Hoge Raad
alom wordt geaccepteerd.
In dat verband laat het zich raden dat
een beslissing die afwijkt van een oor
deel dat de Hoge Raad over een verge
lijkbaar geschil heeft geveld vrijwel ze
ker zal worden 'afgestraft' met een be
roepsprocedure. Daarnaast zijn de rech
ters er ook van op de hoogte dat een uit
spraak die geen recht doet aan een eerde
re uitspraak van de Hoge Raad in hoger
beroep waarschijnlijk zal worden vernie
tigd.
Tuchtrecht
Het ambtelijk tuchtrecht over minis
ters en rechters berust al evenzeer bij de
Hoge Raad. Klachten over bewindslie
den die zich schuldig maken aan ambts
misdrijven komen zelden of nooit bin
nen bij de procureur-generaal van de Ho
ge Raad. jaarlijks wordt wel tientallen
malen geklaagd over het gedrag van
rechters. Een burger die zich geschof
feerd voelt door de benadering van een
of andere rechter heeft nu eenmaal het
recht daarover beklag te doen bij de om-
budskamer van het college. Mocht de
klacht gegrond zijn, dan kan de desbe
treffende justitiële ambtenaar worden
berispt en in het uiterste geval uit het
ambt worden gezet.
"De leden van de Hoge Raad worden
niet door anderen gecontroleerd en
eventueel gesantioneerd. Als er al wordt
controleerd dan controleren de raadsle
den elkaar", zegt Verburgh. Een raadslid
kan alleen uit de Hoge Raad worden ge
zet als hij of zij ontoerekeningsvatbaar
wordt bevonden. Of als hij of zij zich te
buiten gaat aan openbare dronkenschap
of onbetamelijk gedrag.
Binnen de kring van leden van de Ho
ge Raad zou men toch wel graag zien dat
er wat meer en kritischer op hen wordt
gelet. De Hoge Raad heeft dat pleidooi
voor tenminste een maatschappelijke
discussie over hun werkzaamheden ver
heven tot gespreksitem van het honderd
vijftig jarig bestaan. Het argument dat
daarvoor wordt aangevoerd: "In een de
mocratische samenleving kan een
rechtscollege als de Hoge Raad de taak
van het formuleren van (nieuwe) normen
voor de samenleving alleen op verant
woorde wijze uitoefenen in samenspraak
met die samenleving". Die samenspraak
moet, zo stellen de leden van de Hoge
Raad het zich voor, bestaan uit het com
mentaarvan de burgers via de juridische
vakpers en de algemene publiekspers.
Controle
Mr. Verburgh: "De laatste groep zou
wat ons betreft wat meer belangstelling
kunnen tonen. Zeker de laatste tijd heeft
de Hoge Raad te maken gekregen met za
ken die niet alleen van juridisch gewicht,
maar ook van algemeen maatschappelijk
belang waren. Op de juridische kant van
de zaak bestaat doorgaans voldoende
controle, de uitspraken van de Hoge
Raad worden in juridische tijdschriften
gewogen. Maar ook als wij ons standpunt
bepalen over bijvoorbeeld de maat
schappelijke vraag of het verdedigbaar is
anonieme getuigen toe te laten, moeten
de voors en tegens daarvan namens de
burgerij kritisch door de media worden
gewogen".
De Hoge Raad bestaat thans, inclusief
de huidige president mr. H.E. Ras en de
zeven vice-presidenten, uit 32 leden. De
Kroon benoemt de leden van de Hoge
Raad. Gegadigden voor een vacature in
het college worden aangezocht door de
zittende leden. Vervolgens wordt op de
mocratische wijze, want na stemming
door de raadsheren en de procureur-ge
neraal, een lijst van zes kandidaten opge
steld. De Tweede Kamer draagt door
gaans de drie eerstgenoemden voor,
waarna de Kroon in het algemeen de als
nummer één geplaatste aanwijst als ver
vuiler van de vacature.
Voor een dergelijke keuzebenoeming
komen in de regel rechtsgeleerden in
aanmerking, die in hun vakgebied een
zekere naam hebben gemaakt. De benoe
mingsleeftijd ligt doorgaans rond de vijf
tig jaar. De zittingsperiode van een
raadsheer of raadsvrouw eindigt uiterlijk
twintig jaar later.
Verburgh weerspreekt dat het systeem
van aanwerving van nieuwe raadsleden
door zittende als het ware uitnodigt tot
het scheppen van een inteeltachtige
sfeer. "Er is geen sprake van vriendjes
politiek. Het juridische wereldje in dit
landje is zo klein dat iedereen op ieder
een let. Vandaar dat er vooral naar de re
putatie van gegadigden wordt gekeken.
In de praktijk is het zo dat er namen van
juristen op de voordrachtslijst worden
geplaatst, van wie het nauwelijks be
vreemding zal wekken dat ze worden ge
vraagd voor de Hoge Raad. Stuk voor
stuk hebben de raadsleden zich op de
een of andere manier wel onderscheiden.
Als rechter en anders wel als rechtsge
leerde en publicist van juridische artike
len. Dat er maar drie vrouwen lid zijn
heeft alles te maken met het feit dat er in
het algemeen mensen tot de Hoge Raad
toetreden, die al aardig op weg zijn naar
het einde van hun carrière. Ik durf er een
fles cognac onder te verwedden dat over
een jaar of tien. vijftien dertig procent
van de raadsleden vrouw zal zijn. Ik ba
seer die verwachting op het gegeven dat
meer dan de helft van de rechters in op
leiding vrouw is".
De volksvertegenwoordiging heeft
overigens geen inspraakrecht als het
gaat om de aanstelling van de president
en de vice-presidenten. Volgens staat
kundig gebruik benoemt de Kroon de
oudste vice-president bij wijze van be
vordering. Is er een vacature voor een
vice-president, dan is het oudste raadslid
de aangewezen persoon om daarin te
Karei de Stoute
Dat de anders zo behoedzaam en zorg
vuldig te werk gaande rechters van de
Hoge Raad deze maand stilstaan bij het
150-jarig bestaan, strookt niet helemaal
met de feiten. Zij het in ruwe vorm
stichtte Karei de Stoute al in 1473 de Gro
te Raad oftewel het Parlement van
Mechelen als hof van hoger beroep voor
alle lage landen. Het moest maar eens af
gelopen zijn met de willekeur waarmee
rechters rechtspraken. Er werd maar
raak geoordeeld over allerlei kwesties.
De ene rechter sprak zich naar bevind
van zaken zus uit, de ander zo. Met het
gevolg dat er veel van wat voor de ene
wijze man recht scheen door de ander
krom werd gepraat. Eenheid van recht in
de Nederlanden was kortom ver te zoe
ken.
Maar ook met de instelling van de Gro
te Raad bereikte Karei de Stoute niet wat
hij beoogde; de van nature gescheiden
geesten in de Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden weigerden zich te houden
aan een eenduidige rechtspraak. Het viel
slecht in de noordelijke Nederlanden dat
een vreemde snoeshaan in de persoon
van een Mechelse rechter recht sprak
over zaken die, zo werd geoordeeld, in
feite buiten zijn waarnemingsveld lagen
De Spaanse overheersing maakte een
einde aan de kunstmatige eenheid van
twee volkeren. In 1568 begonnen de
noordelijke Nederlanden openlijk te re
belleren tegen het gezag van Filips II.
Dat kwam ook tot uiting in de verbinte
nis die de Noordelijke Nederlanden met
elkaar aangingen in de Unie van Utrecht.
De onafhankelijke status werd in 1582
door de provincies Holland en Zeeland
beklemtoond met de oprichting van de
Hoge Raad, die ruim twee eeuwen later
(in 1795) werd meegesleurd in dè val van
de oude Republiek. Cornelis van Bijn
kershoek, Zeeuw van orgine, had toen al
lang nationale faam verworven in de pe
riode dat hij de Hoge Raad voorzat.
Bij herhaling wist deze jurist, die leef
de van 1673 tot 1743, conflicten tussen
provincies en steden naar ieders tevre
denheid te beslechten. In zijn tijd genoot
hij landelijk aanzien als rechtsgeleerde
en bemiddelaar, buiten de grenzen ver
wierf Van Bijnkershoek een eminente
reputatie nadat er van zijn hand stan
daardwerken over het Romeinse, het pu
bliek- en privaatrecht waren verschenen.
Te zijner nagedachtenis staat zijn beelte
nis net als eertijds op het Plein promi
nent voor de ingang van het nieuwe ge
bouw van de Hoge Raad, de voormalige
Koninklijke Bibliotheek in de Haagse
Kazernestraat, dat namens de Rijksge
bouwendienst door vrom-minister Nij-
pels op 29 september officieel wordt
overgedragen aan diens ambtgenoot van
justitie, mr. Korthals Altes.
Overkoepelend
De Hoge Raad zoals die thans als over
koepelend orgaan van 62 kantongerech
ten, 19 arrondissementsrechtbanken en
5 gerechtshoven fungeert heeft met Van
Bijnkershoek en al die andere uit steen
gehouwen en naar de nieuwe behuizing
meeverhuisde tijdgenoten feitelijk wei
nig uitstaande. Het opperste gerechtshof
van nu is onder de naam Hoge Raad inge
steld op het Wener Congres in samen
hang met de creatie van het Koninkrijk
der Nederlanden. In artikel 175 van de
Grondwet van 1815 is de oprichting beze
geld. Pas in 1838 kon de Hoge Raad wor
den geïnstalleerd, mede als gevolg ook
van de oplaaiende twisten tussen het
Noorden en het Zuiden die in 1830 leid
den tot een definitieve scheiding van
geesten. Het Zuiden kroonde zich toen
tot het koninkrijk Belgie.
Ook voor de Hoge Raad heeft de tijd
niet stilgestaan. Niet alleen dat honderd
vijftig jaar Hoge Raad samenvalt met de
gedwongen verhuizing van het Plein
waar de Hoge Raad van 1864 af zetelde en
waar binnen afzienbare tijd het nieuwe
gebouw van de Tweede Kamer zal verrij
zen, het college van bedaagde, wijze
mannen en een enkele vrouw heeft zich
aan de ontwikkelingen en veranderde
normen binnen de Nederlandse samen
leving moeten aanpassen. De Hoge Raad
is vooral de laatste jaren meer en meer
naar buiten getreden als wetbewakings-
instituut en als plaatsvervangend wetge
ver; in het verleden waren de raadsheren
vooral wetsuitleggers.
Beduidend minder behept met autori
teitvrees dan vroegere generaties stapt
de hedendaagse burgerij tegenwoordig
gemakkelijk naar de rechter. Zelfs om
het ogenschijnlijk onbenulligste geschil
letje wordt tegenwoordig een kort ge
ding aangespannen. Een groeiend per
centage wordt tot het hoogste college uit
gevochten. Het woord klassejustitie wil
dan wel eens vallen, maar die term wordt
volgens mr. Verburgh dan wel ten on
rechte gebezigd. Vandaag de dag behoe
ven ook burgers met minder dan modale
inkomsten zich in principe niet door ho
ge proceskosten te laten afschrikken.
Verdubbeld
"Het aantal zaken is de laatste twaalf
jaar verdubbeld, zo niet verdrievoudigd.
Twee belangrijke factoren hebben bij die
ontwikkeling een evidente rol gespeeld:
de hogere opleidingsgraad van de door
snee burger en de minder gezagsgetrou
we instelling van de gemiddelde ingeze
tene. Het recht is een stuk dichter bij de
mens gekomen doordat er een ware gra
tis rechtshulpbeweging op gang is geko
men. De van overheidswege gesubsidi
eerde bureaus van rechtshulp, de wets-
winkels. de consumentenbond en de
vakbonden, ze verlenen veelal kosteloze
juridische bijstand".
In het verlengde daarvan heeft de Ho
ge Raad zich recentelijk moeten buigen
over talloze maatschappelijke proble
men. Over onderwerpen als euthanasie,
huizen kraken, discriminatie en ontslag
recht wisselden de raadslieden in de
raadkamer uitgebreid van gedachten.
Onder meer leidde dat ertoe dat bepaal
de constructies om de belasting te ont
duiken als bijvoorbeeld het American
Land Program ontwettig werd ver
klaard. De Hoge Raad heeft voorts de ei
sen geformuleerd waaraan moet worden
voldaan, indien wordt overwogen een
psychiatrisch patiënt dwangmatig op te
nemen in een psychiatrische inrichting.
"Dat de drempel naar de Hoge Raad
een stuk lager is komen te liggen achten
wij een goede zaak, dat hoeft geen be
toog", stelt Verburgh. "Maar op grond
van de sterk verhoogde werklast mag zo
langzamerhand wel hardop de vraag
worden gesteld of de Hoge Raad het nog
lang kan volhouden kwaliteitsbewaker
van het recht te zijn. In een klein land is
het aantal juristen nu eenmaal beperkt,
eens houdt het op. Dan zal, als de klach
tenregen verhevigt, niet langer de vereis
te mankracht voorhanden zijn om die op
te vangen".
Het zou hem daarom niet bevreemden
dat de Hoge Raad zich in de toekomst in
hoofdzaak zal gaan bezighouden met
rechtsontwikkeling. "De eerste stap in
die richting is de bevoegdheid die de Ho
ge Raad krachtens een op 1 juli in wer
king getreden wet nu heeft om een cassa
tieberoep zonder verdere motivering te
verwerpen. En dan doel ik op de zaken
die niet van belang zijn voor de rechts
eenheid en de rechtsontwikkeling".
Op de tocht
Het recht moet in een democratie als
de onze z'n loop hebben. En houden, zo
vindt ook mr Verburgh. Daartegenin
druisen de bezuinigingsmaatregelen die
intussen het recht op gratis rechtshulp
hebben ingeperkt. Mr. Verburgh acht
zich als raadsheer niet competent een
oordeel te vellen over deze overheids
maatregel. Wel laat hij zich in algemene
zin aldus uit: "Als mensen het gevoel
hebben dat hun onrecht wordt aange
daan, dan moeten ze in de gelegenheid
zijn dat bij een onafhankelijk rechter aan
te vechten. Wordt daaraan op wat voor
manier dan ook gemorreld, dan komt het
gevoel in een rechtsstaat te leven op de
tocht te staan".
Mr. Veröurgh: "Er is geen sprake van vriendjespolitiek".