Hoe leren baby's communiceren? Van een gebreide bustehouder tot overspel Drie onderzoekers ontdekken zes stadia in leren spreken Hoofdredacteur Rob van Vuure over vijftig jaar Margriet 'Prrrt, prrrt'. Op dat niveau pleegt menige volwassene te communiceren met baby's. Aan de antwoorden is lange tijd geen aandacht besteed. Drie Amsterdamse wetenschappers hebben zich verdiept in de spraak gedurende het eerste jaar. Hun belangrijkste boodschap is: ouders moeten zich niet te snel zorgen maken. "Gewoon doen wat je hart ingeeft" door Annemiek van Oosten Een beetje baby ligt ook weieens met open ogen van zijn/haar rust te genieten. Een baby is ook maar een mens en elk mens wil van tijd tot tijd zich ontspannen. Lekker een beetje rondkijken en voor de vuist weg wat pruttelen. Niets aan de hand. Tot het moment waarop een waanzinnig groot hoofd plotseling de wieg in duikt. 'Prrrt, prrrt, prrrt, prrrrrrrt', klinkt het uit de mond van een vol wassene. Drie Amsterdamse wetenschappers, deskundigen op het gebied van 'baby- spraak', schieten in de lach na de vraag of zoiets schadelijk is voor een kind. "Doen wat je hart je ingeeft, dan doe je het goed", verzekert orthopedagoog en loge- pedist Janette van der Stelt. Haar collega Florien Koopmans-Van Beinum, doctor in de letteren: "Je hoeft niet altijd volzinnen te maken. Het be langrijkste is plezier hebben". De vol gende geruststelling komt van psycho- analist en logopedist Kino Jansonius- Schultheiss: "Als zo'n volwassene na vijf jaar nog hetzelfde geluid maakt, dan pas moet je je zorgen maken". Babytaai De drie vrouwen vertellen dat ze op nogal wat weerstand stuitten bij manne lijke collega's toen ze enkele jaren gele den begonnen met het eerste onderzoek naar de ontwikkeling van spraak en com municatie en ontwikkelingsstoornissen bij baby's. "Er was vrijwel niets bekend over de manier waarop baby's taal verwerven. Taal? Daar spreek je immers pas van zo dra het eerste woord over de lippen komt", zegt Florien Koopmans over de dagen dat hun onderzoek nog in de kin derschoenen stond. "Spraak in het eer ste levensjaar? Ach, de meeste collega's zagen het als de nieuwe hobby van een stelletje moeders". Jannette van der Stelt: „En dat terwijl alle moeders, vaders en andere verzor gers onmiddellijk begrepen waarover we het hadden. De financiering van ons on derzoek was echter een probleem. Het duurde lang. En dat terwijl de man die daarover moest beslissen net zelf een ba by had". Er komt iets van spot in haar stem: "Maar ja, het zei hem niet veel. Hij had waarschijnlijk ook niet veel tijd voor zijn kind. Was bezig met z'n proef schrift". Florien Koopmans kreeg afgelopen za terdag op het congres 'Taal en Spraak' in Utrecht volop de gelegenheid om de ge schiedenis van het onderzoek nog eens fijntjes in herinnering te brengen. "Het was een uitstekende gelegenheid andere De onderzoekers Jansonius, Van der Stelt en Koopmans (van links naar rechts): "We ontdekten vaste patronen voordat een kind leert spreken". taalonderzoekers te wijzen op het be staan van zoiets als babyspraak". Het begon allemaal tijdens een con gres in Frankrijk. Een taalwetenschap per had, naar de mening van de drie vrouwen, de euvele moed te veronder stellen dat alle geluiden, alle klanken van een baby betekenis hebben. "Wij wilden weieens weten hoe de spraakontwikke- ling bij kinderen tot één jaar werkelijk verloopt. Hoe komt het dat mensjes uit eindelijk taal produceren? Hoe begint het? Wij vermoedden dat het maken van geluiden vooral een technische kwestie was. Een zaak van trainen". Opnamen Het eerste onderzoek begon met weke lijkse opnamen (beeld en geluid) van Flo- riens baby. Ook een andere collega met een baby werd onder druk gezet mee te werken. Na de eerste analyse van het ma teriaal zijn de wetenschappers via con sultatiebureaus in contact gekomen met andere ouders en hun baby's. "We ontdekten vaste patronen en on derscheiden nu zes stadia vóór het mo ment waarop een kind het eerste woord spreekt", begint Florien Koopmans. Haar twee collega's springen waar nodig bij. "Het tijdstip waarop kinderen op een andere manier geluid beginnen te maken verschilt nogal, dus we laten om misver standen te voorkomen en geen ongerust heid op te wekken begrippen als 'na drie maanden' en na 'veertig weken' weg", klinkt het vooraf. De baby, zo is nu wetenschappelijk vastgesteld, begint haar/zijn loopbaan in het produceren van decibellen heel een voudig. „Volwassenen maken geluiden via het systeem van één cyclus van in- en uitademing. Heel kleine kinderen doen dat ook, ze maken echter eerst slechts eén geluidje binnen één uitademing. Het is meestal zacht en vlak. Het is een voor zichtig uh of eh". Na een aantal weken lukt het ze om tij dens de stemgeving te stoppen, de stem banden stil te zetten, te vergelijken met het maken van een eerste lettergreep van een woord. Het is een a, o, u of een i. "Daarna volgt het stemgeven, de bewe ging waarbij de mondkeelbuis wordt ge bruikt. Voorbeeldje? Zo'n geluid als 'ara'. De tong en kaak worden bewogen en de stem wordt stilgezet. Er wordt ein deloos mee gevarieerd en het gebeurt steeds verfijnder. Sommige ouders den ken dan al dat het kind woordjes spreekt, omdat ze iets herkennen". De volgende fase is er een van veel minder articuleren, maar het aanhoudend geluid maken en dat kan dus ook huilen of krijsen zijn. Brabbelen De vijfde ontwikkeling herkennen veel ouders onmiddellijk. De drie weten schappers noemen het 'brabbelen', de periode waarin de variatie weer terug keert en de herhaling haar entree maakt. "Geluiden als gagaga en bababa spre ken volwassenen erg aan. Het is talig", zegt Florien Koopmans. "En dan volgt het gebruik van vaste geluidscombina ties, in vaste situaties, waarop ouders stempels kunnen drukken. Zij kunnen bijvoorbeeld denken: nu wil hij drin ken". Het is volgens haar ook vaak het moment waarop mensen denken dat hun kind al 'papa' of 'mama' kan zeggen". Niet alleen de produktie van geluid, ook de mimiek ofwel lichaamstaal van een kind is belangrijk voor het leren communiceren. "Toch niet onbelangrijk gereedschap in een mensenleven. Voor waarde is wel dat volwassenen de signa len zien en er op reageren. Hoe ontstaan Communicatie tussen moeder en baby: Plezier hebben is het belangrijkste. Je hoeft niet altijd volzinnen te ma ken". (fotos GPD) er anders vaste geluidscombinaties in vaste situaties? Verzorgers van kinderen die niet opletten, kunnen erop rekenen dat een kind op andere manieren de aan dacht zal proberen te trekken". De kennis over babyspraak moet ou ders vooral niet onzeker maken, vinden Koopmans, Van der Stelt en Jansonius. "Het is immers nu al eeuwenlang zo dat volwassenen erin slagen kinderen te as sisteren bij het vinden van de toegang tot het gebruik van de moedertaal. Wij we ten nog niet zeker of een baby met zijn of haar spraak uiting geeft aan gevoelens, maar we pleiten er beslist niet voor om kinderen maar te laten huilen. Het type geluid zegt misschien niet veel over de gemoedstoestand van een kind, de span ning waarmee het gebeurt, doet dat wel. Tenslotte is een kind hopeloos afhanke lijk. Het moet wat, want tot andere din gen is het nog niet in staat". Open gehemelte De twee nog lopende vervolgonder zoeken bewijzen volgens het drietal het nut van het hebben van kennis over de eerste geluiden van een mens. "Nu we weten in welke fasen de ontwikkeling van babyspraak is té verdelen, gaan we na of er mogelijkheden zijn in een vroe ger stadium gehoorstoornissen bij kin deren te ontdekken en zo spraakhinder- nissen in de toekomst vóór te zijn. We zijn ook bezig te onderzoeken wat we voor kinderen met een open gehemelte kunnen doen. Sommigen krijgen op late re leeftijd de grootst mogelijke spraak- problemen". Een advies aan ouders: "Vooral niet onzeker worden. Gewoon doen wat je hartje ingeeft en bij twijfel advies vragen en erop staan dat je serieus wordt geno- En nog een laatste advies van Janette van der Stelt voor het geval het wachten op het eerste woord te lang gaat duren. "Ik denk dan aan het mopje over de ou ders van een Duitse jongetje. Ze hadden al vijf specialisten bezocht en ook de zes de kon niets vinden. Na het laatste con sult gebeurde het. Ze zitten aan tafel, de soep komt, de jongen neemt een hap en zegt: de soep is koud. Je zult begrijpen dat de ouders even van hun verbazing moesten bijkomen en natuurlijk vroegen ze de jongen onmiddellijk waarom hij niet eerder had gesproken. Zijn ant woord was duidelijk: tot nu toe was alles in orde". Rob van Vuure, hoofdredacteur van Margriet: "Als iemand moete heeft de eindjes aan elkaar te knopen, dan moet Margriet ze serieus nemen". <foto gpd» Op dertig september 1938 verscheen het eerste nummer van Margriet, 'weekblad voor vrouwen en meisjes'. Dit jaar viert het op één na grootste vrouwenblad van Nederland haar 50- jarig jubileum. Twaalf jaar geleden werd Rob van Vuure (43) hoofdredacteur van Libelle. Onder zijn leiding werd Libelle groter dan Margriet. Nu bekleedt hij sinds een jaar datzelfde hoofdredacteurschap bij zijn voormalige concurrent. En moet hij proberen de voorsprong van Libelle weer ongedaan te maken. door Anka van Voorthuijsen In één van de eerste afleveringen van de rubriek 'Margrietje weet raad', (oktober 1938) voldoet de re dactie aan een verzoek van mejuf frouw L.H. uit Utrecht: 'Wij hopen U van dienst te zijn met dit patroon voor een gebreide camisole en bus tehouder'. Het weekblad Margriet bestaat dan pas enkele weken, maar de lieve lezeressen schrijven al stapels brieven, waarin op lossingen worden gevraagd voor prakti sche, huishoudelijke problemen. En dat was dan ook de bedoeling van de redac tie. 'Margriet is er om u op de hoogte te houden van allerlei nieuwigheden en we tenswaardigheden waarvoor wij vrou wen interesse hebben. Doch eveneens een blad dat ook graag voor U zal zijn een steun, een hulp, een raadgeefster, een vriendin', aldus de redactie in haar eerste voorwoord. Het blad is gevuld met tips: in de ru briek 't is maar een weet wordt het af druiprek geïntroduceerd ('nooit meer ge broken kopjes'). Verder valt te lezen hoe een versleten jurk weer als nieuw kan worden gemaakt en hoe men een wollen jumper 'wascht'. Ook al is het blad niet voor mannen be doeld, ze komen ook al meteen aan bod. 'Want er zijn in de huishouding tal van karweitjes die zoo specifiek mannelijk zijn, dat zelfs de flinkste huisvrouw er niet toe komt ze te verrichten'. Onder de kop En nu mannenvroolijk aan den slag zien wij foto's van een man die het snoer van een schemerlamp vervangt en een tuinhekje timmert. Oorlogswinter Tot halverwege 1943 bleef Margriet ook tijdens de oorlogsjaren wekelijks verschijnen. Vrolijke nummers, zo op het eerste gezicht. De breipatronen en korte romantische verhalen bepalen het grootste gedeelte van de inhoud. Maar de wanhoop blijkt bij nader in zien al snel. Een speciale rubriek wordt ingesteld: Parels, bemoedigende gedach ten in donkeren tijd. 'De lente is gegaan. De zomer is vergleden, zonder dat wij het beseften. We zijn bang wat deze eerste oorlogswinter ons brengen zal'. Maar Margriet zou Margriet-niet zijn als de lie ve lezeressen niet een hart onder de riem werd gestoken: 'Laten wij niet klagen over dingen die wij verwachten. Die mis schien nooit komen en die, als ze er een maal zijn, lichter te dragen blijken dan de verwachting ervan'. De praktische tips passen zich aan bij de tijden. 'Aan de textielregeling kunnen wij helaas niets doen. Maar van uw oude jurk valt nog veel leuks te maken voor uw kindje'. Of: 'De suiker is op de bon. Laat uw huisgenoten goed in hun kopje roeren, zodat niets wordt verspild'. Of: 'Ook al heeft u minder kolen, uw huis wordt toch warmer als u de kieren dicht' De laatste anderhalf jaar van de oorlog verscheen Margriet niet meer, wegens papierschaarste. In de jaren vijftig doet de show-wereld haar intrede bij Margriet. In elk nummer staat een pagina Sterrenparade en min stens één koninklijke romance. De we reld van 'moeder' is wijdser geworden, zo blijkt uit de inhoud. Een dokter be handelt wekelijks een kwaaltje en Dr. Sis Heijster heeft een pagina levende op voedkunde: 'Huiswerk hoort erbij. Maar daarna mag de schoolgaande jeugd toch zeker wel naar de radio luisteren?' Emancipatie Er is een rubriek waarin kinderziektes worden besproken en pagina's waarop de gefotografeerde 'baby's van de week' op een zwart-wit fotootje prijken. In Margriet weet raad beantwoordt een deskundige de prangende vraag of roze wel geschikt is voor de moeder van de bruid. Aan het eind van de jaren zestig drin gen voorzichtig emancipatoire opmer kingen de kolommen binnen. Margriet stuurt een doodgewone huisvrouw op re portage naar Afrika: 'Zij zag Afrika zon der politieke bril, maar met de ogen en het hart van een vrouw die zelf moeder is'. Maar Margriet tekent daarbij aan: 'Wij vrouwen en moeders hebben zachte stemmen. Niemand let op ons, maar als wij samen onze stemmen verheffen, zul len de mannen ons moeten horen'. De 'doodgewone huisvrouw' staat zelfs met een filtersigaret in haar mond op de foto. En in de rubriek Margriet weet raad dui ken de eerste huwelijksproblemen op: 'Wij leven langs elkaar heen'. In 1970 is het uit met de voorzichtig heid. In interviews wordt 'het traditione le huwelijk, waarin niemand de verde ling van het werk ter discussie stelt' afge keurd. Harriët Freezer, feministe van het eerste uur, spreekt de lezeressen be schuldigend toe: 'Zolang er nog meisjes zijn die hun aanstaande als een soort le vensverzekering zien, bestaat er bij man nen een terechte trouwangst'. In Margriet weet raad vraagt een leze res of het wel normaal is dat haar rnan al leen op vakantie wil en de raadgeefster zegt: 'Dat moet kunnen voor een paar da gen of enkele weken'. Tot 1980 gaat Margriet door op die toer. 'Na een scheiding is er heus wel kans op een goed tweede huwelijk', schrijft het blad, en stelt vast: 'Iedereen kan over spannen worden'. Aan het begin van de jaren tachtig wordt de klok teruggge- draaid. Doorsnee vrouw "Libelle kreeg toen meer abonnees dan Margriet", zegt de huidige hoofdre dacteur, Rob van Vuure (43), over die re dactionele wijzigingen. "De inhoud was wat overdone. De redactie droeg veel din gen uit, maar je moet toch uitkijken in welke mate je de lezeressen ermee om de oren slaat". -De lezeressen haakten af, dus veran derde de inhoud. "Margriet is een blad voor de doorsnee Nederlandse vrouw. Die getrouwd is en kinderen heeft, of wil trouwen". Dat Margriet tegenwoordig minder inhoudelijke verhalen en inter views bevat, minder informatie geeft, be strijdt van Vuure: "Het moet gezellig zijn. Dat is belangrijk. Maar dat staat niet gelijk met oppervlakkig. Margriet is ge zellig, maar ook informatief. Je moet het op een aangename wijze brengen". Hij daagt uit: "Noem maar een pro bleem en het kan in de Margriet. Alles kan". Een paar relaties naast elkaar kan bijvoorbeeld. "In de jaren zeventig werd dat misschien over acht pagina's met zwart-wit foto's gebracht. Nu doen we het ook, maar op een andere manier. We nemen een brief mee over dat onderwerp en zo komt het in de vraag en antwoord- rubriek". Een lesbische vrouw die via kunstma tige inseminatie zwanger raakt? "Kan ook. Niet uitgebreid midden in het blad, maar wel via de doktersrubriek of Mar griet weet raad. Alles kan, als je het maar op de juiste manier doseert. We hebben er nu rubrieken voor. In de jaren zeven tig werd het allemaal zo zwaarwichtig. Dat kostte abonnees. Veel van onze leze ressen krijgen hun portie ellende wel. Die willen een gezellig blad. Met leuke dingen". Serieus De rubriek die begon als Margrietje weet raad en een enorm succes was, is na vijftig jaar nog steeds het paradepaardje van het familieblad. Van Vuure vindt dat Margriet dank zij die rubriek zich van de concurrenten onderscheidt. "Margriet is serieuzer. Er zitten hier dagelijks acht mensen die vragen beantwoorden van le zers. Dat zijn docenten, maatschappelijk werkers, we hebben hier een half RIAGG zitten. We kiezen voor die ser vice en dat wordt gewaardeerd. Die acht toestellen rinkelen de hele dag. We krij gen 1500 brieven per week". Hij vindt Libelle en Margriet voor '80 a 90 procent' op elkaar lijken. "Het ver schil is miniem. Margriet weet raad, is ontzettend arbeidsintensief en het kost veel geld, maar het is wel de kracht van Margriet. Relationele, seksuele en medi sche problemen worden toegankelijk ge bracht in zo'n rubriek. Ook voor mannen trouwens. Waar moeten mannen wat le zen als ze geduvel hebben in hun relatie? Als je toevallig geen therapeut in je fami lie hebt of een aardige vriend, dan kan je als man ook bij 'Margriet weet raad' te recht". Zo af en toe komen er ook boze brieven van de lezeressen. Van Vuure: "Als ze het idee hebben dat Margriet iets als on trouw goed praat, schrijft dat dat wel kan. Dan komt er een lading boze brieven. Of als je dure groenten nodig hebt om de re cepten te maken. Of als er veel dure mo de in één nummer staat. Als we net doen alsof het allemaal maar kan. Daarop pro beren we dus heel scherp te letten. Als ie mand thuis zit, kinderen heeft en moeite moet doen de eindjes aan elkaar te kno pen. dan moet Margriet ze serieus ne men. Als je daar badinerend over doet. jaag je ze de gordijnen in. Dat willen we niet".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25