Vijfentwintighonderd km trappen
Stille fluit gaat op reis
[achtergrond!
Tragiek van een fan
Aartsvijanden
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1988
PAGINA VOOR JONGEREN
Eindredactie Paul de Tombe
Telefoon 071-161442
ft.
9VH1VL
VIRE (Frankrijk) - De 5-jarige Laetitia uit Vire in Normandiëheeft het er maar druk mee. Haar twee jaar
oude Ierse setter beviel onlangs van 19 puppies. De moederhond kan het niet aan alle jonge diertjes zelf te
voeden. Laetitia helpt daarom een handje, om de twee uur geeft ze de kleintjes defies. (foto ap>
"Je moet goed met jezelf over
weg kunnen, een beetje door
zettingsvermogen hebben en
een redelijke conditie". Aan
het woord is Roland Fasel, een
19-jarige Leidse scholier die in
de zomervakantie op de fiets
stapte, richting Oostenrijk. Na
tuurlijk zijn er meer jongeren
die in hun vakantie flinke af
standen fietsen. Maar zo'n eind
in je eentje komt niet veel voor.
door
Ed Petit
Roland: "Ik wilde per se met de
fiets weg en ben dit jaar begon
nen met trainen. In Oostenrijk
gingen we vroeger altijd skiën.
Ik had het land nooit zonder een
dikke laag sneeuw gezien. Het is
een indrukwekkende ervaring
om op je fiets door de Alpen te
rijden.
We zijn eerst met zijn drieën
naar Limburg gereden, (mijn
broer, een vriend en ik) daar zijn
we uit elkaar gegaan. Zij naar de
Ardennen en ik dus verder naar
Oostenrijk. In Duitsland volgde
ik de Rijn. Zo'n honderd kilome
ter voor Bazel rijd je naar het oos
ten en dan kom vanzelf in Tirol.
Maar zo gemakkelijk als ik het
hier zeg is het niet. Duitsland en
de meeste andere landen zijn
niet zo goed ingesteld op fietsers
als Nederland. Je vindt er geen
fietspaden. Daardoor moet je
soms hele stukken omrijden en
kun je nooit een goede planning
maken. Vrijwel de hele route
fiets je op drukke autowegen.
Omdat de automobilisten daar
niet gewend zijn aan fietsers,
passeren ze je vaak rakelings. Le
vensgevaarlijk. Daar moet je re
kening mee houden wanneer je
op de fiets naar het buitenland
gaat.
Je moet ook (net als in Neder
land) goed op je geld letten. In
Koblenz, waar ik een paar dagen
bij kennissen logeerde, ver
dween er zeshonderd gulden uit
m'n zak. We stonden te kijken
naar schilderijen en andere
kunstwerken die werden ver
kocht door Franse jongens. Er
waren aardig wat mensen en
daar liepen steeds een paar van
die knapen omheen. Op zo'n mo
ment heb je niets in de gaten,
maar toen ik later bij een bank
ging wisselen ontdekte ik dat
mijn geld was verdwenen, op een
klein bedrag na in m'n borstzak.
Woedend liep ik terug en zag dat
ze onder elkaar bankbiljetten
verdeelden. Het leek Nederlands
geld. Maar je kunt niets bewij
zen. Jammer, want het was vrij
wel alles wat ik aan geld bij me
had. De kennissen leende me het
bedrag en ik vervolgde m'n reis,
want ik had haast om de Alpen te
bereiken. Achteraf stom van me
zelf dat ik niet naar de politie ben
gegaan. Die had er misschien
nog iets aan kunnen doen.
De heenreis heeft ongeveer
tien dagen geduurd. Je moet dan
gemiddeld honderdtien kilome
ter per dag afleggen. En afgezien
van een paar lekke banden heb
ik geen pech gehad. Wel was
mijn achterband, toen ik thuis
kwam, zo glad als een spiegel en
zo dun als een velletje papier. Je
kon er bijna de binnenband
doorheen zien. Ik had er geen
meter meer op moeten fietsen.
Het was de moeite waard en
het geeft me een grote voldoe
ning dat ik het gehaald heb. Of ik
het volgend jaar weer zou doen?
Jazeker, maar dan niet meer al
leen".
Heb jij ook een bijzondere i
kantie gehad? Bel dan r
161412 en we maken en af
spraak voor een gesprek. Kom
je ook eens in de krant
Jeugdige lezers van de Leidse bibliotheekfilialen 't Spoortje en
Morskwartier hebben de afgelopen zomermaanden met veel
enthousiasme meegedaan aan het leesprogramma 'een kast
vol helden'. Boeken over Robin Hood, Pietje Bell, maar ook de
anti-held Pudding Tarzan werden gelezen en beoordeeld. De
in totaal 100 deelnemers kregen voorts de opdracht een teke
ning met een verhaal te maken over hun eigen held.
De verhalen van de twee winnaars worden op de Kits-pagi-
na gepubliceerd. Vorige week lazen jullie al het opstel van Eva
van Tol. Deze week is Annelieke Dekker aan de beurt.
Er was eens een fluitketeltje met
een heel eigenwijs fluitje. Dat
fluitje had een hekel aan fluiten
moet je weten. Dat kwam omdat
het fluitje dacht dat echte helden
niet fluiten, en het fluitje ver
beeldde zich dat ze een echte'
held was. Dus nu snappen jullie
wel waarom ze zo'n hekel aan
fluiten had. En telkens als het
water in de ketel kookte en de
stoom door de ketel blies werd
het fluitje reuze boos. En van
kwaadheid sprong het dan op de
grond.
De fluitketel vond dit helemaal
niet aardig, en geloofde ook niet
dat het fluitje een echte held was
en niet mocht fluiten. Dus knor
de de fluitketel elke dag van
boosheid op het fluitje. Maar dat
hielp niks, want het fluitje bleef
volhouden dat echte helden niet
fluiten. Toen zei de fluitketel:
"Dan wil ik je ook niet langer
meer hebben. Ga maar weg, held
op sokken"! En ze deed het water
zo hard koken en de stoom zo
hard blazen dat het fluitje hoog
door het keukenraam de tuin in
vloog. Het kwam terecht tussen
de viooltjes. De viooltjes bogen
hun kopjes en keken haar
vreemd aan. "Wat ben je voor een
bloem?" vroegen ze. "Ik ben
geen bloem", fluisterde het fluit
je, "ik ben een fluitje dat niet flui
ten wil maar toch een held wil
zijn". Fluisteren moest de fluit
want wanneer het hard praatte
ging ze fluiten en dat wilde ze
niet. Toen kwam er een lieve
heersbeestje aan. "Kijk", dacht
het in zichzelf, "dat is een mooi
huisje met twee raampjes en en
bruine schoorsteen". En het lie
veheersbeestje kroop in zijn
huisje.
Toen het avond werd kreeg het
lieveheersbeestje het koud. "Ik
ga een vuurtje stoken", dacht
het. "Dat kan nu want ik heb een
schoorsteen". Het beestje zocht
wat takjes en stak die in brand.
Het werd lekker warm in de fluit.
Maar de rook blies door het gaat
je van de fluit en maakte hem aan
het fluiten. Het fluitje werd boos,
vloog de lucht in en viel boven cp
een stokroos. "Hoi", riep het
fluitje, hier woon ik goed". Maar
de volgende dag begon het te
waaien en de wind ging door de
gaatjes van de fluit. "Bah", zei de
fluit en sprong van de stokroos
af. "Overal waar je komt moet je
fluiten en dan geloven ze niet
eens dat ik een held ben en dat
helden niet mogen fluiten", zei
het fluitje treurig. Het begon
zachtjes te huilen. "Kra, kra",
kraste ëen kraai, "bij mij hoef je
niet te fluiten, alleen maar te
glimmen moet je bij mij en en
held zijn". Hij pakte het fluitje in
zijn bek en droeg het naar zijn
nest. Daar poetste hij het op met
een veertje. Goh, wat glom het
fluitje nu. "Zo, nu ben je mooi",
kraste de kraai en hij vloog weg
om eten te zoeken. Het fluitje
bleef eenzaam in het nest liggen.
Er ritselde iets in de boom. Vier
pootjes tikten voorzichtig tegen
de stam. Het eekhoorntje maakte
zijn ochtendwandeling. Hij wou
bij de kraai een kopje kofie gaan
drinken. Maar toen hij zag dat de
kraai weg was ging hij nog niet
weg. Hij keek nieuwsgierig in
het nestje. "Hee", dacht het. "Dat
is een mooie hoed voor mijn
dochter". Hij pakte het fluitje in
zijn bek en ging naar zijn eigen
nestje. Zijn dochter vond het
fluitje een mooie hoed. Ze zette
hem schuin op haar kopje. Het
ene oor zat er onder, het andere
flipte er uit. Toen ging ze op een
zonnige tak wandelen. De kraai
kwam langs vliegen en zag het
mooie fluitje. "Kra, kra", kraste
hij luid. "Wat doe jij met mijn
held?" Het eekhoorntje rende
heel hard weg. Ze rende zo hard
dat het fluitje er van moest flui
ten. "Bah", zei het fluitje boos,
nu weet de kraai dat ik geen held
ben en van fluiten hou". Het
fluitje sprong van haar hood en
viel in de zandbak. Daar was An-
nemieke met haar pop aan het
spelen. De pop moest juist eten.
"Dat is een mooi bordje voor
de pop", vond Annemieke, en ze
deed het fluitje vol zand. "O",
dacht het fluitje, nu kan ik nooit
meer fluiten". Aan de ene kant
vond ze het leuk dat ze vol met
zand zat en aan de andere kant
niet. Want nu leek ze niet meer
op een held.
's Middags, toen Annemieke
ging slapen, stopte haar moeder
het fluitje en de pop bij het speel
goed in de box. "wat ben jij voor
een ding?", vroeg de teddybeer.
"Je bent geen vogel of vlieg of
een speelgoedding. "Ik ben een
fluitje dat een hekel aan fluiten
heeft, maar toch een held wil
zijn", zei het fluitje. "Hahaha",
lachte het beertje, een fluitje dat
niet fluiten wil en dan zegt ze nog
dat ze een held is, laat me niet la
chen", zei de teddybeer. "Stel je
voor dat ik niet wou rijden", zei
de trein. "En ik niet trommelen
en toch een held wilde zijn", zei
de trommel. "En ik niet ramme
len", zei de rammelaar. En zo
ging het nog een tijdje door. Tot
het speelgeod zei: "Dat fluitje is
geen held maar gek, weg er
mee". En ze gooiden het fluitje
uit de box.
Daar lag het fluitje in de mod
der en in de schaduw. Het
schaamde zich diep. Het speel
goed heeft gelijk dacht het. "Ik
ben geen held want ik heb nooit
iets moedigs of dappers gedaan
en ik hoor nu eenmaal te fluiten.
Ik wou dat ik weer op de tuit van
de fluitketel zat". Maar het fluitje
lag helemaal verstopt onder de
koolbladeren. En die werden el
ke dag groter. Het fluitje zuchtte.
Het kreeg bruine vlekken van
verdriet. Het lieveheersbeestje
kwam eitjes onder de koolblade
ren leggen. "Kom je weer in mij
wonen?" vroeg het fluitje. "Ik zal
niet weg vliegen als je een vuur
tje in mij stookt". Maar het lieve
heersbeestje zei: "Het is nu zo
mer, ik kan wel buiten slapen".
De kraai kwam wormen pikken
ónder de koolbladeren. "Neem je
me weer mee, ik zal heel mooi
glimmen maar ik ben geen held
meer", zei het fluitje. Maar de
kraai zei "Als je' geen held meer
bent wil ik je niet, mijn nest zit
trouwens vol met jonge vogel
tjes, jij kunt er niet meer bij". Het
eekhoorntje kwam van de blade
ren eten en wilde het fluitje ook
niet meer. En de fluit zich heel al
leen en bang.
Eindelijk was de zomer voorbij
en sneed vader de koolbladeren
met een mes af. Het fluitje kwam
onder de bladeren tevoorschijn.
Het lag te blinken op de zwarte
modder met roestbruine vlekken
van verdriet. "Maar dat is het
fluitje van onze fluitketel", zei
vader verbaasd. Hij raapte het op
en bracht het naar moeder.
"Moeder, kijk eens wat ik heb ge
vonden. Het fluitje van de fluit
ketel". "Hoe kom je daaraan?
Geef maar gauw hier, ik ga het
dadelijk schoonmaken". Ze
maakte en sopje en borstelde het
fluitje schoon. Toen deed ze de
fluitketel vol met water en zette
hem op het gas. "Hier is het fluit
je", zei ze, en ze duwde het fluitje
op de tuit.
De fluitketel was erg blij dat
het fluitje er weer was. Het vroeg
van alles. En het fluitje vertelde.
Na afloop zei de fluitketel: "Je
bent een echte held".
En zo kwam het dat het fluitje
dat niet fluiten wilde maar wel
een held wilde zijn en toch geen
held was aan het einde van dit
verhaal toch een held was. En dat
was voor het fluitje een grote be
loning zodat ze nu wist dat haar
niet gewilde eis toch niet voor
niks was geweest.
ANNELIEKE DEKKER
Een popgroep aanbidden, dat
doet iedereen wél eventjes in zijn
of haar tienerjaren. Alle platen
kopen van Michael Jackson, je
muren behangen met posters
van Madonna en muziekbladen
doorspitten op zoek naar rod
dels, foto's en interviews van je
held. Je bent verliefd op die ene
zanger of wilt er misschien graag
uitzien als Don Johnson.
Bij Boudewijn Büch duurt
zo'n bevlieging al bijna een
kwart eeuw. Hij is zo geobse
deerd door Mick Jagger dat hij
een boekje over zijn held heeft
geschreven: 'Brieven aan Mick
Jagger'. Vorig jaar zagen we hem
al heel zenuwachtig en uiterst ge
brekkig Engels sprekend zijn
grote idool op televisie intervie
wen. In de Playbackshow deed
hij een poging de Stones-zanger
te imiteren.
De jonge Büch maakte het eer
ste concert van de Rolling Sto
nes in het Scheveningse Kur-
haus mee (dat maar een paar mi-
uten duurde; de politie maakte
er een eind aan) en die gebeurte
nis veranderde zijn hele leven.
Van de 'zoete lulrock' van Cliff
Richard en de Shadows stapte
hij over naar de 'heavy stuff van
de Rolling Stopes. Het geblokte
colbertje en de flanellen broek
werden geruild voor een jack en
een spijkerbroek. Een mono
pick-up van 90 gulden (3 watt)
werd aangeschaft, en van de op
'volle geluidsterkte' gedraaide
eerste lp van de Britse beatband
kon de hele buurt meegenieten.
Ma Büch noemde het 'apeherrie'
(Boudewijn: 'Dat begrijp ik best.
ze is ook al 38') en broerlief sprak
over dat stel 'vieze homofielen'.
Aan zijn grote held schreef
Boudewijn Buch op jonge leef
tijd een aantal brieven. Ant
woord kreeg hij nooit. Pas in
1987 ontving de Nederlandse
schrijver 'een klein dierbaar
briefje' (zie foto). In 'Brieven aan
Mick Jagger' legt hij uit 'hoe een
fan troost, inspiratie, passie en
muzikaal genot aan zijn held kan
ontlenen'. Maar als je het gelezen
hebt denk je meer 'ach gossie,
wat een zielepoot'. Bijna veertig
en dan nog zo vol aanbidding
voor een bijna onbereikbare pop
ster.
Alle gebeurtenissen in het le
ven van Büch lijken iets met de
Stones van doen te hebben. Het
eerste vriendinnetje ('Come on'),
de crematie van een dierbaar
persoon ('Cry to me'), de verbro
ken relatie met Solange ('Send it
to me') en ga zo maar door. En we
moeten hem wel geloven, op de
omslag van de roman staat dat er
'weinig fantasie' in het verhaal
zit. Büch is gebiologeerd door
het 'fenomeen Mick Jagger' die
'een constante is in zijn leven vol
rampen en verbroken relaties'
De veertig bijna gepasseerd is
Boudewijn nog steeds de 'groot
ste en trouwste Hollandse fan
van de Stones'. En nog steeds
vinden vrienden en familieleden
zijn idolatie vreemd, en vooral
kinderlijk. Büch zelf twijfelt
nooit, zijn bewondering voor de
Stones-zanger is vanzelfspre
kend, Jagger is gewoon de beste.
Nee, Boudewijn Büch schaamt
zich niet voor deze 'afwijking'.
Brieven sturen doet hij niet
meer, maar hij schrijft ze nog
wel. Openhartige, kinderlijke
krabbels, van een leerling aan
zijn meester.
Merkwaardigerwijs heeft
Büch geen begrip voor het ge
drag van andere fanatieke volge
lingen. Büch stoort zich aan sta
rende blikken van bezoekers aan
het graf van Doors-zanger Jim
Morrison. En hijzelf is ook meer
malen het onderwerp van aan
bidding.
Van een vriendin ken ik het
verhaal van een meisje dat gerui
me tijd helemaal in de ban was
van Boudewijn Büch. Zij schreef
ook brieven, belde op en ver
beeldde zich dat elke column
van hem over haar ging. De ob
sessie nam zulke vormen aan dat
het arme kind zich onder psychi
atrische behandeling moest la
ten stellen.
Het gedrag van een fan gaat
soms heel ver, voor mij, nuchtere
Nederlander van het ergste
soort, is zoiets onbegrijpelijk,
maar toch ook wel komisch.
ERNA STRAATSMA
voorgestelde onderdelen te on
belangrijk of te gering en stel
de steeds nieuwe eisen.
Te betwijfelen valt of Noord-
korea eigenlijk wel echt was
geïnteresseerd in de organisa
tie van Olympische evenemen
ten. Nog los van de vraag of het
zo gesloten Noordkorea er wel
zo happig op was om de inter
nationale gemeenschap als
pottenkijker binnen de gren
zen te halen lijkt de hele stam
pei meer een politiek spel te
zijn geweest om aartsvijand
Zuidkorea onder druk te zet
ten.
Immers, na beëindiging van
de Koreaanse oorlog in 1956
staan de twee Koreaanse blok
ken uiterst vijandig tegenover
elkaar en wordt weinig nagela
ten om een sfeer van dreiging
en spanning in stand te houden.
Toch bestaat bij de Koreaanse
bevolkingen het onderhuidse
verlangen tot hereniging, een
hereniging dat politiek vol
strekt onhaalbaar lijkt.
Studentengroeperingen in
Zuidkorea hebben de afgelo
pen maanden aangedrongen op
politieke contacten en verbete
ring van de betrekkingen mid
dels samenwerking op Olym
pisch niveau. Daarbij inspe
lend op de met de mond bele
den interesse voor een derge
lijke samenwerking van
Noordkoreaanse zijde.
Uiteindelijk is van een ver
deling van de Olympische eve
nementen dus niets terecht ge
komen en zijn de Spelen het af
gelopen weekeinde onder gi
gantische beveiligingsmaatre
gelen van start gegaan. Uiter
aard in afwezigheid van Noord
korea dat de Spelen boycot en
had gehoopt dat ook andere
communistische staten dat
voorbeeld zouden volgen.
Slechts een handjevol op sport
gebied onbetekenende naties
bleek daartoe bereid.
Voorlopig is daarom Zuidko
rea in de 'Koreaanse twee
strijd' de grote winnaar. Alle
ogen van de wereld zijn op Se
oul gericht dat met een dave
rende Olympische show de
aandacht maximaal zal uitbui
ten. De opstandige studenten
zullen daar waarschijnlijk
weinig aan kunnen verpesten.
BERT PAAUW
Het enige briefje dat Boudewijn Büch ooit van Mick Jagger ontving.
Nu de Olympische Spelen in
Zuidkorea zijn losgebarsten is
de aandacht voor de al maan
denlang in dat land aan de gang
zijnde studentenprotesten ver
flauwd. De dagelijkse lawine
aan sportresultaten heeft be
richtgeving over de nog steeds
voortdurende betogingen vol
komen overwoekerd.
Overigens lijkt het er op als
of die protesten beduidend in
omvang en hevigheid zijn afge
nomen. De meeste Zuidkorea-
nen, ongeacht hun politieke ge
zindheid, lijken er de voorkeur
aan te geven hun land een goed
figuur te laten slaan ten op
zichte van de buitenwereld.
Zowel de weinig populaire pre
sident Roh Tae Woo als de twee
oppositieleiders Kim Dae Jung
en Kim Young Sam hebben op
geroepen gedurende de Spelen
de gewelddadigheden te sta
ken.
Een groep radicale studenten
heeft zich echter niets aange
trokken van die oproepen en
demonstreert fanatiek verder,
in het oog gehouden en zonodig
teruggeslagen door aanzienlij
ke veiligheidstroepen. Waar
gaat het die studenten nu ei
genlijk om?
Wie een antwoord zoekt op
die vraag komt terecht bij het
buurland van Zuidkorea, het
communistische Noordkorea.
Sinds jaren geleden bekend
werd dat de Olympische Spe
len 1988 aan Seoul waren toe
gewezen is Noordkorea gaan
zeuren en dreigen richting zui
derbuur. De Noordkoreanen
wilden een volwaardig deel
van de Olympische evenemen
ten organiseren.
Pogingen in het verleden van
onder meer het Internationaal
Olympisch Comité om aan de
wensen van Noordkorea tege
moet te komen leden schip
breuk. Noordkorea vond de
Na vier succesvolle albums be
sloten de heren Roger Taylor en
Andy Taylor in 1986 uit de super-
groep Duran Duran te stappen.
Simon LeBon, Nick Rhodes en
John Taylor gingen door en leve
ren half oktober hun nieuwe
elpee 'Big thing' af. De plaat be
vat twaalf nummers waarvan 'I
don't want your love' de eerste
single is.
Ook gaat het drietal een Eu
ropese tournee maken. Op 22 no
vember treedt Duran Duran in
Ahoy in Rotterdam op.
De televisieserie Neighbours is
in diverse landen- bijzonder po
pulair en verschijnt volgende
maand op het Nederlandse
scherm. Naast Kylie Minoque zie
je Jason Donavan in deze serie.
Onder leiding van het produ
cerstrio Stock, Aitken en Water
man heeft hij zijn eerste single
'Nothing can divide us' opgeno-