9 Ik heb het intiem gehouden9 Regisseuse Janne Jansen aan vooravond van '0 Fortuna': Perfectie en illusie Leidse fijnschilders Overzichts expositie Jan Roëde DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1988 PAGINA 25 Janne Jansen: 'Bij sommige mensen moet je kwaadheid temperen omdat ze anders afhaken' (foto Loek Zuyderduin) 'Herberginterieur' van Frans van Mieris de Oude (1635-1681). 'Klein maar fijn' in Lakenhal Vanavond gaat het spektakelstuk 'O Fortuna* in première in de Leidse Pieterskerk. De verwachtingen zijn hooggespannen voor dit op de Carmina Burana van Carl Orff gebaseerde stuk, waaraan vele Leidse koren, toneelverenigingen en balletscholen hebben meegewerkt. Of, zoals een ras-Leidenaar het uitdrukte: "Het is een mooie hutspot, die muziek, dat toneel, die dans, maar als nu het klapstuk maar niet ontbreekt". Bij de regie voor deze monsterproduktie heeft men gekozen voor de zogenaamde 'deelrepetities'. Dat wil zeggen dat er in het eerste stadium door de afzonderlijke toneelverenigingen in eigen huis is gerepeteerd. Daarna heeft er een algehele repetitie plaatsgevonden in de Pieterskerk. Op deze pagina twee interviews met de betreffende regisseurs. Eén met hen die zich hebben beziggehouden met de deelrepetities. Eén met regisseuse Janne Jansen, die tekent voor de algehele regie. door Cees van Hoore en Saskia Stoelinga LEIDEN - Maandag 12 september. Regisseuse Janne Jansen zit op de nog lege tribune in de Leidse Pie terskerk even uit te puffen van de vermoeienissen van de laatste maanden. Op de achtergrond klinkt het gehamer van de decor bouwers, die de laatste hand leg gen aan het speelvlak. Zondag zijn alle medewerkenden bij elkaar ge weest voor een generale repetitie van 'O Fortuna'. Is alles naar wens gegaan? Jansen: "Om u de waar heid te zeggen: nee. Het was nog niet helemaal perfect. Maar het groeit, het groeit, en ik heb dan ook goede hoop voor de generale repe titie woensdag. Wat ik een verade ming vond, was dat ik het nu alle maal eens in zijn geheel heb kun nen zien. Tot voor kort heb ik al leen maar met afzonderlijke stuk ken gewerkt. Ik heb zondag nu eens eindelijk kunnen bepalen of het goed zit met de spanningsboog in het totale stuk, kunnen kijken of we werkelijk met een 'Gesamt- kunstwerk' te maken hadden. Ik heb mezelf daarbij afgevraagd: zakt het niet op bepaalde gedeelten in, is het tempo wel goed, is de aan sluiting muziek, toneel en dans wel harmonisch, reageert men wel goed op de wachtwoorden?' Wachtwoorden?? "Ja, dat zijn de laatste woorden die een bepaalde speler zegt, woor den waarop bijvoorbeeld het or kest moet reageren met het inzet ten van de melodie"., 550 mensen regisseren. Dat moet niet altijd van een leien dakje zijn gegaan? "In de vakantieperiode zijn er „in derdaad wel wat strubbelingen ge weest. Je moet niet vergeten dat we hier te maken hebben met mensen die dit in hun vrije tijd doen en dan kun je nu eenmaal niet zoveel ver gen als van beroepsacteurs. Som mige mensen hebben al vakantie afspraken gemaakt en daar moetje je schema dan aan aanpassen. Ge volg daarvan was dat we in septem ber, toen we allemaal weer bij el kaar kwamen, te maken kregen met een kleine terugval. Sommige mensen waren weer kwijt wat ik er juist zo had ingehamerd. Maar over het geheel genomen viel dat toch wel mee. Wat een groter probleem was, was het wachten tot men aan de beurt kwam. Er spelen zoveel mensen mee en die moesten dan vaak voor een klein rolletje telkens komen opdraven". Hebt u veel gelezen over regis seurs die zich met dit soort monster- produkties hebben beziggehouden, heb u zich daarover gedocumen teerd? "Nee, dat nou niet direkt. Ik heb me wel veel verdiept in wat nou ge luk is en wat ongeluk. Daar gaat het immers om in dit stuk. Bovendien heb ik het toneelspel zo intiem en eenvoudig mogelijk trachten te houden. Dus geen overacting, geen rederijkerij. Ik heb veel gehad aan iemand als Stanislavski die eens heeft gezegd dat je 'een rol niet moet spelen, maar moet léven'. Waar je natuurlijk wel voor moet zorgen is dat er voortdurend iets gebeurt op dat toneel en dat spelers niet al te lange tijd met hun rug naar het publiek toe staan. Ze moe ten 'rond spelen' en dat is geen makkelijke zaak". Het regisseren van zoveel men sen, is dat ook niet vooral een zaak van weten om te gaan met mensen? Komt daar niet veel mensenkennis bij kijken? "Ja. Ik heb op dat gebied dan ook een hoop geleerd. Onder andere dat je bij sommige mensen je kwaadheid moet temperen omdat ze anders afhaken. En dan zijn er natuurlijk ook weer mensen bij wie je echt met je vuist op tafel kunt slaan". Zit er veel talent bij deze groep? "Ja, hoor, er zijn heel wat men sen die met een opleiding een heel eind zouden kunnen komen. En wat de hoofdrolspelers betreft: dat zijn mensen die het stuk kunnen dragen". Zenuwen voor de première? "Nou ja, de spanning groeit wel. Maar dat is juist goed. Of we een thuiswedstrijd spelen met zoveel familie en kennissen in de zaal? Ik denk het niet. Ik blijf alles tenmin ste kritisch volgen. En ik hoop dat ook anderen dat doen". Spontaan Precies een jaar geleden ver woordde de Stichting Uitmarkt in een brief de plannen voor een thea terspektakel. Alle Leidse zang-, to neel- en balletverenigingen (in to taal 120) werden aangeschreven. Slechts één reageerde er heel spon taan, 20 verenigingen moesten over de streep worden getrokken, de rest liet het afweten. Marjolein Briër, directrice van de 'Danceplace' vond het meteen een leuk idee. "Erg interessant. Ik had ook gelijk zo'n 20 leerlingen die mee wilden doen". Na het schrij ven van de choreografiën in over leg met Janne Jansen en Lucette Bletz is er maandenlang intensief gestudeerd en gerepeteerd. Zelfs in de grote vakantie ging Briër ge woon door. "Ik wilde niets aan het toeval overlaten". Bij toneelvereniging Toverlei uit Leiderdorp lag het wat anders. Re gisseur Govert van Wielink moet eerlijk bekennen dat aanvankelijk de brief terzijde was geschoven met de opmerking: 'past niet in de planning'. "De jaarlijkse uitvoe ring slokt al zoveel tijd op dat wij er niet op hadden gerekend nog men sen bereid te vinden extra toneel werk te verrichten. Na enig aan dringen van de Stichting Uitmarkt hebben we toch zo'n 12 enthousias telingen kunnen charteren. En wonderwel, het is allemaal prima gelukt". De strakke hand van Janne Jan sen in deze mammoetproduktie wordt alom geroemd. De regis seurs die allemaal zo hun eigen spelopvatting hebben, verklaren plezierig te hebben samengewerkt. Sterker nog, ze hebben de regiewij zigingen en aanpassingen bij de grote repetities zonder morren ge pikt. En, die Jansen stond regelma tig op de stoep voor de deelrepeti ties om met de regisseurs mee te kijken. "Nou ja, kijken...", roepen ze in koor. "Je merkt dat ze vaker met dit bijltje heeft gehakt. We werden door haar bestookt met brieven en stencils. Dit moets anders, dat moest beter. Zij hield de rode draad van de verschillende bedrij ven heel goed in de gaten", aldus Derk Lemstra van het Leidsch Stu denten Tooneelgezelschap. De ne gen heren die hij heeft geleverd voor het derde bedrijf brachten er op 1 mei nog geen hout van terecht, terwijl er toch voor studenten een op maat geschreven zuipscène in voorkwam. "Studenten kijken niet verder dan één maand", zegt hij verontschuldigend. Volgens Lem stra loopt het nu perfect. "Wat ze doen is levensecht. Ze hebben er plezier in gekregen". Schwung Plezier, dat geldt eigenlijk voor alle deelnemers. Zeger van Voorn- veld van het Gronings Toneel: "Vooral de laatste maanden is er echt 'schwung' in gekomen. Er is meer aan de hand dan ons ene stuk. Over en weer wordt er belangstel ling voor elkaar gefoond. Het wachten is niet meer zo vervelend. Iedereen merkt dat wat er verder gebeurt ook heel leuk is. De dertien leden van het Gronings Toneel hebben nauw samengewerkt met de schermers van Schermvereni- ging AEW uit Leiden voor de meest spectaculaire scène uit het stuk". Bij toneelspelen hoort wachten, dat heeft schermer Govert van Nimwegen goed begrepen. "De re petities leken soms eindeloos. De sfeer werd echter steeds losser, de stemming beter en je zult zien straks vinden we het jammer dat we niets meer te doen hebben". De andere balletgroep, onder lei ding van Rudi Bernard en Lucette Bletz, is ook zeer serieus te werk gegaan. De 20 balletleerlingen zijn gegroeid in hun rol. "De Pieters kerk vergt veel. Een podium met vier kanten dat vereist optimale ti ming. Je kunt je geen misstappen veroorloven. Elk lichaamsdeel is zichtbaar. Op de afwerking komt het aan". De twee hoofdrolspelers, Jenny Mijnhijmer van toneelvereniging LEST en Paul Schaminée van to neelvereniging Imperium, die bui ten de repetities met Janne Jansen zichzelf regisseerden, hebben het laatste half jaar geen dag niet gere peteerd. Thuis of in de kerk. Altijd maar die angst ken ik mijn tekst nog, wanneer moet ik op, wat ge beurt er nu? Toch is de generale goed gegaan. Mijnhijmer en Scha minée hebben er alle vertrouwen in dat het vanavond goed gaat. Im mers, Leidenaars gaan om met Lei derdorpers, studenten praten met Groningers, schermers kijken naar ballet, regisseurs verdragen kritiek en de spelers die het stuk dragen gunnen elkaar het licht in de ogen. Of zoals Jos Hooghuis, voorzitter van de Leidse Uitmarkt, zegt: "In de eerste plaats was samenwerking ons doel. Zoals we dat nu kunnen bekijken is die opzet geslaagd. Wij zijn dus tevreden, ook al is er nog geen première geweest". Toorop in Japan DEN HAAG (ANP) - De Rijks dienst Beeldende Kunst in Den Haag heeft voor Tokyo Shimun, een groot Japans krantenconcern, een overzichtstentoonstelling sa mengesteld van werk van de Ne derlandse beeldende kunstenaar Jan Toorop (1858 - 1929). Toorop was de enige Nederlander die rond de eeuwwisseling daadwerkelijk deelnam aan het artistieke leven in België, Frankrijk, Engeland, Duits land en Oostenrijk. Dr. Victorine Hefting koos 129 werken voor de expositie die op 20 september voor het eerst te zien is in het Metropoli tan Teien Art Museum in Tokyo. De overzichtstentoonstelling omvat 35 schilderijen, tachtig teke ningen, twintig prenten en een aan tal boeken. Ze is dit jaar en begin volgend jaar ook te zien in Osaka en Tsu en wordt van 18 februari tot 10 april gehouden in het Haags Ge meentemuseum. AMSTERDAM (ANP) - De Herman Gorterprijs 1988 van het Amster dams Fonds voor de Kunst is toe gekend aan Adriaan Morriën (76). Morriën krijgt de prijs (10.000 gul den) voor zijn dichtbundel Oogap pel. Een klein deel van het daarin opgenomen werk werd voor het eerst gebundeld, waaronder het door de jury hooggeschatte, in 1985 DEN HAAG (ANP) - Het Haags Ge meentemuseum wijdt van 24 sep tember tot 7 november een over- zichtstentoonstellingf aan Jan Roëde (74), die behoort tot de ver nieuwers van de schilderkunst na de oorlog. Verwant met de Cobra groep, vond hij inspiratie in spon tane kindertekeningen en ver werkte hij literaire elementen in zijn werk. Zijn werk is door de ja ren heen 'eigentijds' gebleven. Van 22 september tot 16 oktober is er bij Galerie Maris in Amsterdam te vens een eenmanstentoonstelling Expositie 'Klein maar fijn', t/m 4 december. Stedelijk Museum De Lakenhal, Oude Sin gel 28-32, Leiden. Geopend: di. t/m za. van 10-17 uur en zo. van 13-17 uur. Catalogus 'Leidse fijnschilders - van Gerrit Dou tot Frans van Mieris de Jonge 1630-1760' on der redactie van E.J. Sluijter kost 39,50 (in de boekhandel 49,50). LEIDEN - Veel geld en roem vie len Gerrit Dou en Frans van Mie ris de Oude, twee belangrijke vertegenwoordigers van de Leid se fijnschilders, al tijdens hun le ven ten deel. Dou ontving vol gens bronnen uit de 17de eeuw voor een klein schilderij duizend gulden, een astronomisch be drag in die tijd, vergeleken met de vijftien tot twintig gulden die doorgaans voor een goed schil derij werden betaald. Evenals tijdgenoten van Dou en Van Mie ris bewonderen wij nu de verfij ning en de nauwkeurige detaille ring van de door hen geschilder de voorstellingen. Dankzij het onderzoek van een groep Leidse studenten kunstge schiedenis onder leiding van dr. E.J. Sluijter, en de tentoonste- ling 'Klein maar fijn' wordt op nieuw deze periode van hon derddertig jaar belicht, waarin leerlingen en navolgers van Dou en Van Mieris de door hen geïn troduceerde motieven en schil- dertrant overgenomen en verder ontwikkeld hebben. Wat de on derwerpkeuze betreft herinne ren de kluizenaar, de schilder of de geleerde in zijn studeerkamer aan het atelier van Rembrandt (die de leermeester van Dou is geweest). Dergelijke motieven keren in navolging van Dou op deze tentoonstelling terug, onder anderen bij Dou's leerling Bartolomeus Maton, Jacob van Spreeuwen en Johannes Corne- lisz. van Swieten. Een rondgang langs de vijfen zeventig schilderijen leert dat er veel invloed is uitgegaan van de vensterstukken die Gerrit Dou tussen 1650 en 1660 schilderde. Hierin wordt niet alleen door de precies weergegeven natuurste nen omlijsting de illusie van echtheid verstoord, ook het weg geschoven gordijn (dat in werke lijkheid schilderijen tegen licht en stof moest bschermen) heeft een dergelijk effect, bijvoorbeeld in 'Rokende schilder in venster'. Dit illusionistische element is ook gebruikt door Adriaan van Gaesbeeck; in zijn 'Rust op de vlucht naar Egypte siert een mooi glanzend blauw gordijn de intieme nachtelijke voorstelling, die mogelijk teruggaat op de be kende nachtstukken van Dou. Het werk van de andere cen trale figuur, Frans van Mieris de Oude, die door Dou 'de prins on geschreven slotgedicht La Giacon- da. Het gaat in Oogappel, zoals de dichter in zijn verantwoording zegt, om zijn amoureuze poëzie. De jury vindt de gedichten on verdacht, rijk aan intieme maar niet verlegenmakende observaties, wijs en geestig en van een weldadi ge melancholie. De poëzie van Morriën idealiseert liefde noch ge- met schilderijen die Roëde in de ja ren vijftig en zestig maakte. der zijn leerlingen' genoemd werd, valt op door de bijzondere weergave van voorwerpen en stoffen, waarbij de penseelstreek in tegenstelling tot Dou nauwe lijks zichtbaar was. Nog verfijn der zijn de winkelscènes van zijn zoon Frans van Mieris die je ver baasd doet staan met zijn minu tieuze schildertrant (in de catalo gus wordt deze bij vergissing mi- nitieus genoemd, overigens een aardige vondst voor een exposi tie die 'Klein maar fijn heet). De chronologische ordening laat een ontwikkeling zien van de le vendige precisie van Dou en de elegante stijl van Ar ie de Vois naar de wat onbeholpen uitbeel ding van Pieter Cattel. Verder geeft het overzicht de mogelijk heid om de veranderingen in het gebruik van motieven te ontdek ken, naast de sociale veranderin gen die de periode tot 1760 zicht baar zijn. Het werk van Matthijs Naiveu is hiervan een voorbeeld. Met het werk van Frans van Mie ris de Jonge eindigt de lange tra ditie van de Leidse fijnschilder- kunst. De doorgaans kleine genre voorstellingen (zich binnenshuis afspelende taferelen) bevatten veel symbolen die voor de toen malige beschouwers onmiddel lijk begrepen werden als verwij zingen naar de vergangelijks- heidsgedachte of erotiek. Door middel van korte bijschriften wordt een en ander voor de mo derne bezoeker uit de doeken ge daan. Wat de begeleiding betreft laat deze tentoonstelling niets te wensen over. De inrichting van de expositie maakt het overzicht van de Leidse fijnschilders toe gankelijk voor een breed pu bliek. Zo geeft het gebruik van pictogrammen (tekens in beeld schrift) de relatie aan tussen wer ken in categorieën als het ven sterstuk of wetenschap en reli gie. Naast het informatieve vouwblad is er nog de kloeke, (ook voor niet ingewijden) goed leesbare catalogus, die ruim geïl lustreerd is, zodat men al het werk na een bezoek nog eens rus tig de revue kan laten passeren, maar in werkelijkheid valt er veel meer te genieten en te be wonderen. De prachtige collectie met bruiklenen uit musea uit binnen- en buitenland is de ko mende maanden een bezoek aan de Lakenhal meer dan waard. Het museum kan trots zijn op de ze tentoonsteling en de catalogus die in nauwe samenwerking met het Kunsthistorisch Instituut van de Leidse universiteit tot stand kwamen. Een geslaagde Leidse onderneming rond een Leidse schilderschool. NANCY STOOP liefde, maar eert ze wellustig, pre cies, verdrietig. Morriën was lid van tientallen letterkundige jury's en heeft het er zelf naar gemaakt dat zijn gedich ten niet aandachtig genoeg zijn ge lezen. In elk geval is zijn dichter schap nooit naar behoren geëerd, zegt de jury. Zij vindt het daarom een „plezierige bijkomstigheid met de bekroning van Oogappel, aan deze misstand een einde te mogen helpen maken". Roëde stamt uit Groningen en vestigde zich als kunstenaar in Den Haag. Ter gelegenheid van de over zichtsexpositie verschijnt er een monografie van drs. M. C. Walra- Het Gemeentemuseum in Den Haag opent 24 september tevens een tentoonstelling van schilderij en en aquarellen die Erik Pape (46) uit Delft de laatste twee jaar heeft gemaakt en die hij presenteert on der de titel 'Tuileries' naar het Pa- rijse park waar hij regelmatig werkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25